Regeling vervallen per 16-07-2016

Inspraakverordening 2004

Geldend van 12-08-2005 t/m 15-07-2016

Intitulé

INSPRAAKVERORDENING

Verordening inzake de wijze waarop ingezetenen en belanghebbenden bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid worden betrokken.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

De verordening verstaat onder:

  • a.

    inspraak: het betrekken van ingezetenen en belanghebbenden bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid;

  • b.

    inspraakprocedure: de wijze waarop de inspraak gestalte wordt gegeven;

  • c.

    beleidsvoornemen: het voornemen van het bestuursorgaan tot het vaststellen of wijzigen van beleid.

Artikel 2 Onderwerp van inspraak

  • 1. Elk bestuursorgaan besluit ten aanzien van zijn eigen bevoegdheden of inspraak wordt verleend bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid.

  • 2. Inspraak wordt altijd verleend indien de wet daartoe verplicht.

  • 3. Geen inspraak wordt verleend:

    • a.

      ten aanzien van ondergeschikte herzieningen van een eerder vastgesteld beleidsvoornemen;

    • b.

      indien inspraak bij of krachtens wettelijk voorschrift is uitgesloten;

    • c.

      indien sprake is van uitvoering van hogere regelgeving waarbij het bestuursorgaan geen of nauwelijks beleidsvrijheid heeft;

    • d.

      inzake de begroting, de tarieven voor gemeentelijke dienstverlening en belastingen bedoeld in hoofdstuk XV van de Gemeentewet;

    • e.

      indien de uitvoering van een beleidsvoornemen dermate spoedeisend is dat inspraak niet kan worden afgewacht;

    • f.

      indien het belang van inspraak niet opweegt tegen het belang van de verantwoordelijkheid van de gemeente voor kwetsbare groepen in de samenleving.

Artikel 3 Inspraakgerechtigden

Inspraak wordt verleend aan ingezetenen en belanghebbenden.

Artikel 4 Inspraakprocedure

  • 1. Op inspraak is de procedure, vermeld in de artikelen 3:10 tot en met 3:16 van de afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing, met dien verstande dat:

    • a.

      de termijn, genoemd in artikel 3:16 lid 1 vier weken bedraagt;

    • b.

      de inspraakgerechtigden hun zienswijze schriftelijk naar voren kunnen brengen.

  • 2. Het bestuursorgaan kan per beleidsvoornemen gemotiveerd bepalen dat een andere inspraakprocedure geldt. Dit besluit wordt vooraf gepubliceerd.

Artikel 5 Besluitvorming

  • 1. Ter afronding van de inspraak vindt besluitvorming plaats door het bestuursorgaan.

  • 2. Deze besluitvorming bevat in elk geval:

    • a.

      een overzicht van de gevolgde inspraakprocedure;

    • b.

      een weergave van de zienswijzen die tijdens de inspraak naar voren zijn gebracht;

    • c.

      een reactie op deze zienswijzen, waarbij met redenen omkleed wordt aangegeven op welke punten al dan niet tot aanpassing van het beleidsvoornemen wordt overgegaan.

  • 3. Het bestuursorgaan maakt deze besluitvorming op de gebruikelijke wijze openbaar.

  • 4. De burgemeester maakt melding van deze besluitvorming in zijn burgerjaarverslag.

Artikel 6 Intrekking oude verordening

De Inspraakverordeningen d.d. 26 januari 1995 en 12 april 2000 worden ingetrokken.

Artikel 7 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt zes weken na de dag van bekendmaking in werking.

Artikel 8 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Inspraakverordening 2004