Regeling vervallen per 17-11-2023

Verordening op de Rekenkamercommissie van de gemeente Papendrecht

Geldend van 29-09-2005 t/m 16-11-2023

Intitulé

Verordening op de Rekenkamercommissie van de gemeente Papendrecht

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • 1.

    wet: Gemeentewet;

  • 2.

    commissie: rekenkamercommissie van de gemeente Papendrecht;

  • 3.

    voorzitter: de voorzitter van de commissie;

  • 4.

    lid – rapporteur: een lid van de commissie, niet zijnde een raadslid, die (mede) – leiding geeft aan het begeleiden van een onderzoek.

  • 5.

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Papendrecht.

Artikel 2 Rekenkamercommissie

  • 1. Er is een commissie, die wordt aangeduid als de rekenkamercommissie.

  • 2. De commissie bestaat uit een voorzitter en vier leden.

Artikel 3 Benoeming leden

  • 1. De raad benoemt de voorzitter en twee leden van de rekenkamercommissie uit externen en twee leden uit zijn midden, te weten één uit de coalitiepartijen en één uit de oppositiepartijen.

  • 2. De leden van de rekenkamercommissie die tevens raadsleden zijn, worden voor een periode gelijk aan de zittingsduur van de raad benoemd.

  • 3. De voorzitter en de leden die geen deel uitmaken van de raad worden benoemd tot 1 januari 2008.

  • 4. De voorzitter en de leden die geen deel uitmaken van de raad kunnen voor maximaal drie perioden van vier jaren worden benoemd.

  • 5. De periode zoals genoemd onder lid 3 moet worden beschouwd als de eerste periode van vier jaren.

Artikel 4 Taken voorzitter

  • 1. De voorzitter draagt zorg voor het tijdig en periodiek bijeenroepen van de commissie, het leiden van de vergaderingen, het bewaken van de uitgangspunten en werkwijze en het bevorderen van een zorgvuldige besluitvorming.

  • 2. De voorzitter voert hiertoe regelmatig overleg met de onderzoekers, met de onderzoeksbegeleider en met het secretariaat.

  • 3. Bij ontstentenis van de voorzitter treedt het langstzittende externe lid op als voorzitter dan wel, als de overige leden een gelijke periode zitting hebben gehad, het oudste externe lid in jaren.

Artikel 5 Eed of gelofte

Ten aanzien van de externe leden is artikel 81g van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing.

Artikel 6 Ontslag en non-activiteit

  • 1. De raad ontslaat de voorzitter, de leden en plaatsvervangende leden of stelt hen op non-activiteit.

  • 2. Het lidmaatschap van een raadslid eindigt:

    • a.

      op eigen verzoek;

    • b.

      indien het lid aftreedt als lid van de raad;

    • c.

      indien de raad van oordeel is dat het lid niet langer geschikt is de functie van de commissie te vervullen.

  • 3. Het lidmaatschap van de voorzitter of een extern lid eindigt:

    • a.

      op eigen verzoek;

    • b.

      bij de aanvaarding van een functie die onverenigbaar is met het lidmaatschap van de commissie.

    • c.

      wanneer de voorzitter of het lid bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel bij zulk een uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;

    • d.

      indien de voorzitter of het lid bij onherroepelijk geworden rechtelijke uitspraak onder curatele is gesteld, in staat van faillissement is verklaard, surseance van betaling heeft verkregen of wegens schulden is gegijzeld.

  • 4. De voorzitter en de externe leden van de rekenkamercommissie kunnen door de raad worden ontslagen wanneer zij door ziekte of gebreken blijvend ongeschikt zijn hun functie te vervullen.

Artikel 7 Ambtelijk secretaris en onderzoeksbegeleiding

  • 1. Het secretariaat van de commissie berust bij de raadsgriffier.

  • 2. De raadsgriffier draagt zorg voor de agendaplanning, de verslaglegging en de archivering.

  • 3. De begeleiding van een onderzoek kan worden opgedragen aan een lid - rapporteur.

  • 4. De raadsgriffier staat de commissie bij de uitvoering van haar taken terzijde.

  • 5. De raadsgriffier legt rechtstreeks verantwoording af aan de commissie over de wijze waarop de ondersteunende taken worden verricht.

Artikel 8 Reglement van orde

  • 1. De commissie stelt een reglement van orde voor haar vergaderingen en andere werkzaamheden vast.

  • 2. De commissie zendt de missie, haar werkwijze en het reglement van orde onverwijld ter kennisneming naar de raad.

Artikel 9 Onderwerpselectie en opdrachtverlening

  • 1. De commissie bepaalt de onderwerpen die zij onderzoekt, formuleert de probleemstelling en stelt de onderzoeksopzet vast.

  • 2. De in het vorige lid bedoelde onderzoeksopzet wordt door de commissie ter kennisneming aan de raad verstuurd.

  • 3. De raad kan de commissie een gemotiveerd verzoek doen tot het instellen van een onderzoek. De rekenkamer bericht de raad binnen zes weken in hoeverre aan dat verzoek wordt voldaan. Indien de commissie niet aan een verzoek voldoet, zal zij dat motiveren.

Artikel 10 Werkwijze

  • 1. De commissie is belast met en verantwoordelijk voor de uitvoering en sturing van het onderzoek volgens de door haar vastgestelde onderzoeksopzet.

  • 2. De commissie beoordeelt of het wenselijk is de raad tussentijds te informeren.

  • 3. De commissie is bevoegd bij alle leden van het gemeentebestuur en bij alle ambtenaren en bij besturen van door de gemeente gesubsidieerde instellingen en verbonden partijen de mondelinge en schriftelijke inlichtingen in te winnen die zij nodig acht voor de uitvoering van de onderzoeken. De leden van het gemeentebestuur en de ambtenaren van de gemeente zijn verplicht de gevraagde inlichtingen binnen de door de commissie gestelde termijn te verstrekken.

  • 4. De commissie vergadert zoveel als zij dat nodig acht, ter bespreking van procedurele en inhoudelijke aspecten van het onderzoek.

  • 5. De commissie vergadert in beslotenheid, haar rapporten zijn openbaar. Op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wet Openbaarheid van Bestuur kan de commissie rapporten die aan de raad worden voorgelegd of gedeelten daarvan als geheim aanmerken.

  • 6. De commissie kan openbare informatieve vergaderingen beleggen.

  • 7. Voor de uitvoering van het onderzoek kan de commissie, met inachtneming van het beschikbare budget, externe personen of bureaus inschakelen.

  • 8. De commissie stelt de betrokkenen in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn, die tenminste twee weken bedraagt, hun zienswijze op de nota van bevindingen en op het concept - rapport aan de commissie kenbaar te maken. Betrokkenen zijn degenen wier taakuitvoering (mede) voorwerp van onderzoek is of is geweest. De commissie bepaalt verder wie verder als betrokkenen worden aangemerkt.

  • 9. Na vaststelling door de commissie worden het eindrapport met conclusies en aanbevelingen, alsmede de in lid 8 van dit artikel bedoelde zienswijzen van betrokkenen zo spoedig mogelijk ter kennisname aan de raad aangeboden, onder toezending van een afschrift aan het college en de betrokkenen.

Artikel 11 Budget

  • 1. De commissie is bevoegd binnen een aan haar bij de Programmabegroting beschikbaar gesteld budget uitgaven te doen ten behoeve van de uitvoering van haar taken.

  • 2. Ten laste van het in het voorgaande lid bedoelde budget worden de kosten gebracht van:

    a. de (onkosten-)vergoedingen;

    b. externe deskundigen die eventueel door de commissie zijn ingeschakeld;

    c. de kosten van ambtelijke ondersteuning;

    d. eventuele overige uitgaven die de commissie nodig acht voor de uitoefening van haar taak.

  • 3. De commissie is voor de besteding van het budget uitsluitend verantwoording verschuldigd aan de raad.

Artikel 12 Intrekking oude regelingen

Ingetrokken worden:

  • a.

    De Verordening op de rekenkamercommissie van de gemeente Papendrecht, vastgesteld bij raadsbesluit van 29 januari 2004, nummer 004/2004;

  • b.

    De 1e wijziging van de Verordening op de rekenkamercommissie van de gemeente Papendrecht, vastgesteld bij raadsbesluit van 27 januari 2005, nummer 001/2005.

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening rekenkamercommissie gemeente Papendrecht.

Artikel 14 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na bekendmaking.