Mandaatbesluit havenmeester 2011

Geldend van 17-11-2023 t/m heden

Intitulé

Mandaatbesluit havenmeester 2011

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a.

    havenmeester: de havenmeester van Rotterdam, zijnde hoofd van de divisie Havenbedrijf van het Havenbedrijf Rotterdam N.V.;

  • b.

    beheersgebied: het gebied gelegen in de gemeente Papendrecht als bedoeld in de tekening “Dordrecht, regionaal nautisch beheer no 2, mei 2011, welke tekening als bijlage bij deze overeenkomst zijn gevoegd.

Artikel 2

Dit besluit is van toepassing in het beheersgebied.

Artikel 3

  • 1. Aan de havenmeester, en bij zijn afwezigheid aan zijn plaatsvervanger, wordt door het college mandaat, volmacht of machtiging verleend tot:

    • a.

      het nemen van beslissingen, bedoeld in artikel 45 van de Wet bescherming persoonsgegevens en het ingevolge artikel 27 van de Wet bescherming persoonsgegevens melden bij het College bescherming persoonsgegevens van verwerkingen;

    • b.

      het uitoefenen van de bevoegdheden inzake de dwangsomregeling, bedoeld in de artikelen 4:17, 4:18 en 4:20 van de Algemene wet bestuursrecht;

    • c.

      het indienen van bedenkingen en het naar voren brengen van een zienswijze.

  • 2. Aan de havenmeester, en bij zijn afwezigheid aan zijn plaatsvervanger, wordt door de burgemeester mandaat, volmacht of machtiging verleend tot het uitoefenen van de bevoegdheden inzake de dwangsomregeling, bedoeld in de artikelen 4:17, 4:18 en 4:20 van de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 4

  • 1. Aan de havenmeester en bij diens afwezigheid aan zijn plaatsvervanger wordt door het college mandaat verleend tot:

    • a.

      gereserveerd;

    • b.

      artikelen 4.5 en 8.9 worden toegevoegd, hierdoor komt het artikel als volgt te luiden: het uitoefenen van de bevoegdheden, bedoeld in de artikelen 1.4, 1.5, 1.6, 1.7, 1.9, 3.1, 3.2, 3.3, 3.5, 3.7, 3.10, 3.11, 3.12, 4.2, 4.3, 4.5, 4.6, 4.7, 4.8, 4.9, 4.10, 4.11, 4.13, 5.1, 5.5, 8.1, 8.2, 8.3, 8.4, 8.5, 8.6, 8.7, 8.8 en 8.9 van Havenverordening Papendrecht 2020;;

    • c.

      het uitoefenen van de bevoegdheden, bedoeld in de artikelen 5, eerste lid, 6, eerste lid, 7, eerste lid, en 8, van de Scheepvaartverkeerswet;

    • d.

      het uitoefenen van de bevoegdheden, bedoeld in de Wrakkenwet;

    • e.

      het uitoefenen van de bevoegdheden, bedoeld in de Waterstaatswet 1900.

  • 2. Aan de havenmeester in zijn hoedanigheid als Havenveiligheidsfunctionaris (Port Security Officer), en bij diens afwezigheid aan zijn plaatsvervanger, wordt door de burgemeester mandaat verleend tot:

    • a.

      het uitvoeren van de taken, bedoeld in artikel 4 van de Havenbeveiligingswet;

    • b.

      de coördinatie van havenveiligheidsmaatregelen en maatregelen, bedoeld in artikel 4d van de Havenbeveiligingswet;

    • c.

      het verschaffen van inlichtingen, bedoeld in artikel 5, tweede lid, van de Havenbeveiligingswet;

    • d.

      het verlenen van een instemming, bedoeld in artikel 6 van de Havenbeveiligingswet;

    • e.

      het afgeven van een havenbeveiligingscertificaat, bedoeld in artikel 7, eerste en tweede lid, van de Havenbeveiligingswet;

    • f.

      het doen van een schriftelijke mededeling, bedoeld in artikel 7, derde lid, van de Havenbeveiligingswet;

    • g.

      het uitvoeren van de taken, bedoeld in artikel 8 van de Havenbeveiligingswet;

    • h.

      het intrekken van de instemming en het havenbeveiligingscertificaat, bedoeld in artikel 9 van de Havenbeveiligingswet;

    • i.

      het verlenen van een ontheffing of een instemming met een gelijkwaardige beveiligingsregeling, bedoeld in artikel 10 van de Havenbeveiligingswet;

    • j.

      het uitvoeren van de taken en bevoegdheden, bedoeld in artikel 11a van de Havenbeveiligingswet;

    • k.

      het uitvoeren van de taken en bevoegdheden, bedoeld in artikel 11b van de Havenbeveiligingswet;

  • 3. Bij de besluitvorming op grond van het tweede lid, onderdelen a tot en met k, worden de algemene en bijzondere aanwijzingen, bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Havenbeveiligingswet, in acht genomen.

Artikel 5

De havenmeester is bevoegd tot:

  • a.

    het vaststellen van beleidsregels omtrent de aan hem gemandateerde bevoegdheden, welke bevoegdheid niet kan worden ondergemandateerd;

  • b.

    het schriftelijk ondermandateren, ondervolmachtigen en ondermachtigen van de aan hem gemandateerde, gevolmachtigde en gemachtigde bevoegdheden aan ondergeschikten of aan medewerkers van zijn organisatie, tenzij anders aangegeven;

  • c.

    het behandelen van klachten, bedoeld in hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht, voor zover deze betrekking hebben op het uitoefenen van de aan hem gemandateerde bevoegdheden;

  • d.

    de actieve en passieve openbaarmaking van documenten, bedoeld in de Wet openbaarheid van bestuur, voor zover het aangelegenheden betreft die behoren tot zijn werkterrein;

  • e.

    het opleggen van een last onder dwangsom, bedoeld in artikel 125 van de Gemeentewet of het opleggen van een last onder dwangsom, bedoeld in artikel 125 van de Gemeentewet juncto artikel 5:32 van de Algemene wet bestuursrecht in het kader van de handhaving van de aan hem gemandateerde bevoegdheden en ingeval van het overtreden van artikel 11 van de Havenbeveiligingswet.

Artikel 6 Intrekking

Eerdere mandaatbesluiten aan de Havenmeester Dordrecht worden ingetrokken.

Artikel 7 Inwerkingtreding

Dit besluit wordt gepubliceerd in het Papendrechts Nieuwsblad en treedt met terugwerkende kracht in werking op 1 juli 2011.

Artikel 8 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als Mandaatbesluit havenmeester 2011.