Regeling vervallen per 01-01-2017

Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten 2016

Geldend van 02-06-2016 t/m 31-12-2016

Intitulé

VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN LIJKBEZORINGSRECHTEN 2016

De raad van de gemeente Papendrecht;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 10 november 2015,nummer 072/ 2015;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet,

besluit:

vast te stellen de

VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN LIJKBEZORINGSRECHTEN 2016

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

a.

aanvrager

:

degene die - al dan niet door tussenkomst van een uitvaartverzorger - opdracht geeft voor een begrafenis en die de uitgifte van een graf of urnenplaats verzoekt;

b.

algemeen graf

:

een graf bij de gemeente in beheer, waarin gelegenheid wordt gegeven tot het doen begraven van lijken;

c.

Algemene begraafplaats

:

het gemeentelijk terrein aan de Admiraal de Ruyterweg 21-23, dat is bestemd voor de uitgifte en het beheer van graven of ruimten ter bijzetting van asbussen en de kennelijk daarbij behorende gronden en voorzieningen. Vanaf hier te noemen begraafplaats;

d.

algemene herdenkingszuil

:

zuil waar gedenkplaatjes op geplaatst kunnen worden.

e.

asbus

:

een bus ter berging van as van een overledene;

f.

beheerder

:

degene die door het college met de dagelijkse leiding van de Algemene begraafplaats is belast of degene die hem vervangt;

g.

college

:

het college van burgemeester en wethouders;

h.

particulier graf

:

een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen begraven en begraven houden van lijken en het bijzetten van asbussen;

i.

algemeen graf

:

een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;

i.

particulier kindergraf

:

een particulier graf waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven en begraven houden van een lijk van een kind tot en met 11 jaar;

j.

gebruiker

:

de natuurlijke of rechtspersoon, aan wie een recht tot gebruik van een ruimte in een algemeen graf, of urnenplaats is verleend;

k.

gedenkteken

:

een grafsteen, liggende of staande zerk, sierurn, sluitplaat of ander monument ter nagedachtenis aan een overledene;

l.

grafakte

:

de beschikking waarin overeenkomstig de bepalingen van deze verordening door of namens de gemeente een grafrecht wordt verleend;

m.

grafbedekking

:

gedenktekens of vaste planten die op het graf of de urnenplaats zijn geplaatst;

n.

grafrecht

:

- het recht op het gebruik van een ruimte in een algemeen graf of een urnenplaats; hetzij

- het uitsluitend recht op een particulier graf;

o.

onderhoudsrecht

:

een verplichte bijdrage in het onderhoud van de begraafplaats voor rechthebbenden en gebruikers;

p.

plaatsingsrecht

:

het recht tot het doen aanbrengen van een naamplaat op een herdenkingszuil die bij de gemeente in beheer is;

q.

rechthebbende

:

de natuurlijke of rechtspersoon aan wie een uitsluitend recht is verleend op een particulier graf;

r.

urn

:

een voorwerp ter berging van een of meer asbussen;

s.

urnengraf

:

een algemeen graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt gegeven tot het doen bijzetten van twee asbussen met of zonder urnen, dan wel het doen verstrooien van as van twee overledenen;

t.

urnennis

:

een algemene, open of gesloten nis in de urnenmuur, bij de gemeente in beheer, waarin gelegenheid wordt gegeven tot het doen bijzetten van twee asbussen;

u.

urnenplaats

:

een urnengraf, een urnennis, of een plek in de urnentuin, of een andere ruimte, bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt gegeven tot het doen bijzetten van asbussen;

v.

urnentuin

:

een tuin op de begraafplaats, bij de gemeente in beheer, waarin gelegenheid wordt gegeven tot het doen bijzetten van twee asbussen in of op de daarvoor bestemde urnenplaats;

w.

urnenzuil

:

een algemene, gesloten ruimte in de zuil, bij de gemeente in beheer, waarin gelegenheid wordt gegeven tot het doen bijzetten van één asbus;

x.

verstrooiingsplaats

:

de plaats waarop as wordt verstrooid, bekend onder Strooiveld (Sv);

y.

wet

:

de Wet op de lijkbezorging en de daaruit voortvloeiende regelgeving.

Artikel 2 Belastbaar feit

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats.

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruikt maakt.

Artikel 4 Vrijstellingen

De rechten worden niet geheven voor:

1.

Het opgraven van een stoffelijk overschat of asbus op rechtelijk gezag.

2.

Het begraven van een menselijke vrucht die na een zwangerschapsduur van minder dan 24 weken levenloos ter wereld is gekomen dan wel binnen 24 uur na de geboorte is overleden, die met de overleden moeder of vader in dezelfde kist worden begraven, dan wel waarvan de as in dezelfde asbus worden geborgen.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief

1.

De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

2.

Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Wijze van heffing

De rechten van de tarieventabel worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Ontstaan van belastingschuld

De rechten van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 8 Termijnen van betaling

1.

In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten worden betaald binnen 60 dagen na dagtekening van de schriftelijke kennisgeving.

2.

De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.

Artikel 9 Kwijtschelding

Bij de invordering van de lijkbezorgingsrechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de rechten.

Artikel 11 Inwerkingtreding en citeerartikel

  • 1. De “Verordening lijkbezorgingsrechten 2015” van 11 december 2014 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid van dit artikel genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2016.

  • 4. Deze verordening wordt aangehaald als de “Verordening lijkbezorgingsrechten 2016”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 10 december 2015.
De griffier,
A.P.M.A.F. Bergmans
De voorzitter,
C.J.M. de Bruin

TARIEVENTABEL BEHORENDE BIJ DE VERORDENING LIJKBEZORGINGSRECHTEN 2016

Hoofdstuk 1

Verlenen van rechten

1.1

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een graf (particulier graf) wordt geheven:

1.1.1

voor een periode van 40 jaar (van een persoon van 12 jaar of ouder)

€ 2.230,75

1.1.2

voor een periode van 40 jaar (van een persoon van 11 jaar of jonger)

€ 1.663,20

1.2

Voor het verlenen van een grafrecht op een urnengraf wordt geheven:

1.2.1

voor een periode van 20 jaar

€ 1.074,55

1.3

Voor het verlenen van een grafrecht voor een nis in de urnennis wordt geheven:

1.3.1

voor een periode van 20 jaar

€ 1.074,55

1.4

Voor het verlenen van een grafrecht voor een plek in de urnentuin wordt geheven:

1.4.1

voor een periode van 20 jaar

€ 1.074,55

1.5

Voor het verlenen van een grafrecht voor een ruimte in de urnenzuil en een afdekplaat wordt geheven:

1.5.1

voor een periode van 20 jaar

€ 768,10

1.6

Voor het verlenen van een grafrecht bedoeld in de voorgaande onderdelen wordt geheven:

1.6.1

Verlenging voor een periode van 5 jaar

€ 284,28

Verlenging voor een periode van 10 jaar:

€ 568,55

Verlenging voor een periode van 15 jaar

€ 852,83

Verlenging voor een periode van 20 jaar

€ 1.137,10

Hoofdstuk 2

Begraven

2.1

Voor het begraven van een lijk van een persoon van 12 jaar of ouder wordt geheven:

2.1.1

in een particulier graf

€ 1.463,65

2.1.2

in een algemeen graf

€ 1.463,65

2.2

Voor het begraven van een lijk van een kind jonger dan 12 jaar wordt geheven:

2.2.1

in een particulier graf

€ 736,85

2.3

Mocht bij uitloop van de genoemde tijden, zie artikel 2, lid 5 Beheersverordening Algemene begraafplaats 2016, onze eindtijd worden overschreden dan wordt het recht, bedoeld in de onderdelen 2.1 en 2.2 verhoogd met

50%

2.4

Op zon- en feestdagen wordt niet begraven

Hoofdstuk 3

Bijzetten van asbussen en urnen

3.1

Voor het bijzetten van een asbus of urn wordt geheven:

3.1.1

in een urnennis

€ 409,25

3.1.2

in een urnengraf

€ 736,85

3.1.3

in een urnentuin

€ 409,25

3.1.4

op een urnentuin

€ 409,25

3.1.5

in een particulier graf

€ 736,85

3.2

Mocht bij uitloop van de genoemde tijden, zie artikel 2, lid 5 Beheersverordening Algemene begraafplaats 2016, onze eindtijd worden overschreden dan wordt het recht, bedoeld in de onderdeel 3.1 verhoogd met

50%

3.3

Op zon- en feestdagen wordt niet bijgezet

Hoofdstuk 4

Verstrooien van as

4.1

Voor het verstrooien van as wordt per asbus geheven:

4.1.2

in een particulier graf

€ 736,85

4.1.3

op een verstrooiingsplaats

€ 107,90

4.2

Mocht bij uitloop van de genoemde tijden, zie artikel 2, lid 5 Beheersverordening Algemene begraafplaats 2016, onze eindtijd worden overschreden dan wordt het recht, bedoeld in de onderdeel 4.1 verhoogd met

50%

4.3

Op zon- en feestdagen wordt niet verstrooid

Hoofdstuk 5

Grafbedekking en onderhoud

5.1

Voor het afgeven van een vergunning voor het hebben van een grafbedekking als bedoeld in artikel 13, eerste lid van de Beheersverordening Algemene begraafplaats 2016 en het aanbrengen van een grafkelder als bedoeld in artikel 6, negende lid van de Beheersverordening Algemene begraafplaats 2016 wordt geheven:

5.1.1

voor gedenktekens of kruisen of zerk, per gedenkteken of kruis of zerk

€ 51,45

5.2

Voor het door of vanwege de gemeente onderhouden van de begraafplaats in algemene zin, daaronder niet begrepen het onderhoud van voorwerpen als bedoeld in onderdeel 5.1, wordt geheven per grafruimte:

5.2.1

voor een particulier graf van een persoon van 12 jaar of ouder, eenmalig en voor 40 jaar

€ 2.190,43

5.2.2

voor een particulier graf van een persoon van 11 jaar of jonger, eenmalig en voor 40 jaar

€ 1.125,95

5.2.3

voor een algemeen graf, eenmalig en voor 20 jaar

€ 818,50

5.2.4

voor een urnengraf, eenmalig en voor 20 jaar

€ 818,50

5.2.5

voor een urnennis, eenmalig en voor 20 jaar

€ 818,50

5.2.6

voor een plek in de urnentuin, eenmalig en voor 20 jaar

€ 818,50

5.2.7

voor een ruimte in de urnenzuil, eenmalig en voor 20 jaar

€ 818,50

5.2.8

voor een herdenkingsplaatje op de herdenkingszuil, eenmalig en voor 20 jaar

€ 736,85

5.3

Voor het door of vanwege de gemeente onderhouden van de begraafplaats in algemene zin, daaronder niet begrepen het onderhoud van voorwerpen als bedoeld in onderdeel 5.1, over de verlengingstermijnen van vijf, tien, vijftien en twintig jaar en eenmaligwordt geheven per grafruimte

5.3.1

voor een particulier graf van een persoon van 12 jaar of ouder

Voor een periode van 5 jaar

€ 562,98

Voor een periode van 10 jaar

€ 1.125,98

Voor een periode van 15 jaar

€ 1.688,93

Voor een periode van 20 jaar

€ 2.251,90

5.3.2

voor een particulier graf van een persoon van 11 jaar of jonger

€ 527,20

Voor een periode van 5 jaar

€ 263,60

Voor een periode van 10 jaar

€ 527,20

Voor een periode van 15 jaar

€ 790,80

Voor een periode van 20 jaar

€ 1.054,40

5.3.3

voor een particulier urnengraf

Voor een periode van 5 jaar

€ 204,63

Voor een periode van 10 jaar

€ 409,25

Voor een periode van 15 jaar

€ 613,88

Voor een periode van 20 jaar

€ 818,50

5.3.4

voor een particulier urnennis

Voor een periode van 5 jaar

€ 204,63

Voor een periode van 10 jaar

€ 409,25

Voor een periode van 15 jaar

€ 613,88

Voor een periode van 20 jaar

€ 818,50

5.3.5

voor een particulier urnentuin

Voor een periode van 5 jaar

€ 204,63

Voor een periode van 10 jaar

€ 409,25

Voor een periode van 15 jaar

€ 613,88

Voor een periode van 20 jaar

€ 818,50

5.3.6

voor een particuliere verstrooiingsplaats

Voor een periode van 5 jaar

€ 184,48

Voor een periode van 10 jaar

€ 368,95

Voor een periode van 15 jaar

€ 553,43

Voor een periode van 20 jaar

€ 737,90

Hoofdstuk 6

Lijkschouwing

6.1

Voor het schouwen van een lijk door een gemeentelijke lijkschouwer wordt geheven:

€ 512,10

Hoofdstuk 7

Inschrijven en overboeken van particulier graf, urnengraf, urnennis, urnentuin en urnenzui

7.1

Voor het inschrijven en overboeken van een particulier graf in een daartoe bestemd register wordt geheven:

€ 51,45

7.2

Voor het inschrijven en overboeken van een urnengraf in een daartoe bestemd register wordt geheven:

€ 51,45

7.3

Voor het inschrijven en overboeken van een urnennis of een plek in de urnentuin in een daartoe bestemd register wordt geheven:

€ 51,45

7.4

Voor het inschrijven en overboeken van een herdenkingsplaatje op de herdenkingszuil in een daartoe bestemd register wordt geheven:

€ 51,45

7.5

Voor het inschrijven van een verstrooiing op het strooiveld in een daartoe bestemd register wordt geheven:

€ 51,45

Hoofdstuk 8

Opgraven of ruimen

8.1

Voor het opgraven van een lijk wordt geheven:

€ 1.330,60

8.2

Voor het na opgraven weer begraven in een ander graf wordt geheven:

8.2.1

in een particulier graf van een persoon van 12 jaar of ouder

€ 1.463,25

8.2.2

in een particulier graf van een persoon van 11 jaar of jonger

€ 736,85

8.3

Voor het opgraven of verwijderen van een asbus wordt geheven:

8.3.1

uit een particulier graf

€ 665,30

8.3.2

uit een urnengraf of een plek uit de urnentuin

€ 665,30

8.3.3

uit een urnennis

€ 409,25

8.4

Voor het ruimen (schudden) van een graf op verzoek van de rechthebbende wordt geheven:

€ 1.330,60

Hoofdstuk 9

Overige diensten

9.1

Urnenzuil – kosten voor de afsluitplaat (excl. inscriptie) wordt geheven:

€ 256,05

9.2

Voor het inschrijven en overboeken van een algemeen graf in een daartoe bestemd register/administratie wordt geheven:

€ 51,45