Regeling vervallen per 01-01-2012

Verordening toeristenbelasting Peel en Maas

Geldend van 30-12-2010 t/m 31-12-2011

Intitulé

Verordening toeristenbelasting Peel en Maas

<vet>DE RAAD VAN DE GEMEENTE PEEL EN MAAS</vet>

Gelet op het voorstel 2011-152, zaaknummer: 1894/2010/34207

Gelet op het bepaalde in artikel 216 en 224 van de Gemeentewet.

Gehoord de beraadslagingen

<vet>BESLUIT</vet>

<vet>De Verordening toeristenbelasting Peel en Maas</vet>

vast te stellen. 

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

a. <vet>vakantieonderkomens</vet>: woningen en andere verblijven, niet-zijnde mobiele kampeeronderkomens of stacaravans, in hoofdzaak bestemd voor dan wel gebezigd als verblijf voor vakantie- en andere recreatieve doeleinden;b. <vet>mobiele kampeeronderkomens</vet>: tenten, vouwwagens, kampeerauto's, toercaravans, en soortgelijke onderkomens dan wel soortgelijke voertuigen welke bestemd zijn dan wel gebezigd worden als verblijf voor vakantie en andere recreatieve doeleinden;c. <vet>niet beroepsmatig verhuurde ruimten</vet>: woningen en andere verblijven, of gedeelten daarvan, niet zijnde mobiele kampeeronderkomens of stacaravans, welke niet in hoofdzaak bestemd zijn als verblijf voor vakantie en andere recreatieve doeleinden, doch wel in bepaalde perioden van het jaar voor die doeleinden worden verhuurd, dan wel te huur aangeboden;d. <vet>vaste jaarplaats</vet>: een gehuurd terrein of terreingedeelte, gelegen op een kampeerterrein, dat bestemd is voor het gedurende een jaar hebben van een zelfde mobiel kampeeronderkomen, stacaravan of vakantieonderkomen, dat doorgaans na afloop van het jaar niet wordt verwijderd;e. <vet>vaste seizoenplaats</vet>: een gehuurd terrein of terreingedeelte, gelegen op een kampeerterrein, dat bestemd is voor het gedurende een seizoen hebben van een zelfdemobiel kampeeronderkomen, stacaravan of vakantieonderkomen, dat doorgaans na afloop van het seizoen niet wordt verwijderd en waarin het gedurende de winterperiode niet toegestaan is om te overnachten;f. <vet>seizoenplaats</vet>: een gehuurd terrein of terreingedeelte, gelegen op een kampeerterrein, waar gedurende het seizoen een zelfde mobiel kampeeronderkomen is geplaatst en dat na afloop van het seizoen van de plaats wordt verwijderd;g. <vet>toeristische plaats</vet>: een terrein of terreingedeelte dat bestemd is voor het gedurendeeen jaar of seizoen plaatsen van steeds wisselende mobiele kampeeronderkomens;h. <vet>logiesverblijf</vet>: woningen en andere verblijven, of gedeelten daarvan die voor overnachting ter beschikking gesteld worden aan derden.i. <vet>kampeerterrein</vet>: een terrein dat bestemd is voor verblijfsrecreatie en dat als zodanig wordt gebruikt;j. <vet>arrangement</vet>: een reservering op een toeristische plaats gedurende een vooraf vastgelegde periode van minimaal vier weken voor een vast huurbedrag;k. <vet>voorseizoenarrangement</vet>: een arrangement lopend vanaf het begin van het kampeerseizoen en eindigend in de maand juni;l. <vet>naseizoenarrangement</vet>: een arrangement met een looptijd van ongeveer twee maanden, startend na het hoogseizoen en eindigend bij de afloop van het kampeerseizoen; m. <vet>maandarrangement</vet>: een arrangement met een looptijd van één maand gedurende de maand juni of september. 

Artikel 2 Belastbaar feit

Ter zake van het houden van verblijf met overnachtingen binnen de gemeente tegen vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens van de gemeente zijn opgenomen, wordt onder de naam ‘toeristenbelasting’ een directe belasting geheven.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1 Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 2 in hem ter beschikking staande ruimten dan wel op hem ter beschikking staande terreinen.

  • 2 De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene, ter zake van wiens verblijf de belasting verschuldigd wordt.

  • 3 Indien met toepassing van het eerste lid geen belastingplichtige is aan te wijzen, is belastingplichtig degene die overeenkomstig het bepaalde in artikel 2 verblijf houdt.

Artikel 4 Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven ter zake van het verblijf:

1. door degene, die:a. als verpleegde of verzorgde in een inrichting tot verpleging of verzorging van zieken, van gebrekkigen, van hulpbehoevenden of van ouden van dagen verblijft;b. verblijf houdt in een gemeubileerde woning indien hij ter zake van het verblijf in of het ter beschikking houden van die woning forensenbelasting is verschuldigd;

2. van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g, h, van voornoemde wet, en voor zover deze persoon verblijf houdt in een gelegenheid als bedoeld in artikel 2 van de Verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers. 

Artikel 5 Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen.

Artikel 6 Forfaitaire berekeningswijze van de maatstaf van heffing

  • 1 Het aantal personen dat heeft overnacht, wordt met betrekking tot:a. mobiele kampeeronderkomens, vakantieonderkomens en stacaravans op vaste jaarplaatsen bepaald op 3;b. mobiele kampeeronderkomens, vakantieonderkomens en stacaravans op vaste seizoenplaatsen bepaald op 3;c. mobiele kampeeronderkomens op seizoenplaatsen bepaald op 3,27. 

  • 2 Het aantal malen dat door de in het eerste lid bedoelde personen is overnacht, wordt:a. in geval van het eerste lid, sub a, bepaald op 50;b. in geval van het eerste lid, sub b, bepaald op 50;c. in geval van het eerste lid, sub c, bepaald op 46. 

  • 3 In geval van een voorseizoen-, een naseizoen- of een maandarrangement wordt het produkt van het aantal personen en het aantal overnachtingen bepaald op:a. 73 in geval van een voorseizoenarrangement;b. 31 in geval van een naseizoenarrangement; c. 21 in geval van een maandarrangement. 

Artikel 7 (Opteren voor) niet-forfaitaire maatstaf van heffing

In afwijking van het bepaalde in artikel 6, wordt op een door de belastingplichtige bij deaangifte gedane aanvraag de maatstaf van heffing vastgesteld op het werkelijk aantal overnachtingen. 

Artikel 8 Belastingtarief

Het tarief bedraagt per persoon per overnachting € 0,83.

Artikel 9 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 10 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 11 Aanslaggrens

Belastingaanslagen van minder dan € 10,00 worden niet opgelegd.

Artikel 12 Termijnen van betaling

  • 1 Voorlopige aanslagen moeten worden betaald in drie gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 2 De overige aanslagen moeten worden betaald binnen een maand na de dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 3 De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de het eerste en tweede lid gestelde termijnen.

Artikel 13 Kwijtschelding

Bij de invordering van toeristenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 14 Aanmeldingsplicht

De belastingplichtige bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot overnachten verschaft, zulks schriftelijk te melden aan de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen gemeenteambtenaren, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdelen b en d, van de Gemeentewet.

Artikel 15 Registratieplicht

  • 1 De belastingplichtige bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden verblijfhoudenden te registreren in een daarvoor bestemd en door gemeente verstrekt nachtverblijfregister.

  • 2 Het college van burgemeester en wethouders stelt genoemd nachtverblijfregister kosteloos beschikbaar.

  • 3 Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven omtrent de inrichting en gebruik van het nachtverblijfregister.

  • 4 De verplichting als bedoeld in de voorgaande leden geldt niet voor zover de belastingplichtige alleen gebruik maakt van de forfaitaire berekeningswijze van de heffingsmaatstaf als bedoeld in artikel 6.

Artikel 16 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de toeristenbelasting.

Artikel 17 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1 De onderstaande verordeningen worden ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijven op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan. Het betreft;a. De verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2007 van de gemeente Meijel vastgesteld op 18 december 2008;b. De verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2009 van de gemeente Maasbree, vastgesteld op 16 december 2008;c. De verordening toeristenbelasting 2008 van de gemeente Kessel, vastgesteld op 17 december 2007;d. De verordening toeristenbelasting 2009 van de gemeente Helden, vastgesteld op 1 december 2008. 

  • 2 Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3 De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2011.

  • 4 Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening toeristenbelasting Peel en Maas”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 21 december 2010
De raad van de gemeente Peel en Maas,
 
de griffier,                                      de voorzitter,drs. A.G. Joosten                         W.J.G. Delissen-van Tongerlo