De Verordening Cliëntenparticipatie Wet sociale werkvoorziening Synergon

1. In deze verordening wordt verstaan onder:

• a.

  het A.B.: het Algemeen Bestuur van Synergon;

• b.

  de directeur: de directeur van Synergon;

• c.

  de Wet: de Wet sociale werkvoorziening;

• d.

  sw-werknemer: persoon met een indicatie voor de Wet die werkzaam is binnen de sw-uitvoeringsorganisatie of in dienst is van een reguliere werkgever;

• e.

  sw-geïndiceerde: persoon met een indicatie voor de Wet;

• f.

  sw-er: sw-geïndiceerden die op de wachtlijst als bedoeld in artikel 12 van de Wet staan en sw-werknemers;

• g.

  WSW-raad: de cliëntenparticipatie-raad als bedoeld in artikel 2.

2. Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wet sociale werkvoorziening en de Algemene wet bestuursrecht.

1. De WSW-raad is samengesteld uit sw-ers en bestaat uit maximaal 9 personen.

2. De WSW-raad heeft een onafhankelijke voorzitter die door middel van een openbare sollicitatie procedure wordt benoemd door het A.B van Synergon. De functie is onverenigbaar met het lidmaatschap van belangenorganisaties werkgevers/werknemers in het algemeen en het lokale openbaar bestuur c.q. ambtenaren voor zover zij woonachtig zijn in de gemeenten die deelnemen aan de Gemeenschappelijke Regeling Synergon.

3. Het aantal sw-ers in de WSW-raad is zoveel mogelijk een afspiegeling van het aantal geïndiceerden per gemeente. Bij de samenstelling van de WSW-raad zal ook zoveel mogelijk rekening worden gehouden met de doelgroepen die worden vertegenwoordigd(b.v. Wwb-ers Wia-ers, Wajongers).

4. In de voorliggende verrodening is voorzien in afvaardiging van sw-geïndiceerden per gemeente: Bellingwedde 1 persoon Reiderland 1 persoon Pekela 2 personen Scheemda 2 personen Winschoten 3 personen Totaal 9 personen Deze leden van de WSW-raad worden benoemd door het A.B. van Synergon op voordracht van Synergon.

1. De leden van de WSW-raad en de onafhankelijke voorzitter worden benoemd voor een periode van vier jaar.

2. Periodiek aftredende leden en onafhankelijke voorzitter kunnen terstond worden herbenoemd, met dien verstande dat zij maximaal twee perioden van vier jaar in de WSW-raad zitting kunnen nemen.

3. De benoeming in een tussentijds openvallende plaats vindt plaats binnen drie maanden na het openvallen van die plaats.

4. Leden die niet meer behoren tot de WSW-populatie treden af.

5. Indien de functie van de onafhankelijk voorzitter niet meer verenigbaar is met het voorzitterschap van de WSW-raad treedt hij af.

1. De directeur voorziet de WSW-raad van alle informatie die nodig is voor het vervullen van zijn taak op een zodanig tijdstip dat er daadwerkelijk invloed mogelijk is op de beleidsvorming en besluitvorming.

2. De directeur zorgt er voor dat onderwerpen die de algemene belangen van de sw-ers raken, voor advies worden voorgelegd aan de WSW-raad alvorens een besluit wordt genomen.

3. De directeur kan bij uitzondering afzien van advisering door de WSW-raad als naar het oordeel van de directeur advisering door de WSW-raad vooraf zal leiden tot een ongewenste vertraging in de besluitvorming of informatieverstrekking aan de sw-er.

4. De directeur brengt van het afzien van advisering als bedoeld in het derde lid voorafgaand aan besluitvorming ter kennisname aan de voorzitter van de WSW-raad.

5. Wanneer de directeur een besluit neemt dat afwijkt van het advies van de WSW-raad, dan brengt de directeur dit gemotiveerd ter kennis aan de voorzitter WSW-raad.

1. De WSW-raad vergadert minimaal twee keer per jaar of zo vaak als de voorzitter en de secretaris samen nodig achten of de WSW-raad bij meerderheid van stemmen besluit.

2. De WSW-raad kan door of namens de directeur in vergadering bijeen worden geroepen.

3. De voorzitter en secretaris nodigen de leden van de WSW-raad tenminste tien werkdagen voor een vergadering uit en verzenden dan tevens de schriftelijke stukken.

4. Tijdens de vergadering kunnen in overleg afspraken worden gemaakt over de onderwerpen op de agenda voor een volgende vergadering.

5. De vergaderingen van de WSW-raad zijn openbaar, tenzij het belang zich tegen openbaarheid verzet.

6. De WSW-raad beslist omtrent het sluiten van deuren wanneer het belang zich tegen openbaarheid verzet.

7. Bij het staken van de stemmen is de stem van de onafhankelijke voorzitter doorslaggevend.

1. De leden van de WSW-raad, derden die een vergadering bijwonen en derden die geraadpleegd worden, zijn verplicht tot geheimhouding van hetgeen zij in die hoedanigheid vernemen voor zover de WSW-raad hen dit oplegt.

2. De WSW-raad deelt voorafgaand aan het bijwonen van een vergadering of de raadpleging als bedoeld in het eerste lid aan deze derde de geheimhoudingsplicht mede, en vermeldt daarbij de duur en de omvang van deze geheimhoudingsplicht.

3. De directeur kan de WSW-raad of leden van de WSW-raad verplichten tot geheimhouding van stukken die hij overlegt.

4. De directeur maakt van de in het derde lid bedoelde geheimhoudingsplicht melding op de stukken.

5. De geheimhoudingsplicht als bedoeld in het derde lid vervalt niet door beëindiging van het lidmaatschap van de WSW-raad.

1. De directeur stelt de ten dienste staande faciliteiten beschikbaar zodat de WSW-raad goed kan functioneren.

2. De leden van de WSW-raad ontvangen voor het bijwonen van een vergadering van de WSW-raad een vergoeding.

3. De directeur stelt de hoogte van de in het derde lid bedoelde vergoeding vast en zoekt daarbij aansluiting bij de richtlijnen van het ministerie van Binnenlandse Zaken.

4. Na afloop van het jaar stelt de WSW-raad een jaarverslag op.