Regeling vervallen per 01-01-2019

Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden gemeente Pijnacker-Nootdorp 2016

Geldend van 01-12-2016 t/m 31-12-2018 met terugwerkende kracht vanaf 01-07-2014

Intitulé

Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden gemeente Pijnacker-Nootdorp 2016

De raad van de gemeente Pijnacker-Nootdorp;

gezien het voorstel van het college van 13 september 2016

gelet op de artikelen 95, 96, eerste en tweede lid  en 97 en 147 van de Gemeentewet, de artikelen 22, eerste lid, 23, eerste lid, 27a, vijfde lid, van het Rechtspositiebesluit wethouders, en de artikelen 7a, vierde lid, 13, tweede lid, 14, eerste lid en 15 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden;

besluit:

vast te stellen de Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden gemeente Pijnacker-Nootdorp 2016:

Hoofdstuk I Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a. commissie:

    commissie ingesteld op grond van de artikelen 82, 83 of 84 van de Gemeentewet;

  • b. commissielid:

    lid van een commissie, zoals hierboven omschreven.

  • c. fractieleden van buiten de raad:

    door de raad benoemde leden ter ondersteuning van een fractie.

Hoofdstuk II Voorzieningen voor raads- en commissieleden

Artikel 2 Vergoeding voor de werkzaamheden voor raadsleden

De vergoeding voor de werkzaamheden bedoeld in artikel 2, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, is gelijk aan het voor de van toepassing zijnde inwonersklasse vastgestelde bedrag in tabel I van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.

Artikel 3 Vergoeding voor het bijwonen van commissievergaderingen

  • 1. Aan commissieleden wordt een vergoeding voor het deelnemen aan de vergaderingen van een commissie en haar subcommissies toegekend die gelijk is aan het voor de van toepassing zijnde inwonersklasse vastgestelde bedrag in tabel IV van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.

  • 2. In afwijking van het eerste lid ontvangt geen vergoeding degene die zitting heeft in een commissie uit hoofde van dan wel als rechtstreeks uitvloeisel van een functie bij een instelling die grotendeels van overheidswege wordt gesubsidieerd.

  • 3. Het bepaalde in het eerste lid is niet van toepassing op degene die als commissielid een vaste vergoeding als bedoeld in artikel 96, tweede lid van de Gemeentewet  ontvangt.

  • 4. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid kan door de raad, het college of de burgemeester voor door hen ingestelde commissies een hogere vergoeding worden vastgesteld, zulks tot ten hoogste 400% van het in het eerste lid bedoelde bedrag van de vergoeding ten aanzien van:

    • a.

      een lid van een commissie die op grond van een bijzondere beroepsmatige deskundigheid op het taakgebied van de commissie voor deelname aan haar werkzaamheden is aangetrokken

    • b.

      een lid van een commissie ten aanzien waarvan de vergoeding niet geacht kan worden in een redelijke verhouding te staan tot de zwaarte van zijn taak en de omvang van de door hem te verrichten arbeid.

Artikel 4 Reis- en verblijfkosten

  • 1. Aan raadsleden worden de ten behoeve van de gemeente gemaakte reis- en verblijfkosten in verband met reizen buiten het grondgebied van de gemeente ter uitvoering van een beslissing van het gemeentebestuur vergoed.

  • 2. Aan commissieleden, met uitzondering van de leden van een commissie ingesteld op grond van artikel 82 van de Gemeentewet, worden de reis- en verblijfkosten voor het bijwonen van de vergaderingen van de commissie vergoed.

  • 3. De vergoeding als bedoel in het eerste en tweede lid is:

  • 4. De reiskosten worden voor ten hoogste één vergadering per dag vergoed.

  • 5. In afwijking van het eerste lid ontvangt geen vergoeding degene die zitting heeft in een commissie uit hoofde van dan wel als rechtstreeks uitvloeisel van een functie bij een instelling die grotendeels van overheidswege wordt gesubsidieerd.

  • 6. De reis- en verblijfkosten worden alleen vergoed als deze gedeclareerd worden overeenkomstig de bepalingen in deze verordening.

Artikel 5 Buitenlandse excursie of reis

  • 1. De gemeenteraad kan een delegatie uit de gemeenteraad of een raadscommissie toestemming verlenen voor een excursie of reis naar het buitenland als deze door of vanwege de gemeente wordt georganiseerd. De gemeenteraad kan aan de toestemming voorwaarden verbinden.

  • 2. De in redelijkheid gemaakte reis- en verblijfkosten komen voor rekening van de gemeente.

Artikel 6 Scholing

  • 1.

    Raads- of commissieleden die aan scholing als bedoeld in artikel 13, eerste lid van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden  willen deelnemen, die niet door of namens de gemeente wordt aangeboden of verzorgd, dienen daartoe vooraf een gemotiveerde aanvraag in bij de griffier, respectievelijk de gemeentesecretaris.

  • 2.

    De aanvraag bedoeld in het eerste lid gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie.

  • 3.

    Kosten van scholing die wordt georganiseerd door de beroepsvereniging van raadsleden of door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten komen altijd voor vergoeding door de gemeente in aanmerking als voldaan wordt aan de voorwaarden genoemd in het eerste lid.

  • 4.

    De gemeenteraad kan bij aparte verordening nadere regels stellen met betrekking tot de maximale vergoeding.

  • 5.

    Aanvragen die niet overeenkomstig de bepalingen in deze verordening worden ingediend komen niet voor vergoeding in aanmerking.

  • 6.

    In voorkomende gevallen beslist het Presidium, respectievelijk het college of de burgemeester.

Artikel 7 Computer

  • 1. Aan het raadslid en fractielid van buiten de raad wordt voor de duur van de uitoefening van het raadslidmaatschap op aanvraag een apparaat met een beeldscherm (diagonaal) groter dan 7 inch (17,78 cm) met bijbehorende randapparatuur en software in bruikleen ter beschikking gesteld.

  • 2. Het raadslid en fractielid van buiten de raad ondertekent voor de bruikleen een bruikleenovereenkomst met de gemeente.

Artikel 8 Aanwijzing als eindheffingsbestanddeel

Hoofdstuk III Voorzieningen voor wethouders

Artikel 9 Reiskosten woon-werkverkeer

  • 1. Wethouders hebben recht op een vergoeding van de kosten voor woon-werkverkeer, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3 van de Regeling rechtspositie wethouders.

  • 2. Er bestaat maximaal twee keer per dag recht op een enkele reis vergoeding woon-werkverkeer.

  • 3. De reiskosten als bedoeld in het eerste lid worden alleen vergoed als deze gedeclareerd worden overeenkomstig de bepalingen in deze verordening.

Artikel 10 Zakelijke reis- en verblijfkosten

  • 1. Wethouders hebben recht op een vergoeding voor reis- en verblijfkosten voor reizen gemaakt voor de uitoefening van het ambt overeenkomstig het bepaalde in artikel 4 van de Regeling rechtspositie wethouders.

  • 2. De reiskosten als bedoeld in het eerste lid worden alleen vergoed als deze gedeclareerd worden overeenkomstig de bepalingen in deze verordening.

Artikel 11 Buitenlandse dienstreis

  • 1. Als de wethouders in het gemeentelijk belang een reis buiten Nederland maken worden de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reis- en verblijfkosten vergoed.

  • 2. Voor een reis in het gemeentelijk belang buiten Nederland, niet zijnde een reis naar een Europese instelling, is vooraf toestemming van het college vereist. De gemeenteraad kan aan deze toestemming voorwaarden verbinden.

Artikel 12 Computer

  • 1. Aan de wethouder wordt voor de uitoefening van zijn ambt op aanvraag een apparaat met een beeldscherm (diagonaal) groter dan 7 inch (17,78 cm) met bijbehorende randapparatuur en software in bruikleen ter beschikking gesteld.

  • 2. De wethouder ondertekent voor de bruikleen een bruikleenovereenkomst met de gemeente.

Artikel 13 Mobiele telefoon voor zakelijk gebruik

  • 1. Aan de wethouder wordt voor de uitoefening van zijn ambt op aanvraag een mobiele telefoon in bruikleen ter beschikking gesteld. Afhankelijk van het door de wethouder gekozen model telefoon wordt aan de wethouder maandelijks een eigen bijdrage voor het gebruik van de telefoon in rekening gebracht.

  • 2. De wethouder ondertekent daartoe een bruikleenovereenkomst met de gemeente.

Artikel 14 Verhuis-, reis-en pensionkosten en tegemoetkoming dubbele woonlasten bij benoeming

Wethouders die bij benoeming nog niet over woonruimte in de gemeente beschikken hebben aanspraak op een vergoeding van:

Artikel 15 Aanwijzing als eindheffingsbestanddeel

Hoofdstuk IV De procedure van declaratie

Artikel 16 Betaling vaste vergoedingen

De betaling van de vergoeding voor werkzaamheden, de bezoldiging voor wethouders op grond van het Rechtspositiebesluit wethouders, de onkostenvergoedingen en declaraties geschiedt maandelijks of in maandelijkse termijnen als er sprake is van een vergoeding op jaarbasis tenzij het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, het Rechtspositiebesluit wethouders  of de Regeling rechtspositie wethouders  anders bepalen.

Artikel 17 Rechtstreekse facturering bij de gemeente

  • 1. Raads- en commissieleden en wethouders dragen ten behoeve van het vergoeden van kosten zorg voor rechtstreekse toezending van de factuur aan de gemeente.

  • 2. Verantwoording van de vergoeding door het raadslid, het commissielid respectievelijk de wethouder vindt plaats door een door het college vastgesteld formulier volledig in te vullen en te ondertekenen.

  • 3. Facturen komen alleen voor vergoeding in aanmerking als voldaan wordt aan de bepalingen in deze verordening.

  • 4. Het formulier wordt voor raads- en commissieleden ter goedkeuring ingediend bij de griffier, respectievelijk de gemeentesecretaris, of een daartoe aangewezen ambtenaar.

  • 5. Het formulier voor wethouders wordt ter goedkeuring ingediend bij de burgemeester.

Artikel 18 Declaratie van vooruitbetaalde kosten

  • 1. De declaratie van de kosten die uit eigen middelen vooruit zijn betaald en de vergoeding van reiskosten met de eigen auto vindt plaats door gebruikmaking van een door het college vastgesteld formulier.

  • 2. Het formulier wordt binnen twee maanden na de betaling c.q. de datum van de gemaakte rit volledig ingevuld en ondertekend door het raads- of het commissielid respectievelijk de wethouder.

  • 3. Het formulier voor raads- en commissieleden wordt ter goedkeuring ingediend bij de griffier, respectievelijk de gemeentesecretaris, of een daartoe aangewezen ambtenaar, onder bijvoeging van de bewijsstukken.

  • 4. Het formulier voor wethouders wordt onder bijvoeging van de bewijsstukken ter goedkeuring voorgelegd aan de burgemeester.

Hoofdstuk V Citeertitel en inwerkingtreding

Artikel 19 Intrekking oude regeling

De Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2007 wordt ingetrokken.

Artikel 20 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op de dag na bekendmaking en werkt terug tot en met 1 juli 2014.

Artikel 21 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden gemeente Pijnacker-Nootdorp 2016.

Ondertekening

Vastgesteld in de openbare vergadering van 27 oktober 2016.

de griffier,

drs. B.S.M. Sepers

de voorzitter,

mw. F. Ravestein