Regeling vervallen per 25-02-2017

Beleidsregel voor het aanwijzen van een belastingplichtige in een keuzesituatie 2016

Geldend van 25-02-2017 t/m 24-02-2017

Intitulé

Beleidsregel voor het aanwijzen van een belastingplichtige in een keuzesituatie 2016

Het college van de gemeente Pijnacker-Nootdorp;

gezien het advies van de afdeling BPZ d.d. 20 december 2016;

gelet op het bepaalde in:

artikel 1 van de verordening onroerende-zaak belastingen;

artikel 2 van de verordening hondenbelasting;

artikel 2 van de verordening rioolrechten;

artikel 4 van de verordening reinigingsheffing;

artikel 2 van de verordening afvalstoffenheffing en reinigingsrechten;

besluit:

vast te stellen de volgende Beleidsregel voor het aanwijzen van een belastingplichtige in een keuzesituatie 2016:

Algemeen:

In sommige gevallen brengen de wettelijke regels met zich mee dat meer personen belastingplichtig kunnen zijn voor één belastingobject (onroerende-zaak, perceel, hond etc). In de gevallen waarin dat voorkomt mag de gemeente de aanslag ten name van één van de belastingplichtigen stellen.

In dit besluit is de voorkeursvolgorde vastgelegd die de heffingsambtenaar van de Gemeente Pijnacker-Nootdorp hanteert bij de aanwijzing van de belastingplichtige die de aanslag op zijn of haar naam krijgt.

Deze voorkeusvolgorde is gebaseerd op de veronderstelde betaalcapaciteit en doelmatige c.q. doeltreffende heffing en invordering en wordt toegepast voor zover de gegevens voorhanden of te achterhalen zijn.

De in de voorkeusvolgorde neergelegde criteria bevatten geen limitatieve opsomming. Zij moeten worden beschouwd als richtlijnen voor de meest voorkomende gevallen.

Voorkeursvolgorde:

  • 1.

    Met betrekking tot de gemeentelijke belastingen die worden geheven van genothebbenden krachtens eigendom, bezit of beperkt recht wordt, indien er met betrekking tot één onroerende zaak verschillende categorieën genothebbenden zijn, de aanslag in onderstaande volgorde gesteld ten name van:

    • 1.1.

      De beperkt gerechtigde, waarbij de volgende voorkeusvolgorde geldt:

      • 1.1.1.

        De vruchtgebruiker c.q. gerechtigde krachten recht van gebruik en bewoning;

      • 1.1.2.

        De opstalhouder, met uitzondering van degene die een afhankelijk opstalrecht, dan wel een opstalrecht ten behoeve van de aanslag en onderhoud van onder- of bovengrondse leiding heeft;

      • 1.1.3.

        De erfpachter dan wel de beklemde meier;

    • 1.2.

      De eigenaar of appartementsgerechtigde;

    • 1.3.

      Degene die op ander wijze als genothebbende naar voren komt, daaronder begrepen de bezitter.

  • 2.

    Met betrekking tot de gemeentelijke belastingen die worden geheven van genothebbenden krachtens eigendom, bezit of beperkt recht wordt de aanslag in onderstaande volgorde gesteld ten name van:

    • 2.1.

      Indien er binnen één categorie genothebbenden personen zijn die volgens de beschikbare gegevens in de gemeente Pijnacker-Nootdorp wonen of gevestigd zijn:

      • 2.1.1.

        Degene die ook als gebruiker wordt aangemerkt;

      • 2.1.2.

        Degene die in de gemeente woont of is gevestigd;

      • 2.1.3.

        Degene die het grootste aandeel in het genotsrecht heeft;

      • 2.1.4.

        Een natuurlijk persoon boven een niet-natuurlijk persoon;

      • 2.1.5.

        Bij gelijke aandelen de oudste in leeftijd;

    • 2.2.

      Indien er binnen één categorie genothebbenden geen personen zijn die volgens de beschikbare gegevens in de Gemeente Pijnacker-Nootdorp wonen of gevestigd zijn, maar wel personen die volgens de beschikbare gegevens in Nederland wonen of gevestigd zijn:

      • 2.2.1.

        Degene die het grootste aandeel in het genotsrecht heeft;

      • 2.2.2.

        Een natuurlijk persoon boven een niet-natuurlijk persoon;

      • 2.2.3.

        Bij gelijke aandelen de oudste in leeftijd;

    • 2.3.

      Indien er binnen één categorie genothebbenden geen personen zijn die volgens de beschikbare gegevens in Nederland wonen of gevestigd zijn, maar wel personen die volgens de beschikbare gegevens in het buitenland wonen of gevestigd zijn:

      • 2.3.1.

        Degene die het grootste aandeel in het genotsrecht heeft;

      • 2.3.2.

        Bij gelijke aandelen de oudste in leeftijd;

  • 3.

    Met betrekking tot de onroerende-zaak belastingen die worden geheven van gebruikers wordt de aanslag in onderstaande volgorde gesteld ten name van:

    • 3.1.

      Degene die ook als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht wordt aangemerkt;

    • 3.2.

      Degene die een nutsvoorziening van het belastingobject op naam heeft;

    • 3.3.

      De oudste in leeftijd;

    • 3.4.

      Degene die op andere wijze als gebruiker naar voren komt.

  • 4.

    Met betrekking tot de hondenbelasting, de rioolheffing van gebruikers en de afvalstoffenheffing wordt de aanslag in onderstaande volgorde gesteld ten name van:

    • 4.1.

      Degene die de nutsvoorziening van het belastingobject c.q. het object waar de hond wordt gehouden, op naam heeft;

    • 4.2.

      Degene die de huur van het hele belastingobject c.q. het object waar de hond wordt gehouden, betaald aan een elders wonende verhuurder;

    • 4.3.

      Degene die het grootste deel van het belastingobject c.q. het object waar de hond wordt gehouden, gebruikt;

    • 4.4.

      Degene die het langst in het belastingobject c.q. het object waar de hond wordt gehouden, woont;

    • 4.5.

      Degene die het belastingobject c.q. het object waar de hond wordt gehouden, het langst gebruikt;

    • 4.6.

      De oudste, in geval van gelijktijdige vestiging in het belastingobject c.q. het object waar de hond wordt gehouden;

    • 4.7.

      Degene die op andere wijze als gebruiker van het object of houder van de hond naar voren komt.

  • 5.

    Indien en voor zover aanslagen van verschillende gemeentelijke belastingen worden verenigd op één aanslagbiljet wordt deze in onderstaande volgorde ten name gesteld van de belastingplichtige die:

    • 5.1.

      Ingevolge onderdeel 1 en 2 kan worden aangewezen;

    • 5.2.

      Ingevolge onderdeel 3 kan worden aangewezen;

    • 5.3.

      Ingevolge onderdeel 4 kan worden aangewezen.

  • 6.

    De onderdelen 1 tot en met 5 vinden geen toepassing indien:

    • 6.1.

      De aanslag kan worden opgelegd aan degene die met betrekking tot het voorgaande belastingtijdvak of kalenderjaar de aanslag heeft gekregen, gezorgd heeft dat de aanslag betaald is en nog steeds belastingplichtig is.

    • 6.2.

      Bij het taakveld Belastingen bekend is dat één van de potentiele belastingplichtigen de desbetreffende aanslag op zijn/haar naam wil hebben, althans voor zover dit niet leidt tot een mogelijke situatie dat de belasting niet kan worden betaald dan wel ingevorderd.

  • 7.

    Voor zover de belasting wordt geheven over een belastingtijdvak, is bij de toepassing van de voorkeusvolgorde beslissend de situatie bij de aanvang van dat tijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 8.

    Aangezien de voorkeusvolgorde erop is gericht de aanslag op te leggen aan belastingplichtige die in staat geacht mag worden om de belasting te betalen, kan ook tot een andere keuze gekomen worden dan uit de voorkeusvolgorde zou volgen.

  • 9.

    Wijzigingen kunnen – indien reeds een aanslag aan een belastingplichtige is opgelegd – pas plaatsvinden met ingang van het eerstvolgende belastingtijdvak.

  • 10.

    Indien in uitzonderingsgevallen, door welke oorzaak dan ook, een aanslag wordt opgelegd in afwijking van het in de voorgaande onderdelen bepaalde, is die aanslag alleen ongeldig als er sprake is van willekeur. (beroep bij de rechter is mogelijk).

  • 11.

    Indien een belasting niet wordt geheven bij wege van aanslag, maar op andere wijze, is het bepaalde in de onderdelen 1 tot en met 10 van overeenkomstige toepassing.

Slotbepaling:

  • 12.

    Deze beleidsregels treden in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking.

  • 13.

    De ‘beleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige in een keuzesituatie’ van 24 december 2002 worden ingetrokken met ingang van de in onderdeel 12 genoemde datum, met dien verstande dat zij van toepassing blijven op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 14.

    Deze beleidsregels worden aangehaald als: ‘Beleidsregels voor het aanwijzen van belastingplichtige in keuzesituatie 2016’.

Ondertekening

Vastgesteld in de vergadering van 20 december 2016

de secretaris,

drs. J.P.R. Woudstra

de burgemeester,

mw. F. Ravestein