Regeling vervallen per 01-01-2020

Rechtspositieregeling voor de buitengewoon ambtenaar burgerlijke stand van de gemeente Pijnacker-Nootdorp 2018

Geldend van 14-03-2018 t/m 31-12-2019 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2018

Intitulé

Rechtspositieregeling voor de buitengewoon ambtenaar burgerlijke stand van de gemeente Pijnacker-Nootdorp 2018

Het college van de gemeente Pijnacker-Nootdorp;

gezien het advies van de afdeling BDV d.d. 6 maart 2018;

gelet op het reglement houdende bepalingen ten aanzien van de ambtenaren van de burgerlijke stand, de buitengewoon ambtenaren van de burgerlijke stand en de openstelling van het bureau van de burgerlijke stand, kortweg "Reglement burgerlijke stand" genoemd, zoals vastgesteld in de vergadering van het college d.d. 25 februari 2014;

gelet op de bereikte overeenstemming in de Commissie voor Georganiseerd Overleg d.d. 28 februari 2018;

besluit:

vast te stellen de navolgende regeling:

Rechtspositieregeling voor de buitengewoon ambtenaar burgerlijke stand van de gemeente Pijnacker-Nootdorp 2018

Artikel 1 - Begripsomschrijving

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan:

  • a.

    buitengewoon ambtenaar: de bezoldigd buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand, zoals bedoeld in het Reglement burgerlijke stand.

  • b.

    CAR/PNUWO: de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling en Uitwerkingsovereenkomst van de gemeente Pijnacker-Nootdorp.

Artikel 2 - Aanstelling

  • 1. Aanstelling geschiedt in vaste dienst of in tijdelijke dienst voor bepaalde tijd met inachtneming van artikel 3 van het Reglement burgerlijke stand.

  • 2. Een aanstelling voor bepaalde tijd eindigt van rechtswege.

Artikel 3 - Salaris

  • 1. De buitengewoon ambtenaar ontvangt een salaris in de vorm van een vergoeding per voltrokken huwelijk of geregistreerd partnerschap. Dit bedrag bedraagt zes maal het uurloon behorende bij de hoogste periodiek van salarisschaal 6.

  • 2. Het salaris bedoeld in het eerste lid, wordt aangepast indien de lonen op grond van cao-afspraken worden aangepast.

  • 3. Het salaris bedoeld in het eerste lid wordt verhoogd met een percentage van 75% wanneer het huwelijk op zaterdag voltrokken wordt.

  • 4. Het salaris bedoeld in het eerste lid, wordt opgehoogd met het percentage, genoemd in artikel 3:28 lid 2 sub b CAR/PNUWO (voorheen de eindejaarsuitkering) en met 8% (voorheen de vakantietoelage).

  • 5. Ter compensatie voor gemaakte kosten voor papier, toners, etc. wordt per voltrokken huwelijk een onkostenvergoeding van € 5,00 netto uitbetaald. Dit bedrag wordt niet geïndexeerd.

Artikel 4 - Vakantie

  • 1. De buitengewoon ambtenaar heeft recht op 0,26 uur vakantie per voltrokken huwelijk.

  • 2. De vakantie wordt in overeenstemming met het college opgenomen.

Artikel 5 - Aanspraken bij ziekte

  • 1. Bij ziekte van de buitengewoon ambtenaar jonger dan 70 jaar zijn de artikelen 7:1 tot en met 7:3 (definities, begeleiding en recht op salaris bij ziekte), 7:9 tot en met 7:14 (verplichtingen en sancties) en 7:19 tot en met 7:21 (samenloop doorbetaling salaris en uitkering) van de CAR/PNUWO van overeenkomstige toepassing.

  • 2. Voor toepassing van dit artikel wordt onder salaris verstaan: het gemiddelde van het totaal aan vergoedingen bedoeld in artikel 3, over de 12 maanden onmiddellijk voorafgaande aan de eerste dag van ongeschiktheid van de buitengewoon ambtenaar. Voor zover de ambtenaar op deze datum zijn betrekking nog geen 12 maanden heeft vervuld, wordt gerekend met het bedrag dat hem gemiddeld per maand is toegekend over de periode waarin hij in dienst is.

  • 3. Voor de toepassing van dit artikel wordt onder de eerste dag van ongeschiktheid van de buitengewoon ambtenaar verstaan: de dag waarop de ambtenaar is aangewezen om een huwelijk of geregistreerd partnerschap te voltrekken, waarvoor hij wegens ziekte is verhinderd.

  • 4. het college kan nadere regels stellen.

Artikel 6 - Ontslag en schorsing

  • 1. Ontslag kan worden verleend overeenkomstig de artikelen 8:1, 8:2 en 8:2a, 8:3, 8:4, 8:5 en 8:5a, 8:6, 8:7, 8:8, 8:12 en 8:12:1 en 8:13) van de CAR/PNUWO.

  • 2. Schorsing van de buitengewoon ambtenaar vindt plaats overeenkomstig artikel 8:15:1 en 8:15:2 van de CAR/PNUWO.

Artikel 7 - Overige rechten en verplichtingen

  • 1. De artikelen 3:21, 15:1, 15:1b tot en met 15:1g (verplichtingen rond integriteit), 15:1:12 (vergoeding van schade), 15:1:15 (beoordeling van de ambtenaar),15:1:16 (uniform of dienstkleding), 15:1:19 (verbod betreden arbeidsterrein), 15:1:20 (infectieziekten), 15:1:22 (reis- en verblijfkosten ter zake van reizen in het belang van de dienst), 15:1:23 tot en met 15:1:25 (vergoeden van schade) en 15:2 (klokkenluiders) van de CAR/PNUWO zijn van overeenkomstige toepassing.

  • 2. De buitengewoon ambtenaar kan geen gebruik maken van de Regeling persoonlijk gezondheidsbudget.

  • 3. De buitengewoon ambtenaar is via Centraal Beheer verzekerd voor ongevallen en politiek molest.

Artikel 8 - Plichtsverzuim

De buitengewoon ambtenaar die de hem opgelegde verplichtingen niet nakomt of zich overigens schuldig maakt aan plichtsverzuim, kan disciplinair worden gestraft, overeenkomstig hoofdstuk 16 van de CAR/PNUWO.

Artikel 9 - Inwerkingtreding

  • 1. Deze regeling treedt in werking op de dag na bekendmaken en werkt terug tot en met 1 januari 2018.

  • 2. De Rechtspositieregeling voor de buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Pijnacker-Nootdorp 2010 en de op 8 november 2011 vastgestelde wijziging worden per 1 januari 2018 ingetrokken.

Artikel 10 - Citeertitel

Deze regeling kan worden aangehaald als de Rechtspositieregeling voor de buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Pijnacker-Nootdorp 2018.

Ondertekening

Vastgesteld in de vergadering van 6 maart 2018

de secretaris

drs. J.P.R. Woudstra

de burgemeester,

mw. F. Ravestein

Toelichting op de Rechtspositieregeling voor de buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand gemeente Pijnacker-Nootdorp 2018

Toelichting artikel 1 Begripsomschrijving

De wet-Mulder heeft met ingang van 1 januari 1995 de buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand (BABS) geïntroduceerd. De buitengewoon ambtenaar burgerlijke stand (BABS) wordt aangesteld door het college van burgemeester en wethouders (Burgerlijk Wetboek, Boek 1: artikel 16).

Gemeenten hebben een Reglement burgerlijke stand. Daarin kan geregeld zijn welke benoemingsmogelijkheden er zijn. Gemeenteambtenaren, en ook burgemeester, wethouders en leden van de raad, kunnen tot (buitengewoon) ambtenaar van de burgerlijke stand benoemd worden. Tot buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand (BABS) kunnen bovendien anderen, niet werkzaam bij de gemeente, benoemd worden.

De gemeenteambtenaar, de burgemeester, de wethouders en de raadsleden worden beschouwd als onbezoldigd buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand. De vergoeding voor de werkzaamheden is in het algemeen alleen op de medewerkers van buiten de gemeentelijke organisatie van toepassing. De BABS is een ambtenaar in de zin van de Ambtenarenwet. Omdat de CAR/PNUWO niet op hem van toepassing is dient een afzonderlijke rechtspositieregeling te gelden (art. 125 Ambtenarenwet). Doorgaans is de functie van BABS een nevenfunctie, die in omvang sterk kan variëren.

Toelichting artikel 2 Aanstelling

In het lokale Reglement burgerlijke stand is de benoemingstermijn geregeld , vaak is dat 5 of 10 jaar. Het kan wenselijk zijn om kortere aanstellingen te verlenen. Het gevolg van een kortere aanstellingsduur is onder meer dat de verplichtingen van de gemeente jegens de ambtenaar in het kader van ziekte (doorbetaling salaris, re-integratie) eerder ophouden te bestaan, namelijk bij einde van het dienstverband. Bovendien geldt voor de duur van het nog resterende dienstverband dat van de werkgever geen onredelijke inspanningen gevergd worden door het UWV. Op de toepasselijkheid van de arbeidsongeschiktheidswetgeving op de babs wordt verder ingegaan bij de toelichting op artikel 4.

De aanstelling kan opnieuw tijdelijk verleend worden. De flexwetbepaling geldt niet omdat noch de CAR/PNUWO, noch het Burgerlijk Wetboek (7:615 BW) van toepassing is.

Bij het benoemen van een personeelslid of raadslid (dan wel een andere politieke ambtsdrager) tot babs is het raadzaam de benoeming te beperken tot de periode waarin het (politieke) ambt wordt vervuld.

Toelichting artikel 3 Salaris

Artikel 125 van de Ambtenarenwet bepaalt dat voor ambtenaren nadere regels voor het salaris moeten worden getroffen. Artikel 3 van deze regeling voorziet hierin. Per huwelijk of geregistreerd partnerschap wordt een salaris uitbetaald, dat wordt verhoogd met percentages die tot 1 januari 2017 onder een andere naam in de CAR/PNUWO geregeld waren: de vakantietoelage, zoals tot 1 januari 2017 geregeld in artikel 6:3, en de eindejaarsuitkering zoals tot 1 januari 2017 geregeld in artikel 3:18a. Lokaal kunnen salaristoelagen worden toegekend. Hierbij kan gedacht worden aan een toelage voor het voltrekken van een huwelijk op bijzondere tijden of dagen, zoals een zon- of feestdag.

Toelichting artikel 4 Vakantie

In 2006 heeft het Europees Hof van Justitie bepaald dat een werkgever de wettelijke vakantiedagen van een medewerker niet mag afkopen. LOGA-partijen hebben er daarom voor gekozen om de afkoop van vakantie met ingang van 2018 niet meer op te nemen in de Voorbeeld Rechtspositieregeling voor de buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand. De vakantie moet in overeenstemming met de werkgever opgenomen worden, hetgeen in de praktijk betekent dat de buitengewoon ambtenaar gedurende die vakantieperiode niet ingeroosterd kan worden voor het voltrekken van een huwelijk. Per voltrokken huwelijk wordt 0,26 uur vakantie opgebouwd.

Toelichting artikel 5 aanspraken bij ziekte

De regeling verklaart de CAR/PNUWO op het punt van doorbetaling van salaris en toegekende salaristoelagen bij ziekte van toepassing op de babs. Deze regel geldt ongeacht de leeftijd van de babs en geldt ook voor de babs ouder dan de AOW-gerechtigde leeftijd.

In lid 3 is bepaald welke dag als eerste ziektedag geldt, aangezien de babs niet per definitie direct bij aanvang van het ziekteverzuim salaris en salaristoelagen doorbetaald dient te krijgen, maar pas vanaf het tijdstip dat hij een huwelijk zou sluiten als hij niet ziek geweest was. In de praktijk van de babs zal het overigens niet altijd duidelijk zijn of en wanneer de eerste ziektedag valt en daarmee op welk moment de doorbetaling ingaat, bijvoorbeeld omdat een rooster ontbreekt en de babsen zelf voor vervanging zorgdragen. Men zou in dat geval een vaste termijn van 14 dagen of een maand na ziekmelding kunnen afspreken als zijnde de (fictieve) eerste ziektedag, afhankelijk van de regelmaat waarmee de babs werkzaamheden verricht. Nadere regels zullen op de lokale situatie toegesneden moeten worden. Ook het tijdstip van uitbetalen van de doorbetaling van het salaris dient lokaal nader bepaald te worden (bijvoorbeeld per maand, per jaar, na herstel).

De babs is verplicht zo spoedig mogelijk zijn verhindering tot werken door te geven; in artikel 7 van deze regeling is artikel 15:1d van de CAR/PNUWO op de babs van toepassing verklaard. Ook het artikel 7:9 lid 4 (verzuimprotocol) van de CAR/PNUWO is van toepassing verklaard op de babs.

Naast het recht op doorbetaling van salaris en salaristoelagen staat de verplichting van werkgever en de babs (jonger dan de AOW-gerechtigde) zich in te spannen tot re-integratie in het arbeidsproces. In de praktijk wordt deze verplichting niet altijd als wenselijk beschouwd. De babs is op grond van het Burgerlijk Wetboek immers uitsluitend benoemd tot het verrichten van de formaliteiten rondom en sluiting van het huwelijk/geregistreerd partnerschap. Bovendien heeft de babs in de regel een hoofdfunctie waarvanuit re-integratieverplichtingen bestaan. In de praktijk zal bezien moeten worden hoe arbodienstverleners en het UWV omgaan met de verplichting tot re-integratie van de gemeente ten aanzien van een zieke babs.

Toelichting artikel 6 Ontslag en schorsing

De babs wordt geschorst en ontslagen door het college van burgemeester en wethouders (Burgerlijk Wetboek, Boek 1: artikel 16). Artikel 125 van de Ambtenarenwet stelt dat voor schorsing, ontslag en uitkering nadere regels worden getroffen. Er wordt een limitatieve opsomming gegeven van de ontslaggronden voor de babs, onder verwijzing naar de CAR/PNUWO.

Opgemerkt wordt dat ontslag na ouderdomspensioen niet verplicht is. Artikel 8:2 tweede lid en 8:21 bieden de mogelijkheid om een gepensioneerde in dienst te houden dan wel te nemen. Het dienstverband met een gepensioneerde is op grond van artikel 8:2a eenvoudig te beëindigen

Toelichting artikel 7 Overige rechten en verplichtingen

De rechten en plichten van hoofdstuk 15 van de CAR/PNUWO worden hier voor een groot gedeelte ook op de babs van toepassing verklaard. Voor de inhoud van de artikelen wordt verwezen naar de CAR/PNUWO. Enkele opmerkingen hierover:

De eed of belofte is niet van toepassing verklaard op de babs omdat eedaflegging reeds op grond van het BW verplicht is.

De personeelsbeoordeling is van toepassing omdat in de ontslaggrond “onbekwaamheid/ongeschiktheid anders dan” aan de orde kan zijn. Een beoordeling kan bij toepassing van die ontslaggrond van belang zijn, evenals bij een weigering om opnieuw een aanstelling te verlenen.

De vergoeding van kosten bij dienstreizen is van toepassing verklaard. Deze vergoeding geniet de voorkeur boven een vaste onkostenvergoeding die aan belastingheffing is onderworpen.

De reguliere bepalingen over schadevergoeding door en aan de ambtenaar zijn van toepassing verklaard. In het algemeen kan gezegd worden dat de gemeente aansprakelijk is voor fouten van ondergeschikten en een zorgplicht heeft ten aanzien van de ondergeschikten zelf. Gemeenten kunnen bij aansprakelijkheid voor schade terugvallen op de aansprakelijkheidsverzekering die personenschade, zaakschade en vermogensschade dekt. Onder deze verzekering valt een ruime groep van ondergeschikten van de gemeente, waaronder de babs. Ook valt hieronder de babs die slechts voor één enkele gelegenheid werkzaamheden verricht.

De babs kan geen gebruik maken van de Regeling persoonlijk gezondheidsbudget omdat de babs niet onder de CAR/PNUWO valt..

Geen toelichting opgenomen bij de artikelen 8, 9, 10