Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Pijnacker-Nootdorp houdende regels omtrent de locatie van huisvuilinzamelpunten (Beleidsregels locatiecriteria huisvuilinzameling Pijnacker- Nootdorp 2020)

Geldend van 17-04-2020 t/m heden

Intitulé

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Pijnacker-Nootdorp houdende regels omtrent de locatie van huisvuilinzamelpunten (Beleidsregels locatiecriteria huisvuilinzameling Pijnacker- Nootdorp 2020)

Het college van de gemeente Pijnacker-Nootdorp;

gezien het advies van de afdeling Wijkzaken d.d. 24 maart 2020;

gelet op:

  • de artikelen 1, 10.21, 10.23, 10.24, 10.25 en 10.26 van de Wet milieubeheer;

  • het raadsbesluit van 17 december 2015, Grip op Grondstoffen (15INT05103);

  • de Afvalstoffenverordening 2018 Pijnacker-Nootdorp.

besluit:

de navolgende ‘Beleidsregels locatiecriteria huisvuilinzameling Pijnacker-Nootdorp 2020’ vast te stellen:

Artikel 1 - Algemene bepalingen

  • 1. Een inzamellocatie kan zowel een locatie voor minicontainers (aan te duiden als clusterplaats) als een locatie voor verzamelcontainers betreffen.

  • 2. Bij het bepalen van een geschikte locatie voor de inzameling van huisvuil:

    • a.

      worden aspecten vanuit ecologie, bodemkwaliteit en archeologie in ogenschouw genomen, zodanig dat geen kosten gemaakt hoeven te worden ten aanzien van maatregelen aangaande deze aspecten;

    • b.

      moet deze voldoen aan de in deze beleidsregels genoemde criteria.

  • 3. Indien op een locatie een boom gekapt moet worden, of groenvoorziening verwijderd moet worden, dan moet dit verloren groen in de directe omgeving gecompenseerd kunnen worden.

  • 4. Indien voor een locatie een parkeerplaats opgeheven moet worden en de geldende parkeernorm daardoor niet meer behaald wordt, dan moet deze verloren parkeerplaats in de directe omgeving gecompenseerd kunnen worden.

  • 5. Een locatie kan meer dan 1 inzamelvoorziening omvatten.

  • 6. Om optimaal binnen de beschikbare openbare ruimte ingepast te kunnen worden, worden inzamelvoorzieningen binnen een reikwijdte van 4 meter vanaf het aangegeven centrum van de locaties geplaatst.

  • 7. Indien door gewijzigd inzicht en/of wijziging van de fysieke omgeving van een locatie, er argumenten zijn om een locatie te herzien, dan kan alleen sprake zijn van verplaatsing indien:

    • a.

      er voldoende zwaarwegende belangen zijn voor verplaatsing;

    • b.

      de locatiecriteria ook in stand blijven op de nieuwe locatie;

    • c.

      de kosten van verwijderen, herplaatsen en aanpassen van de openbare ruimte niet meer bedragen dan € 6.000,00 per locatie.

  • 8. Het college kan beargumenteerd:

    • a.

      afwijken van deze beleidsregels;

    • b.

      aanvullende criteria stellen.

Artikel 2 - Inpassing van een inzamellocatie in de openbare ruimte

  • 1. De locatie bevindt zich:

    • a.

      in de openbare ruimte, op gemeentegrond;

    • b.

      op een verhard oppervlak;

    • c.

      op hoogste punt in de bestrating;

    • d.

      langs de openbare weg, zodanig dat doorgaand verkeer tijdens het inzamelen niet ernstig wordt belemmerd.

  • 2. De locatie bevindt zich niet:

    • a.

      direct onder een raam of balkon van een woonhuis;

    • b.

      voor een inrit, carport of garage;

    • c.

      op een laad- en losplaats;

    • d.

      in een parkeervak;

    • e.

      in een gebied met het predicaat “beschermd stadsgezicht”;

    • f.

      op een zodanige plek dat hinder vanwege geur, insecten en geluid optreedt;

    • g.

      achter geparkeerde auto’s;

    • h.

      naast een OV-halteplaats;

    • i.

      in de directe nabijheid van een kruispunt dat met verkeerslichten is geregeld.

  • 3. De locatie is zodanig gesitueerd en ingericht dat er:

    • a.

      vanuit de directe omgeving (ook ’s avond) voldoende zicht is op het gebruik;

    • b.

      geen belemmering is in het zicht op verkeersborden, bewegwijzering, verkeerslichten, etc.;

    • c.

      voldoende afstand is tot blusleidingen (brandkranen en/of afsluiters);

    • d.

      geen beplanting/gazon over de locatie kan groeien;

    • e.

      bij het legen van de container geen onherstelbare schade ontstaat aan bomen (kroon en wortels) in een volwassen stadium;

    • f.

      voorkomen wordt dat “groensnippers” overblijven (voor groenvakken gelden minimale afmetingen);

    • g.

      geen combinatie met een parkeerplaats optreedt;

    • h.

      aan de straatzijde van de locatie een parkeerverbod kan worden ingesteld over een lengte van ten minste 15 m;

    • i.

      geen bumper van een naast geparkeerd voertuig over de locatie kan steken;

    • j.

      eenvoudig beheer en reiniging van de openbare ruimte mogelijk blijft;

    • k.

      een goede bereikbaarheid is voor bewoners, ook voor rolstoelgebruikers en gebruikers zo weinig mogelijk een drukke weg behoeven over te steken;

    • l.

      voor voetgangers en rolstoelgebruikers steeds ongehinderd gebruik mogelijk is van doorlooproutes op het trottoir;

    • m.

      bij het inzamelen een veilige mogelijkheid is tot stoppen en werken;

    • n.

      op de weg een vlak (maximaal 3% helling naar enige zijde) en recht wegdek is over een lengte van 20 m;

    • o.

      naar de locatie voor het inzamelvoertuig een eenvoudige route beschikbaar is zonder manoeuvres achteruit, met:

      • i.

        een draaicirkel van minimaal 25 meter;

      • ii.

        een bochtstraal van minimaal 9,5 m (over de bumper van het voertuig);

      • iii.

        een breedte van minimaal 3,05 m (over de spiegels);

      • iv.

        een lengte van minimaal 11 m;

      • v.

        een vrije doorrijhoogte van minimaal 4 meter;

      • vi.

        een belading van 30 ton, verdeeld over 3 assen.

Artikel 3 - Inpassing van een clusterplaats in de openbare ruimte

  • 1. Een clusterplaats is een locatie voor het nabij meerdere woningen aanbieden van woonadres-gebonden minicontainers;

  • 2. De clusterplaats bevindt zich niet binnen een afstand van 2 meter tot de gevel van een woning;

  • 3. De clusterplaats bevindt zich binnen een afstand van circa 75 meter tot de meest gunstige (een achterom telt daarbij mee) erfgrens van de woningen waarvoor deze beschikbaar wordt gesteld;

  • 4. De clusterplaats is zodanig bemeten dat er voldoende ruimte voor het opstellen van de minicontainers, rekening houdend met:

    • a.

      een vloeroppervlak per minicontainer van 0,75 m diepte en 0,6 m breedte;

    • b.

      maximaal 2 containers achter elkaar (in de diepte);

    • c.

      maximaal 10 containers naast elkaar (in de breedte);

    • d.

      minimaal 3 containers naast elkaar (in de breedte).

  • 5. De clusterplaats moet beschikken over een af-/oprit (of een voldoende verlaging van de trottoirband) naar de weg toe, over een lengte van ten minste 2,5 m.

  • 6. De verharding van en naar de clusterplaats is niet zodanig dat het rollen van de containerwielen wordt bemoeilijkt of verhinderd.

Artikel 4 - Inpassing van een verzamelcontainer in de openbare ruimte

  • 1. Een verzamelcontainer is een inzamelvoorziening bestemd voor meerdere huishoudens.

  • 2. De locatie voor het in een verzamelcontainer aanbieden van restafval bevindt zich:

    • a.

      binnen een loopafstand van circa 250 meter vanaf de meest gunstige (een achterom telt daarbij mee) erfgrens van de woningen waarvoor deze beschikbaar wordt gesteld;

    • b.

      zodanig dat voldaan wordt aan 1 verzamelcontainer op 80 woonhuisaansluitingen.

  • 3. De locatie voor het in een verzamelcontainer aanbieden van oud-papier en -karton bevindt zich:

    • a.

      binnen een loopafstand van circa 75 meter vanaf de meest gunstige (een achterom telt daarbij mee) erfgrens van de woningen waarvoor deze beschikbaar wordt gesteld;

    • b.

      zodanig dat voldaan wordt aan 1 verzamelcontainer op 250 woonhuisaansluitingen.

  • 4. De locatie voor het in een verzamelcontainer aanbieden van verpakkingsmateriaal bestaande uit plastic, metaal en drankkarton bevindt zich:

    • a.

      binnen een loopafstand van circa 75 meter vanaf de meest gunstige (een achterom telt daarbij mee) erfgrens van de woningen waarvoor deze beschikbaar wordt gesteld;

    • b.

      zodanig dat voldaan wordt aan 1 verzamelcontainer op 75 woonhuisaansluitingen.

  • 5. De locatie voor het in een verzamelcontainer aanbieden van restanten groente, fruit, fijn tuinafval en etenswaren bevindt zich:

    • a.

      binnen een loopafstand van circa 75 meter vanaf de meest gunstige (een achterom telt daarbij mee) erfgrens van de woningen waarvoor deze beschikbaar wordt gesteld;

    • b.

      zodanig dat voldaan wordt aan 1 verzamelcontainer op 100 woonhuisaansluitingen.

  • 6. De locatie voor het in een verzamelcontainer aanbieden van verpakkingsglas bevindt zich:

    • a.

      op een logische plek in de wijk;

    • b.

      zodanig dat voldaan wordt aan 1 verzamelcontainer op 500 woonhuisaansluitingen.

  • 7. De locatie voor het in een verzamelcontainer aanbieden van textiel:

    • a.

      bevindt zich op een logische plek in de wijk;

    • b.

      zodanig dat voldaan wordt aan 1 verzamelcontainer op 900 woonhuisaansluitingen.

  • 8. De locatie voor een verzamelcontainer is zodanig gesitueerd dat er:

    • a.

      aan de straatzijde van de locatie voldoende parkeergelegenheid is voor het brengen van de afvalstoffen/grondstoffen;

    • b.

      minimaal 90 centimeter vrije ruimte is aan de inworpzijde(n), met de inwerpopening naar de trottoirzijde gericht;

    • c.

      bij een locatie voor verpakkingsglas:

      • i.

        voldoende afstand is tot fietspaden;

      • ii.

        minimaal 20 m afstand is tot een door het college aangewezen speelplek of honden uitrenterrein;

    • d.

      eenvoudig gebruik, beheer en onderhoud aan de container en de openbare ruimte kan plaatsvinden zonder dat er schade aan de omgeving ontstaat;

    • e.

      rekening gehouden is met het vloeroppervlak van de verzamelcontainer;

    • f.

      een ontgravingsmogelijkheid is van 3,00 meter diepte;

    • g.

      rondom een vrije ruimte is van:

      • i.

        minimaal 2 meter in het horizontale vlak tot bovengrondse objecten ;

      • ii.

        minimaal 1 meter in het horizontale vlak tot een parkeerplaats;

      • iii.

        minimaal 1 meter vrije ruimte is tot de gevel van een woning

      • iv.

        minimaal 8 meter in het verticale vlak;

      • v.

        minimaal 1 meter afstand tot ondergrondse infrastructuur;

      • vi.

        minimaal 2 meter afstand in geval van een asbestcementleiding (waarbij deze leiding bij aanleg, beheer en onderhoud drukloos moet kunnen zijn);

      • vii.

        minimaal 1 meter afstand tot een fietspad/-strook;

      • viii.

        minimaal 1 tegel vrije ruimte rondom de betonput (c.q. tot de achterzijde van een trottoirband), ook tussen 2 putten op dezelfde locatie;

      • ix.

        minimaal 2 tegels vrije ruimte tussen de achterzijde trottoirband en de betonput bij haaks parkeren;

      • x.

        maximaal 3 meter afstand tussen de voorkant trottoirband en de betonput (i.v.m. hijsafstand);

    • h.

      minimaal 5,5 meter vrije ruimte op het verharde wegdek voor het zowel links als rechts afstempelen.

Artikel 5 - Citeertitel en inwerkingtreding

Dit besluit kan worden aangehaald als ‘Beleidsregels locatiecriteria huisvuilinzameling Pijnacker-Nootdorp 2020’ en treedt in werking de dag na bekendmaking.

Ondertekening

Vastgesteld in de vergadering van 31 maart 2020.

het college van Pijnacker-Nootdorp,

drs. J.P.R. Woudstra

secretaris

mw. F. Ravestein

burgemeester