Regeling vervallen per 01-01-2015

Beleidsregels bijzondere bijstand / tegemoetkomingen 2014

Geldend van 01-03-2014 t/m 31-12-2014

Intitulé

Beleidsregels bijzondere bijstand / tegemoetkomingen 2014

Hoofdstuk 1. Algemeen

Artikel 1 - Begripsbepaling

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

  • a.

    WWB: Wet werk en bijstand

  • b.

    Bijstandsnorm: de van toepassing zijnde norm volgens de WWB inclusief de eventueel van toepassing zijnde toeslag of korting

  • c.

    Draagkracht: dat gedeelte van het inkomen en/of van het vermogen dat men zelf dient aan te wenden alvorens voor bijzondere bijstand of een bijzondere tegemoetkoming in aanmerking te komen

  • d.

    Huishouden: de alleenstaande of het gezin als bedoeld in artikel 4 lid 1 onder a WWB resp. artikel 4 lid 1 onder c WWB

  • e.

    Alle overige begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de WWB en de Algemene wet bestuursrecht

Artikel 2 - Rechthebbenden

  • 1. De tegemoetkoming of bijzondere bijstand wordt uitsluitend verleend aan personen die in Purmerend hun woonplaats hebben zoals bedoeld in artikel 40 lid 1 WWB.

  • 2. Een zelfstandig ondernemer of freelancer kan geen aanspraak maken op een tegemoetkoming.

Artikel 3 - Draagkracht

  • 1. De draagkracht uit het inkomen wordt gevormd door:

    • a.

      het inkomen op jaarbasis voor zover dit meer bedraagt dan de voor belanghebbende(n) van toepassing zijnde bijstandsnorm op jaarbasis indien het betreft een vergoeding voor woonkosten, een geldlening, suppletie voor aflossing van een geldlening of voor algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan.

    • b.

      het inkomen op jaarbasis dat resteert na aftrek van 110% van de voor belanghebbende(n) van toepassing zijnde bijstandsnorm op jaarbasis voor de tegemoetkoming als bedoeld in de artikelen 4 tot en met 7, artikel 9 en indien het betreft een vergoeding voor medische kosten.

    • c.

      het inkomen op jaarbasis dat resteert na aftrek van 120% van de voor belanghebbende(n) van toepassing zijnde bijstandsnorm op jaarbasis voor de tegemoetkoming als bedoeld in artikel 8 en in alle overige gevallen

  • 2. Artikel 31 tot en met 33 van de wet zijn van overeenkomstige toepassing.

  • 3. Het inkomen wordt verminderd met de woonkosten voorzover deze na aftrek van ontvangen huurtoeslag meer bedragen dan de in de Wet op de Huurtoeslag genoemde basishuur een/meerpersoonshuishoudens.

  • 4. De draagkracht uit het vermogen bestaat uit:

    • a.

      alle beschikbare vermogensbestanddelen indien het betreft een tegemoetkoming voor algemeen gebruikelijke kosten en duurzame gebruiksgoederen.

    • b.

      het vermogen voor zover dit meer bedraagt dan het in artikel 34 lid 3 WWB genoemde vrij te laten bescheiden vermogen in alle andere gevallen.

  • 5. De aanwezige draagkracht wordt op de te ontvangen tegemoetkoming of bijzondere bijstand in mindering gebracht.

Hoofdstuk 2. Tegemoetkomingen

Artikel 4 - Categoriale tegemoetkoming telefoonkosten

  • 1. Recht op de tegemoetkoming heeft het huishouden waarvan tenminste een persoon de Pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt.

  • 2. De hoogte van de tegemoetkoming bedraagt maximaal € 60 per jaar per huishouden.

Artikel 5 - Categoriale tegemoetkoming voor duurzame gebruiksgoederen

  • 1. Recht op de tegemoetkoming heeft het huishouden waarvan tenminste een persoon de Pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt en waarin gedurende 3 jaar of langer geen sprake is geweest van draagkracht.

  • 2. De hoogte van de tegemoetkoming is afhankelijk van de gezinssituatie en bedraagt maximaal per jaar:

    • -

      alleenstaande kamerbewoner € 169,-

    • -

      alleenstaande met zelfstandige huisvesting € 241,-

    • -

      gezin van 2 personen € 398,-

    • -

      gezin van 3 personen € 452,-

    • -

      gezin van 4 personen € 504,-

  • 3. Voor elk gezinslid meer wordt de tegemoetkoming met € 51,- per persoon opgehoogd.

  • 4. De in lid 2 en 3 genoemde bedragen gelden voor 2014 en worden jaarlijks geïndexeerd door toepassing van het gemiddelde jaarcijfer volgens ‘Consumentenprijsindex, alle huishoudens’.

Artikel 6 - Categoriale tegemoetkoming voor chronisch zieken en gehandicapten

  • 1. Recht op de tegemoetkoming heeft de chronisch zieke of gehandicapte van 18 jaar of ouder die voldoet aan tenminste één van de criteria zoals genoemd in lid 2.

  • 2. Criteria chronisch zieken en gehandicapten:

    • a.

      indicatie voor een vervoersvoorziening (Wmo) of bezit gehandicaptenparkeerkaart;

    • b.

      indicatie voor langdurige zorg;

    • c.

      arbeidsongeschiktheid naar een percentage van 80-100%;

    • d.

      het ontvangen van een tegemoetkoming op grond van de Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten (Wtcg) of;

    • e.

      een (aantoonbaar) chronische ziekte zoals bijvoorbeeld: cara (o.a. astma), diabetes mellitus, reuma, lever- en darmziekten, spierziekten, migraine, nierziekten, hartafwijkingen, hemofilie, cystic fibrosis, chronische artritis, spier dystrofie, kanker en psychiatrische ziekten.

  • 3. Indien de persoon alleen voldoet aan lid 2 sub e van dit artikel, dient de ziekte of aandoening te worden aangetoond.

  • 4. De tegemoetkoming bedraagt maximaal € 200,- per persoon per kalenderjaar.

Artikel 7 - Het Gemeenten Pakket Purmerend (collectieve verzekering)

  • 1. Recht op aanmelding voor deelname aan de collectieve verzekering van de gemeente Purmerend heeft de persoon van 18 jaar of ouder met de eventueel tot zijn last komende kinderen, die geen draagkracht heeft als bedoeld in artikel 3.

  • 2. De gemeente hanteert als volledige dekking bij het Zilveren Kruis Achmea:

    • -

      basisverzekering (Beter af polis)

    • -

      aanvullende verzekering (Beter af plus polis 3 sterren)

    • -

      tandartsverzekering (Beter af plus polis 2 sterren)

    • -

      zonder vrijwillig eigen risico

  • 3. Personen die verwachten minder medische kosten te maken kunnen, op eigen risico, gebruik maken van de volgende 2 (goedkopere) alternatieven:

    • a.

      Basisverzekering (Beter af polis)

      • -

        aanvullende verzekering (Beter af plus polis 1 ster)

      • -

        tandartsverzekering (Beter af plus polis 1 ster)

      • -

        zonder vrijwillig eigen risico

    • b.

      Basisverzekering (Beter af polis)

      • -

        aanvullende verzekering (Beter af plus polis 2 sterren)

      • -

        tandartsverzekering (Beter af plus polis 1 ster)

      • -

        zonder vrijwillig eigen risico

  • 4. De in lid 2 genoemde aanvullende verzekering geeft een uitgebreidere dekking dan de aanvullende verzekeringen genoemd onder lid 3 sub a en b. Indien men een aanvullende verzekering heeft afgesloten zoals genoemd onder lid 3 en kosten blijven voor eigen rekening, die op basis van de aanvullende verzekering, genoemd in lid 2 wel vergoed zouden worden, dan komen deze voor eigen rekening blijvende kosten niet voor bijzondere bijstand in aanmerking.

  • 5. Personen die een volledige gebitsprothese hebben, hoeven geen tandartsverzekering af te sluiten.

  • 6. Bij personen die een uitkering ontvangen van de gemeente Purmerend wordt zover dat mogelijk is de premie zorgverzekering ingehouden op de uitkering en doorbetaald aan Zilveren Kruis Achmea.

  • 7. Bij beëindiging van de uitkering op grond van de WWB, kan het recht op het Gemeenten Pakket Purmerend worden voortgezet tot de 1e dag van het volgende kalenderjaar, zonder vaststelling van de draagkracht, met in achtneming van artikel 2 van deze beleidsregels.

  • 8. Personen die recht hebben op deelname aan het Gemeenten Pakket maar daar geen gebruik van maken kunnen in beginsel niet in aanmerking komen voor een vergoeding voor ziektekosten via de bijzondere bijstand, tenzij zij zich bij een andere maatschappij wel aanvullend voor ziektekosten en voor de tandartskosten hebben verzekerd voor een vergelijkbaar pakket als dat van Zilveren Kruis Achmea.

Artikel 8 - Tegemoetkoming voor sportieve en culturele activiteiten

  • 1. De tegemoetkoming voor de kosten als bedoeld in de Verordening Maatschappelijke Participatie Wet werk en bijstand 2012 bedraagt maximaal het aantal tot het gezin behorende kinderen jonger dan 18 jaar maal € 350,- per jaar.

  • 2. De tegemoetkoming voor de kosten bedraagt voor personen van 18 jaar of ouder € 100,- per jaar.

  • 3. Uitbetaling van de tegemoetkoming vindt plaats nadat bewijsstukken van de gemaakte kosten zijn overlegd.

  • 4. Vanuit deze tegemoetkoming worden de kosten voor een internetabonnement vergoed tot maximaal € 150,- per huishouden per jaar.

Artikel 9 - Huiswerk PC / Laptop

  • 1. Recht op een verstrekking of tegemoetkoming heeft het huishouden die geen draagkracht heeft als bedoeld in artikel 3 en waartoe één of meer ten laste komende kinderen behoren die het voortgezet onderwijs volgen.

  • 2. Er moet vastgesteld zijn dat er in het huishouden geen PC of Laptop jonger dan 5 jaar beschikbaar is.

  • 3. Een huishouden kan maximaal één maal per 5 jaar voor een verstrekking of tegemoetkoming in aanmerking komen.

    • a.

      Een verstrekking is een voorziening in natura en betreft een PC met printer en installatie van een door de gemeente aangewezen leverancier.

    • b.

      Een tegemoetkoming betreft een bijdrage in de kosten van aanschaf van een computer of laptop met printer en benodigde software op basis van een door de aanvrager ingediende rekening.

  • 4. De tegemoetkoming bedraagt maximaal € 625,-.

  • 5. Voor de hoogte van de tegemoetkoming wordt aangesloten bij de bedragen die zijn opgenomen in de meest recente Prijzengids Nibud, met een opslag van 20% voor software.

  • 6. Overige kosten zoals een tweede PC of laptop, internet, reparaties, cartridges, verzekering e.d. vallen niet onder deze regeling.

Hoofdstuk 3. Bijzondere bijstand

Artikel 10 - Bijzondere bijstand ter overbrugging van inkomstenterugval voor voormalige éénoudergezinnen

  • 1. Recht op een tegemoetkoming heeft de alleenstaande, die een WWB-uitkering ontving naar de norm van een alleenstaande ouder, waarvan het jongste kind 18 jaar is geworden, waardoor nu de norm voor een alleenstaande van toepassing is.

  • 2. De tegemoetkoming gaat in op het moment van de normswijziging.

  • 3. De tegemoetkoming bedraagt de eerste maand waarin de norm voor een alleenstaande van toepassing is, 20% van de voor een echtpaar geldende bijstandsnorm inclusief vakantietoeslag en wordt in de 11 daarop volgende maanden met gelijke bedragen afgebouwd naar 0%.

  • 4. Indien het jongste tot het gezin behorende kind recht kan doen gelden op studiefinanciering start de afbouwperiode van 11 maanden op de eerste van de maand volgende op die waarin het jongste kind studiefinanciering ontvangt.

  • 5. Het recht op deze tegemoetkoming vervalt op het moment dat het jongste kind niet langer tot het huishouden van belanghebbende behoort.

Artikel 11 - Bijzondere bijstand 18 tot en met 20 jarigen

  • 1. Ter uitwerking van artikel 12 WWB wordt bij de beoordeling van de noodzakelijke kosten van het bestaan rekening gehouden met alle omstandigheden van de belanghebbenden waaronder het te gelde kunnen maken van een onderhoudsbijdrage en de vaststelling van de noodzaak tot zelfstandige huisvesting.

  • 2. Zelfstandige huisvesting wordt in elk geval noodzakelijk geacht indien:

    • a.

      beide ouders zijn overleden;

    • b.

      beide ouders in het buitenland wonen en zij niet in staat zijn hun onderhoudsplicht na te komen;

    • c.

      de belanghebbende op grond van een officiële maatregel uit huis geplaatst is;

    • d.

      belanghebbende voorafgaand aan de bijstandsaanvraag langer dan één jaar de beschikking had over zelfstandige huisvesting;

    • e.

      belanghebbende niet officieel uit huis geplaatst is, maar naar het oordeel van de casemanager (na onderzoek en onderbouwd met eventuele bewijsstukken) het niet verantwoord is dat belanghebbende bij zijn ouders woont;

    • f.

      belanghebbende de zorg heeft over ten laste komende kinderen.

  • 3. De hoogte van de bijzondere bijstand bedraagt:

    • a.

      voor de zelfstandig wonende alleenstaande van 18, 19 of 20 jaar het verschil tussen de voor belanghebbende geldende bijstandsnorm en de bijstandsnorm voor een 21-/22-jarige alleenstaande.

    • b.

      voor zelfstandig wonende alleenstaande ouders van 18, 19 of 20 het verschil tussen de van toepassing zijnde bijstandsnorm en de bijstandsnorm voor alleenstaande ouders van 21 jaar en ouder.

    • c.

      voor zelfstandig wonende samenwonenden of gehuwden met een of twee meerderjarige personen van 18, 19 of 20 jaar zonder ten laste komende kinderen, het verschil tussen de van toepassing zijnde bijstandsnorm en de bijstandsnorm voor gehuwden als bedoeld in artikel 21 onderdeel c van de wet met toepassing van een verlaging van 10%.

    • d.

      voor zelfstandig wonende samenwonenden of gehuwden met een of twee meerderjarige personen van 18, 19 of 20 jaar met ten laste komende kinderen, het verschil tussen de van toepassing zijnde bijstandsnorm en de bijstandsnorm voor gehuwden als bedoeld in artikel 21 onderdeel c van de wet.

  • 4. De noodzaak van de bijzondere bijstandsverlening wordt telkens na een periode van maximaal 6 maanden opnieuw beoordeeld en vastgesteld.

Hoofdstuk 4. Slotbepalingen

Artikel 12 - Aanvraagprocedure

  • 1. Het recht op een tegemoetkoming als bedoeld in artikel 4 tot en met 8 wordt beoordeeld op aanvraag. De eerste beoordeling van de aanvragen wordt uitgevoerd door Bureau M€€rDoen. Indien nader onderzoek noodzakelijk is, wordt dit uitgevoerd door de afdeling Werk en Welzijn.

  • 2. Het recht op verstrekking van een huiswerk PC of bijzondere bijstand als bedoeld in artikel 9 tot en met 11 wordt beoordeeld op aanvraag. Deze dient te worden ingediend bij de afdeling Werk en Welzijn.

Artikel 13 - Klaarblijkelijke hardheid en individualisering

  • 1. Ingeval onverkorte toepassing van deze beleidsregels zou leiden tot een klaarblijkelijke hardheid op grond van de specifieke individuele situatie, kunnen burgemeester en wethouders afwijken van een of meer van deze beleidsregels.

  • 2. De beleidsregels laten onverlet de toepassing van artikel 18 van de WWB.

Artikel 14 - Citeertitel

Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als beleidsregels bijzondere bijstand /tegemoetkomingen 2014.

Artikel 15 - Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking op 1 januari 2014.