Regeling vervallen per 01-04-2017

Gedragscode raad Purmerend 2014

Geldend van 07-03-2014 t/m 31-03-2017

Intitulé

Gedragscode raad Purmerend 2014

De raad van de gemeente Purmerend,

gelezen het voorstel van het presidium d.d. 6 maart 2014, nr. 1113532,

gelet op art. 15 lid 3 van de Gemeentewet,

B E S L U I T:

de volgende verordening vast te stellen:

Hoofdstuk 1 Kernbegrippen van integriteit

Artikel 1 Uitgangspunten

Raadsleden van de gemeente Purmerend staan ten dienste van alle inwoners, bedrijven, instellingen en bezoekers van de gemeente. Dit vraagt, los van de wettelijke bepalingen op dat gebied, een duidelijke en transparante opstelling van het bestuur waar het gaat om belangenbehartiging, besluitvorming, klantgerichtheid dienstverlening. Daarbij horen de volgende uitgangspunten:

  • a.

    dienstverlenend: het handelen van een raadslid is vanuit zijn eigen politieke opvatting altijd en volledig gericht op het belang van de gemeente en op de bewoners en bedrijven die daar deel van uit maken;

  • b.

    functionaliteit: het handelen van een raadslid is herkenbaar en herleidbaar naar de functie die hij binnen het bestuur van de gemeente vervult;

  • c.

    onafhankelijkheid: bij het handelen van een raadslid treedt geen vermenging op met persoonlijke of oneigenlijke belangen of met belangen van relaties en iedere schijn van belangenverstrengeling wordt vermeden;

  • d.

    transparantie: het handelen van een raadslid is open en transparant, ook ten aanzien van zijn zakelijke relaties, zodat altijd optimale verantwoording mogelijk is;

  • e.

    betrouwbaarheid: een raadslid houdt zich aan zijn afspraken: burgers, collega-raadsleden en collegeleden kunnen op hem rekenen. Kennis en informatie waarover hij uit hoofde van zijn functie beschikt, wendt hij aan voor het doel waarvoor deze zijn gegeven;

  • f.

    zorgvuldigheid: het handelen van een raadslid is zodanig dat burgers, bedrijven, collega-raadsleden, collegeleden en medewerkers van de gemeentelijke organisatie altijd op gelijke wijze en met respect tegemoet worden getreden en de belangen altijd op een correcte manier worden afgewogen;

  • g.

    vertrouwelijkheid en geheimhouding: Het handelen van een raadslid is zodanig dat burgers, collega-raadsleden en collegeleden er op kunnen rekenen dat kennis en gevoelige of vertrouwelijke informatie waarover een raadslid beschikt alleen worden gebruikt voor het doel waarvoor deze bestemd zijn. Een raadslid voorkomt (mogelijk) misbruik.

Hoofdstuk 2 Gedragscode en afspraken bij integriteit

Artikel 2 Algemene bepalingen

  • 1. Overal waar in deze gedragscode wordt gesproken over raadsleden, worden ook commissieleden bedoeld (zie het reglement van orde voor de raadscommissies).

  • 2. De code is openbaar en door derden te raadplegen.

  • 3. Raadsleden ontvangen bij hun aantreden een exemplaar van de code.

  • 4. In onvoorziene gevallen of bij twijfel wendt het raadslid zich tot de voorzitter van de raad en de griffier; zo nodig wordt overlegd met het presidium.

  • 5. Het is vooral de verantwoordelijkheid van ieder raadslid zelf om mogelijke belangenconflicten te signaleren en zijn handelen daarop af te stemmen.

Artikel 3 Belangenverstrengeling en aanbesteding

  • 1. Een raadslid doet bij de voorzitter van de raad en de griffier opgave van zijn (financiële) belangen in ondernemingen en organisaties waarmee de gemeente zakelijke betrekkingen onderhoudt. De opgave is openbaar. Openbaarmaking vindt plaats door terinzagelegging op het stadhuis en publicatie op internet.

  • 2. Een raadslid maakt tijdig aan de voorzitter van de raad en de griffier bekend dat hij (financiële) belangen heeft bij aangelegenheden waarover besluitvorming in de raad plaatsvindt.

  • 3. Een raadslid neemt van een aanbieder van diensten aan de gemeente geen faciliteiten of diensten aan die zijn onafhankelijke positie t.o.v. de aanbieder kan beïnvloeden.

  • 4. Bij juridische geschillen fungeert een raadslid niet als adviseur van de tegenpartij.

Artikel 4 Nevenfuncties

  • 1. Een raadslid vervult geen nevenfuncties en verricht geen nevenwerkzaamheden of werk in een eigen bedrijf waarbij strijdigheid is of kan zijn met het belang van de gemeente.

  • 2. Een raadslid maakt bij de voorzitter van de raad en de griffier melding van al zijn nevenfuncties, waarbij tevens wordt aangegeven of de functie wel of niet bezoldigd is. Deze gegevens worden openbaar gemaakt. Openbaarmaking vindt plaats door terinzagelegging op het stadhuis en publicatie op internet.

  • 3. De kosten die een raadslid maakt i.v.m. een nevenfunctie uit hoofde van het ambt, worden vergoed door de instantie waarvoor de nevenfunctie wordt uitgeoefend

Artikel 5 Informatie

  • 1. Een raadslid gaat zorgvuldig en correct om met informatie waarover hij uit hoofde van zijn ambt beschikt.

  • 2. Een raadslid houdt geen informatie achter, tenzij deze geheim of vertrouwelijk is en het niet geven van informatie overeenkomt met wat daarover in artikel 10 van de Wet Openbaarheid van Bestuur is opgenomen.

  • 3. Een raadslid maakt niet ten eigen bate of voor zijn persoonlijke betrekkingen gebruik van de in de uitoefening van het ambt verkregen informatie.

Artikel 6 Aannemen van geschenken

  • 1. Een raadslid neemt geen geschenken of attenties aan, m.u.v. het gestelde in lid 2.

  • 2. In de sfeer van representatie, public relations of acquisitie kunnen kleine attenties worden uitgewisseld, waarbij als kader geldt dat:

    • a.

      het om kleine attenties gaat met een maximale waarde van € 50;

    • b.

      de uitwisseling in alle openbaarheid plaatsvindt;

    • c.

      er geen relatie is met geleverde of te leveren (tegen)prestaties.

  • 3. Attenties die het kader van lid 2 te buiten gaan, worden door een raadslid geweigerd of teruggegeven, waarna melding wordt gedaan bij de griffier. De griffier maakt hiervan melding in het presidium.

  • 4. Een raadslid neemt geen diensten of uitnodigingen aan van mogelijke opdrachtgevers of leveranciers die zijn onafhankelijke positie kunnen beïnvloeden.

Artikel 7 Gebruik van gemeentelijke voorzieningen

  • 1. Gebruik van gemeentelijke eigendommen, materialen en voorzieningen (waaronder het gebruik van vergaderruimte, kopieerfaciliteiten en telefoonverbindingen) voor persoonlijke of partijdoeleinden is niet toegestaan.

  • 2. In overleg met de griffier kunnen hierop uitzonderingen gemaakt worden.

Artikel 8 Reizen buitenland

Een raadslid dat het voornemen heeft een buitenlandse dienstreis te maken, heeft toestemming nodig van het presidium.

Artikel 9 Sancties

  • 1. De gedragscode vormt de basis voor de voorzitter van de raad bij de beoordeling van gedragingen van raadsleden. De voorzitter kan een vertrouwelijke en/of openbare berisping geven.

  • 2. De raad kan wegens schending van de gedragscode besluiten tot een sanctie. Het raadslid in kwestie onthoudt zich daarbij van stemming.

  • 3. Indien een fractie of raadslid zich in strijd met de gedragscode gedraagt, kan de raad de volgende sancties toepassen:

    • a.

      een openbaar oordeel uitspreken;

    • b.

      het ontslaan uit een bijkomende functie die hij als raadslid vervult en waarin hij door de raad is benoemd;

    • c.

      niet deelnemen aan voor de raad georganiseerde activiteiten;

    • d.

      het afnemen van faciliteiten die aan de fractie of het raadslid door de gemeente ter beschikking zijn gesteld;

    • e.

      het in rekening brengen van kosten van misbruik van faciliteiten.

Hoofdstuk 3 Slotbepalingen

Artikel 10 Onvoorzien

In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet of waarbij de toepassing niet eenduidig is, besluit het presidium.

Artikel 11 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking op de dag na vaststelling.

  • 2. Op dat tijdstip vervalt de tot dan geldende gedragscode raad Purmerend.

Artikel 12 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als:

Gedragscode raad Purmerend 2014.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 6 maart 2014,
de griffier, J.F. Kamminga
de voorzitter, D. Bijl

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1 Uitgangspunten

Elke gemeente dient een integriteitbeleid op te stellen. De gemeente Purmerend doet dit in de vorm van gedragscodes. De gedragscode is openbaar en wordt gepubliceerd. In deze gedragscode voor raads- en commissieleden worden in hoofdstuk 1 de leidende of kernbegrippen beschreven. Deze leidende begrippen worden in hoofdstuk 2 verder uitgewerkt naar een concrete gedragscode en concrete afspraken rondom integriteit. Om het wenselijke gedrag te benadrukken is gekozen voor een concrete, transparante en actieve formulering van zowel kernbegrippen als gedragscode.

Artikel 2 Algemene bepalingen

De algemene bepalingen zijn de verantwoordelijkheid van ieder raadslid zelf. In Purmerend wordt dit ondersteund door training in o.a. morele oordeelsvorming. Tevens is toegelicht dat de gedragscode geldt voor zowel raads- als commissieleden (in het vervolg wordt alleen naar raadsleden verwezen).

Artikel 3 Belangenverstrengeling en aanbesteding

Om de verhouding tussen raadslid en bestuursorgaan zuiver te houden, zijn bepaalde handelingen, vooral in de economische sfeer, verboden. Deze staan in de Gemeentewet (artikel 15). Het gaat bijvoorbeeld om werkzaamheden als advocaat of adviseur voor het gemeentebestuur of voor een tegenpartij van het bestuur. Ook is het verboden een derde te vertegenwoordigen of te adviseren die met de gemeente een bepaalde overeenkomst sluit, bijvoorbeeld voor de verkoop of verhuur van onroerend goed of het aannemen van werk. Van belangenverstrengeling is sprake als het publiek belang wordt vermengd met het persoonlijk belang van een raadslid of dat van bepaalde derden, zoals familieleden of vrienden. Hierdoor is zuivere besluitvorming of handelen in het publiek belang niet langer gewaarborgd. Niet alleen feitelijke belangenverstrengeling, maar ook de schijn ervan moet worden vermeden. Bij privaatrechtelijke samenwerkingsrelaties voorkomt een raadslid (de schijn van) bevoordeling in strijd met eerlijke concurrentieverhoudingen. Een raadslid dat familie- of vriendschapsbetrekkingen of anderszins persoonlijke betrekkingen heeft met een aanbieder van diensten aan de gemeente, onthoudt zich van deelname aan de besluitvorming over de betreffende opdracht. Een raadslid neemt van een aanbieder of potentiële aanbieder van diensten aan de gemeente geen faciliteiten of diensten aan die zijn onafhankelijke positie kan beïnvloeden. Een raadslid dat een functie bekleedt bij een organisatie die een belang heeft bij een door de raad te nemen besluit, neemt niet deel aan de beraadslagingen en stemming over dat besluit. De verantwoordelijkheid voor het al dan niet meestemmen legt de wet allereerst bij betrokkene zelf. Als hij concludeert dat hij beter niet mee kan stemmen, dan moet hij zich daar ook aan houden. De gevolgen van verboden handelingen zijn vastgelegd in artikel X8 van de Kieswet. Deze gevolgen zijn bijvoorbeeld schorsing en vervallen verklaring van het raadslidmaatschap.

Artikel 4 Nevenfuncties

Ook het uitoefenen van andere functies naast het politieke ambt kan leiden tot belangenverstrengeling. Dat kan het raadslid bij zijn onafhankelijk oordeel in de weg staan. In de Gemeentewet (artikel 13) is vastgelegd welke functies hoe dan ook onverenigbaar zijn met het raadslidmaatschap, bijv. betrekkingen als minister, als lid van de Raad van State of de Algemene Rekenkamer en als ambtenaar aangesteld of ondergeschikt aan de gemeente waar men raadslid is. Een raadslid is wettelijk verplicht (artikel 12 Gemeentewet) om alle nevenfuncties openbaar te maken (en actueel te houden). Een nevenfunctie in de zin van de wet is elke andere functie dan die van raadslid. Primair wordt de onverenigbaarheid van functies getoetst bij het onderzoek van de geloofsbrieven bij de toetreding als raadslid. Zodra een raadslid een met het lidmaatschap van de raad onverenigbare betrekking vervult, houdt hij op raadslid te zijn. Het raadslid stelt de voorzitter van de raad hiervan in kennis.

Artikel 5 Informatie

De basisregels voor het omgaan met informatie zijn:

a. ga zorgvuldig en correct om met informatie waarover uit hoofde van het raadslidmaatschap wordt beschikt;

b. verstrek geen onjuiste informatie;

c. gebruik informatie die is verkregen bij de uitoefening van het raadslidmaatschap niet ten eigen bate of ten bate van derden.

d. verstrek geen geheime informatie.

Artikel 6 Aannemen van geschenken

Bij het afleggen van de eed of verklaring en belofte bij het aantreden als raadslid is verklaard dat geen giften of gunsten zijn gegeven of beloofd om te worden benoemd. Ook wordt dan beloofd dat geen geschenken worden aangenomen of beloften zullen worden gedaan in ruil voor een tegenprestatie. Het gaat daarbij niet alleen om persoonlijke bevoordeling, zoals een goedkope verbouwing of tuinaanleg. Het kan ook gaan om bijvoorbeeld donaties van derden aan de partij met het oog op een gunstig overheidsbesluit. De begrippen “geschenken” en “diensten” moeten ruim worden geïnterpreteerd. Ook uitnodigingen voor een diner, excursie of werkbezoeken of een (gezamenlijk) bezoek aan een evenement kunnen er onder vallen. Voorwaarde om hier wel op in te gaan is, dat het functioneel is, in het belang van de raad en dat meerdere personen of instanties waarmee de raad contacten onderhoudt de uitnodiging hebben ontvangen. Bij fractieleden wordt ervan uitgegaan dat zoiets vooraf binnen de fractie wordt besproken, en dat de reis- en verblijfskosten door de fractie worden gedragen.

Artikel 7 Gebruik gemeentelijke voorzieningen

Hierbij wordt gedoeld op gemeentelijke eigendommen en voorzieningen waarvan een raadslid uit hoofde van zijn functie gebruik maakt/kan maken (bijvoorbeeld vergaderruimten, telefoon en computer- en kopieerapparatuur in het stadhuis). Gebruik voor persoonlijke of partijdoeleinden is niet toegestaan. Uitzonderingen, bijvoorbeeld bij het gebruik van vergaderruimten, zijn slechts mogelijk in overleg met de griffier.

Artikel 8 Reizen buitenland

Een buitenlandse reis moet een functioneel karakter hebben en er moet een besluit over zijn genomen door het presidium. Indien het presidium toestemming verleent, bepaalt het daarbij ook op welke wijze en tot welke hoogte de kosten kunnen worden gedeclareerd.

Artikel 9 Sancties

Sancties zijn deels wettelijke sancties en deels zijn het sancties die zelf kunnen worden bepaald. De sancties kunnen bijv. betrekking hebben op de in de verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning opgenomen faciliteiten. De raad kan wegens schending van de gedragscode besluiten tot een sanctie. Algemeen uitgangspunt daarbij is dat er pas sancties zullen worden voorgesteld als herhaaldelijk aanspreken niet heeft geholpen. Het betrokken raadslid onthoudt zich van stemming. De burgemeester treedt vanuit zijn functie als voorzitter van de raad op als bewaker van de bestuurlijke integriteit van de raad.

In relatie tot de sanctie van het uitspreken van een openbaar oordeel wordt verwezen naar het op 22 november 2011 door de nationale ombudsman uitgebrachte rapport over toepassing van de Larense gedragscode voor raadsleden in verband met een klacht van een burger. De ombudsman vindt dat raden aan onethisch gedrag van raadsleden aandacht moeten besteden in een openbare raadsvergadering. Alleen zo kunnen kiezers zich een oordeel vormen of raadsleden over de schreef gaan. De ombudsman vindt dat raadsleden zich bewust moeten zijn van de verplichtingen die voortvloeien uit het raadslidmaatschap. Zij moeten daarom opletten wat zij buiten de raadsvergadering in de media bijv. over bepaalde inwoners zeggen. Door in een openbare raadsvergadering onethisch gedrag te bespreken, brengen de raadsleden de voor hen geldende gedragscode tot leven. De ombudsman meent dat het geven van een moreel oordeel in de openbaarheid voorkomt dat onterechte beschuldigingen in de lucht blijven hangen. De ombudsman onderzocht een klacht van een burger van de gemeente Laren over beschuldigingen aan haar adres van een raadslid van diezelfde gemeente. Het raadslid deed dat in de lokale media en zette de gemeente zo onder druk om handhavend tegen die burger op te treden. Vraag was daarbij of er echt wel iets aan de hand was, of dat slechts de indruk werd gewekt dat de betrokken burger in strijd met de regels handelde.

Declaraties

Er is in de code geen artikel opgenomen over declaraties omdat dit in de praktijk ook niet voorkomt. In principe is geen sprake van te declareren kosten, omdat raadsleden voor de kosten die ze maken bij de uitoefening van het raadslidmaatschap een wettelijke vergoeding krijgen. Daarnaast is aanvullend in de verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden Purmerend vastgelegd in welke andere gevallen kosten kunnen worden gedeclareerd (computer, deelname aan cursussen e.d., en bepaalde reis- en verblijfskosten).