Regeling vervallen per 01-01-2018

Beleidsregels bijzondere bijstand en declaratieregeling maatschappelijke participatie Purmerend 2017

Geldend van 01-04-2017 t/m 31-12-2017 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2017

Intitulé

Beleidsregels bijzondere bijstand en declaratieregeling maatschappelijke participatie Purmerend 2017

Het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Purmerend,

gelet op de artikelen 1:3, vierde lid, 3:42, titel 4:3, titel 4.4 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb);

gelet op artikel 35 lid 1 en 3 van de Participatiewet;

Besluit vast te stellen de:

Beleidsregels bijzondere bijstand en declaratieregeling maatschappelijke participatie Purmerend 2017

Artikel 1 - Begripsbepaling

  • 1. In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

    • a.

      P W: d e Participatiewet;

    • b.

      B ijzondere bijstand; bijstand als bedoeld in artikel 35 PW ;

    • c.

      S oc iaal minimum: de op de leef- en woonsituatie van toepassing zijnde bijstandsnorm zoals bedoeld in artikel 20 tot en met 24 PW, exc lusief reservering vakantiegeld ;

    • d.

      Draagkracht: dat deel v an het inkomen en vermogen op jaarbasis , exclusief v akantietoeslag, waaruit de aanvrager zelf de bijzondere kosten of declaratieregeling kan voldoen ;

    • e.

      1 20% van de toepasselijke norm : betreft de op de belanghebbende van toepassing zijnde bijstandsnorm, verhoogd met 20% van het normbedrag (exclusief v akantietoeslag), zoals genoemd in artikel 21 onderdeel b van de PW ;

    • f.

      Maatschappelijke participatie: het kunnen deelnemen aan activiteiten op het gebied van sport, cultuur, educatie of ontspanning met als doel so ciale uitsluiting tegen te gaan;

    • g.

      Maatwerk: bijzondere bijstand wordt primair op grond van de wettelijke bepalingen en deze beleidsrege ls vastgesteld, maar bij bijzondere individuele omstandigheden die de persoon, zijn sociale omgeving of zijn gezin of kinderen kan raken kan de bijstand worden afgestemd op de individuele situatie ;

    • h.

      Voedingscomponent: betreft 35% van de norm (exclusief vakantie toeslag) zoals genoemd in artikel 23 lid 1 sub a PW.

  • 2. Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet (PW) en de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

Artikel 2 - Rechthebbenden

De bijzondere bijstand en de voorzieningen in het kader van de regelingen maatschappelijke participatie wordt uitsluitend verleend aan personen die:

  • a.

    in Purmerend hun woonplaats hebben zoals bedoeld in artikel 40 lid 1 van de PW;

  • b.

    voldoen aan de financiële criteria zoals genoemd in artikel 3 van deze beleidsregels.

Artikel 3 – Draagkracht, Inkomen en Vermogen

  • 1. Bij aanvragen voor woonkosten, een geldlening, suppletie voor aflossing van een geldlening of voor algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan, dient het inkomen dat meer bedraagt dan de voor belanghebbende van toepassing zijnde bijstandsnorm, volledig als draagkracht te worden aangewend.

  • 2. In alle overige gevallen geldt dat bij een inkomen dat meer bedraagt dan 120% van de toepasselijke bijstandsnorm dit volledig als draagkracht dient te worden aangewend.

    Indien er sprake is van draagkracht bij een aanvraag voor maatschappelijke participatie zoals genoemd in artikel 4 lid 1 onderdeel a en b en artikel 5, bestaat er geen recht op een voorziening.

  • 3. Artikel 31 tot en met 33 PW zijn van overeenkomstige toepassing.

  • 4. Het inkomen wordt verminderd met de woonkosten voor zover deze na aftrek van ontvangen huurtoeslag meer bedragen dan de in de Wet op de Huurtoeslag genoemde basishuur

    een-/meerpersoonshuishoudens.

  • 5. De draagkracht uit vermogen bestaat:

    • a.

      uit alle beschikbare vermogensbestanddelen indien het betreft een tegemoetkoming voor algemeen gebruikelijke kosten en duurzame gebruiksgoederen

    • b.

      uit het vermogen voor zover dit meer bedraagt dan het in artikel 34 lid 3 PW genoemde vrij te laten bescheiden vermogen bij overige vormen van bijzondere bijstand en regelingen maatschappelijke participatie.

  • 6. Voor de regelingen maatschappelijke participatie (artikel 4) en tegemoetkoming openbaarvervoer EBS voor AOW-gerechtigden (artikel 5) geldt bij bewoning van een eigen woning zoals genoemd in artikel 50, eerste lid PW een extra vrijlating uit het vermogen tot het in artikel 34 lid 2 onderdeel d PW genoemde bedrag.

Artikel 4 – Regelingen maatschappelijke participatie:

  • 1. Onder maatschappelijke participatie vallen de volgende regelingen:

    • a.

      het kosteloos halen van zwemdiploma A voor kinderen vanaf 5 jaar;

    • b.

      het kosteloos bezoeken van peuterspeelzalen voor kinderen van 2 en 3 jaar voor 2 dagdelen per week.

      • -

        op basis van sociaal/medische indicatie kunnen extra dagen worden vergoed of andere leeftijdscriteria worden gehanteerd.

    • c.

      een declaratieregeling voor sportieve, culturele en educatieve activiteiten tot een bedrag van maximaal:

      • -

        € 100,- per jaar voor personen van 18 jaar of ouder

      • -

        € 350,- per jaar per kind tot 18 jaar.

  • 2. In de bijlage is een lijst gevoegd van zaken die gedeclareerd kunnen worden in het kader van de declaratieregeling voor sportieve, culturele en educatieve activiteiten.

  • 3. Voor de regelingen onder lid 1 sub b en c geldt dat deze kosten betrekking moeten hebben over het jaar waarin deze kosten worden aangevraagd.

  • 4. De regelingen onder lid 1 kunnen in individuele omstandigheden, door toepassing van maatwerk afwijkend worden vastgesteld.

Artikel 5 – Tegemoetkoming openbaar vervoer EBS voor AOW-gerechtigden

  • 1. AOW-gerechtigden kunnen kosteloos in aanmerking komen voor een Dalvoordeelabonnement, waarmee buiten de spits, met 40% korting, kan worden gereisd in EBS-gebied Waterland met het openbaarvervoerbedrijf EBS.

    • a.

      Bij aanvang van het Dalvoordeelabonnement, zoals genoemd in lid 1, ontvangt de deelnemer eenmalig een startsaldo van € 30,-

    • b.

      Het Dalvoordeelabonnement is maximaal een jaar geldig en dient daarna opnieuw aangevraagd te worden.

Artikel 6 – Bijzondere bijstand

  • 1. Bijzondere bijstand is in principe mogelijk als:

    • a.

      geen beroep kan worden gedaan op ondersteuning vanuit een eigen netwerk, eigen sociale omgeving of voorliggende voorziening en de belanghebbende daarin voldoende eigen verantwoordelijkheid heeft getoond;

    • b.

      geen sprake is van financiële draagkracht in inkomen en bescheiden vermogen;

    • c.

      sprake is van noodzakelijke kosten door bijzondere individuele omstandigheden;

    • d.

      een (wettelijke) voorliggende voorziening ontbreekt;

    • e.

      maatwerk geboden is in het individuele geval.

  • 2. In geval van tekortschietend besef van eigen verantwoordelijkheid kan de gevraagde bijstand gedeeltelijk of volledig worden geweigerd.

  • 3. Voordat maatwerk geboden is, is het genoemde in het eerste lid, sub a tot en met d, in beschouwing genomen.

  • 4. Bij maatwerk wordt de bijdrage afgestemd op de meest adequate oplossing.

Artikel 7 – Huiswerk PC / Laptop / tablet

  • 1. Recht op een verstrekking of tegemoetkoming heeft het huishouden, dat geen draagkracht heeft zoals bedoeld in artikel 3 lid 2 tot en met 5, met één of meer ten laste komende kinderen die het voortgezet onderwijs of middelbaar beroepsonderwijs volgen.

  • 2. Is binnen een huishouden een PC, laptop of tablet aanwezig van jonger dan 5 jaar, dan wordt dit als een adequate (voorliggende) voorziening aangemerkt.

  • 3. Een huishouden kan maximaal één maal per 5 jaar voor een verstrekking of tegemoetkoming in aanmerking komen.

    • a.

      Een verstrekking is een voorziening in natura en betreft een PC met printer en installatie van een door de gemeente aangewezen leverancier.

    • b.

      Een tegemoetkoming betreft een bijdrage in de kosten van aanschaf van een computer of laptop met printer en benodigde software op basis van een door de aanvrager ingediende rekening.

  • 4. De tegemoetkoming bedraagt maximaal € 625,-.

  • 5. Overige kosten zoals internet, reparaties, cartridges, verzekering e.d. vallen niet onder deze regeling.

  • 6. Afhankelijk van de gezinssituatie wordt hier maatwerk geleverd.

Artikel 8 – Bijzondere bijstand 18 tot en met 20 jarigen

  • 1. Ter uitwerking van artikel 12 van de PW wordt bij de beoordeling van de noodzakelijke kosten van het bestaan rekening gehouden met alle omstandigheden van de belanghebbenden waaronder het te gelde kunnen maken van een onderhoudsbijdrage en de vaststelling van de noodzaak tot zelfstandige huisvesting.

  • 2. Zelfstandige huisvesting wordt in elk geval noodzakelijk geacht indien:

    • a.

      beide ouders zijn overleden;

    • b.

      beide ouders in het buitenland wonen en zij niet in staat zijn hun onderhoudsplicht na te komen;

    • c.

      de belanghebbende op grond van een officiële maatregel uit huis geplaatst is;

    • d.

      belanghebbende voorafgaand aan de bijstandsaanvraag langer dan één jaar de beschikking had over zelfstandige huisvesting;

    • e.

      belanghebbende niet officieel uit huis geplaatst is, maar naar het oordeel van de casemanager (na onderzoek en onderbouwd met eventuele bewijsstukken) het niet

      verantwoord is dat belanghebbende bij zijn ouders woont;

    • f.

      belanghebbende de zorg heeft over ten laste komende kinderen.

  • 3. De bijzondere bijstand wordt vastgesteld op basis van de voedingscomponent, verhoogd met de werkelijke woonlasten.

  • 4. De hoogte van de bijzondere bijstand bedraagt ten hoogste:

    • a.

      voor de zelfstandig wonende alleenstaande van 18, 19 of 20 jaar het verschil tussen de voor belanghebbende geldende bijstandsnorm en 60% van de bijstandsnorm zoals genoemd in artikel 21 onderdeel b van de PW.

    • b.

      voor zelfstandig wonende alleenstaande ouders van 18, 19 of 20 jaar het verschil tussen de van toepassing zijnde bijstandsnorm en de bijstandsnorm zoals genoemd in artikel 21 onderdeel a van de PW.

    • c.

      voor zelfstandig wonende samenwonenden of gehuwden met één of twee meerderjarige personen van 18, 19 of 20 jaar zonder ten laste komende kinderen, het verschil tussen de van toepassing zijnde bijstandsnorm en 90% van de bijstandsnorm zoals genoemd in artikel 21 onderdeel b van de PW.

    • d.

      voor zelfstandig wonende samenwonenden of gehuwden met één of twee meerderjarige personen van 18, 19 of 20 jaar met ten laste komende kinderen, het verschil tussen de van toepassing zijnde bijstandsnorm en de bijstandsnorm voor gehuwden als bedoeld in artikel 21 onderdeel b van de PW.

    • e.

      de bijzondere bijstand kan op een lager bedrag worden vastgesteld bij andere woonsituaties.

      • -

        de gemeentelijke beleidsregels verlaging uitkeringen Participatiewet zijn overeenkomstig van toepassing.

  • 5. De noodzaak van de bijzondere bijstandsverlening wordt telkens na een periode van maximaal 6 maanden opnieuw beoordeeld en vastgesteld.

Artikel 9 – De collectieve verzekering

  • 1. Recht op aanmelding voor deelname aan de collectieve verzekering van de gemeente Purmerend heeft de rechthebbende van 18 jaar of ouder met de eventueel tot zijn last komende kinderen, die geen draagkracht heeft als bedoeld in artikel 3 lid 2 tot en met 5.

    Om deel te kunnen nemen aan de collectieve verzekering, dient de rechthebbende zelf een zorgverzekering te hebben afgesloten bij Zilveren Kruis.

  • 2. De gemeente hanteert als volledige dekking bij het Zilveren Kruis:

    • -

      basisverzekering (Basis Zeker)

    • -

      aanvullende verzekering (Optimaal aanvullend 3)

    • -

      tandartsverzekering (aanvullend tand 2 sterren)

    • -

      zonder vrijwillig eigen risico

      Deze verzekering is met name geschikt voor chronisch zieken en gezinnen.

  • 3. Personen die verwachten minder medische kosten te maken kunnen, op eigen risico, gebruik maken van de volgende 2 (goedkopere) alternatieven:

    • a.

      Basisverzekering (Basis Zeker)

      • -

        aanvullende verzekering (Optimaal aanvullend 1)

      • -

        tandartsverzekering (aanvullend tand 1 ster)

      • -

        zonder vrijwillig eigen risico

        Deze verzekering is met name geschikt voor jongeren en lage zorgverbruikers.

    • b.

      Basisverzekering (Basis Zeker)

      • -

        aanvullende verzekering (Optimaal aanvullend 2)

      • -

        tandartsverzekering (aanvullend tand 1 ster)

        Deze verzekering is met name geschikt voor startende gezinnen en meer zorgbehoefte.

  • 4. De in lid 2 genoemde aanvullende verzekering geeft een uitgebreidere dekking dan de aanvullende verzekeringen genoemd onder lid 3 sub a en b.

    Indien de rechthebbende een aanvullende verzekering heeft afgesloten zoals genoemd onder lid 3, blijven de kosten die op basis van de aanvullende verzekeringen genoemd onder lid 2 wel door Zilveren Kruis zouden worden vergoed volledig voor eigen rekening. Deze kosten komen dus niet in aanmerking voor een vergoeding via de bijzondere bijstand.

  • 5. Personen die een volledige gebitsprothese hebben, hoeven geen tandartsverzekering af te sluiten.

  • 6. Een via de gemeente afgesloten collectieve aanvullende Optimaal-verzekering kan alleen worden gewijzigd bij aanvang van een nieuw kalender jaar.

  • 7. Bij personen die een bijstandsuitkering ontvangen van de gemeente Purmerend wordt zover dat mogelijk is de premie zorgverzekering ingehouden op de uitkering en doorbetaald aan Zilveren Kruis.

  • 8. Deelname aan de collectieve aanvullende verzekering wordt beëindigd met ingang van de eerste van de maand, volgend op de maand waarin de belanghebbende geen rechthebbende meer is (bijvoorbeeld; verhuizing, wijziging financiële situatie):

  • 9. Personen die recht hebben op deelname aan de collectieve verzekering maar daar geen gebruik van maken komen in beginsel niet in aanmerking voor een vergoeding voor ziekte- kosten via de bijzondere bijstand, tenzij zij zich bij een andere maatschappij aanvullend hebben verzekerd voor een vergelijkbaar pakket als dat van Zilveren Kruis, zoals vermeld bij lid 2.

Artikel 10 – Vergoeding premie collectieve verzekering voor AOW-gerechtigden

  • 1. Recht op een tegemoetkoming in de premie heeft de persoon, vanaf de pensioengerechtigde leeftijd, die deelneemt aan de collectieve verzekering van de gemeente Purmerend en geen draagkracht heeft als bedoeld in artikel 3 lid 2 tot en met lid 5.

  • 2. De tegemoetkoming bedraagt € 15,- per maand.

Artikel 11 – Compensatie wettelijk eigen risico zorgverzekering

  • 1. Als de belanghebbende geen draagkracht heeft als bedoeld in artikel 3 lid 2 en lid 5 kan men in aanmerking komen voor compensatie van het eigen risico.

  • 2. Per deelnemer bestaat recht op compensatie als door de zorgverzekeraar minimaal € 200,- aan wettelijke eigen risico in rekening is gebracht.

  • 3. De compensatie bedraagt € 200,- per kalender jaar en wordt uitbetaald na overlegging van de bewijsstukken waaruit blijkt dat de kosten zijn gemaakt.

Artikel 12 – Aanvraagprocedure

  • 1. Het recht op bijzondere bijstand, een tegemoetkoming en voorziening wordt beoordeeld op aanvraag.

    • a.

      Indien de aanvraag niet compleet, met de benodigde gegevens, wordt aangeleverd, wordt aan de aanvrager eenmaal de mogelijkheid geboden om binnen een gestelde termijn de benodigde gegevens te verstrekken.

    • b.

      Als niet (tijdig) wordt voldaan aan het gestelde in artikel 12 lid 1 onderdeel a, wordt de aanvraag buiten behandeling gelaten.

  • 2. Een aanvraag voor bijzondere bijstand dient in principe te worden ingediend voordat de kosten zijn gemaakt.

    • a.

      Van tijdige indiening van de aanvraag is ook sprake als deze wordt ingediend binnen een maand nadat de eerste kosten zijn gemaakt.

    • b.

      Bij indiening van de aanvraag zoals genoemd in lid 2 sub a van dit artikel, loopt belanghebbende het risico dat:

      • -

        niet alle kosten worden vergoed, als niet is gekozen voor de meest adequate oplossing;

      • -

        de noodzakelijkheid van de kosten niet meer kan worden aangetoond, waardoor de aanvraag voor bijzondere kosten zal worden afgewezen.

  • 3. Voor de regelingen genoemd in artikel 4, 9,10 en 11 geldt dat een aanvraag kan worden ingediend tot en met 31 december van het betreffende jaar.

    Voor artikel 4, 9 en 10 geldt bovendien het volgende:

    • a.

      De kosten moeten in het betreffende jaar zijn gemaakt en gedeclareerd.

    • b.

      Als pas na het betreffende jaar duidelijk wordt dat het wettelijk eigen risico, genoemd in artikel 10 lid 2 is verbruikt, kan de belanghebbende tot 1 maand na ontvangst van de nota een aanvraag indienen.

  • 4. Voor de regeling in artikel 4 lid 1 onderdeel c geldt dat de nota’s steekproefsgewijs worden gecontroleerd.

Artikel 13 - Verplichtingen

  • 1. Belanghebbende is verplicht de tegemoetkoming, genoemd bij artikel 4 lid 1 onderdeel c te besteden aan één of meerdere sportieve, culturele en/of educatieve activiteiten zoals genoemd in de bijlage.

  • 2. Op verzoek van het college is belanghebbende verplicht mee te werken aan een onderzoek naar de besteding van zijn/haar tegemoetkoming op grond van artikel 4 lid 1 onderdeel c. Belanghebbende dient tot een jaar na toekenning van de aanvraag de op de tegemoetkoming betrekking hebbende bewijsstukken te bewaren waaruit blijkt waaraan de tegemoetkoming is besteed.

Artikel 14 - Terugvordering

Verstrekkingen die ten onrechte dan wel tot een te hoog bedrag zijn uitgekeerd, kunnen van de belanghebbende worden teruggevorderd.

Artikel 15 - Overgangsrecht

  • 1. Voor jongeren tot 21 jaar die vallen onder de regeling zoals genoemd in artikel 8 en op grond van de aanpassing van deze beleidsregel er financieel op achteruit gaan, geldt een afbouwregeling van 6 maanden, met ingang van de eerste van de maand na publicatie van deze beleidsregels.

  • 2. Het verschil tussen de bijzondere bijstand volgens het oude recht en het nieuwe recht wordt telkens met een zesde afgebouwd (1/6, 2/6, 3/6, 4/6, 5/6, 6/6).

Artikel 16- Citeertitel

Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als “Beleidsregels bijzondere bijstand en declaratieregeling maatschappelijke participatie Purmerend 2017”.

Artikel 17 - Inwerkingtreding

  • 1. Deze beleidsregels treden in werking met terugwerkende kracht op 1 januari 2017.

  • 2. Indien deze beleidsregels

  • 2. De beleidsregels bijzondere bijstand en declaratieregeling maatschappelijke participatie Purmerend 2016 vervallen met ingang van de in het eerste lid genoemde datum.

Ondertekening

Purmerend, 21 maart 2017
Burgemeester en wethouders van Purmerend,
De secretaris,
J.C.M. Cox
de burgemeester,
D. Bijl

Bijlage bij beleidsregels declaratieregeling sportieve, culturele en educatieve activiteiten Purmerend 2017 (artikel 4 lid 2)

  • ·

    Aanschaf fiets vanaf de basisschool leeftijd

  • ·

    Abonnement voor fitness en sportscholen

  • ·

    Activiteiten en cursussen Clup Welzijnswerk

  • ·

    Activiteiten en cursussen Creativiteitscentrum Wherelant

  • ·

    Activiteiten en cursussen NKT

  • ·

    Activiteiten en cursussen Spurd

  • ·

    Activiteiten en cursussen Regiocollege

  • ·

    Activiteiten voor ouderen

  • ·

    Bioscoopkaartjes

  • ·

    Concerten in Purmerend

  • ·

    Contributie voor sportverenigingen, per gezinslid wordt één sportvereniging per jaar vergoed

  • ·

    Contributie voor toneel-, dans-, zang- of muziekverenigingen

  • ·

    Cultureel Jongeren Paspoort

  • ·

    Dierentuin of pretpark

  • ·

    Entree grootschalige evenementen, Entree musea

  • ·

    Instrument huren

  • ·

    Internetabonnement, maximaal € 150 per kalenderjaar per huishouden.

  • ·

    Internetcursus

  • ·

    Kindervakantieweek

  • ·

    Lesgeld voor culturele activiteiten (bijvoorbeeld muzieklessen)

  • ·

    Lidmaatschap bibliotheek

  • ·

    Lidmaatschap hobbyvereniging

  • ·

    Lidmaatschap scouting

  • ·

    Lidmaatschap speeltuinvereniging

  • ·

    Meerbadenkaart zwembad/zwemlessen/zwemmen/(zomer)abonnement zwembad

  • ·

    Ouderbijdrage voor schoolfonds

  • ·

    Paspoort, identiteitsbewijs, rijbewijs en pasfoto’s. Van de leges wordt 25% vergoed.

  • ·

    Schoolreisjes en schoolexcursies waarvoor een extra ouderbijdrage wordt gevraagd.

  • ·

    Sportkleding, sportattributen of knutselkleding gerelateerd aan sport of hobby waarvoor contributie wordt gedeclareerd.

  • ·

    Teken- en schilderclubs

  • ·

    Toegangskaarten voor Purmerendse Culturele Centra (De Purmaryn, P3, Theater De Verbeelding, De Kleine Verbeelding)