Regeling vervallen per 01-01-2017

Verordening Cliëntenparticipatie Werk en Inkomen Purmerend 2010

Geldend van 12-07-2010 t/m 31-12-2016

Intitulé

Verordening Cliëntenparticipatie Werk en Inkomen 2010

De raad van de gemeente Purmerend,

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 2 juni 2010,

gelet op het bepaalde in artikel 47 Wet werk en bijstand (WWB), artikel 12 Wet investeren in jongeren (WIJ), artikel 42 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werkenemers (IOAW) en artikel 42 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ);

besluit

vast te stellen de "Verordening Cliëntenparticipatie Werk en Inkomen 2010"

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1. Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wet werk en bijstand, de Wet investeren in jongeren en de Algemene wet bestuursrecht.

  • 2. In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Purmerend;

    • b.

      cliënten: inwoners van Purmerend met een minimuminkomen;

    • c.

      CR: Cliëntenraad Werk en Inkomen;

    • d.

      minimuminkomen: een inkomen dat gelijk is aan, dan wel minder bedraagt dan 120% van de voor die persoon geldende bijstandnorm;

    • e.

      contactpersoon: ambtenaar in dienst van de gemeente Purmerend die zorgdraagt voor de contacten en afstemming met de CR.

Hoofdstuk 2 Doel, taken en bevoegdheden

Artikel 2 Doel

  • 1. De CR heeft tot doel het bevorderen van het voor belanghebbenden optimale sociaal beleid. De CR richt zich daarbij zowel op beleidsvoorbereiding, beleidsuitvoering en beleidsevaluatie.

  • 2. De CR is een instrument dat inzicht dient te verschaffen in hetgeen er onder cliënten leeft om waar mogelijk te komen tot een grotere inbreng van cliënten bij de ontwikkeling van het optimaal gewenst beleid.

  • 3. De CR is een instrument ter beoordeling van de kwaliteit van de dienstverlening van de afdeling Werk en Welzijn.

Artikel 3 Taken en Bevoegdheden

  • 1. De CR geeft gevraagd en ongevraagd advies of doet voorstellen aan het college en /of de gemeenteraad over zaken aangaande het beleid, de beleidsontwikkeling, uitvoering en evaluatie van het beleid op het gebied van:

    • a.

      de Wet werk en bijstand (WWB) inclusief de re-integratie van de gemeentelijke doelgroep;

    • b.

      de Wet investeren in jongeren (WIJ);

    • c.

      de Wet Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (Ioaw);

    • d.

      de Wet Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (Ioaz);

    • e.

      de gemeentelijke armoedebestrijding;

    • f.

      de gemeentelijke schuldhulpverlening.

  • 2. Indien het college afwijkt van het uitgebrachte advies of het initiatiefvoorstel of dit niet overneemt, dan wordt de CR hiervan gemotiveerd schriftelijk in kennis gesteld.

  • 3. Een advies of een initiatiefvoorstel van de CR wordt met meerderheid van stemmen uitgebracht en schriftelijk vastgelegd. Desgewenst worden minderheidsstandpunten in het advies vermeld.

  • 4. In voorkomende gevallen wordt het advies of initiatiefvoorstel van de CR, als ook een eventuele reactie van de ambtelijke organisatie of het college, bij de stukken gevoegd die in de desbetreffende commissievergadering en/of raadsvergadering worden behandeld.

  • 5. De CR vormt een mening over behoeften en wensen van de cliënten inzake het sociaal beleid met betrekking tot de in lid 1 genoemde regelingen.

  • 6. De CR kan, bij onderwerpen die dat nodig maken, uit haar midden commissies benoemen.

  • 7. De CR wordt in en buiten rechte vertegenwoordigd door twee gezamenlijk handelende leden, deze worden in de CR aangewezen/voorgedragen.

  • 8. De CR heeft de bevoegdheid alle aangelegenheden die de uitvoering en (de kwaliteit van) de dienstverlening door gemeente en afdeling Werk en Welzijn in de in lid 1 genoemde regelgeving raken in de overlegvergaderingen met de wethouder en/of afdelingsmanager Werk en Welzijn (of diens vervangers) aan de orde te stellen.

  • 9. De CR heeft de bevoegdheid een samenwerkingsverband aan te gaan met belangenvertegenwoordiging bij andere uitvoeringsorganisaties (bv. CWI, UWV).

  • 10. De CR heeft het recht om over alle informatie te beschikken die nodig is voor de vervulling van de taken van de CR.

Artikel 4 Aanvullende taken

  • 1. Naast het doen van voorstellen en/of het uitbrengen van advies aan de het college en/of de gemeenteraad, heeft de CR tot taak:

    • a.

      het bewaken van gemaakte afspraken en overeengekomen regelingen tussen het college, de gemeenteraad en de CR;

    • b.

      het signaleren van consequenties van vastgesteld beleid;

    • c.

      het doorgeven van deze signalen aan de het college of de gemeenteraad;

    • d.

      het onderhouden van contacten met cliënten, belangenorganisaties en de gemeente;

    • e.

      het werven van leden voor CR.

Hoofdstuk 3 Samenstelling, benoeming en zittingsduur

Artikel 5 Samenstelling

  • 1. De CR bestaat uit maximaal 18 leden.

  • 2. De leden van de CR kunnen zijn cliënten en vertegenwoordigers van maatschappelijke- en belangenorganisaties die zich inzetten voor cliënten.

  • 3. De leden van de CR die een minimuminkomen ontvangen op basis van een uitkering van de gemeente Purmerend vormen een representatieve vertegenwoordiging.

  • 4. De leden van de CR die de organisaties vertegenwoordigen kunnen zowel werknemers als leden van die organisatie zijn.

  • 5. De CR kan uit haar midden een voorzitter kiezen of deze kan extern worden geworven.

  • 6. De CR benoemd uit haar midden een secretaris, een waarnemend secretaris en een waarnemend voorzitter.

  • 7. Maximaal 5 leden kunnen namens de organisaties zitting nemen in de CR.

  • 8. De CR kan besluiten op ad hoc basis een of meerdere deskundigen uit te nodigen aan de vergadering deel te nemen. Deze personen tellen niet mee bij de bepaling van het officiële ledenaantal. Deze personen hebben geen stemrecht met betrekking tot de door de CR uit te brengen adviezen.

Artikel 6 Benoeming, zittingsduur, rechtsbescherming

  • 1. Benoeming van de leden in artikel 5, lid 3 en 5 gebeurt door het college op voorstel van de CR.

  • 2. De in artikel 5, lid 4 genoemde leden worden op voorstel van de betrokken organisaties en de CR benoemd door het college.

  • 3. De zittingsduur van de leden in artikel 5, lid 3 bedraagt vier jaar

  • 4. Na een zittingsperiode zijn leden in artikel 5, lid 3 aansluitend eenmaal opnieuw benoembaar.

  • 5. Na een zittingsperiode zijn aftredende leden van organisaties aansluitend meermalen opnieuw benoembaar.

  • 6. In afwijking van het gestelde in lid 3 kan de zittingsduur van kracht blijven zolang niet is voorzien in opvolging.

  • 7. Het lidmaatschap eindigt:

    • a.

      Indien een lid daar zelf om verzoekt;

    • b.

      Indien het lid van de CR geen cliënt meer is, hierbij aangetekend dat het lidmaatschap tot een half jaar na beëindiging van de uitkering kan worden verlengd om zo voor een vervangend lid en overdracht van de werkzaamheden te zorgen;

    • c.

      Bij overlijden.

  • 8. Het college kan op voorstel van de leden van de CR, een lid, ongeacht zijn functie, schorsen, van zijn functie ontheffen, dan wel diens benoeming intrekken. Een daartoe strekkend voorstel van de CR dient te worden aangenomen met meerderheid van 2/3 van de leden van de CR. Het college zal geen gebruik maken van deze bevoegdheid voordat hoor en wederhoor hebben plaatsgevonden.

  • 9. Het lidmaatschap is van geen enkele invloed op de behandeling van de cliënt door medewerkers van de gemeente.

Artikel 7 Vacatures

  • 1. Bij vervulling van een vacature wordt iedere cliënt in de gelegenheid gesteld zich kandidaat te stellen. De zittende leden van de CR kiezen het nieuwe lid na het sollicitatiegesprek met de voorzitter en de secretaris. Het nieuwe lid wordt overeenkomstig artikel 6 eerste lid benoemd door het college.

  • 2. Voorafgaand aan de benoeming kan een proefperiode plaatsvinden van 6 maanden met eenmalig een verlenging van 6 maanden.

  • 3. In een vacature zal worden voorzien uit de groepen als genoemd onder artikel 5.

Hoofdstuk 4 Voorzieningen

Artikel 8 Budget van de cliëntenraad

  • 1. Aan de CR wordt jaarlijks een budget toegekend ter bestrijding van onkosten van de leden gemaakt in het kader van hun werkzaamheden voor de CR, ter bestrijding van vaste lasten (huur vergaderlocatie, abonnement krant e.d.) en eigen activiteiten (cursussen e.d.).

  • 2. De middelen als bedoeld in het eerste lid worden jaarlijks toegekend op basis van een begroting en vastgesteld na indiening van het financieel jaarverslag.

  • 3. Het budget wordt ten behoeve van de CR beheerd door de afdeling Werk en Welzijn.

Artikel 9 Vergoeding van kosten

  • 1. Leden van de CR ontvangen een kostenvergoeding ter hoogte van het bedrag genoemd in de re-integratieverordening Wet werk en bijstand 2009, art.11 lid 4 voor het verrichten van vrijwilligerswerk. De kostenvergoeding wordt betaald uit het in artikel 8 bedoelde budget.

  • 2. Leden als bedoeld in artikel 5 lid 4 ontvangen geen kostenvergoeding indien zij werknemer zijn bij een organisatie.

  • 3. Indien nodig kan de vergoeding door het college worden aangepast.

  • 4. De vergoeding heeft geen gevolgen voor uitkeringen op grond van de WWB mits het maximum als bedoeld in artikel 31 lid 2 onder k WWB niet wordt overschreden.

  • 5. Reiskosten en overige relevante kosten gemaakt voor activiteiten van of in opdracht van de CR zullen op declaratiebasis worden vergoed uit het in artikel 8 bedoelde budget.

Artikel 10 Ondersteuning van de cliëntenraad

  • 1. Het college ondersteunt de CR bij gebruikmaking van gemeentelijke faciliteiten op het gebied van:

    • a.

      huisvesting;

    • b.

      vergaderruimte;

    • c.

      bureaubenodigdheden zoals computer, printer en software (zo mogelijk internet) en telefoonvoorzieningen;

    • d.

      gebruikmaking van de gemeentelijke reproductiefaciliteiten;

    • e.

      financiële middelen.

  • 2. De afdeling Werk en Welzijn benoemt een contactpersoon die zorgdraagt voor de contacten en afstemming met de CR.

Hoofdstuk 5 Vergaderingen, vergaderorde en besluitvorming

Artikel 11 Verantwoordelijkheden voorzitter en secretaris

  • 1. De voorzitter is verantwoordelijk voor het aansturen van de CR. Tevens verzorgt hij al dan niet middels inzet van anderen de communicatie met autoriteiten en/of media.

  • 2. De secretaris is verantwoordelijk voor de verzorging van de correspondentie en het in overleg met de voorzitter samenstellen van de agenda.

  • 3. De waarnemend voorzitter en secretaris treden op, in alle taken, bij ontstentenis van de voorzitter en secretaris.

Artikel 12 Vergaderingen en besluiten

  • 1. De CR vergadert tenminste 10 maal per jaar. Voorts vergadert de CR zo vaak de voorzitter en de secretaris dit wenselijk achten of als 4 andere leden daarom verzoeken. De ingelaste vergadering dient dan binnen 14 dagen na het verzoek plaats te vinden.

  • 2. De CR vergadert 4 maal per jaar met de afdelingsmanager Werk en Welzijn en de wethouder Sociale Zaken dan wel diens vervanger. Voorts zo vaak als één van beiden dit wenselijk acht en met inachtneming van de noodzakelijke tijd ter voorbereiding.

  • 3. Besluiten van de CR worden genomen met meerderheid van 2/3 van de stemmen, in vergaderingen waarbij minimaal zes personen aanwezig zijn, waaronder de voorzitter of diens waarnemer.

  • 4. Stemming over zaken gebeurt hoofdelijk en mondeling. Stemmen over personen gebeurt schriftelijk door middel van gesloten en ongetekende brieven.

  • 5. De in dit artikel bedoelde vergaderingen zijn niet openbaar.

Artikel 13 Reglement van Orde

  • 1. De CR stelt een Reglement van Orde vast, waarin hij in ieder geval regelt procedures over het aanbrengen van punten voor de vergaderagenda, het verzenden van de vergaderagenda en het tijdstip van vergaderen. Bovendien regelt hij hierin de wijze van uitnodigen van deskundigen, het overleg met de contactpersoon, de wijze waarop declaraties moeten worden ingediend, de eisen waaraan deze declaraties moeten voldoen.

  • 2. Het Reglement van Orde wordt in samenspraak met de contactpersoon opgesteld en gaat ter informatie naar het college.

Hoofdstuk 6 Slotbepalingen

Artikel 14 Onvoorziene omstandigheden

In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college, de CR gehoord.

Artikel 15 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking op de dag na die van publicatie.

  • 2. Op de in het eerste lid genoemde datum wordt ingetrokken de Verordening Cliëntenparticipatie Werk en Inkomen Purmerend 2009.

Artikel 16 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: "Verordening Cliëntenparticipatie Werk en Inkomen Purmerend 2010".

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 1 juli 2010

de griffier, J.F. Kamminga
de voorzitter, D. Bijl