Regeling vervallen per 19-03-2014

Verordening, regelende de bevoegdheden, samenstelling en werkwijze van de Adviescommissie Gemeentelijk Cultureel Centrum

Geldend van 11-03-1994 t/m 18-03-2014

Intitulé

Verordening, regelende de bevoegdheden, samenstelling en werkwijze van de Adviescommissie Gemeentelijk Cultureel Centrum

De raad van de gemeente Purmerend;

gelet op artikel 62, lid 2 van de gemeentewet;

besluit :

vast te stellen de Verordening, regelende de bevoegdheden, samenstelling en werkwijze van de Adviescommissie Gemeentelijk Cultureel Centrum

Artikel 1 Begripsomschrijving

In deze verordening wordt onder commissie verstaan de vaste commissie van Advies en Bijstand als bedoeld in artikel 91 van de gemeentewet, genaamd Adviescommissie Gemeentelijk Cultureel Centrum.

Artikel 2 Taakomschrijving

De commissie heeft tot taak burgemeester en wethouders op verzoek of eigener beweging van voorlichting en advies te dienen ter zake van het in het Gemeentelijk Cultureel Centrum te voeren artistiek beleid, alsmede het rapporteren aan burgemeester en wethouders over het verloop van het theaterseizoen en het daaraan verbinden van conclusies en/of aanbevelingen voor een volgend seizoen.

Artikel 3 Samenstelling

  • 1. In de commissie hebben zitting:

    • a.

      het hoofd van de afdeling Welzijn van de gemeente Purmerend;

    • b.

      de artistiek leider van het Gemeentelijk Cultureel Centrum;

    • c.

      zeven personen, bij voorkeur woonachtig in de gemeente Purmerend, die blijk hebben gegeven belangstelling voor en/of betrokkenheid te hebben bij podiumkunsten in het algemeen en het podiumgebeuren in Purmerend in het bijzonder.

  • 2. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om op voorstel van de commissie één of meer leden aan de commissie toe te voegen.

  • 3. De leden als bedoeld in lid 1, sub c, worden benoemd door burgemeester en wethouders.

  • 4. De zittingsduur van de leden is gelijk aan die van het raadslidmaatschap en valt daarmee samen. Een afgetreden lid kan opnieuw worden benoemd.

  • 5. Een lid, dat ter vervulling van een tussentijds opengevallen plaats is aangewezen, treedt af op het tijdstip, waarop degene in wiens plaats hij is aangewezen, moest aftreden.

Artikel 4 Voorzitter

Het hoofd van de afdeling Welzijn van de gemeente Purmerend treedt op als voorzitter van de commissie.

De commissie benoemt uit haar midden een plaatsvervangend voorzitter.

Artikel 5 Beleggen vergaderingen

  • 1. De commissie komt bijeen:

    • a.

      na schriftelijke oproep van de voorzitter;

    • b.

      op verzoek van ten minste drie van haar leden;

    • c.

      op verzoek van burgemeester en wethouders, met dien verstande dat de commissie ten minste 2 x per jaar normaliter in de maanden oktober en november bijeenkomt.

    In de gevallen bedoeld achter b en c belegt de voorzitter de vergadering binnen twee weken na de dag van ontvangst van het verzoek.

  • 2. De voorzitter bepaalt plaats, datum en uur van de vergadering en roept de leden schriftelijk tot de vergadering op.

  • 3. Deze oproepen worden - spoedeisende gevallen uitgezonderd - ten minste een week voor het houden van de vergadering aan de leden van de commissie bezorgd en vermelden de zaken, waarvoor de vergadering is belegd.

    De voorzitter zorgt, dat van openbare commissievergaderingen - tegelijk met de oproeping - plaats, datum en uur van de vergadering ter openbare kennis worden gebracht met vermelding van de zaken waarvoor de vergadering is belegd.

Artikel 6 Vergader- en besluitquorum

  • 1. De commissie mag niet beraadslagen of beslissen als niet ten minste de helft van het aantal leden aanwezig is.

  • 2. De stemgerechtigde leden beslissen met meerderheid van stemmen; bij het staken der stemmen wordt geacht geen beslissing te zijn genomen.

  • 3. Stemrecht hebben alle leden, met uitzondering van de voorzitter en de artistiek leider van het Gemeentelijk Cultureel Centrum.

  • 4. Elk lid kan slechts één stem uitbrengen.

  • 5. De commissie mag wel beraadslagen maar niet beslissen over andere zaken dan waarvoor overeenkomstig artikel 5, lid 3, de vergadering is belegd.

Artikel 7 Openbare en besloten vergaderingen

De vergaderingen van de commissie zijn in beginsel openbaar, maar kunnen geheel of gedeeltelijk besloten zijn, zulks ter beoordeling van de voorzitter of wanneer de meerderheid der aanwezige commissieleden daarom verzoekt.

Indien tijdens een besloten vergadering de meerderheid der commissieleden zulks verzoekt, wordt overgegaan tot een openbare vergadering, met dien verstande, dat daartoe niet kan worden overgegaan alvorens de voorzitter de beweegredenen, die aanleiding hebben gegeven tot het houden van de besloten vergadering, heeft uiteengezet.

Artikel 8 Geheimhouding

  • 1. De commissie kan omtrent het in een besloten vergadering behandelde en omtrent de inhoud van stukken, welke aan de commissie worden overgelegd, geheimhouding opleggen. Zij wordt zowel door de leden die bij de behandeling tegenwoordig waren, als door de leden die op andere wijze van het behandelde en van de stukken kennis nemen, in acht genomen totdat de commissie haar opheft.

  • 2. De voorzitter van de commissie kan omtrent de inhoud van de stukken, als bedoeld in vorig lid, voorlopige geheimhouding opleggen. Hij geeft hiervan terstond kennis aan de commissie. De voorlopige geheimhouding vervalt, indien zij niet aan de commissie in haar eerstvolgende vergadering ter bekrachtiging wordt aangeboden.

Artikel 9 Wijze van beraadslaging

De beraadslaging over elk aan de orde zijnd agendapunt vindt in beginsel plaats in twee termijnen.

Elke termijn eindigt, nadat de voorzitter de sprekers heeft geantwoord.

Niemand voert in dezelfde termijn tweemaal het woord. Het stellen van een vraag om inlichtingen over een in behandeling zijnd agendapunt, zonder dat daarbij een toelichting wordt gegeven, wordt niet als het voeren van het woord in enige termijn aangemerkt.

Artikel 10 Spreken vanaf publieke tribune

  • 1. De voorzitter stelt, nadat de commissieleden in eerste termijn het woord hebben gevoerd en de voorzitter heeft geantwoord, de aanwezigen op de publieke tribune, die hem hierom hebben verzocht, in de gelegenheid hun mening kenbaar te maken en informatie te verstrekken dan wel vragen te stellen omtrent een aan de orde zijnd agendapunt, tenzij - in bijzondere omstandigheden - de voorzitter dan wel de meerderheid van de commissieleden een andere spreekvolgorde wenselijk acht.

  • 2. Nadat tijdens de rondvraag de commissieleden het woord hebben gevoerd en de voorzitter heeft geantwoord, stelt de voorzitter de aanwezigen op de publieke tribune, die hem hierom hebben verzocht, in de gelegenheid vragen te stellen omtrent één of meer tot het werkterrein van de commissie behorende onderwerpen. Over de gestelde vragen, waarop in de regel de voorzitter zal antwoorden, wordt geen discussie gevoerd. Vragen, die niet onmiddellijk beantwoord kunnen worden, worden genotuleerd en later schriftelijk afgedaan, met afschrift van dit antwoord aan de leden van de commissie. De voorzitter kan bij aanvang of in de loop van de beraadslagingen ten aanzien van de spreektijd van de aanwezigen regelen treffen, één en ander onverlet het recht van de commissie, als bedoeld in artikel 11, vierde lid.

Artikel 11 Aanwezigheid enz. niet-leden

  • 1. De voorzitter van de commissie is bevoegd en, als tenminste de helft van de leden dit wenst, verplicht ambtenaren en/of externe deskundigen, belanghebbenden en belangstellenden uit te nodigen in de vergadering van de commissie te verschijnen, teneinde de in die vergadering te behandelen informatie te verstrekken. Indien hieraan kosten zijn verbonden, wordt hiervoor vooraf toestemming aan het college van burgemeester en wethouders gevraagd.

  • 2. Onverminderd het hiervoor gestelde kunnen burgemeester en wethouders bij afzonderlijke beslissing bepalen, dat door hen aangewezen ambtenaren verplicht zijn de commissieleden op hun verzoek en desgewenst ter plaatse alle inlichtingen te verstrekken.

  • 3. De leden van het college van burgemeester en wethouders zijn te allen tijde bevoegd deel te nemen aan openbare en besloten vergaderingen van de commissie indien daarin zaken aan de orde komen, die specifiek behoren tot de door hen beheerde portefeuille.

  • 4. Met inachtneming van hetgeen in deze verordening is geregeld met betrekking tot de werkwijze en de wijze van vergaderen van de commissie, is de commissie bevoegd de werkwijze en de wijze van vergaderen zelf te bepalen.

Artikel 12 Secretariaat, ondertekening stukken, verslaglegging

  • 1. De voorzitter is belast met het uitvoeren van beslissingen van de commissie.

  • 2. De commissie kiest uit haar midden een secretaris.

  • 3. De secretaris tekent met de voorzitter de uitgaande stukken; van het besprokene tijdens een commissievergadering wordt door de secretaris een verslag opgemaakt waarvan een afschrift wordt verzonden aan de leden van de commissie alsmede aan anderen, die aan de vergadering hebben deelgenomen en daarin het woord hebben gevoerd; laatstgenoemden worden vóór de vaststelling van het verslag in de gelegenheid gesteld ter zake opmerkingen, zo mogelijk schriftelijk aan de secretaris kenbaar te maken, voor zover het gaat om dat deel van de vergadering, waarin zij het woord hebben gevoerd.

  • 4. Daadelijk na de opening van de vergadering onderwerpt de voorzitter de aan de leden toegezonden verslagen aan de goedkeuring van de commissie.

  • 5. Zijn de verslagen goedgekeurd, dan worden ze door de voorzitter en de secretaris ondertekend.

  • 6. Worden de verslagen niet goedgekeurd, dan zorgt de secretaris voor een wijziging daarvan met inachtneming van de gerezen besenkingen. Daarna is het bepaalde in het voorgaande lid van overeenkomstige toepassing.

Artikel 13 Wijze van voorstellen en adviseren

  • 1. De commissie doet, hetzij uit eigen beweging, hetzij op verzoek, de door haar ter zake nodig geachte voorstellen aan burgemeester en wethouders en dient hen desgewenst van advies.

  • 2. De voorstellen en adviezen dienen steeds schriftelijk te worden gedaan c.q. gegeven en behelzen, indien ten aanzien van een bepaald onderwerp door de commissie geen eenstemmig voorstel c.q. advies uitgebracht kan worden, de verschillende gevoelens van de commissieleden.3. De secretaris zorgt ervoor, dat aan de commissieleden en de commissie Welzijn afschriften van de in het vorige lid bedoelde voorstellen en adviezen worden gezonden.

Artikel 14 Kosten en vergaderruimte

  • 1. De kosten van de vergaderingen en de verdere uitgaven van de commissie komen ten laste van de Algemene Dienst van de gemeente. Burgemeester en wethouders stellen daartoe vergader- en archiefruimte ter beschikking.

  • 2. Eventuele andere door de commissie te maken kosten komen ten laste van de begroting van het Gemeentelijk Cultureel Centrum.

Artikel 15

Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening Adviescommissie Gemeentelijk Cultureel Centrum."

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van 14 juli 1988
de secretaris, F.R. van Lang
de voorzitter, J.A.C. van Burg