Regeling vervallen per 01-01-2020

Regeling reis- en verblijfskosten Purmerend 2006

Geldend van 01-01-2011 t/m 31-12-2019

Intitulé

Regeling reis- en verblijfskosten Purmerend 2006

Burgemeester en wethouders van Purmerend;

gelet op het bepaalde in artikel 15:1:22 van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Purmerend,

gelet op het instemmende besluit van de Ondernemingsraad d.d. 23 maart 2006

Besluiten

vast te stellen de navolgende regeling

Regeling reis- en verblijfkosten Purmerend 2006

1. Algemene bepalingen

Artikel 1

Begripsomschrijving

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

  • -

    medewerker: de ambtenaar in de zin van art. 1:1 onder a van de collectieve arbeidsvoorwaardenregeling sector gemeenten, met uitzondering van degene op wie ter zake een andere regeling van toepassing is.

  • -

    manager: de direct leidinggevende, voor de medewerker de teammanager, voor de teammanager de afdelingsmanager, voor de afdelingsmanager de directeur, voor de directeur de algemeen directeur, voor de algemeen directeur/gemeentesecretaris het college van B&W;

  • -

    structureel gebruik van de auto: de algemeen directeur beslist, gehoord de voordracht van het management, welke medewerkers structureel de auto voor de dienst nodig hebben.

2. Vergoedingen wegens dienstreizen buiten de gemeente Purmerend

Artikel 2

Openbaar vervoer

  • 1.

    Een dienstreis buiten de gemeente Purmerend wordt in de regel met openbaar vervoer gemaakt;

  • 2.

    Degene die tijdens een dienstreis gebruik maakt van vervoer per trein, kan voor rekening van de gemeente in de eerste klasse reizen;

  • 3.

    De in verband met een dienstreis gemaakte kosten van openbaar vervoer worden vergoed blijkens overgelegde bewijsstukken.

Artikel 3

Eigen motorvoertuig indien openbaar vervoer niet mogelijk is of niet doelmatig is

Indien de dienstreis naar het oordeel van de manager niet of niet op doelmatige wijze per openbaar vervoer kan worden gemaakt, kan de manager de medewerker, onverminderd het bepaalde in artikel 15:1:24 van de Uitwerkingsovereenkomst, toestemming verlenen voor de dienstreis gebruik te maken van een eigen motorvoertuig tegen een vergoeding van € 0,28 netto per kilometer.

Artikel 4

Indien de manager van oordeel is dat het dienstbelang ermee is gebaat dat tijdens een dienstreis naast openbaar vervoer tevens gebruik wordt gemaakt van een (trein) taxi, worden de aan dat taxigebruik verbonden kosten, op basis van overgelegde bewijsstukken, volledig vergoed.

Artikel 5

Vergoeding wegens verblijfskosten

  • 1.

    De vergoeding wegens verblijfskosten tijdens dienstreizen buiten de gemeente Purmerend wordt vastgesteld overeenkomstig het bepaalde in artikel 5 van de Reisregeling Binnenland

  • 2.

    Geen aanspraak op vergoeding wegens verblijfskosten bestaat voor een dienstreis korter dan vier uur.

3. Vergoedingen wegens dienstreizen binnen de gemeente Purmerend

Artikel 6

  • 1. Een dienstreis binnen de gemeente Purmerend wordt in de regel met de dienstfiets gemaakt;

  • 2. Voor het gebruik, indien dit door de manager noodzakelijk wordt geacht, van de eigen (brom)fiets binnen de gemeente Purmerend ten behoeve van de dienst, wordt een vergoeding toegekend zoals geregeld is in artikel 2, tweede lid (bromfiets), respectievelijk artikel 4 (fiets) van de Reisregeling Binnenland.

Artikel 7

  • 1. Indien de dienstreis binnen de gemeente Purmerend niet of niet op doelmatige wijze per dienstfiets kan worden gemaakt, kan de manager de medewerker, onverminderd het bepaalde in artikel 15:1:24 van de Uitwerkingsovereenkomst, toestemming verlenen voor de dienstreis gebruik te maken van een eigen motorvoertuig tegen een vergoeding van € 0,28 netto per kilometer

  • 2. Aan de medewerker die met toestemming van de manager structureel gebruik maakt van het eigen motorvoertuig wordt in aanvulling op het gestelde in het eerste lid van dit artikel een vergoeding verleend voor iedere gereisde kilometer op het traject tussen de woning en de plaats van het werk van € 0,19 per kilometer.

  • 3. Er bestaat dan niet langer aanspraak op een tegemoetkoming in de reiskosten woon-werkverkeer zoals bedoeld in artikel 8 van deze regeling.

4. Tegemoetkoming reiskosten woon-werkverkeer

Artikel 8

De medewerker die niet op grond van 15:1:17 CAR/UWO opdracht heeft om te verhuizen, alsmede geen vergoeding ontvangt op grond van artikel 7, lid 2 van deze regeling, heeft aanspraak op een tegemoetkoming in de kosten voor het dagelijks heen en weer reizen tussen de woning en de plaats van tewerkstelling, indien de te reizen afstand meer dan tien kilometer bedraagt.

Artikel 9

  • 1.

    De tegemoetkoming in de reiskosten, bedoeld in artikel 9 van deze regeling, is gelijk aan de kosten openbaar vervoer naar de laagste klasse met een maximum van € 111,91 per maand.

  • 2.

    De tegemoetkoming in de reiskosten, genoemd in het eerste lid, wordt verminderd met een eigen bijdrage van € 49,39, met dien verstande dat een tegemoetkoming van € 2,27 of minder niet wordt uitbetaald.

  • 3.

    De tegemoetkoming van de reiskosten, genoemd in het eerste lid, alsmede de eigen bijdrage, genoemd in het tweede lid, wordt gedifferentieerd naar het aantal te reizen dagen per week, met dien verstande dat bij vier dagen of meer de maximale bedragen van de tegemoetkoming en de eigen bijdrage worden gehanteerd. Voor degene die minder dan vier dagen per week reist, dient een kwart van de maximale tegemoetkoming, verminderd met een kwart van de eigen bijdrage, vermenigvuldigd te worden met het aantal dagen per week dat gereisd wordt. De minimaal uit te betalen vergoeding € 2,27 wordt evenredig gedifferentieerd.

  • 4.

    De bedragen, genoemd in de leden 1 en 2 van dit artikel, worden jaarlijks aangepast op grond van de Algemene consumentenprijsindex. De in dit artikel genoemde bedragen zijn gebaseerd op prijspeil 2009.

5. Overige bepalingen

Artikel 10

Vaste vergoedingen

  • 1.

    Ter vervanging van de in deze regeling bedoelde vergoedingen voor diensreizen, kan de manager, gelet op de duur en de veelvuldigheid in gebruik van het eigen vervoermiddel bij de dienstuitoefening, een vast bedrag per maand vaststellen.

  • 2.

    Bij berekening van het bedrag bedoeld in het eerste lid, wordt uitgegaan van de gemiddelde kosten die de dienstuitoefening van de medewerker in de regel vereist. Het vaste bedrag per maand bedraagt niet meer dan de vergoeding die het vervangt. Hierop wordt toegezien door middel van een steekproefsgewijze controle.

  • 3.

    In geval van ziekte wordt geen vaste vergoeding uitbetaald over de duur van de ziekte indien deze langer dan vier weken heeft geduurd.

  • 4.

    Een vaste vergoeding wordt in ieder geval herzien zodra wijziging van betekenis optreedt in de omstandigheden die tot het toekennen van die vergoeding hebben geleid.

Artikel 11

Reisdeclaraties

Het declareren van de reis- en verblijfkosten vindt plaats op een door de algemeen directeur voorgeschreven wijze, onder overlegging van de vereiste bewijsstukken.

6. Slotbepalingen

Artikel 12

De algemeen directeur is bevoegd te besluiten, voor zover nodig in afwijking van de in voorgaande artikelen gestelde regels, in gevallen waarin deze regeling naar zijn oordeel niet of niet naar redelijkheid voorziet.

Artikel 13

Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2006

  • 2.

    Op het tijdstip, genoemd in het eerste lid, komen de Vergoedingsregeling reis- en verblijfskosten Purmerend 2005 alsmede de in aanvulling op deze regeling vastgestelde compensatieregeling kenmerk 371283 van 29 augustus 2005 te vervallen.

Artikel 14

Aanhalingstitel

Deze regeling kan worden aangehaald als: Vergoedingsregeling reis- en verblijfskosten Purmerend 2006

Ondertekening

Aldus vastgesteld in onze vergadering van 7 maart 2006
de secretaris,
S.M.M. Borgers
de burgemeester,
L. Verbeek