Regeling vervallen per 13-12-2016

Flexibele werktijdenregeling voor het personeel in dienst van de gemeente Purmerend

Geldend van 01-01-2007 t/m 12-12-2016

Intitulé

flexibele werktijdenregeling voor het personeel in dienst van de gemeente Purmerend

Burgemeester en wethouders van Purmerend

gelet op artikel 4 CAR/UWO; gelet op de verkregen instemming van de onderneminsgraad;

besluiten

vast te stellen de navolgende flexibele werktijdenregeling voor het personeel in dienst van de gemeente Purmerend

Flexibele werktijdenregeling 2007

Artikel 1

Definities

  • 1.

    medewerker: diegene die is aangesteld om in openbare dienst arbeid te verrichten, alsmede de medewerker die op arbeidsovereenkomst werkzaam is.

  • 2.

    arbeidstijd: de jaarlijks door de gemeentesecretaris vastgestelde werktijd op jaarbasis. Deze geldt voor deeltijders naar rato.

  • 3.

    flexibele werktijd:de tijden waarbinnen variabele werktijden kunnen worden ingepland.

  • 4.

    variabele arbeidstijd:de mogelijkheid voor de medewerker om, in overleg met de teammanager, binnen de flexibele werktijden en buiten de uren die zijn ingeroosterd, de arbeidstijd zelf in te vullen.

  • 5.

    rooster: de voor de medewerker in het belang van de dienst vastgestelde werktijden.

Artikel 2

Kantoortijd

  • 1.

    Op maandag tot en met vrijdag gelden de volgende flexibele werktijden:

    Aanvang vanaf 7.15 - einde ten laatste 18.00.

  • 2.

    Tussen bovengenoemde tijdstippen kan de werktijd variabel worden ingevuld, met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 3 en 4 van deze regeling.

  • 3.

    Van de flexibile werktijden kan, na toestemming van het DT, worden afgeweken.

Artikel 3

Rooster

  • 1.

    Met inachtneming van artikel 4:2 van de CAR, worden door de teammanager met de medewerkers, met in achtneming van de te leveren kwaliteit en kwantiteit van de dienstverlening, afspraken gemaakt over de wijze waarop de arbeidstijd zal worden ingeroosterd. Het rooster kan uren omvatten die niet vallen binnen de in artikel 2 genoemde flexibele werktijden.

  • 2.

    Binnen dat rooster kan gebruik gemaakt worden van de bandbreedte zoals genoemd in artikel 4:1 van de CAR.

  • 3.

    De medewerker is, ook bij wijzigingen van het rooster, minimaal één maand van te voren op de hoogte van het geldende rooster.

  • 4.

    Bij het vaststellen van het rooster wordt, voor zover de dienst dat toelaat, zo veel als mogelijk rekening gehouden met de persoonlijke wensen en verplichtingen van de individuele medewerker.

Artikel 4

Werktijden

  • 1.

    Onverminderd de bepalingen van deze regeling bedraagt de aaneengesloten arbeidstijd nimmer meer dan 5 uur.

  • 2.

    De in artikel 4:2, lid 2, onder c van de CAR bedoelde pauze bedraagt ten minste een aaneengesloten tijdvak van 30 minuten.

  • 3.

    De arbeid wordt zodanig georganiseerd dat er per dienst maximaal 9 uur, per week maximaal 45 uren en in elke periode van 13 opeenvolgende weken gemiddeld 40 uur per week arbeid wordt verricht. Van dit artikel kan slechts worden afgeweken nadat hieromtrent instemming is verkregen van de OR.

  • 4.

    Vergaderingen worden zo veel als mogelijk binnen de voor de medewerker(s) vastgestelde arbeidstijd gehouden. Is het niet mogelijk de vergadering binnen de voor de medewerker(s) vastgestelde arbeidstijd te plannen dan wordt de vergadering alsnog gezien als ingeroosterde arbeidstijd en worden die uren op een ander moment gecompenseerd.

Artikel 5

Rusttijd

De dagelijkse rusttijd bedraagt ten minste 11 uur in een aaneengesloten tijdsruimte van 24 uur, welke rusttijd één maal per periode van 7 maal 24 uren mag worden ingekort tot ten minste 8 uren. De in de vorige volzin bedoelde tijdruimte vangt aan op het eerste tijdstip van de dag, waarop de medewerker arbeid verricht.

Artikel 6

Afwijking

Voor individuele medewerkers kunnen in bepaalde gevallen op grond van de Arbeidstijdenwet aanvullende regels zijn gesteld op het gebied van arbeids- en rusttijden.

Artikel 7

Kortdurend verzuim

Bezoeken aan arts, tandarts e.d. worden zo veel als mogelijk buiten de voor betrokkene geldende werktijden afgelegd. Indien het noodzakelijk is dat dergelijke bezoeken geheel of gedeeltelijk binnen de geldende werktijd plaatsvinden, dan worden de gebruikelijke aanvangs-, pauze- en eindtijden van de medewerker ook in deze situatie als begin-, pauze- en eindtijd gehanteerd.

Artikel 8

Overgangsmaatregelen

Voor die afdelingen waarvoor, op grond van de oude regeling, nu reeds roosters zijn vastgesteld, geldt dat de huidige roosters gehandhaafd blijven.

Artikel 9

Slotbepaling

De "Arbeidstijdenregeling 1999" wordt met in werking treden van deze regeling ingetrokken.

Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2007.

Deze regeling kan worden aangehaald als "flexibele werktijdenregeling 2007" ("flex. werktijd")

Ondertekening

Aldus vastgesteld d.d. 4 december 2006
de secretaris,
S.M.M. Borgers
de burgemeester,
L. Verbeek