Regeling vervallen per 25-01-2014

Subsidieverordening inzake onderhoud gemeentelijke monumenten Putten

Geldend van 01-04-1998 t/m 24-01-2014

Intitulé

Subsidieverordening inzake onderhoud gemeentelijke monumenten Putten

HOOFDSTUK I ALGEMENE BEPALINGEN

Vastgesteld bij besluit van de raad van 5 maart 1998, nr. 980607a

VERORDENING Subsidieverordening inzake onderhoud gemeentelijke monumenten Putten

Artikel 1

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

a.

onderhoud:

werkzaamheden noodzakelijk om een monument in goede staat te houden c.q. als zodanig in stand te houden en/of om toekomstig groot onderhoud en kostbare restauraties te voorkomen of te verminderen;

b.

gemeentelijke monumenten:

alle objecten welke zijn geplaatst op de door de gemeente Putten vastgestelde lijst voor beschermde monumenten.

Artikel 2

  • 1. Indien de in de Gemeentebegroting daartoe bestemde middelen dat toelaten kunnen burgemeester en wethouders met inachtneming van deze regeling subsidie toekennen ten behoeve van het onderhoud van in de gemeente Putten gelegen monumenten.

  • 2. Indien de in lid 1 bedoelde gelden zijn uitgeput kunnen B. en W. de aanvraag om subsidie afwijzen.

Artikel 3

In de kosten van onderhoud kan geen subsidie worden toegekend voor zover de kosten:

  • a.

    op grond van verzekeringsovereenkomsten gedekt zijn;

  • b.

    op grond van de Wet op de omzetbelasting op verschuldigde belasting in mindering kunnen worden gebracht.

Artikel 4

Het subsidie, bedoeld in artikel 2, kan uitsluitend worden toegekend:

  • 1.

    aan de natuurlijke persoon of rechtspersoon die krachtens enig zakelijk recht het genot heeft van een monument;

  • 2.

    in de door B. en W. subsidiabel geachte kosten van onderhoud die zijn uitgevoerd binnen één kalenderjaar, welke kosten een bedrag van € 681,-- te boven gaan, met dien verstande dat, indien het onderhoud geheel door zelfwerkzaamheid wordt uitgevoerd, het subsidie slechts kan worden toegekend in materiaalkosten welke een bedrag van € 454,-- te boven gaan, mits de uit te voeren werkzaamheden naar oordeel van B. en W. voor zelfwerkzaamheid in aanmerking komen.

Artikel 5

  • 1. Het subsidie bedoeld in artikel 2, kan uitsluitend worden uitbetaald indien de wijze waarop het onderhoud is uitgevoerd heeft plaatsgevonden overeenkomstig de voorschriften in de bij deze regeling behorende en hiervan deel uitmakende bijlage.

  • 2. B. en W. kunnen de voorschriften in de in het vorige lid genoemde bijlage wijzigen en nieuwe voorschriften aan de bijlage toevoegen.

Artikel 6

Het subsidie kan worden toegekend in de volgende onderhoudskosten:

  • a

    herstel en vernieuwen van rieten daken (met deklatten en beperkt herstel van sporen);

  • b

    herstel van dakvlakken gedekt met pannen (met panlatten), leien, lood, zink of koper met beperkt herstel van dakbeschot en sporen;

  • c

    herstel van goten (in zink, koper of lood) inclusief bijbehorende hemelwaterafvoeren; het aanbrengen van goten waar deze niet eerder aanwezig waren, inclusief aansluitingen op riolering en open water;

  • d

    herstel van buitenkozijnen, buitendeuren, raampartijen, luiken, stoepen, roedenverdeling, lijstwerk;

  • e

    herstel van windveren, schoorstenen, kapellen en loodaansluitingen;

  • f

    herstel van dak-/torenluiken, loopbruggen, het afgazen van torenopeningen;

  • g

    inboeten, beperkt herstel muurwerk en opvoegen of pleisteren van gevels;

  • h

    beperkt vervangen of inboeten van natuursteen;

  • i

    behandeling van muur- en houtwerk ter regulering van de vochthuishouding dan wel ter bestrijding van zwamaantasting of houtaantasters;

  • j

    herstel c.q. vervangen van de bestaande en indien nodig aanbrengen van een nieuwe bliksembeveiliging;

  • k

    buitenschilderwerk en binnenschilderwerk wat betreft de buitenramen, -kozijnen en -deuren, mits er een technische noodzaak bestaat;

  • l

    beperkt herstel van dragende constructies (ankerbalkgebinten, schoren en platen, balkkoppen, spantbenen;

  • m

    herstel van glas-in-lood, beglazing en aanbrengen van beschermende beglazing voor gebrandschilderd glas;

  • n

    vervanging en herstel van overige bouwelementen met waarde van grote zeldzaamheid of historische waarde;

  • o

    het plaatsen of vervangen van achterzetbeglazing

  • p

    orgels: het stemmen, het verhelpen van storingen en het bijregelen van het mechaniek, alsmede incidentele werkzaamheden aan het pijpwerk van orgels;

  • q

    het aanbrengen van inspectievoorzieningen zoals dakluiken en klimhaken.

Artikel 7

Degene ten behoeve van wie subsidie is aangevraagd dient een door B. en W. aangewezen deskundige desgewenst de gelegenheid te geven de wijze waarop het onderhoud wordt of is uitgevoerd te controleren.

HOOFDSTUK IISUBSIDIEBEDRAG / -PERCENTAGE

Artikel 8

Het subsidie in de kosten van onderhoud aan monumenten, zoals bedoeld in artikel 1, sub b bedraagt 20% van het totaal van door B. en W. subsidiabel geachte kosten, met een maximum van € 2.269,-- per kalenderjaar.

HOOFDSTUK III PROCEDURE

Artikel 9

  • 1. De aanvraag om subsidie dient van tevoren schriftelijk bij B. en W. te worden ingediend. De aanvraag dient vóór 1 april van het jaar waarin de werkzaamheden uitgevoerd zullen worden, te worden ingediend. De uitvoering van de werkzaamheden mag niet eerder beginnen dan nadat B. en W. een subsidiebeschikking hebben afgegeven;

  • 2. Indien na de behandeling van de aanvragen ingediend voor 1 april blijkt dat er nog budget beschikbaar is, geldt een uiterste indiendatum van 1 september.

  • 3. Bij de aanvraag dienen ter goedkeuring te worden overlegd:

    • a

      een gespecificeerde offerte c.q. gespecificeerde offerten van de uit te voeren onderhoudswerkzaamheden;

    • b

      een inspectierapport van de Stichting Monumentenwacht Gelderland dan wel van een onafhankelijk deskundige of onafhankelijke deskundige instantie, opgesteld voorafgaand aan de uitvoering van het onderhoud in het jaar waarop de aanvraag betrekking heeft of het daaraan voorafgaande jaar;

  • 4. B. en W. kunnen bepalen dat naast de in lid 3 bedoelde bescheiden andere bescheiden worden overlegd.

  • 5. Aanvragen ten aanzien waarvan niet wordt voldaan aan de eisen gesteld in of krachtens de voorgaande leden worden niet ontvankelijk verklaard, tenzij ter zake ontheffing is verleend als bedoeld in artikel 12.

  • 6. de werkzaamheden dienen binnen 1 jaar na de datum van de subsidiebeschikking te zijn voltooid.

Artikel 10

  • 1. B. en W. delen binnen 8 weken na 1 april c.q. 1 september, de uiterste indiendatum voor de aanvragen, doch uiterlijk 1 juni c.q. 1 november de beslissing op de aanvraag schriftelijk mede aan de aanvrager. Deze termijn kan ten hoogste met 4 weken worden verlengd. De behandeling van de aanvragen geschiedt op basis van bouwkundige prioriteit.

  • 2. Indien de beslissing een weigering tot het verlenen van subsidie inhoudt, worden de redenen daarvan vermeld.

Artikel 11

Verzoek om uitbetaling van het subsidie

  • 1.

    het verzoek om uitbetaling van het subsidie dient binnen 8 weken na de feitelijke beëindiging van het onderhoud bij de gemeente te worden ingediend;

  • 2.

    Uitbetaling van het subsidie geschiedt op verzoek:

    • a

      nadat de uitgevoerde onderhoudswerkzaamheden zijn goedgekeurd door de gemeente of een door de gemeente aangewezen onafhankelijke deskundige instantie;

    • b

      nadat de op de uitgevoerde onderhoudswerkzaamheden betrekking hebbende rekeningen en betaalbewijzen zijn gecontroleerd en akkoord bevonden;

    • c

      door overmaking op een rekening bij een in Nederland gevestigde bankinstelling ten gunste van degene aan wie het subsidie is toegekend;

  • 3.

    Indien de beslissing tot uitbetaling van het subsidie negatief is, worden de redenen daarvan vermeld.

HOOFDSTUK IV BIJZONDERE EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 12

  • B.

    en W. kunnen in bijzondere gevallen:

    • a

      ontheffing verlenen van de bepalingen en voorschriften van de verordening;

    • b

      bijzondere voorschriften stellen.

Artikel 13

B.en W. brengen jaarlijks aan de gemeenteraad verslag uit over de toepassing van de verordening.

Artikel 14

De Algemene wet bestuursrecht is van toepassing op de gemeentelijke subsidie- en uitbetalingsbeschikkingen.

Artikel 15

Vanaf de datum van inwerkingtreding van deze verordening komt de "Verordening subsidieregeling gemeentelijke monumentale panden" van 2 december 1993 te vervallen.

Artikel 16

  • 1 Deze verordening kan worden aangehaald als de "Subsidieverordening inzake onderhoud gemeentelijke monumenten Putten ";

  • 2 Zij treedt in werking op 1 april 1998.