Verordening langdurigheidstoeslag gemeente Putten

Verordening langdurigheidstoeslag

gemeente Putten

Vastgesteld bij besluit van de raad van 11 juni 2009 nr. 162709

Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

• a.

  college:

  het college van burgemeester en wethouders;

• b.

  de wet:

  de Wet werk en bijstand;

• c.

  referteperiode:

  een periode van 36 maanden voorafgaand aan de peildatum;

• d.

  peildatum:

  de datum waarop langdurigheidstoeslag wordt aangevraagd;

• e.

  WTOS:

  Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten;

• f.

  WSF 2000:

  Wet Studiefinanciering;

• g.

  bijstandsnorm:

  de norm bedoeld in artikel 5 onderdeel c van de wet.

Uitvoering

De uitvoering van deze verordening berust bij het college.

Voorwaarden

• 1.

  Onverlet het bepaalde in artikel 36 van de wet komt in aanmerking voor de langdurigheidstoeslag de belanghebbende die gedurende een onafgebroken periode van 36 maanden aangewezen is geweest op een inkomen dat lager is dan de in die (gezins)situatie geldende norm voor iemand van 65 jaar of ouder conform artikel 22 van de wet.

• 2.

  Niet voor de langdurigheidstoeslag komt in aanmerking de belanghebbende die een opleiding volgt als bedoeld in de WTOS, dan wel een studie volgt als genoemd in de WSF 2000.

Hoogte van de toeslag

De langdurigheidstoeslag bedraagt

• a.

  voor gehuwden: 3,2% van de voor hen geldende bijstandsnorm per jaar;

• b.

  voor alleenstaande ouders: 3,2% van de voor hen geldende bijstandsnorm per jaar;

• c.

  voor alleenstaanden: 3,2% van de voor hen geldende bijstandsnorm per jaar.

Onvoorziene gevallen

In gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist het college.

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2009.

Citeertitel

Deze verordening kan aangehaald worden als : Verordening langdurigheidstoeslag Wet werk en bijstand gemeente Putten.