Regeling vervallen per 15-10-2012

Verordening op de uitgangspunten voor het financieel beleid, alsmede de regels voor het financieelbeheer en voor de inrichting van de financiele organisatie van de gemeente Raalte

Geldend van 01-01-2009 t/m 14-10-2012

Intitulé

Verordening op de uitgangspunten voor het financieel beleid, alsmede de regels voor het financieelbeheer en voor de inrichting van de financiele organisatie van de gemeente Raalte

De raad van cte gemeente Raalte,gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 12 augustus 2008,gelet op artikel 212 van de gemeentewet,besluit:vast te stellen:de verordening op de uitgangspunten voor het financieel beleid, alsmede de regels voor het financieel beheer en voor de inrichting van de financiele organisatie van de gemeente Raalte.

Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen

Artikel 1 Definities

  • a.

    afdeling: de desbetreffende organisatorische eenheid die is ontstaan na toewijzing van taken.

  • b.

    administratie: het systematisch verzamelen, vastleggen, verwerken en verstrekken van informatie ten behoeve van het besturen, het functioneren en het beheersen van (onderdelen van) de organisatie van de gemeente Raalte en ten behoeve van de verantwoording die daarover moet worden afgelegd.

  • c.

    rechtmatigheid: het in overeenstemming zijn met geldende wet- en regelgeving, waaronder gemeentelijke verordeningen en andere voorschriften.

  • d.

    doelmatigheid: de mate waarin de gemeente er in slaagt met een zo beperkt mogelijke inzet van beschikbare middelen het gewenste resultaat te bereiken.

  • e.

    doeltreffendheid: de mate waarin de gemeente erin slaagt met de geleverde prestaties de gestelde doelen of de beoogde maatschappelijke effecten van het beleid ook daadwerkelijk worden behaald.

Hoofdstuk 2 Begroting en verantwoording

Artikel 2 Programma-indeling

  • 1 De raad stelt de programma-indeling vast.

  • 2 De raad stelt per (deel-)programma vast:

    • a.

      het maatschappelijk doel en de hieruit voortvloeiende subdoelstellingen (outcome): wat willen we bereiken?

    • b.

      de te leveren prestaties (output): wat gaan we daarvoor doen?

    • c.

      de raming van baten en lasten (input): wat mag het kosten?

  • 3 De raad stelt op voorstel van het college per (deel)-programma relevante indicatoren vast voor het meten van en het afleggen van verantwoording over de gemeentelijke productie van goederen en diensten en de maatschappelijke effecten van het gemeentelijk beleid.

Artikel 3 Perspectiefnota

  • 1 Het college biedt de raad jaarlijks een perspectiefnota aan, waarin opgenomen richtinggevende kaders voor de begroting en meerjarenraming van het komend jaar.

  • 2 De raad stelt deze nota vast.

Artikel 4 Begroting en jaarstukken

  • 1 Bij de begroting wordt een overzicht gegeven van de productenraming ingedeeld naar (deel-)programma's en bij het jaarverslag wordt een overzicht gegeven van de productenrealisatie ingedeeld naar (deel-)programma's.

  • 2 Bij de uiteenzetting van de financiele positie van de begroting wordt van de nieuwe investeringen per investering het benodigde investeringskrediet weergegeven en wordt van de lopende investeringen het geautoriseerde investeringskrediet en de raming van de uitputting van het krediet in het lopende boekjaar weergegeven.

  • 3 In de jaarrekening wordt van de investeringen de uitputting van de geautoriseerde investeringskredieten en de actuele raming van de totale uitgaven weergegeven.

Artikel 5 Tussentijdse rapportage

  • 1 Het college informeert de raad door middel van tussentijdse rapportages over de realisatie van de begroting van de gemeente over minimaal de eerste drie maanden en minimaal de eerste acht maanden van het lopende boekjaar.

  • 2 De inrichting van de tussentijdse rapportages sluit aan bij de programma-indeling van de begroting.

  • 3 In de rapportage wordt in ieder geval aandacht besteed aan arwijkingen betreffende beoogde beleidsdoelstellingen, beoogde maatschappelijke effecten, beoogde prestaties en op afwijkingen betreffende geautoriseerde baten en lasten.

Artikel 6 Autorisatie begroting en investeringskredieten

  • 1 De raad autoriseert met het vaststellen van de programmabegroting de totale lasten en baten per programma en het overzicht algemene dekkingsmiddelen.

  • 2 Bij de begrotingsbehandeling geeft de raad aan van welke nieuwe investeringen hij op-een later tijdstip een apart voorstel voor autorisatie van het investeringskrediet wil ontvangen. De overige nieuwe investeringen worden bij de begrotingsbehandeling met het vaststellen van de financiele positie geautoriseerd.

  • 3 Indien het college voorziet dat een geautoriseerd programmabudget of investeringskrediet dreigt te worden overschreden, wordt dit door het college in de eerstvolgende tussentijdse rapportage of raadsvergadering aan de raad gemeld. Het college voegt hierbij een voorstel voor wijziging van het budget of het investeringskrediet of een voorstel voor bijstelling van het beleid. Aanpassingen in lasten en baten binnen een geautoriseerd programmabudget worden door het college bekrachtigd.

  • 4 Voor investeringen in de loop van het begrotingsjaar die niet in de begroting zijn opgenomen, legt het college vooraf aan het aangaan van verplichtingen een investeringsvoorstel en een voorstel voor het autoriseren van een investeringskrediet aan de raad voor.

  • 5 Het college is bevoegd, voor de uitvoering van de begroting te beschikken over de post Onvoorzien. Bij de tussentijdse rapportages geeft het college een overzicht van de beschikkingen over de post Onvoorzien.

  • 6 Ingeval budgetoverschotten zich ultimo het boekjaar voordoen als gevolg van nog niet uitgevoerde activiteiten, wordt bij de vaststelling van de jaarrekening middels resultaatbestemming het restant overgeheveld naar het nieuwe boekjaar, of zoveel eerder middels een afzonderlijk raadsbesluit.

Hoofdstuk 3 Financieel beleid

Artikel 7 Waardering en afschrijving vaste activa

  • 1 Activeringen en afschrijvingen vinden plaats conform de voorschriften van het Besluit Begroting en Verantwoording en volgens een door het college vastgestelde nota afschrijvingsbeleid.

  • 2 Het college voegt bij de begrotingsstukken de geldende afschrijvingstabel toe.

Artikel 8 Reserves en voorzieningen

  • 1 Het college biedt de raad jaarlijks bij de programmabegroting een overzicht van de reserves en voorzieningen aan.

  • 2 Het overzicht van reserves en voorzieningen bevat:

    • a.

      de vorming en vrijval van reserves en voorzieningen.

    • b.

      de geldende beleidsregels van reserves en voorzieningen.

    • c.

      de voeding van en onttrekking aan reserves en voorzieningen.

    • d.

      de toerekening aan en verwerking van rente over de reserves.

Artikel 9 Kostprijsberekening

  • 1 Voor het bepalen van de kostprijs van producten en diensten wordt een systeem van kostentoerekening gehanteerd. Bij de kostentoerekening worden naast de directe kosten alleen die indirecte kosten betrokken, die samenhangen met de door de gemeenteverleende diensten.

  • 2 Bij de indirecte kosten worden betrokken de bijdragen aan reserves/voorzieningen voor de noodzakelijke vervanging van de betrokken activa, de kapitaallasten van de in gebruik zijnde activa en bij tarieven, rechten en heffingen eventueel compensabele BTW.

Artikel 10 Vaststelling hoogte belastingen, rechten en heffingen

Het college doet de raad jaarlijks een voorstel voor de hoogte van de gemeentelijke tarieven voor belastingen, rechten en heffingen.

Artikel 11 Financieringsfunctie

  • 1 Het college zorgt bij het uitoefenen van de financieringsfunctie voor:

    • a.

      het aantrekken van voldoende financiele middelen en het uitzetten van overtollige gelden om de (deel-)programma's binnen de door de raad vastgestelde kaders van de begroting uit te voeren.

    • b.

      het beheersen van de risico's verbonden aan de financieringsfunctie zoals renterisico's, koersrisico's en kredietrisico's.

    • c.

      het beperken van de kosten van leningen en het bereiken van een voldoende rendement op uitzettingen.

    • d.

      het beperken van de interne verwerkingskosten en externe kosten bij het beheren van de geldstromen en financiele posities.

  • 2 Het college neemt bij het uitvoeren van de financieringsfunctie de volgende richtlijnen in acht:

    • a.

      het uitzetten van overtollige geldmiddelen gebeurt uitsluitend bij financiele instellingen met minimaal een A rating afgegeven door tenminste een gezaghebbende rating agency, of bij instellingen voor wiens waardepapieren een solvabiliteitseis geldt van 0%.

    • b.

      overtollige geldmiddelen worden uitsluitend uitgezet tegen vastrentende waarden, dan wel in producten waarbij de hoofdsom tenminste aan het eind van de looptijd in tact is.

    • c.

      derivaten worden uitsluitend gebruikt voor het beperken van financiele risico's.

    • d.

      voor het aantrekken van financieringsmiddelen met een looptijd langer dan 1 jaar worden tenminste twee prijsopgaven bij verschillende financiele instellingen gevraagd.

    • e.

      overeenkomsten voor het aangaan van leningen of het uitzetten van middelen luiden in euro.

  • 3 Bij het uitzetten van middelen en het aangaan van financiele participaties uit hoofd van de publieke taak bedingt het college indien mogelijk zekerheden. Het college motiveert in zijn besluit het openbaar belang van dergelijke uitzettingen van middelen en financiele participaties.

  • 4 De regels van het beleid en de organisatie genoemd in dit artikel worden uitgewerkt in het door het college vast te stellen Treasurystatuut.

Hoofdstuk 4 Financiële beheer en interne controle

Artikel 12 Administratie

De administratie is zodanig van opzet en werking, dat zij dienstbaar is voor:

  • a.

    het sturen en het beheersen van activiteiten en processen in de gemeente als geheel en in de afdelingen.

  • b.

    het verstrekken van informatie over ontwikkelingen in de omvang van activa met economisch nut, activa met maatschappelijk nut, voorraden, vorderingen, schulden, contracten, enzovoort.

  • c.

    het verschaffen van informatie over uitputting van de toegekende budgetten en investeringskredieten en voor het maken van kostencalculaties.

  • d.

    het verschaffen van informatie over indicatoren met betrekkmg tot de gemeentelijke productie van goederen en diensten en de maatschappelijke effecten van beleid.

  • e.

    het afleggen van verantwoording over de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en relevante wet- en regelgeving.

  • f.

    de controle van de registratie van gegevens als zodanig en van de daaraan ontleende informatie, alsmede voor de controle op de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en relevante wet- en regelgeving.

Artikel 13 Interne controle

Het college zorgt ten behoeve van het getrouwe beeld van de jaarrekening en de rechtmatigheid van de baten en lasten en de balansmutaties voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking, en de rechtmatigheid van de beheershandelingen. Bij afwijkingen neemt het college maatregelen tot herstel.

Artikel 14 Misbruik en oneigenlijk gebruik

Het college zorgt voor en legt vast de regels voor het voorkomen van misbruik en oneigenlijk gebruik van gemeentelijke regelingen en eigendommen.

Artikel 15 Financiële organisatie

Het college draagt zorg voor en legt vast:

  • a.

    een eenduidige indeling van de gemeentelijke organisatie en een eenduidige toewijzing van de gemeentelijke taken aan de ambtelijke organisatie;

  • b.

    een adequate scheiding van taken, functies, bevoegdheden, verantwoordelijkheden, zodat aan de eisen van interne controle wordt voldaan en de betrouwbaarheid van de verstrekte informatie is gewaarborgd;

  • c.

    de verlening van mandaten en volmachten voor het aangaan van verplichtingen ten laste van de toegekende budgetten en investeringskredieten;

  • d.

    de regels voor taken en bevoegdheden, de verantwoordingsrelaties en de bijbehorende informatievoorziening van de financieringsfunctie.

  • e.

    de kostenverdeelsleutels voor het eenduidig toewijzen van de lasten en baten aan de producten van de productraming en de productrealisatie.

  • f.

    de te maken afspraken met de ambtelijke organisatie over de te leveren prestaties, de daarvoor beschikbare middelen en de wijze en frequentie van rapportage over de voortgang van de activiteiten en uitputting van middelen.

Artikel 16 Inkoop en aanbesteding

Het college stelt interne regels vast voor de inkoop en aanbesteding van werken, leveringen en diensten.

Hoofdstuk 5 Slotbepalingen

Artikel 17 Inwerkingtreding

  • 1 Deze verordening treedt in werMng met ingang van het begrotingsjaar 2009.

  • 2 Deze verordening treedt in de plaats van de Financiele verordening gemeente Raalte 2006.

Artikel 18 Nieuw Artikel

Deze verordening kan worden aangehaald onder de naam "Financiele verordening gemeente Raalte 2009".

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 25 september 2008
de griffier, de voorzitter,