Regeling vervallen per 01-02-2017

Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning/ jeugdhulp 2015 Gemeente Raalte

Geldend van 01-01-2015 t/m 31-01-2017

Intitulé

Beleidsregels WMO 2015/ Jeugdhulp gemeente Raalte 2015

Hoofdstuk 1. Begrippen

Artikel 1. Begripsbepalingen

  • 1. In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

    • a.

      Beleidsregels: de Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning gemeente Raalte 2015;

    • b.

      Sociaal netwerk: Personen uit de huiselijke kring of andere personen met wie de cliënt een sociale relatie onderhoudt. Tot het sociale netwerk van een cliënt horen alle personen die een cliënt kent en met wie hij meer heeft dan alleen maar een vluchtig contact, maar met wie hij een sociale relatie heeft. Deze sociale relatie zal in ieder geval wederzijds moeten zijn;

    • c.

      Persoonsgebonden budget: Persoonsgebonden budget is een bedrag waaruit namens het college betalingen worden gedaan voor diensten, hulpmiddelen, woningaanpassingen en andere maatregelen die tot een maatwerkvoorziening behoren, en die een cliënt van derden heeft betrokken. Het persoonsgebonden budget is één van de mogelijkheden tot verstrekking, naast de voorziening in natura. Het persoonsgebonden budget is een trekkingsrecht en wordt alleen toegekend als men in staat is de consequenties van het persoonsgebonden budget te overzien of als er een persoon is die dat namens cliënt verantwoord kan doen. Verder moet de cliënt motiveren dat hij of zij een persoonsgebonden budget wil, als men een persoonsgebonden budget wil aanvragen.

    • d.

      Maatwerkvoorziening: Op de behoeften, persoonskenmerken en mogelijkheden van een persoon afgestemd geheel van diensten, hulpmiddelen, woningaanpassingen en andere maatregelen:

      • 1°.

        ten behoeve van zelfredzaamheid, daaronder begrepen kortdurend verblijf in een instelling ter ontlasting van de mantelzorger, het daarvoor noodzakelijke vervoer, alsmede hulpmiddelen, woningaanpassingen en andere maatregelen,

      • 2°.

        ten behoeve van participatie, daaronder begrepen het daarvoor noodzakelijke vervoer, alsmede hulpmiddelen en andere maatregelen,

      • 3°.

        ten behoeve van beschermd wonen en opvang.

  • 2. Alle begrippen die in dit besluit worden gebruikt en niet nader worden omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de wet, het Uitvoeringsbesluit, de verordeningen en de Algemene wet bestuursrecht.

Hoofdstuk 2 Voorwaarden persoonsgebonden budget en herziening maatwerkvoorziening

Artikel 2. Voorwaarden betreffende pgb-tarief en sociaal netwerk

Een cliënt aan wie een pgb wordt verstrekt, kan diensten (niet zijnde hulp bij de huishouding), hulpmiddelen, woningaanpassingen en andere maatregelen betreffende het tarief, betrekken van een persoon die behoort tot het sociaal netwerk, onder de volgende voorwaarden:

  • 1.

    dat deze persoon maximaal het op grond van de Wet langdurige zorg geldende pgb-uurtarief van € 20,-- voor hulp van niet-professionele zorgverleners krijgt betaald voor zijn diensten, niet zijnde hulp bij het huishouden;

  • 2.

    dat tussenpersonen en/of belangenbehartigers niet uit het pgb worden betaald;

  • 3.

    dat gemotiveerd wordt waarom wordt overgegaan tot het uitbetalen van de informele hulp;

  • 4.

    dat de informele hulp op geen enkele wijze druk op de budgethouder mag hebben uitgeoefend bij zijn besluitvorming om over te gaan tot uitbetaling;

  • 5.

    dat de informele hulp in staat is om de gevraagde hulp te bieden;

  • 6.

    dat er sprake is van verlies aan inkomsten;

  • 7.

    dat de mogelijkheid onderzocht is om zorg uit handen te kunnen geven. Is er passende zorg in natura beschikbaar? Als er geen passende zorg in natura voor handen is, ligt betaling van informele hulp eerder voor de hand;

  • 8.

    dat van inwonende eerste- en tweedegraads familieleden meer mantelzorg kan worden verwacht dan van uitwonende familieleden;

  • 9.

    dat rekening wordt gehouden met de mate van belasting van de mantelzorger: gebruikelijke hulp, mantelzorg en werk.

  • 10.

    dat bij de beslissing om over te gaan tot betaling een afweging wordt gemaakt in het type hulp, de frequentie van de geboden hulp, de duur van de hulp (tijdelijk of langere periode) en de mate van verplichting (kan degene die de hulp levert een keer overslaan als hij/zij ziek is of op vakantie wil, of is dit niet mogelijk?);

  • 11.

    dat de kosten die iemand moet maken om hulp te verlenen worden meegewogen in de beslissing om tot betaling over te gaan.

Artikel 3. Heroverweging maatwerkvoorzieningen

Bij de toekenning van een maatwerkvoorziening wordt beoordeeld voor welke periode een voorziening wordt toegekend; dit is de duur van de indicatie. De duur van de indicatie wordt in de beschikking, de werkprocessen en in het systeem verwerkt. Hierbij gelden de volgende uitgangspunten:

  • 1.

    Maatwerk is prioriteit;

  • 2.

    De duur 1 van de indicatie is afhankelijk van:

    • a.

      De vraag of er nog verbetering of wijzigingen te verwachten zijn in de situatie van cliënt. Hierbij dient een afweging te worden gemaakt tussen enerzijds zorgvuldigheid in de richting van de cliënt en onnodige werklast anderzijds. Wanneer sprake is van blijvende beperkingen zullen zich in de indicatie geen wijzigingen voordoen. De situatie rondom een cliënt kan wel wijzigen, bijvoorbeeld op het gebied van mantelzorg;

    • b.

      De mogelijkheid tot het bereiken van het gewenste resultaat door het meetbaar maken van deze resultaten en bij te sturen waar nodig.

  • 3.

    Bij tijdelijke situaties/ondersteuningsnoodzaak zal per definitie een tijdelijke indicatie worden gesteld, met een heronderzoek c.q. evaluatiemoment na deze periode. Dit heronderzoek zal gericht zijn op de vraag of het gestelde resultaat is behaald en zo niet of eventuele verlenging van de indicatie met hernieuwde doelstelling (en nieuwe termijn) noodzakelijk is;

  • 4.

    Eventuele wetswijzigingen of beleidsaanpassingen kunnen tevens leiden tot het toepassen van een aangepaste c.q. tijdelijke termijn van de ondersteuning.

Artikel 4. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze beleidsregels treden in werking op 1 januari 2015.

  • 2. Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning gemeente Raalte 2015.

Ondertekening

Aldus vastgesteld bij besluit van het college van burgemeester en wethouders d.d. 16 december 2014
secretaris, burgemeester,

Noot
1

Op basis van ervaringen binnen het Team Toegang en de daadwerkelijke ontwikkelingen in 2015 zal de gemeente Raalte binnen het Team bekijken hoe hiermee gezamenlijk om te gaan. Dit zal leiden tot een werkafspraak binnen (vooralsnog) cluster Wmo, waarin een leidraad ontwikkeld wordt welke “standaard” periodes gebruikt voor de ondersteuningsduur. Hierbij geldt de aantekening dat het een leidraad is en geen vaste norm. Maatwerk blijft prioriteit.