Regeling vervallen per 25-11-2020

Verordening vertrouwenscommissie herbenoeming burgemeester Raalte 2020

Geldend van 06-06-2020 t/m 24-11-2020

Intitulé

Verordening vertrouwenscommissie herbenoeming burgemeester Raalte 2020

De raad van de gemeente Raalte;

gelezen het voorstel van de fractievoorzitters van 18 mei 2020,

gelet op de artikelen 61a, 84 en 86 van de Gemeentewet en de circulaire van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 13 november 2017 betreffende de procedure bij benoeming, functioneringsgesprekken en herbenoeming van een burgemeester;

BESLUIT:

Vast te stellen de verordening vertrouwenscommissie herbenoeming burgmeester Raalte 2020

Artikel 1 Taak

De commissie heeft tot taak de aanbeveling van de gemeenteraad tot herbenoeming van de burgemeester voor te bereiden.

Artikel 2 Samenstelling van commissie

  • 1. De commissie bestaat uit de door de gemeenteraad benoemde leden, waarbij de voorzitter in functie wordt benoemd. De voorzitter treedt ook op als contactpersoon.

  • 2. De commissie kiest uit haar midden een plaatsvervangend voorzitter.

  • 3. De commissie kent geen plaatsvervangende leden.

  • 4. De samenstelling van de commissie kan tussentijds worden aangepast.

Artikel 3 Ambtelijke ondersteuning

  • 1. De raadsgriffier is secretaris van de commissie en geeft uit dien hoofde ambtelijke ondersteuning aan de commissie. Hij heeft geen stemrecht

  • 2. De gemeentesecretaris is plaatsvervangend secretaris van de commissie en heeft geen stemrecht. De gemeentesecretaris vervangt de griffier bij diens afwezigheid.

Artikel 4 Vergaderingen

  • 1. De commissie vergadert zo dikwijls als de voorzitter of ten minste 2 leden dit noodzakelijk acht(en). De commissie vergadert slechts indien meer dan de helft van het aantal leden aanwezig is.

  • 2. De voorzitter bepaalt de dag, het tijdstip en de plaats van de vergadering. De voorzitter roept de volgende personen schriftelijk tot de vergadering op:

    • a.

      de leden van de commissie;

    • b.

      de burgemeester, voor zover met hem een gesprek plaats heeft.

  • 3. De in het tweede lid bedoelde oproeping geschiedt ten minste 3 dagen voorafgaand aan de vergadering. Indien bijzondere omstandigheden een spoedige bijeenkomst van de commissie vergen kan van de in de eerste volzin van dit lid bedoelde termijn worden afgeweken doch geschiedt de oproeping ten minste 24 uren voorafgaand aan de vergadering.

Artikel 5 Stemming

De commissie besluit over de vaststelling van een concept aanbeveling bij meerderheid van stemmen, waarbij elk lid één stem heeft. Indien de stemmen staken, wordt het nemen van een beslissing uitgesteld tot de volgende vergadering. Is uitstel van de beslissing niet mogelijk of staken de stemmen ook in die volgende vergadering, dan worden de verschillende meningen in het in artikel 6 bedoelde verslag opgenomen. De commissie streeft naar unanimiteit. Het gevoelen van de minderheid wordt desgewenst in het verslag tot uitdrukking gebracht.

Artikel 6 Verslag

De commissie brengt over haar werkzaamheden ter voorbereiding op het doen van een aanbeveling schriftelijk een verslag van bevindingen uit aan de gemeenteraad en aan de commissaris van de Koning. Het verslag van bevindingen dat de commissie uitbrengt aan de raad en de commissaris van de Koning bevat in ieder geval:

  • a.

    een weergave van de wijze waarop de commissie haar werkzaamheden heeft verricht;

  • b.

    een concept aanbeveling met een gemotiveerde weergave van de bevindingen van de commissie;

  • c.

    of sprake is van unanimiteit binnen de commissie. Indien dat niet het geval is worden minderheidsstandpunten van commissieleden in het verslag opgenomen.

Als bijlage van het verslag wordt het verslag van het gesprek met de burgemeester over het conceptverslag van bevinden en de conceptaanbeveling opgenomen.

Artikel 7 Geheimhouding

  • 1. Op alle informatie van de commissie rust ingevolge de Gemeentewet de verplichting tot geheimhouding, welke zich uitstrekt tot eenieder die van de informatie kennis draagt.

  • 2. De vergaderingen van de commissie zijn ingevolge de Gemeentewet besloten. De voorzitter van de commissie wijst in elke vergadering op de geheimhoudingsplicht.

  • 3. Alle stukken bestemd voor de commissie worden onder vermelding van ‘persoonlijk en vertrouwelijk’ op de envelop en boven de ingesloten stukken gericht aan de voorzitter en gezonden naar het privéadres van de secretaris en aldaar bewaard tot het moment van archivering. De secretaris ziet er op toe dat de vertrouwelijkheid in deze procesgang wordt gegarandeerd.

  • 4. Stukken die van de commissie uitgaan worden onder vermelding van “persoonlijk en vertrouwelijk” op de envelop en boven de ingesloten stukken door de voorzitter en de secretaris ondertekend en vanaf het privéadres van de secretaris verzonden.

  • 5. Aan degenen die geen lid zijn van de commissie wordt ingevolge de Gemeentewet geen informatie verstrekt omtrent de inhoud van de stukken of het behandelde ter vergadering of in het gesprek.

  • 6. De commissie treft een voorziening met betrekking tot de wijze waarop de geheimhouding blijft gewaarborgd bij het beheer van bescheiden, het voeren van correspondentie en bij de bepaling van plaats en tijdstip van de gesprekken.

  • 7. De geheimhoudingsplicht blijft ingevolge de Gemeentewet ook in het geval de commissie wordt ontbonden van kracht. De commissie en de gemeenteraad kunnen deze geheimhouding niet opheffen.

  • 8. het bepaalde in dit artikel is van overeenkomstige toepassing op de (plaatsvervangend) secretaris.

Artikel 8 Informatie over en gesprek met de burgemeester

  • 1. De commissie maakt vooraf aan de burgemeester, de gemeenteraad en de commissaris van de Koning kenbaar op basis van welke informatiebronnen zij zich een oordeel zal vormen over het functioneren van de burgemeester. Daarbij baseert zij zich in ieder geval op de profielschets en de wettelijke taken van de burgemeester.

  • 2. Alvorens haar verslag van bevindingen aan de gemeenteraad, de commissaris van de Koning en de burgemeester te zenden, bespreekt de commissie dit met de burgemeester. Van dit gesprek wordt een verslag gemaakt dat bij het verslag van bevindingen wordt gevoegd.

  • 3. Indien ter zake van het functioneren van de burgemeester in het vorige lid bedoelde overleg afspraken worden gemaakt tussen de commissie en de burgemeester, worden deze in het verslag aan de gemeenteraad vermeld. De commissie zendt het verslag ook aan de burgemeester.

Artikel 9 Bijzondere bepaling inzake verslaglegging

  • 1. Het in artikel 6 bedoelde verslag van bevindingen wordt in ieder geval vergezeld van een conceptaanbeveling inzake de herbenoeming.

  • 2. Indien ter zake van het functioneren van de burgemeester afspraken zijn gemaakt tussen de commissie en de burgemeester, worden deze expliciet in het verslag van bevindingen vermeld.

Artikel 10 Archivering

  • 1. De secretaris van de commissie draagt er zorg voor dat na afronding van de herbenoeming alle archiefbescheiden onverwijld in een envelop worden verzegeld en gerubriceerd als "geheim", en worden geplaatst in de daartoe aangewezen archiefruimte.

  • 2. De secretaris van de commissie draagt er zorg voor dat in het belang van een zorgvuldige overbrenging naar de gemeentelijke archiefbewaarplaats, als bedoeld in artikel 12 van de Archiefwet 1995, een verklaring van overbrenging, als bedoeld in artikel 9 van het Archiefbesluit 1995, wordt opgesteld voor archiefbescheiden waarvoor de wettelijke termijn verstreken is. In deze verklaring wordt melding gemaakt van het besluit tot toepassing van artikel 15, eerste lid sub a, van de Archiefwet 1995 en de daarin gestelde beperkingen aan de openbaarheid, tot de archiefbescheiden 75 jaar oud zijn.

  • 3. De secretaris van de commissie draagt er zorg voor dat alle overige bescheiden en alle kopieën van de in dit artikel bedoelde bescheiden onmiddellijk worden vernietigd.

Artikel 11 Ontbinding

De commissie is ontbonden met ingang van de dag volgende op die waarop de door de minister van BZK de gemeenteraad bekend is gemaakt dat de voordracht van de minister van BZK door een Koninklijk besluit is gevolgd.

Artikel 12 Onvoorziene gevallen

In alle gevallen waarin deze verordening dan wel de circulaire (circulaire Benoeming functioneringsgesprekken en herbenoeming burgemeester van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 13 november 2017) niet voorziet, beslist de commissie.

Artikel 13 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking en is van kracht tot de dag volgend op die waarop de door de minister van BZK de gemeenteraad bekend is gemaakt dat de voordracht van de minister van BZK door een Koninklijk besluit is gevolgd.

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering van 28 mei 2020

de griffier

Jan Bouke Zijlstra

de plaatsvervangend voorzitter

Jan Schokker