Regeling vervallen per 01-01-2013

Verordening Wet inburgering gemeente Raalte

Geldend van 01-04-2007 t/m 31-12-2012

Intitulé

Verordening Wet inburgering gemeente Raalte

<vet>Verordening Wet inburgering</vet>De raad van de gemeente Raalte;gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van ; nr. ……, inzake ….gelet op de artikelen 8, 19, vijfde lid, 23, derde lid, en 35 van de Wet inburgering;overwegende dat de raad bij verordening regels dient te stellen over de informatieverstrekking door de gemeente aan inburgeringsplichtigen en het aanbieden van een inburgeringsvoorziening aan bijzondere groepen inburgeringsplichtigen en dat de raad bij verordening het bedrag dient vast te stellen van de bestuurlijke boete die voor de verschillende overtredingen kan worden opgelegd;besluit vast te stellen de volgende verordening:<vet>                                                                                          VERORDENING WET INBURGERING</vet>

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen en informatieverstrekking

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • 1. In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      het college: het college van burgemeester en wethouders;

    • b.

      de wet: de Wet inburgering;

  • 2. De begripsomschrijvingen in de wet en de daarop berustende regelingen zijn van toepassing op de begrippen die in deze verordening worden gebruikt.

Artikel 2 De informatieverstrekking aan inburgeringsplichtigen

Het college draagt er zorg voor dat de inburgeringsplichtigen op een doeltreffende en doelmatige wijze worden geïnformeerd over hun rechten en plichten uit hoofde van de wet en over het aanbod van en de toegang tot inburgeringsvoorzieningen.

Hoofdstuk 2 Doelgroepen en samenstelling van de inburgeringsvoorziening

Artikel 3 Bepalen van de doelgroepen

Het college bepaalt de groepen inburgeringsplichtigen waaraan hij bij voorrang een inburgeringsvoorziening kan aanbieden op basis van de volgende criteria (in willekeurige volgorde):

  • a.

    Aanwezigheid algemene bijstandsuitkering of een uitkering op grond van de sociale zekerheidswetten of socialezekerheidsregelingen zoals aangewezen bij algemene maatregel van bestuur,

  • b.

    Afwezigheid van inkomsten uit werk van meer dan 12 uren per week.

  • c.

    Zorg over minderjarige kinderen

  • d.

    Eigen aanmelding, gemotiveerdheid

Artikel 4 De samenstelling van de inburgeringsvoorziening

  • 1. Het college stemt de inburgeringsvoorziening af op het startniveau en de vaardigheden, de persoonlijke omstandigheden en de maatschappelijke positie van de inburgeringsplichtige.

  • 2. Indien de inburgeringsplichtige ook een voorziening gericht op arbeidsinschakeling wordt aangeboden, draagt het college er zorg voor dat de inburgeringsvoorziening en de voorziening gericht op arbeidsinschakeling op elkaar worden afgestemd.

  • 3. Bij een inburgeringsplichtige die geestelijke bedienaar is, stemt het college de inburgeringsvoorziening bovendien af op de sociaal-maatschappelijke en de geestelijke, godsdienstige of levensbeschouwelijke taken die hij vervult in de Nederlandse samenleving.

  • 4. Een inburgeringsvoorziening kan, naast datgene dat in de wet is geregeld, een of meer van de volgende onderdelen bevatten:

    • a.

      Trajectbegeleiding

    • b.

      Maatschappelijke begeleiding

    • c.

      Praktijkcomponent passend bij het niveau en persoonlijke situatie van de inburgeringsplichtige

Artikel 5 De inning van de eigen bijdrage

  • 1. De eigen bijdrage, bedoeld in artikel 23, tweede lid, van de wet wordt in ten hoogste 18 termijnen betaald.

  • 2. Het college legt in de beschikking tot toekenning van een inburgeringsvoorziening de termijnen van betaling vast. Indien het college de eigen bijdrage verrekent met een uitkering op grond van de Wet werk en bijstand wordt dat in de beschikking vastgelegd.

Artikel 6 Opleggen van verplichtingen

Het college kan een inburgeringsplichtige bij beschikking &#xE9;&#xE9;n of meer van de volgende verplichtingen opleggen:

  • a.

    Het deelnemen aan de aangeboden inburgeringsvoorziening

  • b.

    Het deelnemen aan gesprekken met de klantmanager en/of trajectbegeleider

  • c.

    Het deelnemen aan het inburgeringsexamen op het tijdstip dat door het college is bepaald

  • d.

    Het melden indien door ziekte dan wel door andere omstandigheden niet aan de verplichtingen in de beschikking kan worden voldaan

  • e.

    Het meewerken aan onderzoek om belastbaarheid te bepalen.

Hoofdstuk 3 Het aanbod van een inburgeringsvoorziening

Artikel 7 De procedure van het doen van een aanbod

  • 1. Het college doet het aanbod, bedoeld in artikel 19, eerste of tweede lid, van de wet in een gesprek met de inburgeringsplichtige. Het aanbod wordt tevens toegezonden op het adres waar de inburgeringsplichtige in de gemeentelijke basisadministratie is ingeschreven.

  • 2. In het aanbod wordt een omschrijving gegeven van de inburgeringsvoorziening die wordt aangeboden en van de rechten en verplichtingen die aan de inburgeringsvoorziening worden verbonden.

  • 3. De inburgeringsplichtige aan wie een aanbod wordt gedaan, deelt binnen twee weken het college schriftelijk mee of hij het aanbod aanvaardt.

  • 4. Wanneer de inburgeringsplichtige het aanbod aanvaardt, neemt het college binnen twee weken na ontvangst van deze mededeling het besluit tot toekenning van de inburgeringsvoorziening, overeenkomstig het gedane aanbod.

Artikel 8 De inhoud van de beschikking

Het besluit tot toekenning van een inburgeringsvoorziening bevat in ieder geval:

  • a.

    een omschrijving van de inburgeringsvoorziening, met inbegrip van de rechten en verplichtingen van de inburgeringsplichtige;

  • b.

    ingeval van een oudkomer: de datum waarop de termijn van start gaat waarbinnen het inburgeringsexamen moet worden behaald, bedoeld in artikel 26 van de wet van start gaat;

  • c.

    de datum waarop het inburgeringsexamen moet zijn behaald;

  • d.

    de termijnen en wijze van betaling van de eigen bijdrage.

Hoofdstuk 4 De bestuurlijke boete

Artikel 9 De hoogte van de bestuurlijke boetes voor de verschillende overtredingen

  • 1. De bestuurlijke boete bedraagt maximaal € 250 indien de inburgeringsplichtige geen gehoor geeft aan de oproep, bedoeld in artikel 25, eerste of tweede lid van de wet of geen of onvoldoende medewerking verleent aan het onderzoek, bedoeld in artikel 25, vierde lid, van de wet. Bij deze bestuurlijke boete gelden de volgende schema´s voor opbouw boete:Verschijnen op intake 

    1e keer niet verschijnen

    Waarschuwingsbrief + nieuwe afspraak

    2e keer niet verschijnen

    Bestuurlijke boete € 12,50,-

    3e keer niet verschijnen

    Bestuurlijke boete: € 50,-

    4e keer en vaker niet verschijnen

    Bestuurlijke boete: € 125,- per keer

    Verzetten van afspraak 

    1e keer verzetten

    Nieuwe afspraak binnen 4 weken

    2e keer verzetten

    Waarschuwingsbrief + nieuwe afspraak

    3e keer verzetten

    Bestuurlijke boete € 12,50,-

    4e keer verzetten

    Bestuurlijke boete € 50,-

    5e keer en vaker verzetten

    Bestuurlijke boete € 125,- per keer

     Niet meewerken tijdens intake 

    1e keer niet meewerken

    Waarschuwingsbrief + nieuwe afspraak

    2e keer niet meewerken

    Bestuurlijke boete € 50,-

    3e keer en vaker niet meewerken

    Bestuurlijke boete € 125,- per keer

     

  • 2. De bestuurlijke boete bedraagt maximaal € 500 indien de inburgeringsplichtige onvoldoende medewerking verleent aan de uitvoering van de voor hem vastgestelde inburgeringsvoorziening, bedoeld in artikel 23, eerste lid, van de wet of aan de bij verordening vastgestelde verplichtingen in het kader van deze voorziening, bedoeld in artikel 23, derde lid, van de wet. Bij deze bestuurlijke boete geldt het volgende schema bij opbouw boete: 

    1e keer niet meewerken

    Gesprek + Waarschuwingsbrief

    2e keer niet meewerken

    Bestuurlijke boete € 75,-

    3e keer niet meewerken

    Bestuurlijke boete € 250,- + stopzetten traject

     

  • 3. De bestuurlijke boete bedraagt maximaal € 500 indien de inburgeringsplichtige niet binnen de in artikel 7, eerste lid, van de wet bedoelde termijn of binnen de door het college op grond van artikel 31, tweede lid, onderdeel a, van de wet verlengde termijn het inburgeringsexamen heeft behaald.

  • 4. De bestuurlijke boete bedraagt maximaal € 1.000,- indien de inburgeringsplichtige niet binnen de door het college op grond van artikel 32 of 33 van de wet vastgestelde termijn het inburgeringsexamen heeft behaald. Bij de bestuurlijke boetes als bedoeld in lid 3 en 4 geldt het volgende schema bij opbouw boetes: 

    1e keer niet halen binnen termijn

    Waarschuwingsbrief + hersteltermijn

    2e keer niet halen binnen termijn

    Bestuurlijke boete € 125,-

    3e keer niet halen binnen termijn

    Bestuurlijke boete € 250,-

    4e keer en vaker niet halen binnen termijn

    Bestuurlijke boete € 500,- per keer

     

Hoofdstuk 5 Slotbepalingen

Artikel 10 Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen in deze verordening, indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 11 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 april 2007.

Artikel 12 Citeertitel

De verordening wordt aangehaald als: Verordening Wet inburgering gemeente Raalte.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbareRaadsvergadering van 22 maart 2007-05-24De griffier,                                        de voorzitter,

Toelichting 1