Regeling vervallen per 01-12-2009

Verordening rekenkamercommissie gemeente Raalte 2004

Geldend van 01-01-2010 t/m 30-11-2009

Intitulé

Verordening rekenkamercommissie gemeente Raalte 2004

Verordening rekenkamercommissie gemeente Raalte

Paragraaf 1 Begripsbepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Rekenkamercommissie: de commissie die is ingesteld bij besluit van de gemeenteraad en die ten doel heeft om door middel van beleidsevaluaties en doelmatigheidsonderzoeken een bijdrage te leveren aan de doeltreffendheid van het beoogde beleid, alsmede de doelmatige voorbereiding en uitvoering daarvan;

  • b.

    Doelmatigheid of efficiency: het streven om met een zo beperk mogelijk inzet van de beschikbare middelen het gewenste resultaat te bereiken;

  • c.

    Doeltreffendheid of effectiviteit: de mate waarin een organisatie erin slaagt met de geleverde prestaties de gestelde doelen of de gewenste maatschappelijke effecten te bereiken.

  • d.

    lid: een lid van de rekenkamercommissie dat op basis van artikel 2.2 door de raad van buiten de kring van zijn leden is aangewezen.

Paragraaf 2 Taak, samenstelling en lidmaatschap van de rekenkamercommissie

Artikel 2.1 Taak van de rekenkamercommissie

  • 1. Er is een gemeentelijke rekenkamercommissie.

  • 2. De rekenkamercommissie voert onderzoek uit naar de (maatschappelijke) effecten van het gemeentelijk beleid en naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van het gemeentelijke beleid, van het gemeentelijke beheer en van de gemeentelijke organisatie, naar de rechtmatigheid van het gemeentelijk beheer, alsmede naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van instellingen waarvan de activiteiten geheel of in belangrijke mate door de gemeente worden bekostigd.

Artikel 2.2 Samenstelling rekenkamercommissie

  • 1. De rekenkamercommissie bestaat uit vier leden die de raad van buiten de kring van zijn leden aanwijst op voordracht van de raadswerkgroep rekenkamerfunctie voor een periode van drie jaar; deze leden kunnen door de raad op voordracht van de rekenkamercommissie een keer worden herbenoemd voor een periode van vier jaar.

  • 2. De leden zoals bedoeld in het vorige lid leggen, alvorens zij hun functie kunnen uitoefenen, in een vergadering van de raad in de handen van de voorzitter van de raad de eed (verklaring en belofte) af: "Ik zweer (verklaar) dat ik, om tot lid van de rekenkamercommissie benoemd te worden, rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of welk voorwendsel ook, enige gunst heb gegeven of beloofd. Ik zweer (verklaar en beloof) dat ik, om iets in dit ambt te doen of te laten, rechtstreeks noch middellijk enig geschenk of belofte heb aangenomen of zal aannemen. Ik zweer (beloof) dat ik getrouw zal zijn aan de Grondwet, dat ik de wetten zal nakomen en dat ik mijn plichten als lid van de rekenkamercommissie naar eer en geweten zal vervullen. Zo waarlijk helpe mij God Almachtig! (Dat verklaar en beloof ik!)"

  • 3. De rekenkamercommissie wijst uit de leden genoemd in lid 1 een voorzitter aan. De voorzitter draagt zorg voor het tijdig en periodiek bijeenroepen van de vergaderingen van de rekenkamercommissie, het leiden van de vergaderingen, het bewaken van de uitvoering van de onderzoeksopzet en de werkwijze en het bevorderen van een zorgvuldige besluitvorming, het contact onderhouden met de gemeenteraad, ambtelijke organisatie en naburige rekenkamers. Hij voert hiertoe regelmatig overleg met de onderzoekers en met het secretariaat.

Artikel 2.3 Besluitvorming in de rekenkamercommissie

  • 1. In vergaderingen van de rekenkamercommissie wordt besloten bij meerderheid van stemmen. Bij het staken van de stemmen, geeft de voorzitter de doorslaggevende stem.

  • 2. Besluiten kunnen niet worden genomen tenzij een meerderheid van de leden van de rekenkamercommissie ter vergadering aanwezig is.

Artikel 2.4 Einde van het lidmaatschap

  • 1. Het lidmaatschap van een lid eindigt:

    • a.

      op eigen verzoek;

    • b.

      bij aanvaarding van een functie die onverenigbaar is met het lidmaatschap van de rekenkamercommissie;

    • c.

      wanneer het bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel bij zulk een uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;

    • d.

      indien het bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak onder curatele is gesteld, in staat van faillissement is verklaard, surseance van betaling heeft verkregen of wegens schulden is gegijzeld.

  • 2. De leden van de rekenkamercommissie kunnen door de raad worden ontslagen wanneer zij door ziekte, gebreken of ongeschiktheid niet in staat zijn hun functie naar behoren te vervullen.

Artikel 2.5 Verboden betrekkingen en verboden handelingen

  • 1. Een lid van de rekenkamercommissie kan in ieder geval niet tevens een betrekking vervullen als bedoeld in artikel 13, eerste lid onder a. tot en met h. van de Gemeentewet. De uitzonderingen als bedoeld in het tweede lid van dat artikel zijn van toepassing. 

  • 2. Het is de leden van de rekenkamercommissie verboden de handelingen te verrichten als bedoeld in artikel 15 van de Gemeentewet. De raad kan, gehoord de rekenkamercommissie, een lid van de rekenkamercommissie dat heeft gehandeld in strijd met dit verbod, van zijn functie ontslaan.

  • 3. Leden overleggen aan de raad halfjaarlijks een lijst met daarin opgenomen de nevenfuncties die zij op dat moment vervullen.

Artikel 2.6 Vergoeding voor de werkzaamheden van de leden van de rekenkamercommissie

  • 1. De leden van de rekenkamercommissie ontvangen een vergoeding voor hun werkzaamheden, jaarlijks vast te stellen door de gemeenteraad.

  • 2. De vergoedingen als bedoeld in het eerste lid komen ten laste van het budget van de rekenkamercommissie als bedoeld in artikel 6.

Paragraaf 3 De werkwijze van de rekenkamercommissie

Artikel 3.1 Reglement van orde

De rekenkamercommissie stelt een reglement van orde voor haar vergaderingen en andere werkzaamheden vast. Zij zendt het reglement na de vaststelling onverwijld ter kennisneming naar de gemeenteraad.

Artikel 3.2 Onderwerpen voor en beslissing tot uitvoeren van onderzoek

  • 1. .Suggesties tot het verrichten van een onderzoek kunnen worden gedaan door:

    • a.

      de rekenkamercommissie;

    • b.

      de gemeenteraad;

    • c.

      het college van burgemeester en wethouders;

    • d.

      commissies als bedoeld in artikel 82 van de Gemeentewet waar¬aan bestuursbevoegdheden van bet college van burgemeester en wethouders zijn toegekend.

  • 2. De rekenkamercommissie kiest zelfstandig de onderwerpen voor haar onderzoek, formuleert de probleemstelling en de onderzoeksvragen en stelt de onderzoeksopzet vast. Deze onderzoeksopzet wordt door de rekenkamercommissie rechtstreeks ter kennisneming voorgelegd aan de gemeenteraad.

  • 3. De raad kan bij motie de rekenkamercommissie een verzoek doen tot het instellen van een onderzoek. De rekenkamercommissie dient op deze verzoeken binnen zes weken te reageren met de mededeling of het verzoek leidt tot een onderzoek of niet, en welke redenen ten grondslag liggen aan die beslissing.

Artikel 3.3 Uitvoering van het onderzoek en rapportage

  • 1. De rekenkamercommissie is belast met en verantwoordelijk voor de uitvoering van het onderzoek volgens de door haar vastgestelde onderzoeksopzet.

  • 2. De rekenkamercommissie beoordeelt of het wenselijk is de raad tussentijds te informeren.

  • 3. De rekenkamercommissie is bevoegd van alle leden van het gemeentebestuur en van alle ambtenaren de mondelinge en schriftelijke inlichtingen in te winnen die zij nodig heeft voor de uitvoering van het onderzoek. De rekenkamercommissie kan de bevoegdheid tot het inwinnen van inlichtingen mandateren aan de overige medewerkers die haar bij de uitvoering van haar taak terzijde staan. De leden van het gemeentebestuur en de ambtenaren van de gemeente zijn verplicht de gevraagde inlichtingen binnen de door de rekenkamercommissie gestelde termijn te verstrekken.

  • 4. De rekenkamercommissie vergadert in beslotenheid, haar rapporten zijn openbaar. Op grand van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van Bestuur kan de rekenkamercommissie rapporten die aan de raad worden voorgelegd of gedeelten daarvan als geheim aanmerken. De leden van de rekenkamercommissie en degenen die ten behoeve van de rekenkamercommissie werkzaam zijn, zijn verplicht tot geheimhouding van al hetgeen hen in hun hoedanigheid van lid, respectievelijk medewerker ter kennis is gekomen.

  • 5. De rekenkamercommissie kan openbare informatieve vergaderingen beleggen.

  • 6. Indien ten behoeve van het verkrijgen van inlichtingen, leden van het gemeentebestuur of ambtenaren interviews worden afgenomen, wordt de geïnterviewde de gelegenheid gesteld om binnen een door de rekenkamer te stellen termijn die ten minste twee weken bedraagt, een reactie op het schriftelijke verslag van het interview aan de rekenkamercommissie kenbaar te maken.

  • 7. De rekeningcommissie stelt voor het ambtelijk wederhoor betrokken ambtenaren in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn, die ten minste twee weken bedraagt, hun zienswijze op het feitenonderzoek aan de rekenkamercommissie kenbaar te maken. Betrokkenen zijn degenen die zijn geïnterviewde, de gemeentesecretaris/algemeen directeur, de directeur bedrijfsvoering en het/de hoofd(en) van de betrokken beleidsafdeling(en). De rekenkamercommissie bepaalt zonodig wie verder als betrokkenen worden aangemerkt.

  • 8. De rekenkamercommissie stelt het college van B&W in de gelegenheid om voor een bestuurlijke reactie binnen een door haar te stellen termijn, die ten minste twee weken bedraagt, zijn zienswijze op het onderzoek, inclusief de conclusies en aanbevelingen, kenbaar te maken. Deze reactie wordt integraal opgenomen in het uiteindelijke rapport van de rekenkamercommissie.

  • 9. Na het ambtelijk wederhoor ten aanzien van de feiten (zie lid 7) en de bestuurlijke reactie (zie lid 8) formuleert de rekenkamercommissie haar nawoord, waarmee de onderzoeksrapportage definitief is.

  • 10. Na vaststelling door de rekenkamercommissie wordt dit definitieve onderzoeksrapport zo spoedig mogelijk aan de raad aangeboden. De raad bespreekt het onderzoeksrapport.

Paragraaf 4 De ondersteuning van de rekenkamercommissie

Artikel 4.1 Onderzoeksmedewerkers

  • 1. De rekenkamercommissie is bevoegd ten laste van het budget als bedoeld in artikel 6 (tijdelijk) onderzoeksmedewerkers aan te stellen.

  • 2. Onderzoeksmedewerkers kunnen, indien de rekenkamercommissie hen daartoe de bevoegdheid toekent, alle informatie verzamelen die de rekenkamercommissie in het belang van het onderzoek nodig acht; zij hebben een geheimhoudingsplicht met betrekking tot die informatie en zijn alleen verantwoording verschuldigd aan de rekenkamercommissie.

  • 3. De rekenkamercommissie is tevens bevoegd ten laste van het budget als bedoeld in artikel 6 externe deskundigen in te schakelen. Het hiervoor in lid 2 gestelde is op de externe deskundigen dienovereenkomstig van toepassing.

Artikel 4.2 Secretariaat

  • 1. De rekenkamercommissie is bevoegd ten laste van het budget als bedoeld in artikel 6 gebruik te maken van de secretariële ondersteuning van de griffie.

  • 2. De voorzitter van de rekenkamercommissie stuurt dit secretariaat aan.

Paragraaf 5 Raadscommissie voor de rekenkamer

Artikel 5 Raadscommissie voor de rekenkamer

  • 1. Er is een raadscommissie voor de gemeentelijke rekenkamer.

  • 2. Als zodanige commissie fungeert de rekeningcommissie.

  • 3. De commissie heeft tot taak:

    • 1.

      De rekenkamercommissie in zijn werkzaamheden te begeleiden en te ondersteunen

    • 2.

      Met de rekenkamercommissie te overleggen over de voortgang van de onderzoeken

    • 3.

      Het bespreken van het jaarverslag met de rekenkamercommissie

    • 4.

      Advisering aan de raad in het kader van budgetbesteding rekenkamercommissie

    • 5.

      Jaarlijks de raad een voorstel te doen ten aanzien van de vergoeding voor de leden van de rekenkamercommissie.

Paragraaf 6 De kosten van de rekenkamercommissie

Artikel 6 Budget

  • 1. De rekenkamercommissie is bevoegd binnen een aan haar bij de begroting beschikbaar gesteld budget uitgaven te doen ten behoeve van de uitvoering van haar taken.

  • 2. Ten laste van het in het voorgaande lid bedoelde budget worden de kosten gebracht van:

    • a.

      de vergoedingen die krachtens artikel 2.6 zijn toegekend aan de leden van de rekenkamercommissie;

    • b.

      het secretariaat van de rekenkamercommissie;

    • c.

      onderzoeksmedewerkers;

    • d.

      externe deskundigen die mogelijk door de rekenkamercommissie zijn ingeschakeld en

    • e.

      de mogelijke overige uitgaven die de rekenkamercommissie nodig oordeelt voor de uitvoering van haar taak.

Paragraaf 7 Slotbepalingen

Artikel 7 Citeertitel; inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening rekenkamercommissie gemeente Raalte 2004.

  • 2. Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na de dag van bekendmaking.Besluit 4:De vergoeding voor de leden van de rekenkamercommissie voor het jaar 2006 vast te stellen op:175 euro per dagdeel voor de leden;200 euro per dagdeel voor de voorzitter.De reis- en verblijfkosten worden op basis van de werkelijk gemaakte kilometers en kosten vergoed.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbareraadsvergadering van 7 feb 2008.de griffier,                    de voorzitter,