Regeling vervallen per 22-05-2014

Verordening commissie bezwaarschriften gemeente Raalte

Geldend van 10-05-2007 t/m 21-05-2014

Intitulé

Verordening commissie bezwaarschriften gemeente Raalte

De raad, het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente Raalte; ieder voor zoveel het hun bevoegdheden betreft; gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders; gelet op de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Gemeentewet; besluiten vast te stellen de volgende verordening:Verordening commissie bezwaarschriften gemeente Raalte

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    bestuursorgaan: een orgaan van de gemeente Raalte die krachtens publiekrecht is ingesteld of een ander persoon of college met enig openbaar gezag bekleed, dat dient te beschikken op een bezwaarschrift;

  • b.

    verwerend orgaan: bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen;

  • c.

    commissie: vaste commissie van advies voor de bezwaarschriften;

  • d.

    bezwaarhebbende: degene die tegen een besluit van een gemeentelijk orgaan een bezwaarschrift heeft ingediend bij een bestuursorgaan;

  • e.

    commissiekamer: een afdeling van de commissie voor de bezwaarschriften, bestaande uit een voorzitter en twee leden.

Artikel 2 Inleidende bepaling commissie

  • 1. Er is een commissie ter voorbereiding van de beslissing op bezwaren tegen besluiten van de raad, het college van burgemeester en wethouders (hierna: het college) en de burgemeester.

  • 2. De commissie is niet bevoegd ten aanzien van bezwaarschriften die zijn ingediend tegen besluiten op grond van:

    • a.

      een wettelijk voorschrift inzake belastingen of de Wet waardering onroerende zaken;

    • b.

      overige specifieke wettelijke regelingen waarvoor een afzonderlijke rechtsgang bestaat, dan wel welke zijn uitgesloten in de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 3 Samenstelling van de commissie

  • 1. De commissie bestaat uit een voorzitter en zes leden. De commissie bestaat uit drie commissiekamers.

  • 2. De voorzitter en de leden worden door het college benoemd, geschorst en ontslagen.

  • 3. De drie commissiekamers bestaan elk uit een voorzitter en twee leden.

  • 4. De leden van Kamer I fungeren als plaatsvervangende leden van Kamer II en vice versa. De leden van Kamer I en II fungeren als plaatsvervangende leden van Kamer III.

  • 5. De commissie regelt de vervanging van de voorzitter.

  • 6. Kamer I behandelt in beginsel bezwaarschriften inzake besluiten op het gebied van welzijnsaangelegenheden; Kamer II behandelt de overige bezwaarschriften met uitzondering van bezwaarschriften inzake rechtspositionele aangelegenheden van ambtenaren in dienst van de gemeente Raalte, die behandeld worden door Kamer III.

  • 7. Bezwaarhebbenden worden door de desbetreffende commissiekamer gehoord.

Artikel 4 Secretariaat

  • 1. Het secretariaat van de commissie bestaat uit één of meerdere door het college aangewezen ambtenaren.

  • 2. De secretarissen vervangen elkaar onderling.

Artikel 5 Zittingsduur

  • 1. De voorzitter en de leden van de commissie treden af op de dag van het aftreden van de raad. Zij kunnen worden herbenoemd.

  • 2. De voorzitter en de leden van de commissie kunnen op elk moment ontslag nemen.

  • 3. De aftredende voorzitter en de aftredende leden van de commissie blijven hun functie vervullen totdat in de opvolging is voorzien.

Artikel 6 Ingediend bezwaarschrift

  • 1. Op het ingediende bezwaarschrift wordt de datum van ontvangst aangetekend.

  • 2. Het bezwaarschrift met de daarbij overgelegde stukken wordt zo spoedig mogelijk in handen van het secretariaat van de commissie gesteld.

  • 3. Het secretariaat plaatst het bezwaarschrift op de agenda voor een hoorzitting van de betreffende commissiekamer.

Artikel 7 Uitoefening bevoegdheden

De bevoegdheden ingevolge de hierna genoemde artikelen van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) worden voor de toepassing van deze verordening uitgeoefend door de voorzitter van de commissie:

  • a.

    artikel 2:1, tweede lid;

  • b.

    artikel 6:6, wat betreft het de indiener stellen van een termijn;

  • c.

    artikel 6:17, voorzover het de verzending van stukken betreft tijdens de behandeling door de commissie;

  • d.

    artikel 7:4, tweede lid;

  • e.

    artikel 7:6, vierde lid.

Artikel 8 Vooronderzoek

  • 1. De voorzitter van de commissie is bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te laten inwinnen.

  • 2. De voorzitter kan uit eigen beweging of op verlangen van de commissie bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en hen zo nodig uitnodigen daartoe op de hoorzitting te verschijnen. Indien daaraan kosten zijn verbonden, is vooraf machtiging van het college vereist.

Artikel 9 Hoorzitting

  • 1. De voorzitter van de commissie bepaalt plaats en tijdstip van de zitting waarin de belanghebbenden en het verwerend orgaan in de gelegenheid worden gesteld zich door de commissie te laten horen.

  • 2. De voorzitter beslist over de toepassing van artikel 7:3 van de Awb.

  • 3. Indien de voorzitter op grond van het tweede lid besluit af te zien van het horen, doet hij daarvan mededeling aan de belanghebbenden en het verwerend orgaan.

Artikel 10 Uitnodiging zitting

  • 1. De voorzitter stelt de belanghebbenden en het verwerend orgaan ten minste twee weken vooraf schriftelijk in kennis van de voorgenomen zitting en nodigt hen hiervoor ten minste één week voorafgaand uit.

  • 2. Binnen één week na de kennisgeving kunnen de belanghebbenden of het verwerend orgaan onder opgaaf van redenen de voorzitter verzoeken het tijdstip van de zitting te wijzigen.

  • 3. De beslissing van de voorzitter op dit verzoek wordt zo spoedig mogelijk aan de belanghebbenden en het verwerend orgaan meegedeeld.

  • 4. De voorzitter is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken of afwijking toe te staan van de termijnen die genoemd zijn in het eerste en tweede lid.

Artikel 11 Overdracht bevoegdheden

De voorzitter kan zijn bevoegdheden genoemd in de artikelen 7, 8, 9 en 10 van deze verordening overdragen aan het secretariaat.

Artikel 12 Quorum

Voor het houden van een zitting is vereist dat de meerderheid van het aantal leden, onder wie in elk geval de voorzitter, of zijn plaatsvervanger, aanwezig is.

Artikel 13 Niet-deelneming aan de behandeling

De voorzitter en de leden van de commissie nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn.

Artikel 14 Openbaarheid hoorzitting

  • 1. De hoorzitting van de commissie is openbaar.

  • 2. De deuren kunnen worden gesloten indien de voorzitter van de commissie of een van de aanwezige leden het nodig oordeelt of indien een belanghebbende daartoe een verzoek doet.

  • 3. Indien de commissiekamer vervolgens beslist dat gewichtige redenen aanwezig zijn die zich tegen openbaarheid van de zitting verzetten, vindt de zitting plaats met gesloten deuren.

Artikel 15 Schriftelijke verslaglegging

  • 1. Het verslag als bedoeld in artikel 7:7 van de Awb vermeldt de namen van de aanwezigen en hun hoedanigheid.

  • 2. Het verslag houdt een zakelijke vermelding in van wat over en weer is gezegd en wat verder ter zitting is voorgevallen.

  • 3. Indien de zitting geheel of gedeeltelijk met gesloten deuren plaatsvond, of indien belanghebbenden, respectievelijk hun gemachtigden niet in elkaars tegenwoordigheid zijn gehoord, maakt het verslag hiervan melding.

  • 4. Het verslag verwijst naar de op de zitting overgelegde bescheiden, die als bijlage aan het verslag kunnen worden gehecht.

  • 5. Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris van de commissie.

Artikel 16 Nader onderzoek

  • 1. Indien na afloop van de hoorzitting maar voordat het advies wordt opgesteld, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de voorzitter uit eigen beweging of op verlangen van de andere commissieleden dit onderzoek houden.

  • 2. De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden toegezonden.

  • 3. De leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden kunnen binnen een week na verzending van de nadere informatie aan de voorzitter van de commissie een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De voorzitter beslist op zo'n verzoek.

  • 4. Op een nieuwe hoorzitting zijn de bepalingen in deze verordening die betrekking hebben op de hoorzitting, zo veel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Artikel 17 Raadkamer en advies

  • 1. De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door haar uit te brengen advies. De secretaris neemt deel aan de beraadslaging.

  • 2. De commissie beslist bij meerderheid van stemming over het uit te brengen advies. Indien bij een stemming de stemmen staken, beslist de stem van de voorzitter.

  • 3. Van een minderheidsstandpunt wordt bij het advies melding gemaakt indien die minderheid dat verlangt.

  • 4. Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaarschrift. Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris van de commissie ondertekend.

Artikel 18 Uitbrengen advies en verdaging

  • 1. Het advies wordt, onder medezending van het verslag als bedoeld in artikel 15 en eventueel door de commissie ontvangen nadere informatie en nader verslag, tijdig uitgebracht aan het bestuursorgaan dat op het bezwaarschrift dient te beslissen.

  • 2. Indien naar het oordeel van de voorzitter van de commissie de termijn van 10 weken, als bedoeld in artikel 7:10, eerste lid, van de Awb, ontoereikend is voor achtereenvolgens het uitbrengen van een advies en het nemen van een beslissing, stelt hij bezwaarhebbende en het verwerend orgaan hiervan in kennis.

  • 3. Als het advies reeds is uitgebracht, dient het verwerend orgaan de beslissing tijdig te verdagen. Van een besluit tot verdaging ontvangen de commissie en de belanghebbenden een afschrift.

Artikel 19 Jaarverslag

De commissie brengt jaarlijks verslag uit. Dit verslag bevat een overzicht van aantal en aard van de inhet verslagjaar behandelde bezwaarschriften. Tevens doet de commissie daar waar nodig (beleids)relevante constateringen dan wel aanbevelingen. Het verslag wordt ter informatie aangeboden aan de gemeenteraad.

Artikel 20 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na het verstrijken van een termijn van zes weken na de datum van haar bekendmaking. Op dat tijdstip wordt ingetrokken "de verordening behandeling van bezwaarschriften gemeente Raalte", zoals vastgesteld d.d. ...

  • 2. Bezwaarschriften die voor de datum van inwerkingtreding van deze verordening zijn ingediend, maar waarop nog geen advies is uitgebracht, worden afgehandeld conform deze verordening.

Artikel 21 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: "Verordening commissie bezwaarschriften gemeente Raalte".