Kaderverordening voor de onderzoekscommissie gemeente Raalte

Geldend van 15-05-2003 t/m heden

Intitulé

Kaderverordening voor de onderzoekscommissie gemeente Raalte

Hoofdstuk 1 TAAK EN ONDERSTEUNING VAN DE ONDERZOEKSCOMMISSIE

Artikel 1 Taak van de commissie

  • 1. De raad kan naar aanleiding van een schriftelijk ingediend voorstel van één of meer van zijn leden een onderzoek instellen naar het door het college of de burgemeester gevoerde bestuur. De raad besluit bij gewone meerderheid daartoe een onderzoekscommissie in te stellen. De raad benoemt de voorzitter en de overige leden van de commissie uit zijn midden. De leden van de commissie kiezen uit hun midden een plaatsvervangend voorzitter.

  • 2. In het instellingsbesluit van de onderzoekscommissie kan de raad bepalen binnen welke termijn de onderzoekscommissie haar bevindingen en conclusies aan de raad rapporteert. De onderzoekscommissie kan, alvorens haar eindrapport te presenteren, ook tussentijds aan de raad rapporteren.

Artikel 2 Opheffing van de commissie

De raad ontslaat de leden van de onderzoekscommissie na bespreking van haar eindrapport en heft daarmee de commissie op.

Artikel 3 Secretariaat

Overeenkomstig het bepaalde in artikel 4 van de instructie voor de griffier voert de griffier het secretariaat van de onderzoekscommissie. Bij diens afwezigheid of ontstentenis fungeert de plaatsvervangend griffier als secretaris van de onderzoekscommissie.

Artikel 4 Verdere ondersteuning onderzoekscommissie

  • 1. Op verzoek van de onderzoekscommissie kan de gemeentesecretaris in overleg met de griffier voor de duur van het onderzoek interne onderzoeksmedewerkers aanwijzen.

  • 2. Deze medewerkers worden in voldoende mate voor de invulling van hun taak vrijgesteld.

  • 3. De onderzoekscommissie kan ook deskundigen inschakelen die niet bij gemeente in dienst zijn.

Hoofdstuk 2 WERKWIJZE VAN DE COMMISSIE

Artikel 5 Vergaderingen

  • 1. De onderzoekscommissie vergadert op de door haar te bepalen dagen en uren.

  • 2. In bijzondere gevallen belegt de voorzitter in afwijking van het eerste lid een vergadering. Hij gaat daartoe in elk geval over wanneer ten minste twee leden hem hierom onder opgaaf van de redenen hebben verzocht.

Artikel 6 Agenda

  • 1. De voorzitter roept de leden schriftelijk in vergadering bijeen, onder opgaaf van de punten die behandeld zullen worden.

  • 2. Hij zorgt dat stukken die op de agenda betrekking hebben tijdig aan de leden worden toegezonden of tijdig voor de leden ter inzage worden gelegd.

  • 3. In spoedeisende gevallen kan de voorzitter van het bepaalde in de vorige leden afwijken.

Artikel 7 Vergaderquorum, stemmingsquorum

  • 1. De onderzoekscommissie vergadert niet als minder dan de helft van het aantal zitting hebbende leden aanwezig is.

  • 2. De onderzoekscommissie beslist bij meerderheid van stemmen. Indien de stemmen staken, beslist de stem van de voorzitter.

Artikel 8 Verslaglegging

  • 1. De secretaris van de onderzoekscommissie draagt zorg voor het maken van een beknopt verslag van een commissievergadering van intern beraad, dat de commissie in de eerstvolgende vergadering ter vaststelling wordt aangeboden.

  • 2. De onderzoekscommissie kan bepalen dat uit een vergadering van intern beraad van de onderzoekscommissie geen mededelingen mogen worden gedaan en dat de verslagen van de commissie als geheim worden aangemerkt, totdat de onderzoekscommissie een rapport aan de raad presenteert.

Artikel 9 Uitwerking en machtiging

  • 1. De onderzoekscommissie werkt de onderzoeksopdracht nader uit.

  • 2. De onderzoekscommissie kan haar leden met inachtneming van artikel 155a, vijfde lid, van de Gemeentewet machtigen om, tezamen met de secretaris van de onderzoekscommissie, zelfstandig gedeelten van het onderzoek uit te voeren.

Artikel 10 Beslotenheid en openbaarheid

  • 1. De onderzoekscommissie kan besluiten dat in beslotenheid wordt vergaderd voor zover het vergaderingen van intern beraad betreft.

  • 2. Op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur kan de onderzoekscommissie tussen- en eindrapporten die aan de raad worden voorgelegd of gedeelten daarvan als geheim aanmerken. In die gevallen kan de commissie de leden en degenen die bij het onderzoek betrokken zijn geweest, geheimhouding opleggen. De geheimhouding wordt in acht genomen totdat de raad haar opheft.

Artikel 11 Rapportage door de commissie

  • 1. De onderzoekscommissie stelt betrokkenen in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn, die ten minste twee weken bedraagt, hun zienswijze op het conceptonderzoeksrapport aan de onderzoekscommissie kenbaar te maken. Betrokkenen zijn in elk geval degenen wier taakuitvoering (mede) voorwerp van onderzoek is of is geweest. De onderzoekscommissie bepaalt wie verder als betrokkenen worden aangemerkt.

  • 2. Na vaststelling door de onderzoekscommissie worden het onderzoeksrapport, de conclusies en aanbevelingen, de verslagen van de hoorzittingen als bedoeld in artikel 155c van de Gemeentewet en de zienswijze van betrokkenen op het rapport zo spoedig mogelijk, onder toezending van een afschrift aan het college van burgemeester en wethouders en betrokkenen, aan de raad aangeboden.

Artikel 12 Budget van de commissie

  • 1. In het instellingsbesluit geeft de raad de omvang van het budget aan, dat de onderzoekscommissie bij de uitvoering van haar onderzoek kan besteden.

  • 2. Ten laste van het in voorgaande lid bedoelde budget worden de kosten gebracht van:

    • a.

      externe deskundigen die eventueel door de onderzoekscommissie worden ingeschakeld;

    • b.

      vervanging van de medewerkers, genoemd in artikel 4, eerste lid;

    • c.

      overige uitgaven die de onderzoekscommissie nodig oordeelt voor de uitvoering van haar taak.

  • 3. De onderzoekscommissie is voor de besteding van het budget verantwoording verschuldigd aan de gemeenteraad.

Hoofdstuk 3 SLOTBEPALINGEN

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als "Kaderverordening voor de onderzoekscommissie".

Artikel 14 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na die waarop zij is bekendgemaakt.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbareraadsvergadering van 24 april 2003,de griffier, de voorzitter,