Regeling vervallen per 01-01-1994

Beoordelen en functioneren, personeelsvoorstellen

Geldend van 08-01-2013 t/m 31-12-1993

Beoordelen en functioneren, personeelsvoorstellen

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • a

    ambtenaar:degene op wie de ARH van toepassing zijn alsmede hij die op arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht bij het gewest werkzaam is

  • b

    functie:het samenstel van werkzaamheden waarmee de ambtenaar door of vanwege het bevoegd gezag is belast

  • c

    richtlijnen:de Richtlijnen indienen personeelsvoorstellen zoals opgenomen in bijlage I

  • d

    beloningsinstrument:de beloningsvormen zoals weergegeven in de Richtlijnen

  • e

    beoordelaar:de direct leidinggevende

  • f

    diensthoofd:

    • a

      het hoofd algemene dienst

    • b

      de directeur van de GAD

    • c

      de directeur van de GGD

  • g

    stafoverleg:

    • a

      managementteam overleg algemene dienst

    • b

      managementteam overleg GAD

    • c

      managementteam overleg GGD

  • h

    formulier personeelsvoorstel:het formulier volgens bijlage II.

Artikel 2

De inhoudelijke en procedurele verantwoordelijkheden voor de toepassing van deze regeling berust bij het diensthoofd.

Artikel 3

Bepalend voor het toepassen van een beloningsinstrument is het resultaat van de prestatiebeoordeling.

Het resultaat als bedoeld in lid 1 omvat zowel het oordeel omtrent het voldoen aan de functievereisten als het oordeel over de wijze waarop de ambtenaar zijn /haar functie heeft vervuld.

Artikel 4

Aansluitend aan een beoordelingsgesprek is de beoordelaar gehouden tot het doen van een voorstel tot toepassing van een beloningsinstrument.

Het voorstel als bedoeld in het vorige lid wordt schriftelijk en gemotiveerd bij het diensthoofd ingediend.

Indiening van een voorstel geschiedt met gebruikmaking van het "Formulier personeelsvoorstel".

Het diensthoofd bespreekt de voorstellen met het centraal bureau financiën, personeel en organisatie.

Vervolgens worden de voorstellen in het stafoverleg gebracht waarbij de voorstellen onderling en in relatie tot de beoordelingsresultaten van het overige personeel worden afgewogen, zonder dat daarbij de afzonderlijke beoordelingen inhoudelijk worden getoetst. Het standpunt van het stafoverleg wordt op het "Formulier personeelsvoorstel" weergegeven.

Het diensthoofd legt, voorzien van zijn advies, de voorstellen voor aan het dagelijks bestuur.

Artikel 5

Het dagelijks bestuur besluit, op grond van de voorstellen als bedoeld in artikel 4, tot het toepassen van een beloningsinstrument.

Indien het college besluit in afwijking van het voorstel, wordt de reden hiervan op het "Formulier personeelsvoorstel" aangegeven.

Het besluit van het dagelijks bestuur wordt aan de ambtenaren, de beoordelaar en het diensthoofd meegedeeld.

De ambtenaar wordt een kopie van het "Formulier personeelsvoorstel" verstrekt.

Artikel 6

Voor wat betreft de bezwaar- of beroepsprocedure wordt verwezen naar de bepalingen in de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 7

Deze regeling kan worden aangehaald als "Regeling personeelsvoorstellen" en treedt in werking op 1 januari 1994.

Het dagelijks bestuur van het gewest Gooi en Vechtstreek; gelet op:

  • 1

    ex artikel 3:1, lid 1 van de Arbeidsvoorwaardenregeling Hilversum (ARH);

  • 2

    de bepalingen van de Bezoldigingsregeling (Bijlage 3 ARH);

  • 3

    bereikte overeenstemming met de OC's van de algemene dienst, GAD en GGD alsmede met het GO;

Richtlijnen indienen personeelsvoorstellen

(art. 7 Bezoldigingsregeling)

Toekenning bij:

bij niet normale functievervulling.

Toelichting:

het toekennen van een jaarlijkse periodieke verhoging is geen automatisme. Om die reden moet het niet toekennen van de periodiek niet als strafmaatregel worden gezien. Indien in overwegende mate onvoldoende wordt "gescoord" wordt geen jaarlijkse periodiek verleend.

(art. 6 Bezoldigingsregeling)

Toekenning bij:

buitengewone bekwaamheid, geschiktheid en ijver.

Toelichting:

kan toegekend worden indien het maximum van de schaal nog niet is bereikt. Er moet sprake zijn van buitengewone bekwaamheid, geschiktheid en ijver. Indien betrokkene in een aanloopschaal is geplaatst zal eerst bekeken moeten worden of plaatsing in een volgende schaal gerechtvaardigd is. De criteria bekwaamheid en geschiktheid worden dan vertaald in de functie-eisen, opleiding en ervaring.

(art. 4 Bezoldigingsregeling)

Overweging:

indien (nog) geen sprake is van volledige functievervulling, door o.a. gebrek aan opleiding en ervaring.

Toelichting:

indien (nog) niet aan de volledige uitoefening van de functie wordt voldaan kan de medewerker geplaatst worden in een salarisschaal die één schaal onder de functieschaal is gelegen (meestal bij instromers).

(art. 8 Bezoldigingsregeling)

Overweging:

er is sprake van volledige functievervulling.

Toelichting:

wordt volledig aan de uitoefening van de functie voldaan, dan wordt de medewerker in de functieschaal geplaatst.

Toekenning:

uitsluitend bij voortduring (zeer) goed functioneren.

Aan:

ambtenaren ingedeeld in hoofdgroep II die:de leeftijd van 35 jaar hebben bereikt;

- tenminste drie jaar op het maximum van het functieniveau worden bezoldigd;

- tijdens die periode bij voortduring zeer goed functioneren hetgeen dient te blijken uit twee beoordelingen waarbij tenminste 75% van de criteria "zeer goed" wordt gescoord

dan wel die:de leeftijd van 45 jaar hebben bereikt;

- tenminste vier jaar op het maximum van het functieniveau worden bezoldigd;

- tijdens die periode bij voortduring goed functioneren hetgeen dient te blijken uit tenminste drie beoordelingen waarbij tenminste 75% van de criteria "goed" wordt gescoord.

ambtenaren ingedeeld in hoofdgroep III en hoger die:de leeftijd van 40 jaar hebben bereikt;

- tenminste drie jaar op het maximum van het functieniveau worden bezoldigd;

- tijdens die periode bij voortduring zeer goed functioneren hetgeen dient te blijken uit twee beoordelingen waarbij tenminste 75% van de criteria "zeer goed" wordt gescoord.

(art. 3:7:8 ARH)

Toekenning bij:

bijzondere uitoefening van de functie.

Toelichting:

voorwaarde is dat het maximum van de schaal is bereikt. Aangetoond moet zijn dat er sprake is van buitengewone bekwaamheid, geschiktheid en ijver. De toekenning geschiedt in de vorm van een toelage ter grootte van naast hogere regels uit de inpassingstabel. De toelage kan voor bepaalde tijd worden toegekend.

(art. 15:1:28 ARH)

Toekenning bij:

buitengewone toewijding of bijzonder loffelijke vervulling van de functie. De hoogte van de gratificatie bedraagt maximaal € 453,78 netto, afhankelijk van de duur en de bijzondere aard van de prestatie.

Toelichting:

toe te kennen indien sprake is van een bijzondere prestatie met een eenmalig karakter (project, vervanging bij ziekte van een collega). De gratificatie bestaat uit een eenmalige uitkering, die direct na het tijdvak waarop deze betrekking heeft, kan worden uitbetaald. De gratificatie kan ook worden toegekend indien sprake is van een prestatie die buiten de eigen vaste functie-inhoud is gelegen.

Toekenning bij:

redenen van werving en behoud.

Toelichting:

kan worden toegekend aan (categorieën van) personeelsleden die een functie vervullen die op de arbeidsmarkt als schaars wordt aangemerkt.

Toekenning bij:

buitengewone toewijding of bijzondere loffelijke vervulling van de functie.

Toelichting:

gedacht kan worden aan een tevredenheidbetuiging, extra verlof, verkorting wachtperiode naar de eerste uitloopperiodiek van vijf naar drie jaar, een bijzondere faciliteit (bijvoorbeeld studiereis, diner). Deze instrumenten kunnen ook groepsgewijs worden toegepast.

Ondertekening