Regeling vervallen per 01-08-2014

Deelverordening subsidies amateurkunstbeoefening

Geldend van 01-04-2005 t/m 31-07-2014

Intitulé

Deelverordening subsidies amateurkunstbeoefening

Artikel 1 Begripsomschrijving

  • 1 Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder amateurkunstbeoefening: het geheel van niet-beroepsmatige voorzieningen en activiteiten op het gebied van muziek, zang, dans, toneel, film, creativiteitsontwikkeling en beeldende kunst en mengvor-men daarvan.

  • 2 Voor de toepassing van deze verordening wordt onder jeugdlid verstaan: een lid van een vereniging dat op 31 december van het jaar dat twee jaar voorafgaat aan het jaar waarvoor de subsidie wordt aangevraagd de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt.

Artikel 2 Reikwijdte van de deelverordening

  • 1 Deze verordening is van toepassing op subsidieverstrekking aan instellingen op het terrein van amateurkunstbeoefening door middel van de systematiek van jaarsubsidies. 

  • 2 Deze deelverordening is een nadere uitwerking van de Algemene subsidieverordening Reimerswaal 2001. Voor zover in deze deelverordening niet anders is bepaald, zijn de bepalingen van de Algemene subsidieverordening Reimerswaal van toepassing.

Artikel 3 Vaststellen subsidieplafond

  • 1 De raad stelt jaarlijks het subsidieplafond vast voor de subsidies die op grond van deze deelverordening worden verstrekt.

  • 2 De basisbedragen in de deelverordening worden jaarlijks geïndexeerd op basis van het gemeentelijke indexcijfer.

  • 3 Als het totaal van de subsidie-aanvragen het subsidieplafond overtreft, worden alle subsidies naar evenredigheid verminderd.

Artikel 4 Subsidievoorwaarden

Voor subsidie op grond van deze verordening komen in aanmerking instellingen die de amateurkunstbeoefening van hun leden tot doel hebben, en die:a. zijn gevestigd in de gemeente Reimerswaal;b. tenminste tien actieve leden hebben;c. tenminste vijf (muziekvereniging) of 3 (zangkoor, mandoline-, volksdans-, majorette- of toneelvereniging) openbare optredens per jaar in de gemeente verzorgen. Indien instellingen minder openbare optredens verzorgen vindt een korting plaats. Deze korting bedraagt 10% van het totale subsidiebedrag. Door uitnodigingen van de openbare optredens bij het jaarverslag te voegen kan het totale aantal optredens aangetoond worden;d. een redelijke bijdrage van de leden of de deelnemers vragen. Voor zangverenigingen geldt als redelijke bijdrage: een minimumcontributie van € 28,-- per jaar voor leden tot 18 jaar en voor leden van 65 jaar en ouder; een minimumcontributie van € 55,-- per jaar voor leden van 18 jaar en ouder en jonger dan 65 jaar. Voor de overige instellingen geldt als redelijke bijdrage: een minimumcontributie van € 40,-- per jaar voor leden tot 18 jaar en voor leden van 65 jaar en ouder; een minimumcontributie van € 82,-- per jaar voor leden van 18 jaar en ouder en jonger dan 65 jaar. Indien instellingen een lagere bijdrage vragen dan deze redelijke contributie, wordt het te verstrekken subsidiebedrag verlaagd met het bedrag dat in vergelijking met de opbrengst van de redelijke contributie te weinig is gevraagd.

Artikel 5 Subsidieverstrekking aan niet in de gemeente gevestigde instellingen

  • 1 Naast de in artikel 4 bedoelde instellingen kunnen ook voor subsidie op grond van deze verordening in aanmerking komen niet in de gemeente Reimerswaal gevestigde instellingen die tenminste tien actieve leden hebben die in de gemeente Reimerswaal woonachtig zijn. 

  • 2 De subsidie bedoeld in het eerste lid wordt uitsluitend verstrekt op basis van grondslagen die gerelateerd zijn aan het aantal leden van een instelling, waarbij voor de berekening van de hoogte van de subsidie wordt uitgegaan van de leden die woonachtig zijn in de gemeente Reimerswaal.

Artikel 6 Peildatum aantal leden, aantal bespeelde instrumenten en contributie-opbrengst

Voor het vaststellen van respectievelijk het aantal leden, het aantal bespeelde instrumenten en de door de leden opgebrachte contributie-opbrengst wordt uitgegaan van de gegevens op 31 december van het jaar dat twee jaar vooraf gaat aan het jaar waarvoor de subsidie wordt aangevraagd, blijkend uit de vastgestelde rekening over dat jaar.

Artikel 7 Verstrekking aanvullende gegevens

Naast de gegevens genoemd in artikel 2.2 van de Algemene subsidieverordening dienen bij de aanvraag om subsidie tevens te worden overgelegd een verklaring omtrent het aantal actieve leden die gewaarmerkt is door twee bestuursleden.

Artikel 8 Subsidiecontrac

  • 1 Burgemeester en wethouders kunnen met instellingen een contract sluiten waarin afspraken worden neergelegd over de activiteiten, prestaties en beoogde effecten die van de instelling worden verlangd, de overige subsidievoorwaarden en de door de gemeente ter beschikking te stellen middelen.

  • 2 Burgemeester en wethouders kunnen in het subsidiecontract of in de beschikking tot het verlenen van de subsidie voorschriften stellen ten aanzien van het aantal openbare op-tredens en ten aanzien van de gelegenheden waarop openbare optredens moeten worden verzorgd.

Artikel 9 Subsidiegrondslagen voor muziekkorpsen en drumbands

  • 1 Voor de berekening van de subsidie voor muziekkorpsen gelden de volgende grondslagen:a. een basisbedrag van € 2.270,--;b. een bedrag van € 25,-- per bespeeld instrument door een jeugdlid;c. een tegemoetkoming in de kosten van muziekopleiding voor jeugdleden van € 1.301,-- per instelling, indien de opleiding niet wordt gevolgd bij de Zeeuwse Muziekschool. Deze bijdrage wordt jaarlijks geïndexeerd op basis van het gemeentelijke indexcijfer.

  • 2 Voor de berekening van de subsidie voor drumbands gelden de volgende grondsla-gen:a. een basisbedrag van € 455,--;b. een bedrag van € 25,-- per bespeeld instrument door een jeugdlid;c. een tegemoetkoming in de kosten van muziekopleiding voor jeugdleden van € 781,-- per instelling, indien de opleiding niet wordt gevolgd bij de Zeeuwse Muziekschool. Deze bijdrage wordt jaarlijks geïndexeerd op basis van het gemeentelijke indexcijfer.

Artikel 10 Subsidiegrondslagen voor mandolineverenigingen

Voor de berekening van de subsidie voor mandolineverenigingen gelden de volgende grond-slagen:a. een basisbedrag van € 1.500,--;b. een bedrag van € 25,-- per bespeeld instrument door een jeugdlid;c. een tegemoetkoming in de kosten van muziekopleiding voor jeugdleden van € 1.301,-- per instelling, indien de opleiding niet wordt gevolgd bij de Zeeuwse Muziekschool. Deze bijdrage wordt jaarlijks geïndexeerd op basis van het gemeentelijke indexcijfer.

Artikel 11 Subsidiegrondslagen voor zangkoren

Voor de berekening van de subsidie voor zangkoren gelden de volgende grondslagen:a. een basisbedrag van € 390,--;b. een bijdrage van 20% in de door de leden opgebrachte contributie.

Artikel 12 Subsidiegrondslagen voor volksdansverenigingen

Voor de berekening van de subsidie voor volksdansverenigingen gelden de volgende grondslagen:a. een basisbedrag van € 230,--;b. een bedrag van € 230,-- indien de vereniging een eigen muziekgroep heeft;c. een bijdrage van 20% in de door de leden opgebrachte contributie.

Artikel 13 Subsidiegrondslagen voor majoretteverenigingen

Voor de berekening van de subsidie voor majoretteverenigingen gelden de volgende grondslagen:a. een basisbedrag van € 230,--;b. een bedrag van € 230,-- indien de vereniging een eigen muziekgroep heeft;c. een bijdrage van 20% in de door de leden opgebrachte contributie.

Artikel 14 Subsidiegrondslagen voor toneelverenigingen

Voor de berekening van de subsidie voor toneelverenigingen gelden de volgende grondslagen:a. een basisbedrag van € 230,--;b. een bijdrage van 20% in de door de leden opgebrachte contributie.

Artikel 15 Vaststellen van de subsidie

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de subsidie vast te stellen zonder voorafgaande beschikking tot verlening van de subsidie.

Artikel 16 Reimerswaalfestival

Jaarlijks wordt een bedrag beschikbaar gesteld voor de organisatie van een festival dan wel activiteit die georganiseerd wordt in de gemeente Reimerswaal. Om in aanmerking te komen voor deze bijdrage moet een activiteit georganiseerd worden waaraan meerdere disciplines uit verschillende kernen deelnemen. Wanneer meerdere verenigingen een aanvraag indienen beslissen burgemeester en wethouders.

Artikel 17 Zaken waarin de verordening niet voorziet

In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslissen burgemeester en wethouders.

Artikel 18 Ontheffing

Burgemeester en wethouders kunnen in individuele gevallen ontheffing verlenen van één of meer verplichtingen van deze verordening.

Artikel 19 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 april 2005.

Artikel 20 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als "Deelverordening subsidies amateurkunstbeoefening".

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van de gemeenteraad op 22 maart 2005
De griffier, T. Jansen  
De voorzitter,
A.J. Huisman