Regeling vervallen per 22-05-2013

Handhavingsverordening WWB, Bbz, IOAW en IOAZ gemeente Renkum 2012

Geldend van 13-09-2012 t/m 21-05-2013 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2012

Intitulé

Handhavingsverordening WWB, Bbz, IOAW en IOAZ gemeente Renkum 2012

De raad van de gemeente Renkum,

  • ·

    Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 20 december 2011;

  • ·

    Gezien het advies van de Commissie Inwoners van 9 januari 2012;

  • ·

    Gelet op artikel 147, eerste lid Gemeentewet alsmede artikel 8a van de Wet werk een bijstand (WWB), artikel 35, eerste lid, onderdeel c van de IOAW en artikel 35, eerste lid, onderdeel c van de IOAZ;

  • ·

    Gelet op het wijzigingen omtrent de Bbz 2004 per 1 juli 2011;

  • ·

    Overwegende dat de WWB is samengevoegd met de Wet Investeren in Jongeren (WIJ) en er wijzigingen in de WWB zijn per 1 januari 2012;

vast te stellen de navolgende verordening:

HANDHAVINGSVERORDENING WWB, Bbz, IOAW EN IOAZ

GEMEENTE RENKUM 2012

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1. Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de WWB, Bbz 2004, IOAW en IOAZ, de Algemene wet bestuursrecht en de Gemeentewet.

  • 2. In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      WWB: de Wet werk en bijstand;

    • b.

      Bbz2004: Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004

    • c.

      IOAW: de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW);

    • d.

      IOAZ: de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ);

    • e.

      Wet: de WWB, Bbz 2004, de IOAW en de IOAZ;

    • f.

      College: het college van burgemeester en wethouders van Renkum;

    • g.

      Belanghebbende: persoon die een uitkering heeft aangevraagd, ontvangt of heeft ontvangen; Indien dit een gehuwde betreft, wordt onder belanghebbende elk van de echtgenoten verstaan;

    • h.

      Uitkering: bijstand op grond van de WWB of Bbz 2004 en uitkeringen op grond van de IOAW of de IOAZ;

    • i.

      Handhaving: een stelsel van preventieve en repressieve maatregelen gericht op het voorkomen, ontmoedigen en bestrijding van misbruik of oneigenlijk gebruik van de uitkering;

    • j.

      Fraude: het verwijtbaar informatie achterhouden of verwijtbaar onjuiste informatie verstrekken, met het doel een (hogere) uitkering te ontvangen anders dan waarop men op grond van juiste en/of volledige informatie recht zou hebben;

    • k.

      Misbruik: het verwijtbaar ontvangen van een uitkering in strijd met de wettelijke voorschriften;

    • l.

      Oneigenlijk gebruik: het ontvangen van een uitkering volgens de regels van de wet maar in strijd met of buiten de bedoeling van de wet zoals die bij de totstandkoming van de wet heeft bestaan.

HOOFDSTUK 2 OPDRACHT EN VERANTWOORDING

Artikel 2 Opdracht aan het college

  • 1. Het college stelt beleid vast waarin staat beschreven hoe zorg wordt gedragen voor een rechtmatige en doelmatige uitvoering van de wet, waaronder de bestrijding van fraude, misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet.

  • 2. Het college beschrijft in een handhavings- en controleplan ten minste:

    • a.

      de wijze waarop het college belanghebbenden en inwoners informeert over de rechten en plichten die zijn verbonden aan het ontvangen van een uitkering en over de consequenties van fraude, misbruik en oneigenlijk gebruik;

    • b.

      de maatregelen gericht op fraudepreventie;

    • c.

      de wijze van controle bij de aanvraag, de voortzetting en bij beëindiging van de uitkering;

    • d.

      de handelwijze bij inconsistenties alsmede het gebruik van signaal- en risicosturing bij de beoordeling van het recht op uitkering;

    • e.

      de uitvoering van onderzoeken en bestandsvergelijkingen waarbij actuele gegevens worden gecontroleerd en vergeleken.

HOOFDSTUK 3 GEVOLGEN BIJ FRAUDE, MISBRUIK EN ONEIGENLIJK GEBRUIK

Artikel 3 Verlaging van de uitkering

Indien belanghebbende onjuiste, onvolledige of in het geheel geen inlichtingen verstrekt die van belang zijn of redelijkerwijs kunnen zijn voor de hoogte, de duur of de voortzetting van de uitkering, kan het college de uitkering weigeren of verlagen conform hetgeen hierover bepaald is in de van toepassing zijnde Maatregelverordening, onverminderd de mogelijkheid tot terugvordering van de eventueel ten onrechte ontvangen uitkering, waaronder begrepen de kosten gemaakt voor re-integratie.

Artikel 4 Aangifte bij het Openbaar Ministerie

  • 1. Indien een gedraging van belanghebbende als bedoeld in artikel 3 leidt tot benadeling van de gemeente, doet het college, onverminderd de mogelijkheid de uitkering op grond van artikel 3 te verlagen en de ten onrechte ontvangen uitkering terug te vorderen, aangifte bij het Openbaar Ministerie, in overeenstemming met de door het Openbaar Ministerie op dit punt ten tijde van de aangifte geldende uitgangspunten.

  • 2. Het college kan afspraken maken met het Openbaar Ministerie over het doen van aangifte van gedragingen waarvoor het college in beginsel een verlaging van de uitkering zou kunnen toepassen maar waarbij dit niet mogelijk is vanwege beëindiging van de uitkering.

HOOFDSTUK 4 SLOTBEPALINGEN

Artikel 5 Nadere regels

Het college is bevoegd om nadere regels te stellen met betrekking tot de uitvoering van deze verordening.

Artikel 6 Citeertitel, inwerkingtreding nieuwe en intrekking oude verordening

  • 1.

    Deze verordening wordt aangehaald: Handhavingsverordening WWB, Bbz 2004, IOAW en IOAZ gemeente Renkum 2012.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking op de dag na publicatie van de verordening en werkt terug tot en met 1 januari 2012, onder gelijktijdige intrekking van de Handhavingsverordening WWB, WIJ, IOAW en IOAZ gemeente Renkum 2011.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 25 januari 2012.
DE RAAD VAN DE GEMEENTE RENKUM,
de griffier,
de voorzitter,
mr. J.I.M. le Comte,
drs. J.P. Gebben