Kaders Reserve duurzaamheidsleningen voor maatschappelijke instellingen

Geldend van 10-10-2014 t/m heden

Intitulé

Kaders Reserve duurzaamheidsleningen voor maatschappelijke instellingen

Artikel 1 Reikwijdte en toepassing

  • 1.1

    Deze kaders zijn van toepassing op aanvragen om een duurzaamheidslening voor het treffen van duurzame maatregelen.

  • 1.2

    Een duurzame maatregel is een maatregel die bijdraagt aan het realiseren van de ambitie om in 2040 een klimaatneutrale gemeente te worden (zoals verwoord in de Milieunota gemeente Renkum); oftewel een maatregel die leidt tot energiebesparing en/of de productie van duurzaam opgewekte energie. Het mag daarbij gaan om zowel bestaande techniek als om innovatieve maatregelen.

  • 1.3

    De reserve beoogt een aanjaagfunctie te zijn voor de maatschappelijke inbedding van duurzaamheid. De zichtbaarheid van de duurzame maatregelen vormt daarom een belangrijk onderdeel bij het verstrekken van de duurzaamheidsleningen.

  • 1.4

    Een duurzaamheidslening kan uitsluitend worden verstrekt aan een rechtspersoon in de vorm van een vereniging of een stichting, zonder winstoogmerk, met een maatschappelijk belang, alsmede aan een onderwijsinstelling voor primair, voortgezet en beroepsonderwijs.

  • 1.5

    Een duurzaamheidslening kan uitsluitend worden verstrekt voor duurzame maatregelen die worden gerealiseerd binnen de gemeente Renkum.

  • 1.6

    In de reserve is in totaal €500.000 beschikbaar voor het toekennen van duurzaamheidsleningen.

Artikel 2 Bevoegdheid

  • 2.1

    Het college van burgemeester en wethouders, hierna te noemen het college, is bevoegd tot het toekennen van duurzaamheidsleningen als bedoeld in deze kaders.

Artikel 3 Het indienen van een aanvraag

  • 3.1

    Een aanvraag om een duurzaamheidslening moet schriftelijk bij het college worden ingediend op een door hen daarvoor beschikbaar gesteld formulier.

  • 3.2

    Een aanvraag gaat in ieder geval vergezeld van:

  • a.

    een opgave van de te treffen duurzame maatregelen en een indicatie van de te verwachten energiebesparing en/of productie van duurzaam opgewekte energie;

  • b.

    een beschrijving van de wijze waarop maatschappelijke inbedding plaatsvindt;

  • c.

    een planning van de uitvoering van de werkzaamheden;

  • d.

    een investeringsbegroting: de werkelijke kosten van de maatregelen (materialen en werkzaamheden) met een financiële onderbouwing (op basis van offertes), een paragraaf risicobeheersing en een financieringsplan;

  • e.

    een goedgekeurd financieel jaarverslag van maximaal twee jaar oud.

Artikel 4 Afhandelen aanvraag

  • 4.1

    Het college handelt aanvragen in volgorde van binnenkomst af.

  • 4.2

    Indien de aanvraag onvolledig is of onvoldoende duidelijk is om in behandeling te kunnen nemen, deelt het college dit binnen vier weken na ontvangst schriftelijk mede aan de aanvrager.

  • 4.3

    De aanvrager dient binnen de in deze mededeling aangeven termijn zijn aanvraag aan te vullen met de nog ontbrekende gegevens of deze gegevens desgevraagd te verduidelijken. Indien de gevraagde gegevens niet binnen deze termijn zijn verstrekt, neemt het college de aanvraag niet in behandeling. Van het niet in behandeling nemen van de aanvraag ontvangt de aanvrager schriftelijk bericht.

  • 4.4

    Het college neemt binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag dan wel na het compleet worden van de aanvraag een beslissing.

  • 4.5

    Uit overschrijding van de in lid 4.4 bedoelde termijn kan de aanvrager niet afleiden dat zijn aanvraag is of wordt gehonoreerd.

Artikel 5 Afwijzen aanvraag

  • 5.1

    Het college wijst een aanvraag geheel of gedeeltelijk af indien:

  • a.

    het budget niet toereikend is om de aanvraag te honoreren;

  • b.

    de werkelijke kosten naar zijn oordeel niet in redelijke verhouding staan tot het te verkrijgen resultaat;

  • c.

    de werkelijke kosten, inclusief btw, minder bedragen dan €5.000;

  • d.

    de aanvraag wordt ingediend na het treffen van de duurzame maatregelen, tenzij hier andere afspraken over zijn gemaakt;

  • e.

    er sprake is van duurzame maatregelen waarvoor op grond van artikel 2.15 van het Activiteitenbesluit voor aanvrager de wettelijke plicht is vastgelegd om te realiseren;

  • f.

    blijkt dat met het treffen van de duurzame maatregel(en) niet aantoonbaar wordt bijgedragen aan de doelstellingen uit de Milieunota gemeente Renkum;

  • g.

    er in de aanvraag geen aandacht is voor de maatschappelijke inbedding van de duurzaamheidsmaatregelen;

  • h.

    er op basis van het ingediende financieel jaarverslag bij het college gerede twijfels bestaan over de mogelijkheden om de duurzaamheidslening terug te betalen;

  • i.

    de aanvraag niet is ingediend door een rechtspersoon als bedoeld in artikel 1.4.

Artikel 6 Toekenning

  • 6.1

    Het college kent de duurzaamheidslening toe, indien daarvoor geen afwijkingsgronden als bedoeld in artikel 5 zijn. Op de door het college toegekende duurzaamheidslening zijn de voorwaarden als bedoeld in artikel 6.2 van toepassing.

  • 6.2

    Na het nemen van de beslissing zal een ‘Overeenkomst van geldlening ten behoeve van duurzaamheids-maatregelen’ met de aanvrager worden afgesloten met daarin de voorwaarden van de te verstrekken duurzaamheidslening (waaronder de termijn van afbetaling en het rentepercentage).

Artikel 7 Kenmerken van de duurzaamheidslening

  • 7.1

    De hoofdsom van de door het college toegekende duurzaamheidslening is in beginsel gelijk aan het bedrag van de door het college aanvaarde werkelijke kosten.

  • 7.2

    In afwijking van artikel 7.1 bedraagt de hoofdsom van de duurzaamheidslening niet minder dan €5.000 en niet meer dan €75.000 (inclusief btw).

  • 7.3

    De looptijd bedraagt maximaal 10 jaar (annuïteit).

  • 7.4

    Het rentepercentage is 3 % lager dan het 10-jaars rentetarief dat wordt gehanteerd door het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting (SVn) op moment van toewijzing, met een minimum van 1,0 %.

  • 7.5

    De rente staat gedurende de gehele looptijd van de duurzaamheidslening vast.

  • 7.6

    Bij het verstrekken van de duurzaamheidslening wordt eenmalig €€300 afsluitkosten in rekening gebracht.

  • 7.7

    Vervroegde aflossing van de duurzaamheidslening is altijd en boetevrij toegestaan.

  • 7.8

    8 Bij het verstrekken van een duurzaamheidslening kan het college nadere hypothecaire en/of andere zekerheden verlangen.

Artikel 8 Nadere regels

  • 8.1

    Het college kan nadere regels vaststellen.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van de Gemeente Renkum van 24 september 2014.
De raad van de gemeente Renkum,
de griffier, de voorzitter,
mr. J.I.M. le Comte drs. J.P. Gebben