Verordening onderzoeksrecht raad gemeente Renkum

Geldend van 08-03-2008 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 27-02-2008

Intitulé

Verordening onderzoeksrecht raad gemeente Renkum

De raad van de gemeente Renkum gelet op de artikelen 155a tot en met 155f Gemeentewet;

vast te stellen de volgende Verordening onderzoeksrecht raad gemeente Renkum:

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

a.onderzoek: een onderzoek als bedoeld in artikel 155a, eerste lid, van de Gemeentewet;

b.onderzoekscommissie: een commissie als bedoeld in artikel 155a, derde lid, van de Gemeentewet.

Artikel 2 Instellen van het onderzoek/onderzoekscommissie

1.Op voorstel van een of meer van zijn leden kan de raad besluiten een onderzoek in te stellen.

2.Zo spoedig mogelijk na dit besluit stelt de raad uit zijn midden een onderzoekscommissie in van tenminste drie leden en ten hoogste vijf leden.

3.Bij de instelling van een onderzoekscommissie stelt de raad nadere regels vast met betrekking tot de rapportage van de onderzoekscommissie aan de raad.

Artikel 3 Voorzitter/plaatsvervangend voorzitter

1.De leden van de onderzoekscommissie kiezen uit hun midden een voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter.

2.De voorzitter is belast met:

a.het leiden van de beraadslaging en zitting;

b.het handhaven van de orde;

c.het doen naleven van bij of krachtens deze verordening gestelde regels;

d.hetgeen deze verordening hem verder opdraagt.

Artikel 4 Beëindiging van het lidmaatschap

1.Het lidmaatschap van de onderzoekscommissie eindigt indien:

a.de raad besluit tot opheffing van de onderzoekscommissie;

b.een lid ophoudt lid te zijn van de raad;

c.de onderzoekscommissie besluit een lid van zijn commissie te horen;

d.een lid ontslag neemt.

2.Een lid van de onderzoekscommissie kan op elk moment ontslag nemen. Hiervan brengt hij de raad en de voorzitter van de onderzoekscommissie zo spoedig mogelijk schriftelijk op de hoogte.

3.In openstaande vacatures wordt zo spoedig mogelijk voorzien.

Artikel 5 Bevoegdheden van de onderzoekscommissie

1.De onderzoekscommissie besluit alvorens het eerste getuigenverhoor plaats vindt of getuigen uitsluitend verhoord worden na het afleggen van de eed of belofte.

2.De onderzoekscommissie kan buiten de in artikel 155b, eerste lid, van de Gemeentewet genoemde personen tevens anderen verzoeken om medewerking aan het onderzoek te verlenen. Laatstgenoemde medewerking geschiedt slechts op vrijwillige basis.

3.De onderzoekscommissie kan besluiten derden in te schakelen voor het uitvoeren van opdrachten die zij in het kader van de onderzoeksopdracht en de uitoefening van haar taak nodig acht.

4.De onderzoekscommissie kan in het belang van het onderzoek in beslotenheid met een ieder informatieve gesprekken voeren, welke als zodanig geen onderdeel van het onderzoek uitmaken. Er bestaat hiertoe geen plicht tot medewerking.

5.De onderzoekscommissie kan de bovengenoemde bevoegdheden uitsluitend uitoefenen indien ten minste drie van haar leden aanwezig zijn met dien verstande, dat de onderzoekscommissie het voeren van informatieve gesprekken als bedoeld in het vierde lid, kan overlaten aan één of meer individuele leden van de onderzoekscommissie.

6.Onverminderd het bepaalde in artikel 12, tweede lid van deze verordening besluit de onderzoekscommissie met meerderheid van stemmen.

7.De Verordening op de raadscommissies is niet van toepassing.

Artikel 6 Ambtelijke ondersteuning

1.De griffier en/of de plaatsvervangend griffier verlenen ambtelijke bijstand aan een onderzoekscommissie.

2.De verordening ambtelijke bijstand is niet van toepassing.

Artikel 7 Hoorzittingen

1.Onverminderd het bepaalde in artikel 155c, zevende lid, van de Gemeentewet worden getuigen en deskundigen in een openbare zitting van de onderzoekscommissie gehoord.

2.De voorzitter van de commissie bepaalt plaats en tijdstip van de zitting en brengt deze ter openbare kennis op de in de gemeente Renkum gebruikelijke wijze.

3.De voorzitter roept de leden van de onderzoekscommissie, getuigen en deskundigen ten minste twee weken voor de zitting op.

4.Binnen drie werkdagen na verzending van de oproep kunnen getuigen en deskundigen onder opgaaf van redenen de voorzitter verzoeken het tijdstip van de zitting te wijzigen.

5.De beslissing van de voorzitter op dit verzoek wordt uiterlijk één week voor het tijdstip van de zitting aan de betrokken getuige of deskundige medegedeeld.

Artikel 8 Toehoorders en de pers

1.De toehoorders en vertegenwoordigers van de pers kunnen uitsluitend op de voor hen bestemde plaatsen openbare zittingen bijwonen.

2.Het verstoren van de orde is verboden.

3.De voorzitter is bevoegd degenen die op enigerlei wijze de orde van de openbare zitting verstoren, te doen vertrekken.

Artikel 9 Geluid- en beeldregistraties

Degenen die tijdens de zitting geluid- dan wel beeldregistraties willen maken doen hiervan mededeling aan de voorzitter en gedragen zich naar zijn aanwijzingen.

Artikel 10 Verslaglegging hoorzitting

1.De ambtelijke ondersteuning draagt zorg voor de verslaglegging van de hoorzitting. Ten behoeve hiervan worden van de openbare hoorzittingen geluidsopnames gemaakt.

2.Het verslag vermeldt de namen van de aanwezigen en hun hoedanigheid voor zover van belang.

3.Het verslag vermeldt in hoofdlijnen wat over en weer is gezegd en wat verder ter zitting is voorgevallen.

4.Het verslag verwijst naar de op de zitting overgelegde bescheiden, die aan het verslag kunnen worden gehecht.

5.De onderzoekscommissie stelt betrokkenen in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn, die tenminste vijf werkdagen bedraagt, hun zienswijze op het concept – verslag, als bedoeld in het eerste lid, aan haar schriftelijk kenbaar te maken, dit voor het deel dat betrokkenen betreft.

6.Het verslag wordt vastgesteld door de onderzoekscommissie en ondertekend door de voorzitter en de ambtelijke ondersteuning.

Artikel 11 Beraadslagingen

1.De onderzoekscommissie beraadslaagt indien een lid dat nodig acht.

2.De onderzoekscommissie beraadslaagt niet indien minder dan de helft van het aantal leden aanwezig is.

3.Op basis van deze niet openbare beraadslagingen wordt door de ambtelijke ondersteuning een besluitenlijst gemaakt. De besluitenlijst wordt door de onderzoekscommissie vastgesteld. De vastgestelde besluitenlijst wordt door de voorzitter en de ambtelijke ondersteuning ondertekend en is daarna openbaar.

Artikel 12 Afronding onderzoek

1.De onderzoekscommissie stelt betrokkenen in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn, die ten minste tien werkdagen bedraagt, hun zienswijze op het concept onderzoeksrapport schriftelijk aan de onderzoekscommissie kenbaar te maken. Betrokkenen zijn in ieder geval degenen wier taakuitvoering (mede) voorwerp van onderzoek is of is geweest. De onderzoekscommissie bepaalt wie verder als betrokkenen worden aangemerkt.

2.Na afronding van het onderzoek door de onderzoekscommissie worden haar bevindingen voorgelegd aan de raad.

Artikel 13 Budget van de onderzoekscommissie

1.De raad geeft bij de instelling van de onderzoekscommissie aan welk budget de onderzoekscommissie voor haar werkzaamheden ter beschikking heeft.

2.De onderzoekscommissie is voor de besteding van het budget verantwoording verschuldigd aan de raad.

Artikel 14 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag, volgend op die waarop de bekendmaking heeft plaats gevonden en werkt terug tot aan het moment van vaststelling door de raad.

Artikel 15 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening onderzoeksrecht raad gemeente Renkum.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 27 februari 2008.
De griffier, De voorzitter,
mr. J.I.M. le Comte, drs. J.P. Gebben.