Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Renkum houdende regels omtrent voorzieningen voor gezinsondersteuning kinderopvang

Geldend van 01-01-2018 t/m heden

Intitulé

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Renkum houdende regels omtrent voorzieningen voor gezinsondersteuning kinderopvang

Inleiding

Binnen een huishouden met jonge kinderen kunnen situaties ontstaan waardoor ouders 1 tijdelijke ondersteuning nodig hebben bij de opvoeding en/of verzorging van hun kinderen of waardoor kinderen net iets extra gestimuleerd moeten worden in hun ontwikkeling. Wij willen het mogelijk maken dat de balans in het huishouden hersteld en geborgd wordt en kinderen wanneer nodig net iets extra gestimuleerd worden in hun ontwikkeling door het inzetten van een laagdrempelige voorziening voor de kinderen in de vorm van toegang tot kinderopvang.

Deze regeling houdt in dat er bij hulpvragen vanuit het sociaal domein, gerelateerd aan Wmo, Jeugdwet of participatiewetgeving, gebruik gemaakt kan worden van kinderopvang. Voorbeelden van situaties waarbij deze regeling gebruikt kan worden zijn overbelasting en het mogelijk kunnen maken van deelname aan een participatietraject. De kinderopvang die in kader van deze regeling beschikbaar wordt gesteld, wordt voorziening gezinsondersteuning kinderopvang genoemd. Deze regeling houdt mede de voorziening sociaal medische indicatie (SMI) in.

De toegang tot de voorziening kan via een verwijzer (zoals de huisarts) zonder aanvraag voor een korte periode van maximaal 4 weken worden toegekend. Dit heeft tot doel de hulp direct in te zetten en tussentijds heeft het Sociaal Team na de eerste verwijzing de tijd om samen met het huishouden de feitelijk passende hulp te gaan bespreken en regelen. Daarnaast kan de toegang door het Sociaal Team voor een door hen te bepalen periode van telkens maximaal een half jaar (verlenging mogelijk) toegekend worden.

Er kan toegang tot de voorziening gegeven worden om het gezin weer in balans te krijgen waardoor de voorziening past bij de gezinsondersteuning welke in de Verordening jeugdhulp gemeente Renkum (artikel 2, lid 2, sub e), omschreven wordt.

1 Regeling voorziening gezinsondersteuning kinderopvang gemeente Renkum 2017

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Renkum,

Gezien het voorstel d.d. 17 november 2017,

Gelet op de Jeugdwet, het bepaalde in artikel 2 lid 4 juncto artikel 2 lid 2 sub e van de Verordening jeugdhulp gemeente Renkum 2017, het Besluit jeugdhulp gemeente Renkum, de Kadernota Sociaal Domein gemeente Renkum;

Overwegende dat:

  • het wenselijk is te bepalen dat de “voorziening gezinsondersteuning kinderopvang” een vorm van een laagdrempelige voorzieningen is zoals bedoeld in artikel 2, lid 2 sub e van de Verordening Jeugdhulp Gemeente Renkum;

  • het wenselijk is nadere regels te stellen ter zake van deze laagdrempelige voorziening

BESLUIT vast te stellen het volgende Besluit voorziening gezinsondersteuning kinderopvang Renkum 2017:

Artikel 1: Begripsbepalingen

  • a.

    De voorziening: de voorziening gezinsondersteuning kinderopvang

  • b.

    Kinderdagverblijf: een in het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen geregistreerd kinderdagverblijf

  • c.

    Buitenschoolse opvang: een in het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen geregistreerde buitenschoolse opvang

  • d.

    Gastouderopvang: een in het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen geregistreerde gastouderopvang

  • e.

    Kinderopvang: opvang bij een kinderdagverblijf, buitenschoolse opvang of gastouderopvang

  • f.

    Aanbieder: een aanbieder van kinderdagverblijf, buitenschoolse opvang of, wanneer dit beter passend is, gastouderopvang

  • g.

    Ouders: ouder(s) of verzorger(s) van een kind

  • h.

    Verwijzer:

    • a.

      JGZ-verpleegkundige of jeugdarts van de GGD;

    • b.

      huisarts;

    • c.

      praktijk ondersteunende gedragswetenschapper van de GGD;

    • d.

      medisch specialist.

  • i.

    Kortdurende verwijzing: een maximaal vier weken durende toekenning van de voorziening door een verwijzer in een verwijsbrief

Artikel 2: De voorziening

  • 1. De voorziening is een vorm van de laagdrempelige voorziening gezinsondersteuning als bedoeld in artikel 2, lid 2, sub e van de Verordening Jeugdhulp Gemeente Renkum, niet aangeboden door een jeugdhulpaanbieder.

    De voorziening is – conform de Verordening jeugdhulp gemeente Renkum 2017 – beschikbaar op (door)verwijzing door het college, waarbij geldt dat hieronder tevens wordt verstaan de kortdurende toekenning door een verwijzer aan een aanbieder.

  • 2. De voorziening kan bestaan uit:

    • a.

      vergoeding van de kosten aan de aanbieder vanwege een plaats bij kinderdagverblijf voor kinderen in de leeftijd van 0-4 jaar;

    • b.

      vergoeding van de kosten aan de aanbieder vanwege een plaats bij een buitenschoolse opvang voor kinderen die het basisonderwijs bezoeken;

    • c.

      vergoeding van de kosten aan de aanbieder vanwege een plaats bij een gastouderopvang mits met voorafgaande toestemming van het college.

  • 3. De voorziening wordt in geval van toegang tot de voorziening anders dan de kortdurende verwijzing, door het college toegekend bij een beschikking.

  • 4. Indien op het moment van toekenning gebruik gemaakt wordt van kinderopvang dan is de voorziening in het kader van deze regeling beperkt tot de kinderopvang die aanvullend is aan het bestaande gebruik van kinderopvang.

Artikel 3: Toegang via de verwijzer

  • 1. De verwijzer schrijft een verwijsbrief uit waarmee ouders toegang hebben tot een kinderdagverblijf, buitenschoolse opvang of gastouderopvang. Deze verwijsbrief geldt als kortdurende verwijzing. Ouders laten deze verwijsbrief aan de aanbieder zien.

  • 2. De verwijzer bepaalt op maat hoeveel uren per week er nodig zijn en neemt dit aantal op in de verwijsbrief. Dit zijn er maximaal 50 per week.

Artikel 4: Toegang via het college

  • 1. Het college legt de verlening of afwijzing van de voorziening -anders dan in geval van de kortdurende verwijzing- vast in een beschikking. In de beschikking wordt in ieder geval opgenomen:

    • a.

      welke de te treffen voorziening is en wat het beoogde resultaat daarvan is;

    • b.

      wat de omvang en duur van de voorziening is;

    • c.

      welke aanbieder de opvang aanbiedt;

    • d.

      welke andere voorzieningen relevant (kunnen) zijn.

  • 2. Het college stelt de aanbieder in kennis van de verlening of afwijzing van de voorziening.

  • 3. Het college kan de voorziening voor een periode van maximaal een half jaar toekennen. Indien het college dit nodig acht kan het college de voorziening met (telkens) een half jaar verlengen. Het bepaalde in het eerste en tweede lid van dit artikel is onverminderd van toepassing op een verlengde voorziening.

Artikel 5: Voorwaarden

De voorziening kan worden toegekend als aan de volgende voorwaarden is voldaan:

  • a.

    er is binnen een gezin tijdelijke ondersteuning nodig bij de opvoeding/verzorging van kinderen en

  • b.

    de toekenning van de voorzienig moet bijdragen aan het herstellen van de balans in het gezin en

  • c.

    adequate opvang van het kind in het eigen netwerk van het gezin is niet mogelijk of

  • d.

    er is kinderopvang nodig in het kader van toeleiding naar werk, waarbij adequate opvang in het eigen netwerk van het gezin niet mogelijk is.

Artikel 6: Nieuwe feiten en omstandigheden, herziening, intrekking of terugvordering

Het college kan een beschikking aangaande deze voorziening intrekken wanneer het vaststelt dat:

  • a.

    de ouders onjuiste gegevens hebben verstrekt en de verstrekking van juiste of volledige gegevens tot een andere beslissing zou hebben geleid;

  • b.

    het gezin niet langer op de voorziening is aangewezen;

  • c.

    de voorziening niet meer toereikend is te achten;

  • d.

    het gezin niet voldoet aan de voorwaarden van de voorziening.

Artikel 7: Nadere afspraken aanbieder

Het college maakt ten aanzien van deze nadere regels afspraken met de aanbieder.

Artikel 8: Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2018.

Ondertekening

2 Toelichting

2.1Algemene toelichting

Voorheen was de uitvoering van de voorziening sociaal medische indicatie (SMI) ondergebracht bij de bijzondere bijstand. De beleidsregels die hier betrekking op hadden, schoten op meerdere punten tekort: ze beperkten zich tot inwoners met een lager inkomen, ze beperkten zich tot inwoners met specifieke hulpvragen (sociaal of medisch), buitenschoolse opvang werd in de beleidsregels uitgesloten en een eigen bijdrage verhoogde de drempel om gebruik te maken van de voorziening. In de praktijk werd veel tegen deze knelpunten aangelopen en daarom is besloten om een nieuwe regeling te ontwerpen, de beleidsregels die betrekking hadden op SMI in te trekken en de regeling voorziening gezinsondersteuning kinderopvang vast te stellen.

De nieuwe regeling voorziening gezinsondersteuning kinderopvang houdt in dat er bij hulpvragen vanuit het sociaal domein gerelateerd aan Wmo, Jeugdwet, of participatiewetgeving gebruik gemaakt kan worden van kinderopvang. Voorbeelden van situaties waarbij van deze regeling gebruik gemaakt kan worden zijn overbelasting en deelname aan een participatietraject.

De nieuwe regeling past goed bij de kanteling die wij als gemeente willen maken: door in te zetten op deze relatief lichte en tijdelijke vorm van hulp, wordt voorkomen dat problemen erger worden (preventie) en daardoor wordt tevens voorkomen dat er zwaardere hulpvormen nodig zijn. Ook past de nieuwe voorziening goed bij de beleidsrichtingen “het Sociaal Team als vliegwiel” en “de gemeente als regisseur”, omschreven in de kadernota ‘De kunst van samenleven in de gemeente Renkum, de Transformatie’ (oktober 2015). Wanneer een verwijzer de regeling direct vier weken ingezet heeft, wordt de hulpvraag van het betreffende huishouden namelijk altijd doorgezet naar het Sociaal Team, welke verder met het huishouden bekijkt welke hulp er nodig en passend is. Hierdoor blijft de gemeente regisseur en kunnen coaches en consulenten goed de vraag van inwoners bekijken om vervolgens de best passende hulp te organiseren en eventueel verschillende vormen van hulp op elkaar af te stemmen.

De voorziening is een vorm van gezinsondersteuning, die in de Verordening jeugdhulp gemeente Renkum (artikel 2, lid 2) genoemd wordt. In de regeling en deze toelichting wordt omschreven wat de voorziening inhoudt, wie er toegang tot de voorziening kunnen geven, voor welke periode er toegang tot de voorziening gegeven kan worden, et cetera.

2.2Voorziening gezinsondersteuning kinderopvang

Twee manieren van toegang:

Zoals in artikel 2, lid 1 van de regeling wordt aangegeven, is de voorziening gezinsondersteuning kinderopvang op twee manieren beschikbaar:

1.Op verwijzing door het college

In het geval van deze regeling geeft het Sociaal Team onder verantwoordelijkheid van het college toegang tot de voorziening. Dit betekent dat het college in deze regeling, ook wel als het Sociaal Team gelezen kan worden: het Sociaal Team voert uit onder verantwoordelijkheid van het college en geeft zelf toegang tot de voorziening.

2.Op doorverwijzing door het college

Met doorverwijzing door het college, wordt bij deze regeling bedoeld dat ook een verwijzer (voor de omschrijving van een verwijzer, zie artikel 1 regeling) voor maximaal vier weken toegang kan geven tot de voorziening.

Soorten kinderopvang:

In de regeling wordt onderscheid gemaakt tussen drie verschillenden soorten kinderopvang: opvang bij een kinderdagverblijf, opvang bij een buitenschoolse opvang en opvang bij een gastouderopvang. Wanneer het Sociaal Team of de verwijzer toegang geeft tot de voorziening gezinsondersteuning kinderopvang, heeft een plaats bij een kinderdagverblijf of buitenschoolse opvang de voorkeur. Er wordt alleen gebruik gemaakt van een plaats bij een gastouderopvang wanneer blijkt dat dit beter passend is, bijvoorbeeld omdat het kind al door de gastouder wordt opgevangen. Hetzelfde geldt voor een kinderdagverblijf of buitenschoolse opvang buiten de gemeente Renkum: hier wordt alleen bij uitzondering gebruik van gemaakt. Zoals in artikel 2 lid 2 omschreven is, vergoedt de gemeente de kosten voor de kinderopvang die met deze voorziening gepaard gaan aan de aanbieder.

Aantal uren inzet

Het aantal uren dat door de verwijzer of coach/consulent toegekend wordt, moet evenredig zijn met het doel van de inzet, wat betekent dat er niet meer uren toegekend moeten worden dan nodig. Daarnaast moet de verantwoordelijkheid omtrent opvoeding en verzorging van kinderen bij de ouders blijven liggen, wat betekent dat deze niet geheel overgenomen moet worden. Het is ook mogelijk om de uren in glijdende schaal in te zetten, zodat het aantal uren kinderopvang elke week minder wordt.

Eerder/bestaand gebruik kinderopvang:

Wanneer ouders al eerder gebruik hebben gemaakt van kinderopvang met kinderopvangtoeslag of hier nog steeds gebruik van maken, wordt dit door de verwijzer of consulent/coach meegenomen bij het toegang geven tot de voorziening. De voorziening kan hier een aanvullende rol hebben, maar geen vervangende rol. Wanneer ouders bijvoorbeeld al twee dagen gebruik maken van kinderopvang met kinderopvangtoeslag, maar blijkt dat er door een overbelaste situatie een dag meer opvang nodig is, wordt alleen voor deze derde dag toegang gegeven tot de voorziening. Voor de andere twee dagen blijven ouders dan zelf verantwoordelijk. Uiteraard wordt voor het toekennen van de derde dag eerst bekeken wat het netwerk van ouders kan betekenen.

2.3Toegang via de verwijzer

afbeelding binnen de regeling

1. Contact tussen ouders en verwijzer

Tijdens contact tussen ouders en een verwijzer, bijvoorbeeld tijdens een huisartsenconsult, blijkt dat de voorziening gezinsondersteuning kinderopvang nodig is.

2. Directe toegang door middel van een verwijsbrief

De verwijzer kan meteen maximaal vier weken lang een op maat bepaald aantal uur (maximaal 50 uur per week) toegang geven tot de voorziening, indien aan de voorwaarden omschreven in artikel 5 voldaan wordt. Hij/zij neemt het aantal uren en weken op in de verwijsbrief. Ouders hebben toegang tot de aanbieder kinderopvang door de verwijsbrief aan hem te tonen.

3. Contact opnemen met het Sociaal Team

Wanneer een verwijzer toegang geeft tot de voorziening, attendeert hij/zij ouders erop dat zij contact op moeten nemen met het Sociaal Team, dat samen met hen de hulpvraag bekijkt en bekijkt wat er ná de vier weken toegang door de verwijzer nodig is. Wanneer verwijzers denken dat het nodig is, kunnen zij zelf ook een signaal aan het Sociaal Team geven dat zij een huishouden toegang gegeven hebben tot de voorziening, zodat het Sociaal Team proactief te werk kan gaan. Het Sociaal Team pakt de hulpvraag verder op en bekijkt samen met de ouders welke hulp het best passend is.

4. Facturering

De aanbieder van kinderopvang stuurt een factuur met de kosten van de voorziening naar onze gemeente. Er worden nadere afspraken met aanbieders van kinderopvang gemaakt over de facturering.

2.4Toegang via het Sociaal Team

afbeelding binnen de regeling

1. Contact tussen ouders en het Sociaal Team

Alle coaches/consulenten in het Sociaal Team kunnen toegang geven tot de voorziening gezinsondersteuning kinderopvang, mits aan de voorwaarden omschreven in artikel 5 voldaan wordt. Een hulpvraag kan binnenkomen nadat een verwijzer kortdurend toegang gegeven heeft tot de voorziening of direct binnen komen bij het Sociaal Team. Binnen het Sociaal Team wordt intern bekeken welke coach/consulent de hulpvraag het beste op kan pakken. Gaat het bijvoorbeeld om een overbelaste moeder: dan zou een wmo consulent een optie kunnen zijn. Wanneer men zich zorgen maakt om de ontwikkeling van een kind, omdat het bijvoorbeeld nooit met andere kinderen in aanraking komt, zou de jeugdconsulent de casus op kunnen pakken. Gaat het om ouders die diep in de schulden zitten en lucht en ruimte nodig hebben om alles weer op de rails te krijgen, dan zou een inkomensconsulent het best passend kunnen zijn. Gaat het om een erg complexe hulpvraag, dan zal de casus waarschijnlijk bij een coach terecht komen.

2. Directe toegang

Ook de coach/consulent kan direct een op maat bepaald aantal weken en uren toegang tot de voorziening geven indien aan de voorwaarden omschreven in artikel 5 voldaan wordt. Ouders benaderen in beginsel zelf een aanbieder kinderopvang waar het kind een op maat bepaald aan uren en weken terecht kan, indien nodig doet het Sociaal Team dit samen met hen. De verlening van de voorziening wordt door de consulent/coach vastgelegd in een beschikking (zie artikel 4), waar de kinderopvang tevens van op de hoogte gesteld wordt. Door middel van de brief kan er maximaal een half jaar toegang gegeven worden tot kinderopvang, daarna wordt de hulpvraag samen met de inwoners opnieuw bekeken door de coach/consulent. Wanneer nodig kan er opnieuw een half jaar toegang tot de voorziening gegeven worden. Er kan meerdere malen toegang tot de voorziening gegeven worden, waarbij de hulpvraag tussentijds steeds weer bekeken wordt, er steeds opnieuw een brief naar de inwoner verzonden wordt en de aanbieder kinderopvang hier opnieuw van op de hoogte gesteld wordt. De coach/consulent maakt afspraken met de betreffende aanbieder kinderopvang.

3. Facturering

De aanbieder kinderopvang stuurt een factuur met de kosten van de voorziening naar onze gemeente. Er worden nadere afspraken met aanbieders van kinderopvang gemaakt over de facturering.


Noot
1

Onder ouders worden zowel ouder(s) als verzorger(s) verstaan.