Regeling vervallen per 29-04-2015

Verordening persoonsgebonden budget begeleid werken Wsw

Geldend van 30-03-2011 t/m 28-04-2015 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2011

Intitulé

Verordening persoonsgebonden budget begeleid werken Wsw (PGB Wsw)

De raad van de gemeente Renkum gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 25 november 2010

 

Overwegende dat de raad bij verordening nadere regels dient vast te stellen met betrekking tot het verstrekken van Persoonsgebonden budgetten in het kader van de Wet sociale werkvoorziening;

 

Gelet op artikel 7, tiende lid, van de Wet sociale werkvoorziening

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • 1.

    Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) en de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

  • 2.

    In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      Wsw: de Wet sociale werkvoorziening;

    • b.

      de wet: de Wet sociale werkvoorziening;

    • c.

      de gemeente: de gemeente Renkum;

    • d.

      Wsw-geïndiceerde: de persoon, woonachtig in de gemeente, met een

      indicatiestelling als bedoeld in artikel 11, eerste lid van

      de wet, dan wel zijn wettelijk vertegenwoordiger;

    • e.

      college het college van burgemeester en wethouders van

      Renkum;

    • f.

      begeleid werken: de arbeid, bedoeld in hoofdstuk 3 van de wet;

    • g.

      persoonsgebonden budget: het geheel van periodieke subsidie en vergoedingen

      dat ten behoeve van de Wsw-geïndiceerde ter

      beschikking wordt gesteld aan een werkgever en een

begeleidingsorganisatie teneinde de Wsw-geïndiceerde werkzaamheden te laten verrichten onder aangepaste omstandigheden;

h.periodieke subsidie: de loonkostensubsidie en overige aan de werkgever te

h. verstrekken vergoedingen voor structurele kosten.

Hoofdstuk 2 Persoonsgebonden budget

Artikel 2 De hoogte van de rechtstreeks aan de subsidieverlening verbonden uitvoeringskosten

Het college stelt elk jaar vóór 31 december de hoogte vast van de rechtstreeks aan de subsidieverlening verbonden uitvoeringskosten voor elk persoonsgebonden budget begeleid werken, dat ter beschikking wordt gesteld voor het daarop volgende kalenderjaar.

Artikel 3 Invulling voorwaarden adequate arbeidsplaats

  • 1.

    Het college verstrekt op aanvraag aan iedere Wsw-geïndiceerde die:

    • a.

      woonachtig is in de gemeente; en

    • b.

      werknemer is; of

    • c.

      met inachtneming van artikel 12 van de wet en de daarop berustende regels recht heeft op aanbieding van een dienstbetrekking door het college;

een persoonsgebonden budget begeleid werken Wsw, indien werkgever en begeleidingsorganisatie er zorg voor dragen dat de arbeidsplaats voor de Wsw-geïndiceerde adequaat wordt ingevuld en het bedrag van de subsidie en de vergoeding omgerekend op jaarbasis niet meer bedraagt dan het in artikel 7, tweede lid van de wet bedoelde bedrag.

  • 2.

    De werkgever voldoet aan de volgende vereisten:

    • a.

      de aangeboden arbeidsplaats en de omvang daarvan zijn, gelet op de indicatie-stelling en mogelijkheden van de Wsw-geïndiceerde, als passend aan te merken;

    • b.

      de duur van het dienstverband bedraagt tenminste zes maanden, met mogelijkheid tot verlenging;

    • c.

      de werkplek en werkomstandigheden voldoen aan Arbo-normen.

  • 3.

    De begeleidingsorganisatie heeft aantoonbare kennis en ervaring in het werkveld en/of met de doelgroep.

  • 4.

    Indien niet wordt voldaan aan de eisen genoemd in dit artikel wordt de aanvraag afgewezen.

Artikel 4 De wijze van vaststelling van de periodieke subsidie aan de werkgever

  • 1.

    Het college bepaalt op voorstel van de Wsw-geïndiceerde de hoogte van de periodieke subsidie die aan de werkgever verleend wordt.

  • 2.

    Indien de periodieke subsidie een bedrag ad 60% van het wettelijk minimumloon te boven gaat, kan het college in afwijking van het eerste lid de loonwaarde van de Wsw-geïndiceerde laten vaststellen aan de hand van een loonwaardeonderzoek. Daarbij kan een externe deskundige worden ingeschakeld.

Artikel 5 Herziening van de periodieke subsidie

  • 1.

    De hoogte van de periodieke subsidie wordt steeds na een periode van twaalf maanden herzien, op basis van de actuele loonwaarde van de Wsw-geïndiceerde.

  • 2.

    De hoogte van de periodieke subsidie kan eerder worden herzien als hier, gelet op de ontwikkeling van de arbeidsproductiviteit van de werknemer, aanleiding voor is.

Artikel 6 De vergoeding aan de begeleidingsorganisatie

  • 1.

    De hoogte van de vergoeding aan de begeleidingsorganisatie en de omvang van het aantal uren begeleiding worden door de Wsw-geïndiceerde, het college en de begeleidingsorganisatie in onderling overleg vastgesteld. Tussentijdse aanpassingen hierin zijn mogelijk indien partijen dit vooraf overeenkomen.

  • 2.

    Indien de Wsw-geïndiceerde overeenkomstig artikel 7 lid 4 van de wet verzocht heeft om ondersteuning van een begeleidingsorganisatie bij het zoeken van een begeleid werkenplaats, komen de kosten van de begeleidingsorganisatie in verband hiermee alleen voor vergoeding in aanmerking als de inspanningen hebben geleid tot het tot stand komen van een arbeidsovereenkomst.

Artikel 7 Vergoeding voor eenmalige noodzakelijke kosten van aanpassing van de omstandigheden waaronder de arbeid wordt verricht

  • 1.

    Het college kan een vergoeding verstrekken voor de eenmalige kosten van aanpassing van de omstandigheden waaronder de arbeid wordt verricht, als blijkt dat aanpassingen op de werkplek noodzakelijk zijn, deze persoonsgerelateerd zijn, en het niet redelijk is dat deze kosten door de werkgever worden gedragen.

  • 2.

    Kosten voor aanschaf van apparatuur, kosten voor de werkplek en kosten voortvloeiend uit Arbowetgeving die de werkgever uit hoofde van normaal en goed werkgeverschap voor iedere werknemer zou moeten maken, komen niet in aanmerking voor vergoeding door het college.

  • 3.

    Het college regelt de wijze van uitbetaling van de vergoeding.

Artikel 8 Indienen van de aanvraag

  • 1.

    De aanvraag voor een persoonsgebonden budget wordt ingediend door de Wsw-geïndiceerde door middel van een volledig ingevuld aanvraagformulier. De aanvraag wordt mede-ondertekend door de werkgever en de begeleidingsorganisatie.

  • 2.

    Het college stelt ten behoeve van de aanvraag een aanvraagformulier vast.

Artikel 9 Beslistermijn

  • 1.

    Het college besluit op de aanvraag binnen 13 weken na ontvangst van alle benodigde gegevens. Het besluit wordt zowel aan de Wsw-geïndiceerde, de werkgever als de begeleidingsorganisatie medegedeeld.

  • 2.

    Het college kan dit besluit met ten hoogste vier weken verdagen. Het college stelt de aanvrager hiervan schriftelijk in kennis.

Artikel 10 Het besluit tot verlenen van de periodieke subsidie

Het besluit tot verlening van een periodieke subsidie bevat in ieder geval:

  • a.

    de hoogte van de periodieke subsidie en de wijze waarop deze kan worden aangepast;

  • b.

    de wijze van bevoorschotting van de subsidie;

  • c.

    de verplichtingen van de werkgever

  • d.

    de verplichtingen van de Wsw-geïndiceerde.

Artikel 11 Het vaststellen van de periodieke subsidie

  • 1.

    De werkgever verstrekt binnen vier weken na afloop van het kalenderjaar aan het college een schriftelijke opgave van het door hem in het voorgaande jaar betaalde bruto CAO-loon van de Wsw-geïndiceerde, vermeerderd met alle werkgeverslasten.

  • 2.

    Het college stelt de periodieke subsidie binnen acht weken na ontvangst van deze opgave definitief vast.

Artikel 12 Verrekening met de voorschotten

De periodieke subsidie wordt overeenkomstig de vaststelling binnen vier weken na vaststelling betaald, onder verrekening van de betaalde voorschotten.

Artikel 13 Verplichtingen van de werkgever en de Wsw-geïndiceerde

  • 1.

    De werkgever doet onmiddellijk schriftelijk mededeling aan het college van alle feiten en omstandigheden die van belang kunnen zijn voor de verstrekking van de periodieke subsidie.

  • 2.

    De werkgever bewaart alle bewijsstukken die aan de subsidieverstrekking ten grondslag liggen tenminste drie jaren na de vaststelling van de periodieke subsidie en stelt deze op verzoek ter beschikking aan het college voor controledoeleinden.

  • 3.

    Onverminderd de in het eerste lid neergelegde verplichting van de werkgever, doet de Wsw-geïndiceerde onmiddellijk schriftelijk mededeling aan het college van alle feiten en omstandigheden die van belang kunnen zijn voor de verstrekking van de subsidie.

Hoofdstuk 3 Slotbepalingen

Artikel 14 Nadere regels

Het college kan nadere regels stellen met betrekking tot de voorwaarden waaronder een aanvraag om een persoonsgebonden budget wordt toegekend.

Artikel 15 Hardheidsclausule

Het college kan in voorkomende gevallen besluiten af te wijken van hetgeen in artikel 3, tweede tot en met vierde lid en artikel 6, tweede lid is vastgelegd, indien toepassing van deze artikelen zou leiden tot onbillijkheden van overwegende aard.

Artikel 16 Onvoorziene omstandigheden

In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

Artikel 17 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening PGB Wsw.

Artikel 18 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2011.

________________________________________

Ondertekening

Aldus besloten in de raadsvergadering van 25 januari 2011,
DE RAAD VAN DE GEMEENTE RENKUM,
de griffier,
de voorzitter,
mr. J.I.M. le Comte,
drs. J.P. Gebben