Regeling vervallen per 01-01-2017

Marktreglement 2011

Geldend van 07-05-2011 t/m 31-12-2016

Intitulé

Marktreglement 2011

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Reusel-De Mierden;

gelet op artikel 160, eerste lid sub h, Gemeentewet, artikel 3 van de Marktverordening 2011 en de Algemene wet bestuursrecht;

overwegende dat het wenselijk is nadere regels vast te stellen met betrekking tot uitvoering van de marktverordening en een ordelijk verloop van de markt;

besluit vast te stellen het

Marktreglement 2011

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsomschrijving

De in artikel 1 van de Marktverordening 2011 gegeven begripsomschrijvingen zijn van overeenkomstige toepassing op deze nadere regels.

Hoofdstuk 2. Bepalingen over vergunningen

Artikel 2. Inhoud vaste standplaatsvergunning

  • 1. Een vaste standplaatsvergunning vermeldt in ieder geval:

    • a.

      de naam en voornamen, de geboortedatum en -plaats, het adres en de woonplaats van de vergunninghouder;

    • b.

      een duidelijke omschrijving van de toegewezen vaste standplaats met vermelding van het nummer en de afmetingen daarvan;

    • c.

      de kraam of andere verkoopmaterialen die de vergunninghouder bij het innemen van de standplaats mag gebruiken;

    • d.

      het soort artikelen dat de vergunninghouder mag verhandelen of de branche waartoe de vergunninghouder behoort;

    • e.

      de datum waarop aan de vergunninghouder voor het eerst vergunning is verleend en zijn volgnummer op de anciënniteitlijst;

    • f.

      dat de vergunninghouder zelf zorg draagt voor de inzameling en afvoer van zijn afval en dat hij zijn standplaats schoon oplevert;

    • g.

      de wijze waarop de vergunninghouder zijn elektriciteit betrekt;

    • h.

      welke geluidsapparatuur op de standplaats is toegestaan;

    • i.

      welke kook-, bak- en verwarmingsapparatuur zijn toegestaan.

  • 2. Aan de vergunning wordt een middel ter identificatie gehecht.

Artikel 3. Inschrijving op de anciënniteitlijst

Vergunninghouders van vaste standplaatsen worden ingeschreven op een doorlopend genummerde lijst met vermelding van en in volgorde van de datum waarop aan hen voor het eerst een vaste standplaats is toegewezen. Bij deze inschrijving wordt tevens vermeld de soort artikelen die de vergunninghouder mag verhandelen of de branche waartoe hij behoort.

Tevens wordt op deze lijst aangetekend of de vergunninghouder heeft aangegeven in aanmerking te willen komen voor standplaatsverbetering.

Artikel 4. Wachtlijst

  • 1. Aan de wachtlijst ter verkrijging van een vaste standplaats worden geen nieuwe inschrijvingen meer toegevoegd.

  • 2. De inschrijving op de wachtlijst blijft gehandhaafd, indien deze door de ingeschrevene jaarlijks voor 1 januari schriftelijk wordt verlengd.

Artikel 5 . Volgorde toewijzing vaste standplaatsen

  • 1. Indien voor de toewijzing van een beschikbare vaste standplaats meer aanvragers in aanmerking komen, wordt de standplaats achtereenvolgens toegewezen aan:

    • a.

      de vergunninghouder van een vaste standplaats die aan het college schriftelijk de wens te kennen heeft gegeven van standplaats te willen veranderen, in volgorde van plaatsing op de anciënniteitlijst, mits de grootte van de plaats verplaatsing toelaat én er door de verplaatsing geen gaten ontstaan elders op de markt;

    • b.

      gegadigden die een artikelgroep voeren die nog niet op de markt aanwezig is;

    • c.

      aan gegadigden die een artikelgroep voeren waarvoor op de markt reeds één standplaats aanwezig is;

  • 2. Het college kan in bijzondere omstandigheden hiervan afwijken.

Artikel 6. Overschrijving vaste standplaatsvergunning

  • 1. In geval van overlijden, of blijvende arbeidsongeschiktheid van de vergunninghouder, of ingeval van bedrijfsbeëindiging kan de vaste standplaatsvergunning worden overgeschreven op de echtgenoot, de geregistreerde partner of een andere achterblijvende persoon met wie hij duurzaam samenwoonde.

  • 2. Indien de vergunning niet kan worden overgeschreven op grond van het eerste lid, kan een kind of een medewerk(st)er van de vergunninghouder de vergunning voor een vaste standplaats krijgen indien hij ten minste drie jaar in loondienst van het marktbedrijf van de vergunninghouder heeft gewerkt of gedurende eenzelfde periode als mede-eigenaar in dit bedrijf heeft gefunctioneerd.

  • 3. Een aanvraag tot overschrijving wordt ingediend binnen twee maanden na het overlijden van de vergunninghouder, nadat de blijvende arbeidsongeschiktheid is vastgesteld, dan wel het bedrijf is beëindigd.

  • 4. Het college is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken van het bepaalde in dit artikel.

Artikel 7. Toewijzing dagplaats

  • 1. Toewijzing van een dagplaats geschiedt door afgifte van een vergunning door het college op het moment dat de standplaats niet als vaste standplaats wordt ingenomen.

  • 2. De dagplaats wordt toegewezen overeenkomstig de plaats op de wachtlijst van de gegadigden die zich daarvoor op de dag zelf vóór 10 uur aanmelden bij de marktmeester.

  • 3. Een dagplaats wordt alleen toegewezen aan gegadigden met artikelen die nog niet op de markt verkrijgbaar zijn.

Artikel 8. Toewijzing standwerkersplaats

  • 1. Het college wijst een standwerkersplaats toe door middel van loting.

  • 2. Indien een standwerker zich wil doen bijstaan, meldt hij dit vooraf aan de marktmeester onder vermelding van de naam van degene die hem zal bijstaan. Degene die hem zal bijstaan, mag niet op eigen naam deelnemen aan de loting.

  • 3. Een standwerkplaats wordt alleen toegewezen aan standwerkers met artikelen die nog niet op de markt verkrijgbaar zijn.

Hoofdstuk 3. Bepalingen over het gebruik van de standplaats

Artikel 9. Persoonlijk innemen standplaats; bijstaan

  • 1. De vergunninghouder neemt de standplaats die hem is toegewezen persoonlijk in. Hij mag de standplaats niet aan een ander afstaan of in gebruik geven.

  • 2. De vergunninghouder mag zich op de standplaats doen bijstaan.

  • 3. De vergunninghouder van een vaste standplaats neemt ten minste eenmaal per twee weken en tienmaal per dertien weken zijn standplaats op de markt in, dit met inachtneming van het bepaalde in artikel 11 en 12.

Artikel 10. Afwezigheid wegens vakantie, ziekte of bijzondere omstandigheden

  • 1. De vergunninghouder van een vaste standplaats die wegens vakantie, ziekte of bijzondere omstandigheden verhinderd is zijn vaste standplaats in te nemen, meldt dit aan de marktmeester. Bij vakantie geeft de vergunninghouder aan hoe lang zijn afwezigheid duurt.

  • 2. De mededeling wordt tijdig voor of op de desbetreffende marktdag gedaan.

Artikel 11. Ontheffing en vervanging

  • 1. In geval van vakantie, ziekte of bijzondere omstandigheden kan het college op aanvraag van de vergunninghouder van een vaste standplaats hem tijdelijk ontheffing verlenen van de verplichting uit artikel 10.

  • 2. Het college kan op aanvraag van de vergunninghouder hem vergunning verlenen zich op zijn standplaats te laten vervangen door een met name genoemde persoon.

Artikel 12. Legitimatie en identiteit vergunninghouder

  • 1. Degene die een standplaats op de markt inneemt of wenst in te nemen, dient op eerste aanvraag van de marktmeester aan te tonen dat hij de vergunninghouder is.

  • 2. De vergunninghouder dient bij zijn standplaats duidelijk zichtbaar zijn naam en eventuele bedrijfsnaam aan te geven.

Artikel 13. Tijdstip innemen standplaats/aan- en afvoer goederen

  • 1. Het is verboden voor vergunninghouders op het marktterrein meer dan drie uur voor aanvang en meer dan een uur na afloop van de markt met een voertuig, goederen of anderszins ruimte in te nemen of goederen aan of af te voeren.

  • 2. De vergunninghouder is verplicht zijn standplaats tot de sluitingstijd van de markt te blijven innemen. Het college kan hiervan ontheffing verlenen.

  • 3. Indien de vergunninghouder zijn vaste standplaats niet uiterlijk om 11 uur heeft ingenomen, wordt de desbetreffende standplaats voor die dag als dagplaats aangemerkt, tenzij de marktmeester de standplaats op tijdig verzoek van de vergunninghouder voor hem beschikbaar houdt.

Artikel 14. Gebruik kramen

Losse kramen moeten worden afgenomen van de door de gemeente aangewezen kramenzetter, tenzij de kramenzetter hier andere afspraken over maakt.

Artikel 15. Elektriciteit

  • 2Het is de standplaatshouder zonder ontheffing van het college verboden om op zijn standplaats:

  • · Gebruik te maken van andere dan elektrische verlichting

  • · Elektriciteit te betrekken van een ander dan degene die door het college voor het leveren daarvan is aangewezen of om zelf hierin te voorzien.

  • 2. De kosten van het elektriciteitsverbruik tijdens de markt zijn voor rekening van de standplaatshouder. Het tarief wordt bepaald door het college.

Hoofdstuk 4. Slotbepalingen

Artikel 16. Inwerkingtreding

Dit reglement treedt in werking op de dag dat de Marktverordening 2011 in werking treedt.

Artikel 17. Citeertitel

Dit reglement wordt aangehaald als: Marktreglement 2011.

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering van 8 maart 2011 .
Burgemeester en wethouders van Reusel–De Mierden,
de secretaris, de burgemeester(wnd)
drs. L.J.M. Bertens J.M.P.J. van Gorp-van de Ven