Regeling vervallen per 03-03-2014

Beleidsregels standplaatsen, venten en collecteren

Geldend van 24-03-2012 t/m 02-03-2014 met terugwerkende kracht vanaf 03-01-2012

Intitulé

Beleidsregels standplaatsen, venten en collecteren

1. Inleiding

Het beleidskader met betrekking tot de vergunningen en meldingen voor standplaatsen, venten en collecteren is, door het college van burgemeester en wethouders, laatstelijk vastgesteld in april 1997. Sindsdien hebben ontwikkelingen plaatsgevonden waardoor we het beleidskader moeten wijzigen. Het gaat om de volgende punten.

1.Deregulering en snellere dienstverlening

In 2008 heeft de Vereniging van Nederlandse Gemeenten een model APV opgesteld in het kader van deregulering en een snellere dienstverlening. Deze aspecten nemen we mee in het nieuwe beleidskader voor standplaatsen, venten en collecteren.

2.Met betrekking tot het innemen van standplaatsen

a. Duidelijk maken welke geldende standplaatsen bestaan en toetsen aan het bestemmingsplan.

b. Het aantal standplaatsen maximaliseren.

c. Incidentele standplaatsen mogelijk maken.

d. Standplaatsen tijdens evenementen duidelijk onderscheiden van reguliere standplaatsen.

e. Standplaatsen tijdens de kermisdagen, carnaval en Nieuwjaar verduidelijken.

f. Duidelijk maken welke weigeringsgronden door de gemeente worden gehanteerd bij de beoordeling van aanvragen voor vergunning voor het innemen van standplaatsen, voor het venten en voor een collecte.

3.Met betrekking tot het venten

Venten is het huis-aan-huis of aan de weg verkopen van goederen. Voor deze activiteiten was een vergunning verplicht. Door de wijzigingen in de APV is dit sinds 2007 niet langer het geval. Om de risico’s van het venten te beheersen worden algemene regels opgesteld, waaraan venters zich dienen te houden. Met de meldingsplicht worden de administratieve lasten voor de dienstverleners en de bestuurlijke lasten voor de gemeente aanzienlijk beperkt.

4.Met betrekking tot het collecteren

Onder collecteren wordt het inzamelen van geld of goederen verstaan. Hiervoor is een vergunning vereist. Uit overleg met de brancheorganisaties blijkt een grote behoefte te bestaan aan handhaving van de vergunningplicht. Bij gemeenten bestaat dezelfde behoefte, onder meer door de opkomst van nieuwe en soms agressieve vormen van collecteren.

Voor de duidelijkheid wordt opgemerkt dat deze beleidsnotitie geen betrekking heeft op de reguliere weekmarkt van de gemeente.

2. doelstelling van de nieuwe beleidskaders voor standplaatsen, venten en collecteren

Deregulering van vergunningsstelsels is sinds 2007 een speerpunt voor het beleid van de gemeente en maakt onderdeel uit van de verbetering van de dienstverlening aan burgers en bedrijfsleven. Het gaat niet alleen om het afslanken van de regelgeving, maar ook om de uitvoeringspraktijk binnen de gemeenten. Het afschaffen van een aantal regels garandeert niet dat burgers minder last zullen ervaren van de gemeente. De bedrijfsprocessen binnen de gemeente zullen moeten worden verbeterd. Met deze nieuwe beleidskaders voor standplaatsen, venten en collecteren willen we deze betere dienstverlening mogelijk maken.

3. beleid voor standplaatsen

3.1 overwegingen

Het geldende beleid heeft de afgelopen jaren niet tot onoplosbare knelpunten geleid. Wel zijn in de praktijk een aantal ervaringen opgedaan die in het nieuwe beleid worden meegenomen. Deze ervaringen hebben onder meer betrekking op het maximumstelsel en de soorten standplaatsen.

Naast de vaste standplaatsen in het centrum van de dorpskernen hebben we in de gemeente enkele plekken aangewezen voor een incidentele standplaats.

3.2 definitie

Onder het innemen van een standplaats wordt in artikel 5:17 APV verstaan; het vanaf een vaste plaats op openbare en in de openlucht gelegen plaats te koop aanbieden, verkopen, of afleveren van goederen dan wel diensten aan te bieden, gebruikmakend van fysieke middelen zoals een kraam, een wagen of een tafel.

Het onderscheid met venten is de tijdsduur waarin de handel vanaf eenzelfde plaats wordt uitgeoefend. Bij de verkoop vanaf een standplaats worden de goederen of diensten vanaf een vaste locatie aangeboden, terwijl bij het venten de handel wordt uitgeoefend vanaf een voortdurend wisselende locatie.

Niet alle soorten standplaatsen vallen onder de vergunningsplicht van artikel 5:17 en 5:18 van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Reusel-De Mierden. In het tweede lid van artikel 5:17 APV is bepaald dat voor het innemen van een standplaats tijdens een (jaar)markt geen standplaatsvergunning nodig is.

Ook standplaatsen die tijdens een evenement of op een “overdekte” markt worden ingenomen, vallen niet onder de vergunningsplicht van artikel 5:17 en 5:18 APV. De standplaats maakt dan onderdeel uit van een evenemententerrein of snuffelmarkt waarbij we het terrein in zijn geheel beoordelen op een brandveilige inrichting.

Tenslotte vallen standplaatsen met streekproducten en producten ten behoeve van toerisme, voor zover er geen sprake is van bedrijfsmatige verkoop, niet onder de bovenvermelde vergunningsplicht.

3.3 beleidsmatige uitgangspunten

3.3.1 soorten standplaatsen

We maken een onderscheid in het de verschillende soorten standplaatsen. Het betreft de jaarlijkse standplaatsen, de kortdurende standplaatsen, de seizoen standplaatsen, de tijdelijke standplaatsen ideële standplaatsen.

Jaarstandplaats

Een jaarstandplaats is een standplaats die gedurende het gehele jaar één of enkele dagdelen of dagen per week in gebruik mag worden genomen. Hierbij geldt geen beperking naar branche, zodat op deze standplaatsen in beginsel alle goederen en diensten kunnen worden aangeboden.

Seizoenstandplaats

Seizoenstandplaatsen zijn standplaatsen die in de duur van het gebruik zijn gekoppeld aan de seizoenen. In Hooge Mierde kennen we sinds jaar en dag de standplaats voor ijs.

Tijdelijke standplaats

Een tijdelijke standplaats is een standplaats die gedurende het jaar incidenteel één of meerdere dagen in gebruik wordt genomen. Daarbij geldt dat per week, per maand of per kwartaal een dag of dagdeel de standplaats kan worden ingenomen.

Ideële standplaatsen

Een bijzondere vorm van een tijdelijke standplaats is de ideële standplaats. Een terugkerend voorbeeld in de gemeente is de onderzoeksbus voor het landelijke borstkankeronderzoek. Gezien het groot maatschappelijk belang dat aan dit onderzoek gehecht moet worden is het niet doenlijk aan de reguliere tijden en plekken voor standplaatsen te handhaven. Vanwege het maatschappelijk belang worden de legeskosten voor deze standplaatsen niet doorberekend.

3.3.2 plekken vaste standplaatsen

Voor het innemen van een standplaats op of aan de openbare weg zijn de onderstaande locaties aangewezen:

  • a.

    Hooge Mierde : Myrthaplein

  • b.

    Hooge Mierde : Vijfsprong Poppelsedijk /Prins Hendriklaan

  • c.

    Hulsel : Nabij de Kerk

  • d.

    Lage Mierde : Dorpsplein

  • e.

    Reusel : De markt

De vermelde standplaatslocaties zijn indicatief aangegeven op de bijgevoegde tekeningen “locaties standplaatsen gemeente Reusel-De Mierden”.

We kennen in de gemeente enkele plekken waar incidenteel een standplaatsplek wordt ingenomen en die niet bij de vaste standplaatsen wordt gerekend. Te denken valt aan de parkeerplaats bij gemeenschapshuis de Schakel in Hooge Mierde tijdens de carnavalsdagen of kermisdagen, of bij het OV-station te Reusel tijdens de carnavalsdagen. Deze aanvragen voor standplaatsplekken worden individueel en voor het aangevraagde tijdsbestek beoordeeld, op de gevolgen voor de verkeersveiligheid en de openbare orde.

3.3.3.Maximumstelsel

Voor het innemen van een standplaats is een vergunning van het college vereist op grond van artikel 5:17 en 5:18 APV. In het belang van de openbare orde, hebben we in de gemeente een beperkt aantal standplaatsvergunningen dat wordt afgegeven.

Op de locatie de Vijfsprong Poppelsedijk / Prins Hendriklaan te Hooge Mierde en op de locatie de markt in Reusel wordt slechts aan maximaal één persoon per dag(deel) een standplaatsvergunning voor het hele jaar verleend.

Voor de overige locaties is niet gebleken dat een maximumstelsel en een daarbij behorende wachtlijst noodzakelijk zijn.

3.3.4 Standplaats tijden

De vergunde standplaatsen mogen worden ingenomen op de volgende tijden.

  • a.

    maandag tot en met vrijdag van 09.00 uur tot 21.00 uur

  • b.

    zaterdag van 09.00 uur tot 17.00 uur

  • c.

    zondag van 10.00 uur tot 17.00 uur

De locatie de vijfsprong Poppelsedijk / Prins Hendriklaan kan worden ingenomen van 10.00 uur tot 17.00 uur.

3.3.5 Carnaval en kermis

Tijdens carnaval en kermis kan niet altijd normaal gebruik worden gemaakt van de reguliere standplaatsen. Tijdens carnaval kan in de kerkdorpen gebruik worden gemaakt van een standplaats op of nabij de reguliere standplaatsplek. De gemeentelijke buitendienst en de marktmeester kijken naar de meest geschikte plek in de kerkdorpen tijdens de carnavalsdagen. In Hooge Mierde wordt voorafgaand aan carnaval traditioneel het Opwermweekend gehouden op het Myrthaplein. Tijdens het Opwermweekend en carnaval wordt een alternatieve standplaatsplek ingericht in Hooge Mierde.

Tijdens de kermisdagen worden de standplaatsplekken afgestemd op de inrichting van de kermisterreinen in de kerkdorpen. Tijdens de kermisdagen in Reusel kan geen gebruik worden gemaakt van de reguliere standplaatsplek. In de voorschriften van een standplaatsvergunning op de markt in Reusel geven we aan dat geen gebruik kan worden van de reguliere standplaatsplek tijdens de kermisdagen. Bij de kermisdagen in de overige kerkdorpen kan een alternatieve standplaatsplek worden ingenomen op of nabij de reguliere standplaatsplek die is afgestemd op de kermisterreinen.

3.4 juridisch kader

3.4.1 Weigeringsgronden

Algemene weigeringsgronden

De in artikel 1:8 APV genoemde weigeringsgronden vormden de grondslag voor – en tegelijkertijd ook de begrenzing van het beleid. De aanvullende weigeringsgronden van artikel 5:18 APV maken het mogelijk de vergunning meer specifiek te beoordelen. Hieronder bespreken we kort de specifieke weigeringsgronden.

Strijdigheid met het bestemmingsplan

De besluiten op grond van de Wet ruimtelijke ordening, zoals het bestemmingsplan, vormen een zelfstandige weigeringsgrond. Dit betekent dat we bij de beoordeling van een aanvraag voor een standplaatsvergunning altijd bedacht moet zijn op de voorschriften die uit het geldende bestemmingsplan voortvloeien.

Uit de toetsingen aan de geldende bestemmingsplannen blijkt dat een aantal locaties niet in overstemming is met de (gebruiksbepalingen van) het ter plaatse geldende bestemmingsplan. Voorzover nodig zullen de locaties na de definitieve vaststelling hiervan via een procedure tot wijziging van het bestemmingsplan of een ontheffingsprocedure met het bestemmingsplan in overeenstemming worden gebracht.

Bescherming redelijk verzorgingsniveau

Uit jurisprudentie is gebleken dat het reguleren van concurrentieverhoudingen niet tot de huishoudelijke belangen van de gemeente hoort en nemen we daarom niet mee in de belangenafweging bij een aanvraag voor een standplaatsvergunning. Alleen als winkels in een nieuw opgezet winkelcentrum gedurende de aanloopfase moeten worden beschermd of als het gaat om binnen een gemeente laatste winkel in een bepaalde branche die moeten worden beschermd, kunnen we concurrentieverhoudingen mee laten wegen in de belangenafweging.

Bescherming uiterlijk aanzien van de gemeente

Indien een standplaats de cultuurhistorische of architectonische kwaliteit van een gebied aantast of het straatbeeld anderszins ernstig wordt verstoord, kunnen we de aanvraag voor een standplaatsvergunning weigeren.

3.4.2 Overige regelgeving

Winkeltijdenwet en zondag standplaatsen

Op grond van de Winkeltijdenwet, mag een standplaats niet op zondag of (bepaalde) feestdagen worden ingenomen, met uitzondering van maximaal twaalf door de gemeenteraad aangewezen zogenaamde koopzondagen of –feestdagen. Dit verbod geldt op grond van het vrijstellingsbesluit Winkeltijdenwet niet voor de verkoop van direct voor consumptie geschikte eetwaren en alcoholvrije dranken.

Persoonlijk karakter

De ambulante handel kent een persoonlijk karakter. Om deze reden is een standplaatsvergunning persoonsgebonden. Een standplaatsvergunning wordt alleen verstrekt aan (handelingsbekwame) natuurlijke personen en is niet overdraagbaar.

Leges

De leges voor een standplaatsvergunning worden jaarlijks vastgesteld met de legesverordening.

3.4.3 voorschriften

  • ·

    De vergunning is strikt persoonlijk, niet overdraagbaar en geldig voor de periode van [datum] tot en met [datum].

  • ·

    Voor noodgevallen of andere zaken verwittigen we de contactpersoon. Wij gaan ervan uit dat [naam] via [telefoonnummer] bereikbaar is. Indien dit niet het geval is, verzoeken wij u om dit zo spoedig mogelijk aan ons door te geven.

  • ·

    De standplaats inrichting mag maximaal een uur voor aanvang van het tijdstip, waarop overeenkomstig de vergunning met de verkoop mag worden gestart, worden geplaatst en moet binnen een uur nadat de verkoop is beëindigd, zijn verwijderd.

  • ·

    De oppervlakte van de standplaats mag maximaal 30m2 bedragen.

  • ·

    Bij het verkooppunt mag één reclamebord worden geplaatst met een afmeting van maximaal 122x 61 cm.

  • ·

    U dient de standplaats zo in te richten dat zo min mogelijk parkeergelegenheid verloren gaat.

  • ·

    U dient de standplaats zo in te nemen dat zo min mogelijk hinder voor omwonenden en andere gebruikers van het marktplein ontstaat.

  • ·

    Voor het inzamelen van afval dienen voldoende voorzieningen getroffen te worden.

  • ·

    Eventuele aanwijzingen van met opsporing en/of toezicht belaste personen dienen stipt en onmiddellijk opgevolgd te worden.

  • ·

    U dient het gebruikte terrein en de omgeving daarvan onbeschadigd en schoon achter te laten.

  • ·

    Eventueel aangerichte schade aan gemeente-eigendommen bent u verplicht te vergoeden.

  • ·

    U bent verplicht alle redelijkerwijs mogelijke maatregelen te treffen, om te voorkomen dat de gemeente Reusel-De Mierden, of derden ten gevolge van het gebruik maken van de verleende vergunning, ontheffing en toestemming schade lijden.

4. beleid voor venten

4.1 overwegingen

Het in artikel 5:16 van de Algemene Plaatselijke Verordening opgenomen ventverbod is veranderd. Voor het venten is geen vergunning noodzakelijk maar kan worden volstaan met een melding. Nu het APV artikel voor venten is gewijzigd is de grondslag vervallen voor het gedeelte betreffende venten in de beleidskader voor collecteren, venten en standplaatsen van 1997.

In de beleidsregels van 1997 staat aangegeven dat de gemeente de mogelijkheid heeft om het aantal venters in de gemeente te maximaliseren. Gelet op het aantal inwoners van de gemeente en op basis van het huidige bestand van de afgelopen jaren is het niet noodzakelijk voor het college om het aantal venters in het belang van de openbare orde en verkeersveiligheid te beperken.

In de afgelopen jaren zijn vergunningen verstrekt voor de volgende categorieën: schepijs en verpakt ijs, consumptie-ijs, frisdrank, wens- en kerstkaarten, groente en fruit, bloemen, sierteeltproducten en koeken. Dit heeft niet tot problemen geleid en we verwachten geen groei in het aantal venters in de gemeente.

4.2 definitie

In artikel 5:15 van de APV wordt onder venten verstaan : het in de uitoefening van de ambulante handel te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen dan wel diensten aan te bieden op een openbare en in de open lucht gelegen plaats of aan huis.

Venten onderscheiden we duidelijk van jaarmarkten of markten en standplaatsen door de duur in de tijd dat van een bepaalde locatie ambulante handel wordt aangeboden.

4.3 beleidsmatige uitgangspunten

4.3.1 Openbare orde en openbare veiligheid

We kunnen in de gemeente optreden zodra sprake is van venten waarbij de openbare orde, de openbare veiligheid of de volksgezondheid in gevaar komen. In de volgende gevallen kan gedacht worden aan deze belangen.

  • -

    als meer dan twee venters tegelijkertijd aan het venten zijn.

  • -

    als een venter gebruik maakt van luidsprekers, versterkers en/of andere vormen van versterkt geluid.

  • -

    als het verkeer door een venter in zijn doorgang wordt belemmerd.

  • -

    als de veiligheid op de weg in gevaar wordt gebracht.

  • -

    als wordt gevent op en direct rondom het marktterrein gedurende de tijden dat de weekmarkt wordt gehouden.

4.3.2 beperking geluidoverlast

Binnen een straal van 100 meter van schoolgebouwen, verzorgingscentra kerkgebouwen ten tijden van een dienst, mag geen gebruik worden gemaakt van een belsignaal om de komst van de verkoopwagen aan te kondigen.

4.3.3 rooster vrije weken CBF

We staan incidentele ventacties van verenigingen of scholen in beginsel alleen toe in perioden waarin niet wordt gecollecteerd, volgens het collecterooster van het Centraal Bureau Fondsenwerving.

4.4 juridisch kader

4.4.1 Weigeringsgronden

Het juridisch kader voor de beoordeling van aanvragen voor ventvergunningen wordt momenteel gevormd door de artikelen 5:14 en 5:15 van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Reusel-De Mierden 2011.

De strekking van de APV artikelen is dat het college een vent actie kan weigeren op grond van de limitatief opgesomde weigeringsgronden van artikel 1:8 APV en artikel 5:15 lid 2 APV. Het college kan besluiten een vent actie te weigeren op grond van de openbare orde, openbare veiligheid, de volksgezondheid of het milieu.

De gemeente heeft slechts beperkte beleidsvrijheid met betrekking tot het venten. Afgezien van een maximum aantal tegelijkertijd actieve venters, de toegestane tijden voor het venten en het stellen van voorwaarden voor het borgen van de openbare orde en veiligheid, heeft de gemeente geen mogelijkheid om nader beleid op venten in de gemeente te vormen.

4.4.2 Certificering

Voor het venten is een bewijs van registratie nodig. Bij het Hoofdbedrijfschap Detailhandel kan een bewijs van registratie worden aangevraagd. Voor een bewijs van registratie is een inschrijving bij de Kamer van Koophandel nodig.

4.4.3 Leges

Voor meldingen brengen we geen leges in rekening.

4.4.4 Voorschriften

  • ·

    Op maandag tot en met vrijdag mag worden gevent van 09.00 uur tot 21.00 uur en op zaterdag van 09.00 uur tot 17.00 uur.

  • ·

    Op zondag mag niet worden gevent met uitzondering van koopzondagen.

  • ·

    Bij venten mag geen sprake zijn van verkoop van goederen vanuit een woning.

  • ·

    Venters zijn minimaal zestien jaar oud en moeten zich kunnen identificeren met een geldig legitimatiebewijs.

  • ·

    Er is geen sprake van het innemen van een standplaats.

  • ·

    Bij het venten of het afleveren van goederen mag de verkeersveiligheid niet in gevaar komen.

  • ·

    Bij het venten mag geen gebruik worden gemaakt van luidsprekers of versterkers.

  • ·

    Prijsaanduidingen moeten duidelijk leesbaar en begrijpelijk zijn voor het publiek.

  • ·

    U dient het gebruikte terrein en de omgeving daarvan onbeschadigd en schoon achter te laten.

  • ·

    Eventueel aangerichte schade aan gemeente-eigendommen bent u verplicht te vergoeden.

  • ·

    U bent verplicht alle redelijkerwijs mogelijke maatregelen te treffen, om te voorkomen dat de gemeente Reusel-De Mierden, of derden ten gevolge van het gebruik maken van de verleende vergunning, ontheffing en toestemming schade lijden.

5. Collecteren

5.1 Overwegingen

Bij de dereguleringsactie van 2007 staan in de model Algemene Plaatselijke Verordening enkele voor de gehele APV geldende wijzigingen doorgevoerd. Wat betreft de inzamelingsvergunning wordt een doorlopende vergunning verstrekt voor de instellingen die voorkomen op het collecterooster van het Centraal Bureau Fondsenwerving (CBF). In de meeste gemeenten zijn de modelbepalingen van het VNG overgenomen.

Voor instellingen die niet voorkomen op het collecterooster wordt een vergunning voor bepaalde tijd afgegeven. Voor bijvoorbeeld een sportclub die een huis-aan-huis collecte wil verzorgen voor een nieuw clubhuis, zullen we doorgaans een vergunning verlenen in een collectevrije periode.

Een vereniging of stichting kan buiten de roostervrije periode in aanmerking komen voor een collectevergunning. Daarvoor moet de organisatie toestemming vragen voor het collecteren bij de instelling die voor de betreffende periode staat ingeschreven.

De vergunning voor het collecteren kende in het verleden geen weigeringsgronden. Na overgenomen wijzigingen in de model APV van 2007 zijn de algemene weigeringsgronden op grond van de openbare veiligheid, de openbare orde en de volksgezondheid ook van toepassing op de vergunning voor het collecteren.

5.2 definitie

In artikel 5:13 van de APV wordt onder collecteren verstaan: het inzamelen van geld of goederen. Onder een inzameling van geld of goederen wordt mede verstaan: het bij het aanbieden van goederen, waartoe ook geschreven of gedrukte stukken worden gerekend, dan wel bij het aanbieden van diensten, aanvaarden van geld of goederen, indien daarbij te kennen wordt gegeven of de indruk wordt gewekt dat de opbrengst geheel of ten dele voor een liefdadig of een ideëel doel is bestemd.

Het verbod op het houden van inzamelingen van geld of goederen zonder vergunning geldt niet voor een inzameling die in besloten kring wordt gehouden.

Tenslotte heeft artikel 5:15 APV geen betrekking op containers van charitatieve instellingen die zijn bestemd voor het inzamelen van kleding of schoeisel. De gemeente verleent op grond van de Afvalstoffenverordening deze vergunning die voorheen wel op grond van artikel 5:15 APV is verleend.

5.3 beleidsmatige uitgangspunten

Nederlanders staan bekend om hun vrijgevigheid voor goede doelen. Ondanks dat de houding van donateurs in de loop van de tijd flink is gewijzigd, dringt het Centraal Bureau voor Fondsenwerving aan op het in stand laten van het vergunningstelsel en de collectevergunning niet af te schaffen.

Aan de hand van de collectevergunningen kan de gemeente het overzicht bewaren en wildgroei voorkomen. Om die redenen heeft de Vereniging van Nederlandse Gemeente de verplichte vergunning niet uit de model APV geschrapt bij de dereguleringsronde.

Het inzamelingsrooster van het CBF is aanvankelijk opgesteld om de collectes door het jaar te spreiden. Ondertussen gebruiken we het inzamelingsrooster ter controle van de actuele collectes. Het CBF krijgt regelmatig klachten over organisaties die kaarten verkopen voor een goed doel. Aan de hand van de CBF certificering en het collecterooster heeft de gemeente middelen om mogelijke misleidende praktijken te laten controleren.

In het verleden hebben we gekeken of we kwetsbare inwoners konden beschermen voor misleidende praktijken. Afgezien van de voorschriften die we stellen bij de collectevergunning en de controle/certificering door het Centraal Bureau voor Fondsenwerving, blijft het uitgangspunt de eigen verantwoordelijkheid van inwoners.

5.4 juridisch kader

5.4.1 Doorlopende collectevergunning

Voor organisaties die zijn geplaatst op het collecterooster van het Centraal Bureau Fondsenwerving (CBF) zijn doorlopende vergunningen verstrekt. Het CBF is een onafhankelijke stichting die op landelijk niveau bepaalt welke organisaties op een vastgestelde week in het jaar mogen collecteren.

5.4.2 Weigeringsgronden

Het college kan een aanvraag voor een niet doorlopende collectevergunning beoordelen aan de hand van de algemene limitatief opgesomde weigeringsgronden van artikel 1:8 APV. Een aanvraag voor een niet doorlopende collectevergunning kunnen we weigeren op grond van de openbare orde(zoals het voorkomen/beperken van overlast), de openbare veiligheid(zoals de verkeersveiligheid), de volksgezondheid of bescherming van het milieu.

5.4.3 Leges

De leges voor een niet doorlopende collectevergunning worden jaarlijks vastgesteld met de legesverordening.

5.4.4 Algemene voorschriften

  • ·

    Organisaties die willen collecteren in de gemeente moeten bekend zijn bij het CBF en beschikken over een CBF keur, een CBF certificaat of een verklaring van geen bezwaar.

  • ·

    Organisaties die op het collecterooster staan van het CBF, hebben een doorlopende collectevergunning en het gaat om één week per doel per jaar.

  • ·

    Andere organisaties kunnen een verzoek doen om te mogen collecteren in de vrije periode van het collecterooster.

  • ·

    Deze organisaties krijgen een eenmalige collectevergunning voor één week in de vrije periode van het collecterooster.

  • ·

    We staan slechts één collecte actie per week toe.

Voorschriften collectevergunning

  • ·

    Op maandag tot en met vrijdag mag worden gecollecteerd van 09.00 uur tot 21.00 uur en op zaterdag van 09.00 uur tot 17.00 uur.

  • ·

    Op zondag mag niet worden gecollecteerd.

  • ·

    Wij raden aan gebruik te maken van collectanten die de leeftijd van zestien jaar hebben bereikt. Elke collectant moet zich kunnen identificeren met een geldig legitimatiebewijs en een kopie van de collectevergunning.

  • ·

    Na de collecte verwachten we van de organisatie binnen één maand een opbrengstenstaat bij het college van burgemeester en wethouders.

  • ·

    Voor het collecteren moet gebruik worden gemaakt van officiële collectebussen die door het CBF zijn goedgekeurd.

  • ·

    Op verzoek van een met opsporing en/of toezicht belaste persoon, moet de collectant een kopie van de vergunning kunnen aantonen.

6. Slot

6.1 overgangsregeling

Tot het moment van inwerkingtreding van de nieuwe beleidskaders, blijven de geldende beleidskaders van 1997 van kracht. Voor de aanvrager van een vergunning voor het innemen van een standplaats of voor het houden van een collecte, en voor degene die een melding heeft gedaan van een vent actie, geldt momenteel het meest gunstige beleidsmatige kader.

6.2 totstandkoming en inwerkingtreding

Deze beleidsregel is tot stand gekomen door vaststelling door het college van burgemeester en wethouders, voor zoveel het ieders bevoegdheden betreft en treedt in werking op 24 maart 2012 en werkt terug tot 3 januari 2012.

6.3 citeertitel

Deze nieuwe beleidskaders worden aangehaald als: Beleidsregels standplaatsen, venten en collecteren.

6.4 bekendmaking

Deze beleidsregel valt aan te merken als een beleidsregel als bedoeld in artikel 1:3 Awb. De bevoegdheid is ontleend aan de Algemene Plaatselijke Verordening en de Gemeentewet.

6.5 evaluatie

Eind 2012 dient het beleid voor standplaatsen, venten en collecteren, alsmede het proces van behandelen van aanvragen en meldingen te worden geëvalueerd.

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering van 3 januari 2012.
Burgemeester en wethouders van Reusel–De Mierden,
de secretaris, de burgemeester,
Drs. L.J.M. Bertens H.A.J. Tuerlings