Beleidsregels inzake het aansluiten op de riolering

Geldend van 21-03-2009 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels inzake het aansluiten op de riolering

RIOOLAANSLUITINGEN IN BESTAANDE GEBIEDEN

Het betreft hier rioolaansluitingen voor panden die nog niet zijn aangesloten op de riolering of die pas zijn gebouwd in een reeds langer bestaand gebied. Het betreft zowel vrij verval- als druk en vacuümriolering.

Voor alle rioolaansluitingen worden de werkelijk gemaakte kosten in rekening gebracht.

Voor de aanleg van rioolaansluitingen gelden de volgende regels:

1. Aanvraag

  • ·

    Een rioolaansluiting moet worden aangevraagd door middel van het formulier “aanvraag rioolaansluitingen”. Dit formulier is verkrijgbaar bij de gemeente of te downloaden van de gemeentelijke website.

  • ·

    Het formulier moet bij de gemeente worden ingeleverd. De aanvrager ontvangt schriftelijk bericht op de aanvraag. Wanneer toestemming wordt verleend voor de aanleg van de riolering wordt tevens een raming van de kosten toegestuurd.

2. Aantal

  • ·

    Bij een gemengd stelsel wordt één aansluiting per pand aangelegd.

  • ·

    Bij een gescheiden stelsel worden twee aansluitingen per pand aangelegd (DWA (vuil water) en RWA (regenwater)).

  • ·

    Bij gebleken noodzaak, ter beoordeling aan de gemeente, kunnen in overleg meerdere aansluitingen op de riolering worden gemaakt. Deze extra aansluiting(en) worden tegen werkelijk gemaakte kosten in rekening gebracht.

3. Maatvoering

  • ·

    Een aansluiting voor huishoudelijk of bedrijfsmatig gebruik zal met een diameter van ø 125 mm. worden aangelegd zowel voor DWA als RWA afvoer.

  • ·

    In overleg kan voor een afvoer voor bedrijfsmatig gebruik worden gekozen voor een aansluiting met een diameter van ø 160 mm of meer.

4. Materiaalgebruik

  • ·

    Voor de aanleg wordt gebruik gemaakt van kunststof leidingen.

  • ·

    De aansluiting wordt aangelegd inclusief ontstoppingsstuk (grijs) bij een gemengd stelsel en voor een RWA afvoer en een controleput (bruin) voor een DWA afvoer. Het ontstoppingsstuk en/of de controleput komen net over de erfscheiding op particulier terrein te liggen.

5. Uitvoering

  • ·

    De aansluiting op het hoofdriool en het leggen van het leidingwerk op gemeentegrond inclusief straatwerk wordt uitgevoerd door een door de gemeente aan te wijzen aannemer.

  • ·

    Het ontstoppingsstuk en/of de controleput worden door de gemeente ingemeten. Deze meetgegevens worden aan de bewoner verstrekt.

  • ·

    Het grondwerk op particulier terrein ter hoogte van het ontstoppingsstuk en/of controleput dient open te blijven totdat de inmeting en de controle van het werk door de gemeente heeft plaatsgevonden.

6. Betaling

·De geraamde kosten moeten worden voldaan vóórdat met de werkzaamheden wordt begonnen.

Aan de hand van eenheidsprijzen van de aannemer zal vooraf een zo exact mogelijke raming worden gemaakt van de kosten. Als de werkzaamheden zijn afgerond zal op basis van werkelijk gemaakte kosten worden afgerekend.

  • ·

    In de aanlegkosten zijn ook de kosten voor de benodigde aanpassingen ten aanzien van lichtmasten, straatmeubilair en de groenvoorzieningen inbegrepen.

  • ·

    Voor alle rioolaansluitingen worden twee manuur eigen kosten van een civieltechnisch medewerker in rekening gebracht voor het toezicht en het in behandeling nemen van de aanvraag.

  • ·

    Periodiek zal bij aannemers prijsopvraag voor het aanleggen van riolering worden gedaan.

7. Beheer

  • ·

    Bij storingen moet de bewoner het ontstoppingsstuk en/of controleput zelf opengraven om te constateren of de verstopping zich op gemeentegrond of op eigen grond bevindt.

  • ·

    Wanneer er water in het ontstoppingsstuk en/of de controleput staat, zit er waarschijnlijk een verstopping ion het gemeenteriool. In dat geval zijn de kosten van het verhelpen van de storing voor de gemeente. Staat er geen water in, dan zijn de kosten voor de bewoner.

8. Bijzondere omstandigheden

·Als er sprake is van bijzondere omstandigheden kan gemotiveerd van het bovenstaande worden afgeweken.

RIOOLAANSLUITINGEN BINNEN NIEUW AAN TE LEGGEN GEBIEDEN

Dit zijn rioolaansluitingen die op een bestaande riolering worden aangesloten, veelal van bouwrijp gemaakte bestemmingsplannen of daar waar gebruik is gemaakt van uitleggers die liggen tot aan de erfgrens van de woning. Hiervoor worden geen extra kosten in rekening gebracht. De kosten worden verrekend met de grondprijs. Voor de aanleg gelden de volgende regels:

1. Aanleg

·De rioolaansluiting wordt gelijktijdig met het woonrijp maken aangelegd. De rioolaansluiting hoeft niet apart te worden aangevraagd.

2. Aantal

  • ·

    Bij een gescheiden stelsel worden twee aansluitingen per pand aangelegd (DWA (vuil water) en RWA (regenwater)).

  • ·

    Bij gebleken noodzaak, ter beoordeling aan de gemeente, kunnen in overleg meerdere aansluitingen op de riolering worden gemaakt.

6. Betaling

·Er worden geen kosten in rekening gebracht. Het aanleggen van de uitleggers en het ontstoppingsstuk en/of controleput is reeds verrekend in de grondprijs.

De onderdelen 3. Maatvoering, 4. Materiaalgebruik, 5. Uitvoering 7. Beheer en 8. Bijzondere omstandigheden van de beleidsregels inzake rioolaansluitingen in bestaande gebieden zijn onverkort van toepassing op rioolaansluitingen binnen nieuw aan te leggen gebieden.