Verordening geldelijke voorzieningen commissieleden 2006

Geldend van 04-03-2023 t/m heden

Intitulé

Verordening geldelijke voorzieningen commissieleden 2006

De raad van de gemeente Rheden;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 31 mei 2006;

gelet op artikel 96 lid 1 Gemeentewet;

b e s l u i t :

  • 1.

    in te trekken de Verordening geldelijke voorzieningen raads- en commissieleden, protocolnummer 001.03, laatstelijk gewijzigd 27 maart 2001;

  • 2.

    vast te stellen de Verordening geldelijke voorzieningen commissieleden 2006

Artikel 1 Begripsomschrijving

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    leden van de commissie: de leden van een commissie, als bedoeld in artikel 82 e.v. van de Gemeentewet;

  • b.

    voorzitter: de voorzitter van een in deze verordening genoemde, commissie, welke niet tevens lid is van de raad;

  • c.

    vergoeding: de vergoeding als bedoeld in artikel 96 lid 1 van de Gemeentewet;

  • d.

    normbedrag: het bedrag, vermeld in tabel IV van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden (Koninklijk Besluit van 22 maart 1994, Staatsblad 244).

Artikel 2

  • 1. De leden van onderstaande commissies die geen raadslid zijn, ontvangen voor het bijwonen van de vergaderingen van de commissie een vergoeding ten bedrage van 2½ x het normbedrag:

    • -

      de Commissie bezwaarschriften;

    • -

      de Rekenkamercommissie;

    • -

      de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit.

  • 2. De voorzitter van de in lid 1 genoemde commissies, alsmede in voorkomende gevallen diens plaatsvervanger, ontvangt voor het bijwonen van de vergaderingen van de commissie een vergoeding ten bedrage van 3 x het normbedrag.

  • 3. De leden en voorzitter van de in lid 1 genoemde commissies, ontvangen voor het bijwonen van de commissievergadering een vergoeding van reis- en verblijfkosten.

Artikel 3

  • 1. De leden van onderstaande commissies die geen raadslid zijn, ontvangen voor het bijwonen van de vergaderingen van de commissie een vergoeding ten bedrage van ½ x het normbedrag:

    • -

      de Ombudscommissie;

    • -

      de Marktcommissie.

  • 2. De voorzitter van de in lid 1 genoemde commissies, alsmede in voorkomende gevallen diens plaatsvervanger, ontvangt voor het bijwonen van de vergaderingen van de commissie een vergoeding ten bedrage van 2 x het normbedrag.

  • 3. De leden en voorzitter van de in lid 1 genoemde commissies, ontvangen voor het bijwonen van de commissievergadering een vergoeding van reis- en verblijfkosten.

Artikel 4 Subcommissies en werkgroepen

Leden en voorzitter van subcommissies of werkgroepen, ontstaan uit de commissies genoemd in deze verordening, komen slechts voor een vergoeding als bedoeld in de artikelen 2 of 3 in aanmerking indien daartoe een separaat besluit is genomen door het bestuursorgaan dat de commissie heeft ingesteld.

Artikel 5 Uitbetaling

De in de artikel 2 en 3 onder lid 1 en 2 bedoelde vergoedingen worden na afloop van elk halfjaar aan de rechthebbende uitbetaald. De in deze artikelen onder lid 3 bedoelde reis- en verblijfkostenvergoeding wordt op declaratiebasis betaalbaar gesteld.

Slotbepalingen

Artikel 6 Hardheidsclausule

Het bestuursorgaan dat de commissie heeft ingesteld kan van de bepalingen in deze verordening afwijken, indien onverkorte toepassing ervan zou leiden tot onbillijkheden van overwegende aard.

Artikel 7 Inwerkingtreding en intrekking verordening

  • 1. Deze verordening treedt in werking op de dag volgend op die van de bekendmaking.

  • 2. Met de inwerkingtreding van deze verordening wordt ingetrokken de Verordening geldelijke voorzieningen raads- en commissieleden, protocolnummer 001.03, laatstelijk gewijzigd 27 maart 2001.

Artikel 8 Toezending aan Gedeputeerde Staten

Conform artikel 98 Gemeentewet wordt deze verordening na vaststelling toegezonden aan Gedeputeerde Staten.

Vastgesteld bij raadsbesluit d.d. 12 september 2006, nr. 3.

Ondertekening

De Steeg, 12 september 2006
De raad voornoemd,
voorzitter.
griffier.