Regeling vervallen per 06-12-2023

Verordening op de Rekenkamercommissie

Geldend van 17-02-2011 t/m 05-12-2023

Intitulé

Verordening op de Rekenkamercommissie

De raad van de gemeente Rheden;

gezien het advies van de Rekeningcommissie d.d. 10 februari 2003;

gelet op artikel 81o van de Gemeentewet;

b e s l u i t :

vast te stellen de Verordening op de Rekenkamercommissie

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    wet: Gemeentewet;

  • b.

    commissie: Rekenkamercommissie;

  • c.

    voorzitter: voorzitter van de Rekenkamercommissie;

  • d.

    college: college van burgemeester en wethouders;

  • e.

    Rekenkamercommissie: de Rekenkamercommissie van de gemeente Rheden;

  • f.

    raadsvolger: persoon die door de raad als raadsvolger is benoemd.

Artikel 2 Rekenkamercommissie

  • 1. Er is een commissie die door de raad wordt ingesteld en wordt aangeduid als de Rekenkamercommissie.

  • 2. De commissie bestaat uit vijf leden.

Artikel 3 Benoeming leden

  • 1. De raad benoemt drie leden van de commissie uit zijn midden of uit de raadsvolgers en een extern voorzitter en één extern lid.

  • 2. De leden van de commissie met uitzondering van de externe leden worden voor een periode gelijk aan de zittingsperiode van de raad aangewezen. De externe leden worden voor een periode van vier jaar aangewezen.

  • 3. De commissie benoemt de voorzitter en vice-voorzitter van de commissie. De voorzitter draagt zorg voor het tijdig en periodiek bijeenroepen van de commissie, het leiden van de vergaderingen, het bewaken van de uitgangspunten en werkwijze en het bevorderen van een zorgvuldige besluitvorming. De voorzitter voert hiertoe regelmatig overleg met de onderzoekers en met het secretariaat.

  • 4. Voorafgaand aan de benoeming van de leden van de commissie pleegt de raad overleg met de commissie.

Artikel 4 Eed

Ten aanzien van de externe leden is artikel 81g van de wet van overeenkomstige toepassing.

Artikel 5 Ontslag en non-activiteit

  • 1. De raad ontslaat de leden of stelt hen op non-activiteit.

  • 2. Het lidmaatschap van een raadslid eindigt:

    • a.

      op eigen verzoek;

    • b.

      indien het lid aftreedt als lid van de raad;

    • c.

      indien de raad van oordeel is dat het lid niet langer geschikt is de functie van lid van de commissie te vervullen.

  • 3. Het lidmaatschap van een extern lid eindigt:

    • a.

      op eigen verzoek;

    • b.

      bij de aanvaarding van een functie die onverenigbaar is met het lidmaatschap van de commissie.

    • c.

      wanneer het lid bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel bij zulk een uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;

    • d.

      indien het lid bij onherroepelijk geworden rechtelijke uitspraak onder curatele is gesteld, in staat van faillissement is verklaard, surseance van betaling heeft gekregen of wegens schulden is gegijzeld.

  • 4. De externe leden van de commissie kunnen door de raad worden ontslagen wanneer zij door ziekte of gebreken blijvend ongeschikt zijn hun functie te vervullen.

Artikel 6 Vergoeding voor werkzaamheden van de externe leden van de commissie

  • 1. De externe leden ontvangen een vergoeding voor het bijwonen van de vergaderingen van de commissie.

  • 2. De vergoeding genoemde in het eerste lid komt ten laste van het budget van de commissie.

  • 3. Ten aanzien van de vergoedingen alsmede de onkostenvergoedingen van de leden is de Verordening voorzieningen raadsleden en raadsvolgers 2007 van overeenkomstige toepassing. Ten aanzien van de vergoedingen alsmede de onkostenvergoedingen van de externe leden is de Verordening geldelijke voorzieningen commissieleden 2006 van toepassing.

  • 4. Indien de commissie besluit dat een extern lid bij een bepaald onderzoek extra werkzaamheden zal verrichten kan de commissie besluiten hiervoor een vooraf vastgesteld bedrag toe te kennen binnen de kaders van de begroting van de commissie en deze verordening. Dit bedrag wordt berekend door het benodigde aantal uren te vermenigvuldigen met het normbedrag, genoemd in de Verordening geldelijke voorzieningen commissieleden 2006. Indien voornoemde financiële verplichtingen de kaders van de begroting van de commissie te buiten gaan, dient een separaat raadsbesluit te worden genomen.

Artikel 7 Ambtelijk secretaris

  • 1. De raad benoemt de ambtelijk secretaris in overleg met de commissie.

  • 2. De secretaris staat de commissie bij de uitvoering van haar taken terzijde.

  • 3. De secretaris legt rechtstreeks verantwoording af aan de commissie over de wijze waarop de ondersteunende taken worden verricht.

  • 4. De secretaris draagt zorg voor de agendaplanning, de verslaglegging en de vorming van dossiers.

Artikel 8 Reglement van orde

De commissie stelt een Reglement van orde voor haar vergaderingen en andere werkzaamheden vast. Zij zendt het reglement na vaststelling onverwijld ter kennisneming naar de raad.

Artikel 9 Onderwerpselectie en opdrachtverlening

  • 1. De commissie bepaalt de onderwerpen die zij onderzoekt, formuleert de probleemstelling en stelt de onderzoeksopzet vast.

  • 2. De in het vorige lid bedoelde onderzoeksopzet wordt door de commissie ter kennisneming aan de raad verstuurd.

  • 3. De raad kan de commissie een gemotiveerd verzoek doen tot het instellen van een onderzoek. De commissie bericht de raad binnen een maand in hoeverre aan dat verzoek wordt voldaan. Indien de commissie niet aan het verzoek van de raad voldoet, zal zij daarvoor goede gronden aanvoeren.

Artikel 10 Werkwijze

  • 1. De commissie is belast met en verantwoordelijk voor de uitvoering, begeleiding en sturing van het onderzoek volgens de door haar vastgestelde onderzoeksopzet.

  • 2. De commissie beoordeelt of het wenselijk is de raad tussentijds te informeren.

  • 3. De commissie is bevoegd bij alle leden van het gemeentebestuur en bij alle ambtenaren de mondelinge en schriftelijke inlichtingen in te winnen die zij nodig acht voor de uitvoering van de onderzoeken. De leden van het gemeentebestuur en de ambtenaren van de gemeente zijn verplicht de gevraagde inlichtingen binnen de door de commissie gestelde termijn te verstrekken.

  • 4. De commissie vergadert zoveel als zij nodig acht, ter bespreking van procedurele en inhoudelijke aspecten van het onderzoek.

  • 5. De commissie vergadert in beslotenheid, haar rapporten zijn openbaar. Op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wet Openbaarheid van Bestuur kan de commissie rapporten die aan de raad worden voorgelegd of gedeelten daarvan als geheim aanmerken.

  • 6. De commissie kan openbare informatieve vergaderingen beleggen.

  • 7. Voor de uitvoering van het onderzoek kan de commissie, met inachtneming van het beschikbare budget, externe personen of bureaus inschakelen.

  • 8. De commissie stelt de betrokkenen in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn, die tenminste twee weken bedraat, hun zienswijze op het conceptonderzoeksrapport aan de commissie kenbaar te maken. Betrokkenen zijn degenen wier taakuitvoering (mede) voorwerp van onderzoek is of is geweest. De commissie bepaalt verder wie verder als betrokkenen worden aangemerkt.

  • 9. Na vaststelling door de commissie worden het onderzoeksrapport en de nota met conclusies en aanbevelingen en de zienswijze van betrokkenen op het rapport zo spoedig mogelijk, onder toezending van een afschrift aan het college en betrokkenen, aan de raad aangeboden.

Artikel 11 Budget

  • 1. De commissie is bevoegd binnen een aan haar bij de begroting beschikbaar gesteld budget uitgaven te doen ten behoeve van de uitvoering van haar taken.

  • 2. Ten laste van het in het voorgaande lid bedoelde budget worden de kosten gebracht van:

    • a.

      de vergoedingen aan de externe leden;

    • b.

      de ambtelijk secretaris;

    • c.

      interne onderzoeksmedewerkers;

    • d.

      externe deskundigen die eventueel door de Rekenkamercommissie zijn ingeschakeld;

    • e.

      eventuele overige uitgaven die de commissie nodig acht voor de uitoefening van haar taak.

  • 3. Binnen de taakomschrijving van de commissie zijn de voorzitter en secretaris gezamenlijk bevoegd externe deskundigen in te schakelen en overeenkomsten te sluiten, dan wel financiële verplichtingen aan te gaan binnen de kaders van de begroting van de commissie en deze verordening.

  • 4. De commissie is voor de besteding van het budget uitsluitend verantwoording verschuldigd aan de raad.

Artikel 12 Slotartikel

  • 1. Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening op de Rekenkamercommissie.

  • 2. Deze verordening treedt in werking op de dag nadat deze wordt bekendgemaakt.

    Vastgesteld bij raadsbesluit d.d. 25 januari 2011, nr. 4.

Ondertekening

De Steeg, 25 januari 2011
De raad voornoemd.
voorzitter.
griffier.