Regeling vervallen per 01-01-2012

Verordening langdurigheidstoeslag

Geldend van 07-01-2010 t/m 31-12-2011 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2010

Intitulé

Verordening langdurigheidstoeslag

De raad van de gemeente Rheden;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 16 november 2009;

gelet op de artikelen 8 eerste lid, onderdeel d en 36 van de Wet werk en bijstand, de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht en de Gemeentewet;

b e s l u i t :

vast te stellen: de ‘Verordening langdurigheidstoeslag’

Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    De wet: de Wet werk en bijstand.

  • b.

    Referteperiode: een periode van 36 maanden voorafgaand aan de peildatum.

  • c.

    Peildatum: de datum waarop in enig jaar het recht op langdurigheidstoeslag ontstaat.

  • d.

    Inkomen: het inkomen als bedoeld in artikel 32 van de wet, met dien verstande dat voor de zinsnede ‘een periode waarover een beroep op bijstand wordt gedaan’ moet worden gelezen ‘de referteperiode’. Een bijstandsuitkering wordt, in afwijking van artikel 32 van de wet voor de beoordeling van het recht op langdurigheidstoeslag als inkomen gezien.

  • e.

    Bijstandsnorm: de norm van artikel 21 van de wet inclusief toeslag.

Artikel 2 Uitvoering

De uitvoering van deze verordening berust bij het college van burgemeester en wethouders.

Recht op langdurigheidstoeslag

Artikel 3 Langdurig, laag inkomen

Aan de in artikel 36, eerste lid, van de wet gestelde voorwaarde van het hebben van een langdurig laag inkomen is voldaan als gedurende de referteperiode het inkomen niet uitkomt boven 100% van de voor hem geldende bijstandsnorm.

Artikel 4 Hoogte van de langdurigheidstoeslag

  • 1. De langdurigheidstoeslag bedraagt per jaar:

    • a.

      voor gehuwden € 340,00;

    • b.

      voor een alleenstaande ouder € 305,00;

    • c.

      voor een alleenstaande € 239,00.

  • 2. Voor de toepassing van het eerste lid is de situatie op de peildatum bepalend.

  • 3. De in het eerste lid genoemde bedragen worden vanaf 2011 jaarlijks verhoogd met de door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) vastgestelde consumentenprijsindex (CPI). De nieuwe bedragen worden naar beneden afgerond op hele euro’s.

Artikel 5 Weigeringsgrond

Indien men beschikt over uitzicht op inkomensverbetering, dan ontbreekt het recht op langdurigheidstoeslag.

Artikel 6 Hardheidsclausule

Het college kan afwijken van de bepalingen in deze verordening, indien de belangen die zijn gediend met toepassing van deze verordening niet opwegen tegen de zwaarwegende belangen die afwijking van deze verordening in een individueel en specifiek geval wenselijk maken.

Slotbepalingen

Artikel 7 Inwerkingtreding en intrekking

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2010.

De Verordening langdurigheidstoeslag 2009, vastgesteld d.d. 26 mei 2009, wordt per 1 januari 2010 ingetrokken.

Artikel 8 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening langdurigheidstoeslag.

Vastgesteld bij raadsbesluit d.d. 15 december 2009, nr. 8.

Ondertekening

De Steeg, 15 december 2009
De raad voornoemd,
voorzitter.
giffier.

Algemene Toelichting

Op grond van artikel 8 lid 1 onderdeel d WWB dient de gemeenteraad bij verordening regels vast te leggen met betrekking tot het verlenen van een langdurigheidstoeslag. Deze regels dienen in ieder geval betrekking te hebben op de hoogte van de langdurig-heidstoeslag en de wijze waarop invulling wordt gegeven aan de begrippen langdurig en laag inkomen, zoals die in artikel 36 lid 1 WWB worden gebruikt.

 

De doelgroep van de regeling is verruimd tot de ‘werkende armen’. Ook voor hen geldt immers dat zij langdurig afhankelijk kunnen zijn van een minimuminkomen en na verloop van tijd de mogelijkheid gaan missen om in noodzakelijke vervangingsuitgaven te voorzien. Om hen toegang te verlenen staat niet langer het arbeidsmarktperspectief maar de vraag of er uitzicht is op inkomensverbetering centraal. Daarmee is de langdurigheids-toeslag primair een inkomensaanvulling geworden.

De toeslag is bestemd voor personen die (door het verrichten van arbeid of anderszins) geen perspectief hebben op verbetering van het inkomen.

 

Toelichting op de artikelen

 

Artikel 1 Begrippen

Begrippen die in de WWB voorkomen hebben in deze verordening dezelfde betekenis als in de WWB. Ten aanzien van een aantal begrippen, die als zodanig niet in de WWB zelf staan is een definitie gegeven in deze verordening.

Met betrekking tot het begrip ‘inkomen’ is een van de WWB afwijkende definitie opgenomen. Nu de wetgever de gemeenteraad opdracht gegeven heeft om in de verordening regels te geven met betrekking tot het begrip ‘langdurig, laag inkomen’, is de gemeenteraad bevoegd om dit begrip voor de toepassing van artikel 36 lid 1 WWB nader te definiëren. Met de gebruikte definitie wordt aangesloten bij de in de bestaande uitvoeringspraktijk gehanteerde (en ook door de wetgever bedoelde) invulling van het begrip inkomen in artikel 36 lid 1 WWB, doch wordt de wettechnische imperfectie weggenomen.

 

Artikel 2 Uitvoering

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

 

Artikel 3 Langdurig, laag inkomen

De gemeenteraad dient in de verordening vast te leggen wat ‘langdurig’(een laag inkomen) is. De referteperiode is gesteld op 36 maanden.

 

Het is aan de gemeenteraad opgedragen om te bepalen wanneer de doelgroep voldoet aan de voorwaarde dat een laag inkomen wordt ontvangen (artikel 8, lid 1 onderdeel d WWB). Anders dan de tekst suggereert kan de gemeenteraad slechts invulling geven aan het begrip ‘laag’. Laag is 100% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm.

 

Artikel 4 Hoogte van de langdurigheidstoeslag

De bedragen van 2010 zijn voor gehuwden € 340,00, voor een alleenstaande ouder € 305,00 en voor alleenstaanden € 239,00.

Deze bedragen worden vanaf 2011 jaarlijks verhoogd met de door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) vastgestelde consumentenprijsindex (CPI). De nieuwe bedragen worden naar beneden afgerond op hele euro’s.

 

Artikel 5 Weigeringsgrond

Beschikt men over uitzicht op inkomensverbetering, dan ontbreekt het recht op langdurigheidstoeslag. Daarbij had de wetgever vooral studenten op het oog, maar niet uitsluitend (TK Handelingen 2008-2009, nr. 5-308 en TK 2008-2009, 31 441, nr. 12). De intentie van de wetgever was om met deze voorwaarde vast te leggen dat bepaalde groepen met een goed arbeidsmarktperspectief niet in aanmerking zouden kunnen komen voor de langdurigheidstoeslag. Voor studenten geldt dit in het bijzonder. Zij mogen namelijk in staat worden geacht na afronding van hun studie door werkaanvaarding een inkomensstijging te realiseren. Daarnaast zijn in de parlementaire behandeling ex-studenten genoemd, die in een aanloopschaal beginnen en werkenden die bewust kiezen voor een deeltijdbaan maar op zichzelf wel potentieel hebben om een inkomensverbetering te realiseren (TK Handelingen 2008-2009, nr. 5-308). Een andere groep waarvoor gesteld kan worden dat die uitzicht heeft op inkomensverbetering, is de groep personen in een schuldsaneringstraject, binnen het kader van hetzij de WSNP,

hetzij een minnelijke regeling.

 

Artikel 6 Hardheidsclausule

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

 

Artikel 7 Inwerkingtreding en intrekking

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

 

Artikel 8 Citeertitel

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.