Regeling vervallen per 01-01-2023

Marktgeldenverordening Rheden 2007

Geldend van 29-10-2009 t/m 31-12-2022 met terugwerkende kracht vanaf 01-07-2009

Intitulé

Marktgeldenverordening Rheden 2007

De raad van de gemeente Rheden;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 15 november 2006;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b van de Gemeentewet;

b e s l u i t :

vast te stellen de volgende verordening: Marktgeldenverordening Rheden 2007

Artikel 1 Belastbaar feit

Onder de naam marktgeld wordt een recht geheven voor het ter beschikking stellen van een verkoopplaats ten behoeve van het uitstallen, aanbieden of verkopen van goederen op markten.

Artikel 2 Belastingplicht

Marktgeld wordt geheven van een natuurlijke persoon, die een verkoopplaats toegewezen heeft gekregen.

Artikel 3 Maatstaf van de heffing en belastingtarief

  • 1. Het recht als bedoeld in artikel 2 bedraagt voor elke dag of gedeelte daarvan dat de standplaats wordt ingenomen per strekkende meter voor het verhandelen van:

    • -

      Aardappelen, groenten en fruit € 2,35

    • -

      Food-artikelen (incl. bloemen en planten) € 1,85

    • -

      Non-food artikelen € 1,50

  • 2. Het recht als bedoeld in artikel 2 bedraagt voor een vaste standplaats per vier weken per strekkende meter voor het verhandelen van:

    • -

      Aardappelen, groenten en fruit € 7,40

    • -

      Food-artikelen (incl. bloemen en planten) € 5,75

    • -

      Non-food artikelen € 4,60

  • 3. Het recht als bedoeld in artikel 2 bedraagt voor een vaste standplaats per kwartaal per strekkende meter voor het verhandelen van:

    • -

      Aardappelen, groenten en fruit € 24,05

    • -

      Food-artikelen (incl. bloemen en planten) € 18,70

    • -

      Non-food artikelen € 14,95

  • 4. Gedeelten van een strekkende meter worden voor een strekkende meter gerekend.

  • 5. Voor de berekening van het marktgeld worden onderdelen van eenheden van tijd of afmeting voor een geheel gerekend.

  • 6. De in dit artikel genoemde bedragen zullen jaarlijks aangepast worden volgens het prijsindexcijfer ‘Consumentenprijsindices (CPI)’, verkregen uit informatie van het Centraal Bureau voor de Statistiek.

Artikel 4 Belastingtijdvak

Het belastingtijdvak loopt van 1 januari tot en met 31 december.

Artikel 5 Wijze van heffing

Het marktgeld wordt geheven:

  • a.

    Voor het ter beschikking stellen van een vaste standplaats: door middel van een gedagtekende kennisgeving of andere schriftuur waarop het gevorderde bedrag is vermeld.

  • b.

    Voor het ter beschikking stellen van een tijdelijke standplaats of standwerkersplaats: door middel van een stempelafdruk van een kasregister, waarop de tijdelijke standplaats en de datum van de dag waarop de standplaats wordt ingenomen, alsmede het gevorderde bedrag is aangeven.

  • c.

    Voor het ter beschikking stellen van zowel een vaste standplaats als een tijdelijke standplaats door eenzelfde vergunninghouder, waarbij de tijdelijke standplaats voor meer dan één dag doch voor bepaalde tijd beschikbaar is gesteld aan de vergunninghouder: door middel van een gedagtekende kennisgeving of andere schriftuur waarop het gevorderde bedrag is vermeld.

  • d.

    Voor het ter beschikking stellen van zowel een vaste standplaats als een tijdelijke standplaats door eenzelfde vergunningouder, waarbij de tijdelijke standplaats voor de duur van één dag beschikbaar is gesteld aan de vergunninghouder: ten aanzien van de vaste standplaats door middel van een gedagtekende kennisgeving of andere schriftuur waarop het gevorderde bedrag is vermeld ten aanzien van de vaste standplaats.

  • e.

    Ten aanzien van de tijdelijke standplaats voor de duur van één dag door middel van een stempelafdruk van een kasregister, waarop de datum van de dag waarop de tijdelijke standplaats wordt ingenomen, alsmede het gevorderde bedrag is aangegeven.

Artikel 6 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1. Marktgeld is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, op het tijdstip waarop de standplaats wordt ingenomen.

  • 2. Indien de belastingplicht ten aanzien van de vaste standplaatsen in de loop van het belastingtijdvak aanvangt is marktgeld verschuldigd voor zoveel marktdagen als er in dat belastingtijdvak, na de aanvang van de belastingplicht, nog marktdagen overblijven.

  • 3. Indien de belastingplicht ten aanzien van de vaste standplaatsen in de loop van het belastingtijdvak eindigt bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel marktdagen als er in dat belastingtijdvak, na het einde van de belastingplicht, nog marktdagen overblijven, tenzij het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 5,00.

  • 4. Belastingbedragen van minder dan € 5,00 worden niet geheven.

Artikel 7 Tijdstip van betaling

Marktgeld wordt in afwijking van artikel 9 eerste lid van de Invorderingswet betaald:

  • a.

    voor het innemen van een vaste standplaats: overeenkomstig artikel 4:87 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • b.

    voor het innemen van een tijdelijke standplaats: op de dag, waarop de tijdelijke standplaats is ingenomen;

  • c.

    voor het innemen van zowel een vaste standplaats als een tijdelijke standplaats, waarbij de tijdelijke standplaats voor meer dan één dag doch voor bepaalde tijd beschikbaar is gesteld aan de vergunninghouder: overeenkomstig artikel 4:87 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • d.

    voor het innemen van zowel een vaste standplaats als een tijdelijke standplaats door eenzelfde vergunninghouder, waarbij de tijdelijke standplaats voor de duur van één dag beschikbaar is gesteld aan de vergunninghouder: terzake van de vaste standplaats overeenkomstig artikel 4:87 van de Algemene wet bestuursrecht. Terzake van de tijdelijke standplaats: op de dag, waarop de tijdelijke standplaats is ingenomen;

  • e.

    de Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van marktgeld wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van marktgeld.

Artikel 10 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De 'Verordening marktgeld Rheden 2002' van 13 november 2001 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2007.

  • 4. Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Marktgeldenverordening Rheden 2007’.

    Vastgesteld bij raadsbesluit d.d. 29 september 2009, nr. 3.2.

Ondertekening

De Steeg, 29 september 2009
De raad voornoemd,
voorzitter.
griffier.