Regeling reis- en verblijfskosten 2018

Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

• a.

  medewerker: hij of zij die in ambtelijke dienst of op arbeidsovereenkomst werkzaam is bij de gemeente Rheden als bedoeld in artikel 1:1, lid 1 sub a van de CAR-UWO;

• b.

  dienstreis: een in opdracht van de manager te maken reis in het belang van de dienst;

• c.

  openbaar vervoer: het vervoer per trein of bus tegen het goedkoopste tarief, OV-fiets en zonetaxi mede daaronder begrepen;

• d.

  motorvoertuig: de eigen auto of motor;

• e.

  woon-werkverkeer: de afstand tussen de woonplaats van de medewerker en het werkadres vice versa tot een maximum van 60 kilometer per dag;

• f.

  woonadres: het adres waar de medewerker staat ingeschreven volgens het GBA;

• g.

  werkadres: de standplaats waar de werknemer de werkzaamheden verricht;

• h.

  verblijfkosten: vergoeding ter bestrijding van noodzakelijke uitgaven bij het maken van een dienstreis.

Artikel 2.1 Middel van vervoer

• 1.

  Uitgangspunt is dat een dienstreis in het algemeen wordt gemaakt door gebruikmaking van het openbaar vervoer.

• 2.

  Indien, ter beoordeling aan de manager, gelet op de duur van de per openbaar vervoer te maken reis, de plaats van bestemming en/of het aanvangstijdstip van de bij te wonen bijeenkomst het niet mogelijk of inefficiënt is kan de medewerker voor de dienstreis gebruikmaken van het motorvoertuig.

  Bij het verlenen van de toestemming daarvoor dient mede in beschouwing te worden genomen de aansprakelijkheid van ons college als bedoeld in artikel 15:1:23 van de CAR-UWO.

• 3.

  In de situatie als genoemd in het tweede lid wordt de medewerker een vergoeding per kilometer toegekend overeenkomstig het in artikel 2.2 lid 2 bepaalde.

Artikel 2.2 Vergoeding van reis- en verblijfkosten

• 1.

  Het bedrag van de vergoeding voor reiskosten per openbaar vervoer is gelijk aan de gemaakte kosten, met dien verstande dat gelet op de overeenkomst met de Nederlandse spoorwegen, de dienstreis per openbaar vervoer wordt geregeld via de Servicedesk.

• 2.

  Bij een dienstreis als bedoeld in artikel 2.1 lid 2 wordt de medewerker een vergoeding toegekend van € 0,28 netto per gereden kilometer.

• 3.

  Indien vanuit efficiëncy-overwegingen de dienstreis wordt gestart vanaf het woonadres en niet wordt gereisd via het werkadres, dan worden de verreden kilometers aangemerkt als dienstkilometers en vergoed op basis van het vorige lid.

• 4.

  In de vergoeding zijn de kosten van parkeerheffingen, veergelden etc. inbegrepen.

• 5.

  Indien bij de vaststelling van het aantal gereden kilometers verschil van mening optreedt, rust de bewijslast bij de declarerende medewerker.

Artikel 2.3 Verblijfkosten

• 1.

  Indien bij een dienstreis verblijfkosten moeten worden gemaakt, komen, onder overlegging van bewijsstukken, de werkelijk gemaakte kosten voor vergoeding in aanmerking tot de in het volgende lid gestelde maxima.

• 2.

  De maximaal te vergoeden verblijfkosten zijn voor wat betreft lunch, diner, overnachting (logies) en ontbijt gebaseerd op de vergoeding zoals deze is opgenomen inn artikel 5 van Reisregeling binnenland van overeenkomstige toepassing en worden aan de hand van deze regeling aangepast.

Artikel 2.4 Declaraties

• 1.

  De medewerker die op grond van het bepaalde in dit artikel aanspraak heeft op een vergoeding van gemaakte kosten dient hiertoe maandelijks een declaratie in volgens het vastgestelde model.

• 2.

  Geen declaratie voor reizen per openbaar vervoer wordt ingediend op grond van het genoemde in artikel 2.2 lid 1 tenzij het administratief regelen van de dienstreis via de Servicedesk, beargumenteerd, niet mogelijk is.

Artikel 2.5 Aansprakelijkheid

Er wordt geen aansprakelijkheid aanvaard voor schade voortvloeiende uit een dienstreis, behalve de vergoeding van schade waartoe de gemeente op basis van artikel 15:1:23 lid 2 van de CAR-UWO is gehouden.

Artikel 3.1 Tegemoetkoming in de reiskosten

• 1.

  De medewerker ontvangt een tegemoetkoming in de reiskosten woon-werkverkeer.

• 2.

  De tegemoetkoming wordt verleend voor het vervoer tussen het woon- en werkadres vice-versa op de dagen waarop normaliter de werkzaamheden worden verricht.

Artikel 3.2 Tegemoetkoming in de reiskosten

• 1.

  De tegemoetkoming als bedoeld in artikel 3.1 bedraagt € 0,08 per gereden kilometer woon-werkverkeer.

• 2.

  Rekening houdende met het gemiddeld aantal van 210 werkdagen per jaar wordt maandelijks een vaste vergoeding verstrekt.

• 3.

  De vergoeding voor woon-werkverkeer wordt berekend en toegekend over maximaal 60 kilometer per dag.

Artikel 3.4 De uitbetaling en stopzetting van de tegemoetkoming

• 1.

  De in artikel 3.1 bedoelde tegemoetkoming wordt maandelijks uitbetaald via het salaris.

• 2.

  De tegemoetkoming wordt stopgezet indien er sprake is van afwezigheid wegens ziekte of arbeidsongeschiktheid gedurende een periode langer dan 4 weken.

• 3.

  De tegemoetkoming wordt onmiddellijk stopgezet indien er sprake is van afwezigheid anders dan wegens ziekte of arbeidsongeschiktheid of (vakantie)verlof.

Artikel 4 Slotbepalingen

• 1.

  In bijzondere gevallen waarin deze regeling niet of niet in voldoende mate voorziet kan een nadere regeling worden getroffen.

• 2.

  Indien in voorkomend geval indien daartoe voldoende aanleiding is naar het oordeel van:

  • a.

    de burgemeester voor de secretaris;

  • b.

    de secretaris voor de managers;

  • c.

    de manager voor wat betreft de medewerker.

• kan worden afgeweken van het in het voorgaande artikelen bepaalde.

Artikel 5 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking, onder gelijktijdige intrekking van de Regeling reis- en verblijfskosten, zoals deze is vastgesteld op 1 september 2009, op de dag na publicatie en werkt terug tot 1 mei 2018.

Artikel 9 Citeertitel

Deze regeling kan worden aangehaald als Regeling reis- en verblijfskosten 2018.