Regeling vervallen per 01-04-2024

Verordening Commissie bezwaarschriften

Geldend van 01-11-2019 t/m 31-03-2024

Intitulé

Verordening Commissie bezwaarschriften

De raad, het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente Rheden, ieder voor zoveel het hun bevoegdheden betreft;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 13 juli 2019;

gelet op de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Gemeentewet;

b e s l u i t :

vast te stellen de Verordening Commissie bezwaarschriften

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    verwerend orgaan: bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen;

  • b.

    commissie: vaste commissie van advies voor de bezwaarschriften.

Artikel 2 Inleidende bepaling commissie

  • 1. Er is een commissie ter voorbereiding van de beslissing op bezwaarschriften tegen besluiten van de raad, het college en de burgemeester.

  • 2. De commissie is niet bevoegd te adviseren over bezwaarschriften die zijn ingediend tegen besluiten:

    • a.

      die rechtstreeks betrekking hebben op de interne organisatie en/of de rechtspositie van personen in dienst van de gemeente;

    • b.

      op grond van een wettelijk voorschrift inzake belastingen of de Wet waardering onroerende zaken.

Artikel 3 Samenstelling van de commissie

  • 1. De commissie bestaat uit een voorzitter en ten minste twee leden.

  • 2. De voorzitter en de leden worden door het college benoemd, geschorst en ontslagen.

  • 3. De commissie regelt de vervanging van de voorzitter.

  • 4. De voorzitter en leden van de commissie maken geen deel uit van en zijn niet werkzaam onder verantwoordelijkheid van het bestuursorgaan en zijn niet woonachtig in de gemeente Rheden.

Artikel 4 Instelling kamers

  • 1. De commissie kan kamers instellen, die belast worden met de behandeling van bezwaarschriften.

  • 2. De commissie bepaalt het aantal kamers en stelt voor elke kamer vast welke categorie of categorieën bezwaarschriften door haar zullen worden behandeld.

  • 3. Elke kamer bestaat uit ten minste drie leden, te weten:

    • a.

      een voorzitter overeenkomstig artikel 7:13 Awb, zijnde de voorzitter of een van de leden van de commissie, uit haar midden aangewezen;

    • b.

      ten minste twee andere leden, door de commissie aangewezen uit haar midden.

  • 4. De leden van de commissie zullen elkaar over en weer bij afwezigheid vervangen.

Artikel 5 Secretaris

Het college wijst voor de commissie een of meer ambtelijk secretarissen aan.

Artikel 6 Zittingsduur

  • 1. De voorzitter en de leden van de commissie worden benoemd voor een termijn van vier jaar. Het is mogelijk om eenmaal herbenoemd te worden.

  • 2. De voorzitter en de leden van de commissie kunnen op elk moment schriftelijk ontslag nemen.

  • 3. De aftredende voorzitter en de aftredende leden van de commissie blijven hun functie vervullen totdat in de opvolging is voorzien.

Artikel 7 Ingediend bezwaarschrift

  • 1. Op het ingediende bezwaarschrift wordt door of namens het bestuursorgaan tot wie het bezwaarschrift is gericht de datum van ontvangst aangetekend.

  • 2. Het bezwaarschrift met de daarbij overgelegde stukken wordt zo spoedig mogelijk in handen van de commissie gesteld.

  • 3. Bij het bericht van ontvangst als bedoeld in artikel 6:14 van de wet wordt vermeld dat een commissie over het bezwaarschrift zal adviseren.

  • 4. Van een besluit tot verdaging ontvangen de commissie en de belanghebbenden een afschrift.

Artikel 8 Uitoefening bevoegdheden

De bevoegdheden en verplichtingen ingevolge de hierna genoemde artikelen van de Awb worden voor de toepassing van deze verordening uitgeoefend door de commissie:

  • a.

    artikel 6:6, wat betreft het de indiener stellen van een termijn;

  • b.

    artikel 6:17, voor zover het de verzending van stukken betreft tijdens de behandeling door de commissie;

  • c.

    artikel 7:4 tweede lid;

  • d.

    artikel 7:6 vierde lid.

Artikel 9 Vooronderzoek

  • 1. De voorzitter van de commissie is bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te laten inwinnen.

  • 2. De voorzitter kan uit eigen beweging of op verlangen van de commissie bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en hen zo nodig uitnodigen daartoe op de hoorzitting te verschijnen. Indien daaraan kosten zijn verbonden, is vooraf machtiging van het college vereist.

Artikel 10 Hoorzitting

  • 1. De voorzitter van de commissie bepaalt plaats en tijdstip van de zitting waarin de belanghebbenden en het verwerend orgaan in de gelegenheid worden gesteld zich door de commissie te laten horen.

  • 2. Een gemachtigde moet ter zitting een schriftelijke en door de belanghebbende ondertekende machtiging overleggen, tenzij hij als advocaat of procureur is ingeschreven of de belanghebbende zelf met hem verschijnt.

Artikel 11 Uitnodiging zitting

  • 1. De voorzitter nodigt de belanghebbenden en het verwerend orgaan ten minste twee weken voor de zitting schriftelijk uit.

  • 2. Binnen drie dagen na de dag van verzending van de uitnodiging kunnen de belanghebbenden of het verwerend orgaan onder opgaaf van redenen de voorzitter verzoeken het tijdstip van de zitting te wijzigen.

  • 3. De beslissing van de voorzitter op dit verzoek wordt uiterlijk een week voor het tijdstip van de zitting aan de belanghebbenden en het verwerend orgaan meegedeeld.

  • 4. De voorzitter is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken of afwijking toe te staan van de termijnen die genoemd zijn in het eerste tot en met het derde lid.

  • 5. Het is niet mogelijk telefonisch te horen.

Artikel 12 Horen van jeugdigen

  • 1. Het horen van jeugdigen die belanghebbende zijn bij een procedure die voortvloeit uit de Jeugdwet of een procedure op grond van de Wet tijdelijk huisverbod gebeurt door een deskundige. Dit kan een persoon zijn die geen lid is van de commissie.

  • 2. De deskundige heeft bij voorkeur een specifieke opleiding gevolgd voor het horen van (meestal kwetsbare) jeugdigen.

  • 3. Bij het horen is geen ander persoon aanwezig dan degene die hoort en de jeugdige die gehoord wordt; de jeugdige kan zich laten bijstaan.

  • 4. Het horen gebeurt nadat de jeugdige op correcte wijze is geïnformeerd over de procedure en zoveel mogelijk op zijn of haar gemak is gesteld.

  • 5. De deskundige brengt een schriftelijk verslag uit aan de commissie. Het verslag van het horen is primair bestemd voor de voorzitter en de leden van de commissie. De commissie stelt de betrokken partijen door een korte en zakelijke weergave op de hoogte van hetgeen de jeugdige heeft verklaard, uitsluitend indien de jeugdige daarmee vooraf heeft ingestemd. De jeugdige krijgt voldoende tijd om het verslag te bestuderen.

  • 6. Artikel 10 en 11 van deze verordening zijn niet van toepassing.

Artikel 13 Quorum

  • 1. Voor het houden van een zitting is vereist dat ten minste 2 leden van een kamer, onder wie in elk geval de voorzitter, of zijn plaatsvervanger, aanwezig is.

  • 2. Bij afwezigheid van de voorzitter, of zijn plaatsvervanger, wijzen de aanwezige leden uit hun midden één van hen aan om als voorzitter te fungeren.

Artikel 14 Niet-deelneming aan de behandeling

De voorzitter en de leden van de commissie nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift, indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn.

Artikel 15 Openbaarheid zitting

  • 1. De zitting van de commissie is openbaar.

  • 2. Belanghebbenden, de voorzitter van de commissie of een van de aanwezige leden kunnen verzoeken de zitting met gesloten deuren te laten plaatsvinden.

  • 3. Indien de commissie vervolgens beslist dat gewichtige redenen aanwezig zijn die zich tegen openbaarheid van de zitting verzetten, vindt de zitting plaats met gesloten deuren.

  • 4. In afwijking op lid 1 vindt de zitting achter gesloten deuren plaats ten aanzien van de behandeling van bezwaarschriften die zijn ingediend tegen besluiten, genomen binnen de sociale wetgeving.

Artikel 16 Schriftelijke verslaglegging

  • 1. Het verslag als bedoeld in artikel 7:7 van de Awb vermeldt de namen van de aanwezigen en hun hoedanigheid.

  • 2. Het verslag houdt een zakelijke vermelding in van wat over en weer is gezegd en wat verder ter zitting is voorgevallen.

  • 3. Tijdens de hoorzitting wordt door de commissie een geluidsopname gemaakt, uitsluitend ten behoeve van het schriftelijk verslag. Na goedkeuring van het schriftelijk verslag door de commissie wordt de geluidsopname vernietigd. Deze geluidsopname wordt noch aan de betrokkenen, noch aan derden verstrekt.

  • 4. Indien de zitting geheel of gedeeltelijk met gesloten deuren plaatsvond, of indien belanghebbenden, respectievelijk hun gemachtigden niet in elkaars tegenwoordigheid zijn gehoord, maakt het verslag hiervan melding.

  • 5. Het verslag verwijst naar de op de zitting overgelegde bescheiden, die aan het verslag kunnen worden gehecht.

  • 6. Het verslag wordt als bijlage bij het advies gevoegd.

Artikel 17 Nader onderzoek

  • 1. Indien tijdens de zitting dan wel na afloop van de zitting maar voordat het advies wordt opgesteld, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de commissie dit onderzoek houden.

  • 2. De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden toegezonden.

  • 3. De leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden kunnen binnen een week na verzending van de nadere informatie aan de voorzitter van de commissie een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De voorzitter beslist op zo'n verzoek.

  • 4. Op een nieuwe hoorzitting zijn de bepalingen in deze verordening die betrekking hebben op de hoorzitting, zo veel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Artikel 18 Raadkamer en advies

  • 1. De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door haar uit te brengen advies.

  • 2.

    • a.

      De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies;

    • b.

      indien bij een stemming de stemmen staken, beslist de stem van de voorzitter;

    • c.

      van een minderheidsstandpunt wordt bij het advies melding gemaakt indien die minderheid dat verlangt.

  • 3. Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaarschrift.

  • 4. Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris van de commissie ondertekend.

Artikel 19 Uitbrengen advies

Het advies wordt, onder meezending van het verslag als bedoeld in artikel 16 en eventueel door de commissie ontvangen nadere informatie en nader verslag, tijdig uitgebracht aan het bestuursorgaan dat op het bezwaarschrift dient te beslissen.

Artikel 20 Jaarverslag

De commissie brengt jaarlijks voor 1 juli aan de bestuursorganen van de gemeente verslag uit van haar werkzaamheden in het voorafgaande kalenderjaar.

Artikel 21 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt met ingang van 1 november 2019 in werking, onder gelijktijdige intrekking van de Verordening Commissie bezwaarschriften, laatstelijk vastgesteld bij raadsbesluit van 26 november 2013.

Artikel 22 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening Commissie bezwaarschriften.

Ondertekening

Vastgesteld bij besluit van burgemeester en wethouders d.d. 13 juli 2019;

besluit van burgemeester d.d. 13 juli 2019; en

raadsbesluit d.d. 24 september 2019, nr. 6.

De Steeg, 13 juli 2019

Burgemeester en wethouders voornoemd,

burgemeester.

secretaris.

De Steeg, 13 juli 2019

De burgemeester voornoemd,

burgemeester.

De Steeg, 24 september 2019

De raad voornoemd,

voorzitter.

griffier.