Regeling vervallen per 11-04-2024

Beleidsplan Omgevingsvergunningen 2017-2020

Geldend van 09-03-2017 t/m 10-04-2024

Intitulé

Beleidsplan Omgevingsvergunningen 2017-2020

Het college van burgemeester en wethouders heeft in zijn vergadering van 24 januari 2017 op grond van het bepaalde in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht het beleidsplan omgevingsvergunningen 2017 – 2020 vastgesteld.

Het beleidsplan heeft betrekking op alle soorten omgevingsvergunningen en bevat ook het uitvoeringsprogramma omgevingsvergunningen 2017 – 2018.

Het beleidsplan inclusief uitvoeringsprogramma is in te zien in het Huis van de Gemeente en treedt in werking op de dag na deze publicatie. Het volledige beleidsplan kunt u inzien op www.overheid.nl, gemeenteblad.

Inleiding

Voor u ligt het Beleidsplan Omgevingsvergunningen van de gemeente Rhenen. Aanleiding voor dit nieuwe beleidsplan is de wijziging van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) per 14 april 2016. Deze gewijzigde wetgeving maakt de zogenaamde ‘big 8’ beleidscyclus ook voor vergunningverlening verplicht (deze beleidscyclus gold eerder al als verplichting voor handhaving en toezicht). De ‘big 8’ is als procescriterium ook opgenomen in de landelijke Kwaliteitscriteria 2.1. In de Rhenense verordening VTH (Vergunningen, Toezicht en Handhaving), vastgesteld op 14 juni 2016 door de gemeenteraad, is opgenomen dat gemeente Rhenen voor alle soorten omgevingsvergunningen wil voldoen aan de Kwaliteitscriteria 2.1.

Met dit Beleidsplan Omgevingsvergunningen vult gemeente Rhenen een belangrijk deel van de verplichte beleidscyclus praktisch in. Het programma voor de uitvoering van de vergunningverlening vormt het hart van de cyclus. Het uitvoeringsprogramma komt voort uit het beleidsplan met daarin de prioriteiten, doelen en opgestelde strategie. Wat volgt uit het uitvoeringsprogramma is de monitoring en de verslaglegging (evaluatie). De verbetermaatregelen die voortkomen uit de evaluatie kunnen worden gebruikt als aanscherping en verbetering van de strategie en prioriteiten en eventueel de doelen van het beleidsplan en het uitvoeringsprogramma. Dit maakt de beleidscyclus van de vergunningverlening rond.

Strategische cyclus

Operationele cyclu

Operationele cyclus Operationele cyclus

Het doel is te komen tot een beleidsplan dat leidt tot inzicht voor burgers, bedrijven en overige instellingen, de gemeentelijke organisatie en de samenwerkingspartners over hoe wordt omgegaan met de verlening van omgevingsvergunningen binnen de gemeente Rhenen. Waar in dit stuk gesproken wordt over vergunningen worden altijd omgevingsvergunningen bedoeld.

Wettelijk kader beleidsplan omgevingsvergunningen

Naar aanleiding van de wijziging van de Wabo is ook het Besluit Omgevingsrecht (Bor) gewijzigd. Daarin is nu het volgende opgenomen:

Artikel 7.2, lid 4 Bor

Het uitvoeringsbeleid is gebaseerd op toepasselijke algemeen verbindende voorschriften, beleidskaders en een analyse van inzichten, technieken en werkwijzen die gebruikt kunnen worden voor de uitvoering.

Artikel 7.2, lid 6, Bor:

Het uitvoerings- en handhavingsbeleid geeft ten minste inzicht in:

  • a.

    de prioriteitenstelling met betrekking tot de uitvoering van de krachtens het eerste en tweede lid voorgenomen activiteiten* en;

  • b.

    de methodiek die de bestuursorganen gebruiken om te bepalen of de krachtens het eerste en tweede lid gestelde doelen worden bereikt;

  • c.

    de daarin opgenomen objectieve criteria voor het beoordelen van aanvragen voor en beslissen over een omgevingsvergunning en het afhandelen van meldingen, en

  • d.

    de werkwijze bij vergunningverlening en het afhandelen van meldingen.

* deze activiteiten betreffen de in het uitvoeringsbeleid opgenomen activiteiten waarmee de in het beleid opgenomen doelen bereikt worden

Reikwijdte beleidsplan

In dit beleidsplan wordt ingegaan op alle omgevingsvergunningen voor de activiteiten zoals die genoemd zijn in artikel 2.1 en 2.2 van de Wabo. Dat betekent dat dit beleidsplan geldt voor alle omgevingsvergunningen. Omgevingsvergunningen verleend voor activiteiten genoemd in artikel 2.1 van de Wabo worden getoetst aan landelijke en lokale wetgeving. De aanvragen voor omgevingsvergunningen op basis van artikel 2.2 van de Wabo worden alleen getoetst aan gemeentelijk en provinciale verordeningen (zoals bijvoorbeeld omgevingsvergunningen voor reclame, inritten en het kappen van bomen).

Concreet betekent dit dat dit beleidsplan de te verlenen omgevingsvergunningen op basis van de volgende activiteiten betreft:

  • ·

    Bouwen;

  • ·

    Uitvoeren van werkzaamheden (voormalige aanlegvergunning);

  • ·

    Afwijken van regels ruimtelijke ordening;

  • ·

    Brandveilig gebruik;

  • ·

    Milieu;

  • ·

    Wijzigen rijksmonumenten;

  • ·

    Wijzigen gemeentelijke monumenten;

  • ·

    Sloopvergunningen (als geëist in bestemmingsplan en vanwege beschermd stadsgezicht);

  • ·

    Het aanleggen van een weg;

  • ·

    Een uitweg maken of wijzigen;

  • ·

    Het hebben van een alarminstallatie met opvallend geluid of lichtsignaal;

  • ·

    Het vellen van een houtopstand;

  • ·

    Het plaatsen van handelsreclame op of aan een onroerende zaak/als eigenaar toe te staan dat handelsreclame wordt gemaakt;

  • ·

    Het opslaan van roerende zaken/als eigenaar toe te staan dat onroerende zaken worden opgeslagen.

Naast de te verlenen omgevingsvergunningen behandelt dit beleidsplan conform de wettelijke verplichting ook de afhandeling van ingediende meldingen. Daarmee worden de volgende meldingen bedoeld: sloopmeldingen, milieumeldingen en meldingen brandveilig gebruik.

Samenwerking externe partijen

De Wabo is een wet waarin vele onderwerpen samenkomen. Dit betekent ook dat met vele partijen samengewerkt dient te worden om tot kwalitatief goede vergunningverlening te komen. Daarbij speelt bovendien mee dat gemeente Rhenen een relatief kleine gemeente is die niet op alle gebieden alle kennis in huis kan hebben zoals bijvoorbeeld op het gebied van ecologie en archeologie. Op sommige gebieden is een gemeente zelfs verplicht om taken uit te besteden (milieu). Dit alles betekent dat wij bepaalde taken uit moeten besteden. Wij doen dit bijvoorbeeld door deelname aan de gemeenschappelijke regeling OdrU. De partijen waar gemeente Rhenen in het kader van vergunningverlening mee samenwerkt, zijn:

  • -

    Stichting MooiSticht > toetsing aan redelijke eisen welstand;

  • -

    Monumentencommissie > beoordeling aanvragen beschermd stadsgezicht en monumenten

  • -

    Veiligheidsregio Utrecht (VRU) > beoordeling brandveiligheid omgevingsvergunningen en meldingen brandveilig gebruik;

  • -

    Omgevingsdienst regio Utrecht (OdrU) > milieu, archeologie, ecologie, bodem, geluid, luchtkwaliteit etc.;

  • -

    Provincie Utrecht > o.a. Natuurbeschermingswet, Flora en Faunawetgeving, en uitwegen op provinciale wegen;

  • -

    Rijksdienst voor het cultureel erfgoed (RCE) > ingrijpende wijzigingen rijksmonumenten;

  • -

    Waterschappen en Rijkswaterstaat> o.a. bouwen nabij waterkeringen.

  • -

    Gemeente Veenendaal > er zijn afspraken gemaakt met gemeente Veenendaal waardoor gemeente Rhenen gebruik kan maken van de stedenbouwkundige kennis van gemeente Veenendaal;

  • -

    Gasunie > beoordeling vergunningen uitvoeren werkzaamheden vanwege aanwezige gasleiding.

Doelstellingen vergunningverlening

Voor een goed beleidsplan in het van belang te weten welke doelen wij onszelf stellen ten aanzien van vergunningverlening. In de verordening VTH die de gemeenteraad op 14 juni 2016 heeft vastgesteld zijn voor vergunningverlening, toezicht en handhaving de volgende doelen opgenomen:

  • a.

    de dienstverlening;

  • b.

    de uitvoeringskwaliteit van diensten en producten;

  • c.

    de financiën.

Hieronder worden deze doelstellingen ten behoeve van de omgevingsvergunningen uitgewerkt.

Doelstelling A. Dienstverlening

De klant staat centraal. Waar mogelijk wordt in het voortraject al meegedacht in oplossingen, dus voordat een omgevingsvergunning wordt ingediend. Een toekomstige aanvrager komt vaak van tevoren informatie inwinnen bij de Rhenense Publieksbalie/team Vergunningen en Handhaving. Wij informeren de aanvrager over de in te dienen stukken en de regels waaraan een bouwplan moet voldoen. Door het verstrekken van deze informatie hopen wij te realiseren dat een volledige en goede aanvraag wordt ingediend. Dit helpt om de omgevingsvergunningen sneller te kunnen verlenen. Door verbeterde communicatie over deze dienstverlening van de gemeente Rhenen willen wij er voor zorgen dat een groter aandeel van de aanvragers van omgevingsvergunningen van tevoren al hun plannen besproken hebben met de gemeente Rhenen.

Het is van belang de omgevingsvergunningen tijdig te verlenen. Dit is dienstverlenend richting de burger die snel antwoord krijgt op zijn verzoek. Bovendien voorkomt de gemeente Rhenen hiermee dat vergunningen van rechtswege verleend worden. Sinds de inwerkingtreding van de Wabo is door de gemeente Rhenen slechts éénmaal een vergunning van rechtswege verleend. Wij streven ernaar geen van rechtswege verleende vergunningen meer te verlenen. Wij streven er bovendien naar omgevingsvergunningen voor de activiteit bouwen die de reguliere procedure volgen en compleet zijn ingediend binnen vier weken te verlenen. Voorwaarde daarbij is wel dat (indien van toepassing) de welstandscommissie en de VRU al bij de eerste beoordeling positief adviseren.

Doelstelling B. Uitvoeringskwaliteit

Het efficiënt werken en daardoor tijdig omgevingsvergunningen verlenen is van belang. Het is echter ook noodzakelijk dat dit op een kwalitatief goede manier gebeurt. Hieronder vindt u per activiteit de doelen van vergunningverlening en de manieren waarop wij voorzien in een adequaat niveau van vergunningverlening.

Bouwen

Vergunningverlening is geen doel op zich maar heeft als doel de onderliggende belangen te beschermen. Op het gebied van bouwen ligt de nadruk daarbij naast de veiligheid (constructieve- en brandveiligheid) op gezondheid (o.a. bescherming tegen geluid), energiezuinigheid (o.a. EPC-berekeningen) en bruikbaarheid (benodigde sanitaire voorzieningen bijvoorbeeld). Dit zijn allemaal hoofdstukken van het Bouwbesluit. Aan de hierin opgenomen voorschriften wordt iedere bouwaanvraag in principe getoetst. Bovendien wordt getoetst aan de gemeentelijke bouwverordening. Daarnaast spelen uiterlijk aanzien (welstandscommissie) en ruimtelijke ordening (toets bestemmingsplan) natuurlijk een rol. Voor het aspect brandveiligheid worden de complexere bouwaanvragen voorgelegd aan de VRU.

In beleidsplannen met betrekking tot bouwen wordt vaak onderscheid gemaakt in de zwaarte van de toesing in ‘globaal’, ‘gemiddeld’ en ‘grondig’ (zie tabel hieronder). Gemeente Rhenen kiest ervoor om alle vragen te toetsen met het toetsingsniveau ‘gemiddeld’. In incidentele gevallen kan er bij risicovolle bouwwerken voor gekozen worden om bijvoorbeeld de beoordeling van de constructie uit te besteden aan een constructeur.

Niveau

Inhoud

Globaal

1.Compleetheid van aanvraag

2.Op het oog onvolkomenheden kenbaar maken

Gemiddeld

3.Compleetheid technische informatie

4.Toetsen of berekeningen conform norm zijn uitgevoerd

5.Bij afwijkingen diepgaander controleren

Grondig

6.Voorschriften integraal controleren

7.Berekeningen narekenen

8.Complexe berekeningen uitbesteden

Werkzaamheden uitvoeren

Omgevingsvergunningen voor de activiteit ‘het uitvoeren van werkzaamheden’ moeten over het algemeen worden aangevraagd als gronden dieper dan 30 cm afgegraven worden waardoor kans bestaat op het schaden van archeologische waarden. Afhankelijk van de archeologische verwachtingskans van het gebied geldt dit voor elke afgraving of alleen voor projecten waarbij meer dan 100 m² of 1000 m² wordt afgegraven. Doel van een dergelijke vergunning is archeologisch waardevolle gebieden te beschermen. Als deze aanvragen worden ingediend dan wordt het daarbij behorende archeologische onderzoek ter beoordeling voorgelegd aan de OdrU. Afhankelijk van het onderzoeksresultaat en de beoordeling door de OdrU wordt verder onderzoek gevraagd en/of worden voorwaarden aan de te verlenen omgevingsvergunning gesteld. Door het inschakelen van specialisten van de OdrU op het gebied van archeologie wordt de kwaliteit hoog gehouden.

Afwijken regels ruimtelijke ordening

Omgevingsvergunningen voor de activiteit het afwijken van regels ruimtelijke ordening worden aangevraagd als het beoogde gebruik van gronden of bouwwerken in strijd is met het bestemmingsplan (bouwregels of gebruiksregels). Doel van de vergunningverlening is een zorgvuldige afweging te maken over de aanvaardbaarheid van de impact die een dergelijke wijziging heeft op de omgeving. Het college van burgemeester en wethouders heeft in 2015 beleid vastgesteld met betrekking tot het afwijken van het bestemmingsplan. Als de gevraagde vergunning voldoet aan de voorwaarden van dit beleid dan zal de omgevingsvergunning in principe verleend worden door team Vergunningen en Handhaving. Bij aanvragen die passen binnen het beleid is de kwaliteit gewaarborgd omdat bij het opstellen van het beleid al is afgewogen of afwijken van het bestemmingsplan voldoet aan een goede ruimtelijke ordening. Als de gevraagde vergunning niet voldoet aan dit beleid dan zal het college van burgemeester en wethouders een afweging maken en besluiten of het afwijken van het bestemmingsplan wenselijk acht of niet. Dergelijke besluiten betreffen maatwerk waarbij meerdere disciplines binnen en buiten de gemeente betrokken worden afhankelijk van de gewenste ontwikkeling.

Milieu

Als iemand een nieuw bedrijf start dat volgens de Wet Milieubeheer vergunningplichtig is of als een vergunningplichtig bedrijf wijzigt waarbij dit nadelige gevolgen voor het milieu kan hebben, dan dient een omgevingsvergunning voor de activiteit milieu aangevraagd te worden. Doel van deze vergunningen is het op voorhand controleren of de impact op het milieu door het bedrijf voldoet aan de landelijke regels hieromtrent. De afgelopen jaren is ook op het gebied van milieuvergunning gedereguleerd. Steeds minder bedrijven zijn vergunningplichtig. De meeste bedrijven vallen nu onder de meldingsplicht. Hierdoor kan alleen achteraf, door toezicht, gecontroleerd worden of bedrijven wel voldoen aan de algemene in het Activiteitenbesluit opgenomen regels. Er worden door deze deregulering vrijwel geen omgevingsvergunningen voor de activiteit milieu meer aangevraagd. Dit leidt ertoe dat een verschuiving plaatsvindt van vergunningverlening naar toezicht. In sommige gevallen, meestal bij agrariërs, is nog wel een zogenaamde Omgevingsvergunning beperkte milieutoets nodig.

De omgevingsvergunningen voor de activiteit milieu worden inhoudelijk beoordeeld door de OdrU. De OdrU werkt met formats voor de advisering. Niettemin is elke beoordeling van een vergunningaanvraag maatwerk omdat elk bedrijf natuurlijk specifieke werkzaamheden uitvoert. De OdrU heeft op alle milieugebieden specialisten in huis die de aangevraagde omgevingsvergunningen milieu beoordelen en de kwaliteit van de adviezen bewaken. Wij zijn overigens ook verplicht deze beoordeling door een Omgevingsdienst te laten uitvoeren.

Brandveilig gebruiken gebouw

Omgevingsvergunningen voor het brandveilig gebruik van een gebouw moeten aangevraagd worden als een gebouw gebruikt gaat worden voor het overnachten van meer dan 10 personen of als dagverblijf wordt verschaft aan meer dan 10 personen jonger dan 12 jaar (of meer dan 10 lichamelijk of verstandelijk gehandicapte personen). Doel van deze vergunningen is te zorgen voor een (brand)veilige inrichting van gebouwen waar mensen overnachten of minder zelfredzame mensen verblijven. Deze aanvragen worden ter beoordeling voorgelegd aan de VRU. Op basis van hun advisering wordt de vergunning verleend of geweigerd door de gemeente. De VRU toetst aan het Bouwbesluit 2012 en werkt met checklisten om te controleren of wordt voldaan aan de indieningsvereisten. Door de beoordeling uit te besteden aan de VRU wordt ook deze soort vergunningen door specialisten getoetst wat zorgt voor een hoge kwaliteit van de vergunningen.

Wijzigen rijksmonument

Een omgevingsvergunning voor het wijzigen van een rijksmonument dient aangevraagd te worden als gebouwd wordt in, op of aan een rijksmonument (afhankelijk van welk deel van het gebouw/de gronden zijn aangewezen als monument). Doel van deze vergunning is het uiterlijk van rijksmonumenten te beschermen. Ingeval het een ingrijpende wijziging betreft dient de RCE om advies gevraagd te worden (bij twijfel over de ingrijpendheid wordt de RCE geraadpleegd). Aanvragen voor het wijzigen van rijksmonumenten worden daarnaast in ieder geval aan de Monumentencommissie ter advisering voorgelegd. Zij beoordeelt of de wijziging aanvaardbaar is. De beoordeling van deze aanvragen is maatwerk en niet vervat in toetsingsprotocollen.

Slopen

Sinds het Bouwbesluit 2012 in werking is getreden, is alleen nog een omgevingsvergunning nodig voor het slopen in het beschermd stadsgezicht of als een bouwwerk door het bestemmingsplan beschermd wordt. In andere gevallen kan volstaan worden met een sloopmelding. Deze wetswijziging heeft erin geresulteerd dat vrijwel geen omgevingsvergunningen voor het slopen meer verleend (hoeven te) worden. De omgevingsvergunning voor het slopen heeft tot doel te voorkomen dat waardevolle bouwwerken gesloopt worden. Een omgevingsvergunning voor het slopen als dit verboden wordt in het bestemmingsplan wordt beoordeeld door team Economie en Ruimte en de monumentencommissie. Als een te slopen bouwwerk gelegen is in het beschermd stadsgezicht of het een monument betreft dan wordt de beoordeling gedaan door de monumentencommissie. De beoordeling van dit soort aanvragen is maatwerk en daarom niet vervat in toetsingsprotocollen. Voor de overige toetsingsgronden van een sloopvergunning, zie het kopje ‘sloopmeldingen’ hieronder.

Wijzigen gemeentelijk monument

Een omgevingsvergunning voor het wijzigen van een gemeentelijk monument dient aangevraagd te worden als gebouwd wordt in, op of aan een gemeentelijk monument (afhankelijk van welk deel van het gebouw/de gronden zijn aangewezen als monument). Doel van deze vergunning is het uiterlijk van gemeentelijke monumenten te beschermen. Aanvragen voor het wijzigen van gemeentelijke monumenten worden aan de Monumentencommissie ter advisering voorgelegd. Zij beoordeelt of de wijziging aanvaardbaar is. De beoordeling van deze aanvragen is maatwerk en daarom niet vervat in toetsingsprotocollen.

Het aanleggen van een weg

Een omgevingsvergunningplicht voor het aanleggen van een weg of het verandering aanbrengen in een weg geldt alleen voor zover daarvoor óók een omgevingsvergunning nodig is voor het uitvoeren van werkzaamheden. Als dit niet het geval is dan hoeft geen omgevingsvergunning aangevraagd te worden. In de praktijk is sinds de invoering van de Wabo nog geen enkele omgevingsvergunning (terecht) aangevraagd voor deze activiteit.

Een uitweg maken of wijzigen

Een omgevingsvergunning voor het maken van een uitweg dient aangevraagd te worden als een nieuwe uitweg aangelegd wordt of een bestaande uitweg gewijzigd wordt (of het gebruik ervan wijzigt). Een aanvraag omgevingsvergunning wordt inhoudelijk beoordeeld door team Openbare Werken. Doel van de omgevingsvergunning voor het maken van een uitweg is te kunnen beoordelen of een uitweg bijvoorbeeld de verkeersveiligheid en groenvoorzieningen van de gemeente niet onevenredig aantast. De beoordelingscriteria zijn opgenomen in onze Algemene Plaatselijke Verordening (APV). Gedragslijn is dat er per woning maximaal 1 uitrit van maximaal 3,00 meter breed aanwezig mag zijn. Hierop zijn uitzonderingen mogelijk. Zo kan een uitweg breder aangelegd worden omdat de weg waaraan deze ligt te smal is om goed in te kunnen draaien. Ook komt het bij (met name agrarische) bedrijven voor dat twee inritten worden toegestaan: een zogenaamde schone en vuile inrit.

Voor uitritten die uitkomen op een provinciale weg wordt de inhoudelijke beoordeling door de provincie Utrecht uitgevoerd maar wordt de vergunning wel door de gemeente Rhenen verleend.

Het hebben van een alarminstallatie met opvallend geluid of lichtsignaal

Een omgevingsvergunning voor het hebben van een alarminstallatie met opvallend geluid of lichtsignaal is in de gemeente Rhenen sinds de inwerkingtreding van de Wabo in 2010 nooit aangevraagd. In onze APV is wel een verbod opgenomen om een dergelijke installatie zonder vergunning te hebben. Dit verbod zal waarschijnlijk in 2017 geschrapt worden uit de APV.

Het vellen van een houtopstand

Een omgevingsvergunning voor het kappen van bomen is nodig als bomen gekapt worden die een diameter hebben van 30 centimeter of meer op 1.30 meter hoogte. Doel hiervan is om bij het kappen van een grotere boom op voorhand een afweging te kunnen maken of het kappen van deze boom het uiterlijk van de omgeving niet onevenredig aantast. De beoordelingscriteria zijn opgenomen in de APV. Bij het verlenen van de vergunning kan een herplantplicht opgelegd worden.

Op het moment van schrijven wordt gewerkt aan een zogenaamde waardevolle bomenlijst voor de bebouwde kom volgens de Wet Natuurbescherming. Hiervoor worden alle bomen van particulieren geïnventariseerd en wordt dus op voorhand gekeken welke bomen beschermd moeten worden in plaats van een beoordeling te maken na het aanvragen van een omgevingsvergunning. Dit betekent dat bomen binnen de bebouwde die niet op de lijst staan vergunningvrij gekapt zullen kunnen worden. Als iemand een boom wil kappen die op deze lijst staat dan zal er alsnog een afweging plaats vinden. Voor bomen in eigendom van de overheid zal de vergunningplicht blijven bestaan zodat inwoners van Rhenen wel bezwaar kunnen maken tegen het kappen van bomen in het openbaar gebied. De lijst zal eenmaal per nog nader te bepalen aantal jaar geüpdatet worden omdat bomen natuurlijk groeien, de omgeving kan veranderen en ook bijvoorbeeld de gezondheid van bomen kan verslechteren. Wanneer deze bomenlijst in werking zal treden is op dit moment nog niet bekend.

Het plaatsen van handelsreclame op of aan een onroerende zaak/als eigenaar toe te staan dat handelsreclame wordt gemaakt

Een omgevingsvergunning is in sommige gevallen nodig voor het plaatsen van reclame op of aan een onroerende zaak of om toe te staan dat een ander handelsreclame maakt op een onroerende zaak waarvan de reclamemaker geen eigenaar is. In de gemeente Rhenen is het Gevelreclame- en uitstallingenbeleid vastgesteld voor het centrum. Buiten het centrum is reclame niet vergunningplichtig. Als echter een bouwwerk gerealiseerd wordt met daarop reclame, dan zal voor het bouwwerk wel een omgevingsvergunning aangevraagd moeten worden. Vergunningaanvragen voor reclame-uitingen worden aan het Gevelreclame- en uitstallingenbeleid getoetst door de Welstandscommissie.

Het opslaan van roerende zaken/als eigenaar toe te staan dat onroerende zaken worden opgeslagen

Het opslaan van goederen kan in aangewezen gedeelten van de gemeente vergunningplichtig zijn. In onze gemeente is het gebied buiten de bebouwde kom aangewezen door het college van burgemeester en wethouders. Een dergelijke omgevingsvergunning is in onze gemeente nog niet aangevraagd sinds de inwerkingtreding van de Wabo.

Meldingen

Voor sommige activiteiten zijn niet langer vergunningen nodig maar kan volstaan worden met het melden van een activiteit. Dit is een gevolg van deregulerende wetgeving vanuit het Rijk. Hieronder vindt u de drie soorten meldingen die wij afhandelen.

Milieumeldingen

Bedrijven die niet vergunningplichtig zijn in het kader van de Wet Milieubeheer maar wel meldingsplichtig zijn conform het Activiteitenbesluit, dienen bij oprichting of wijziging van hun bedrijf een melding in te dienen via www.aimonline.nl. Vanaf 2016 worden de ingediende milieumeldingen door www.aimonline.nl direct doorgestuurd naar de OdrU en door de OdrU afgehandeld. De OdrU is gemandateerd deze meldingen af te handelen. De OdrU heeft op alle milieugebieden specialisten in huis die gekwalificeerd zijn dit soort meldingen te beoordelen waardoor de kwaliteit gewaarborgd wordt.

Sloopmeldingen

Sinds de inwerkingtreding van het Bouwbesluit 2012 volstaat meestal een sloopmelding als asbest verwijderd wordt of een bouwwerk gesloopt wordt. Het doel van een sloopmelding is het verzekeren van de veiligheid bij het slopen en met name bij het verwijderen van asbest. Als een sloopmelding wordt ingediend dan dient voor de sloop van een gebouw dat vóór 1994 is gebouwd altijd een asbestinventarisatierapport ingediend te worden. Dit rapport wordt door team Economie en Ruimte beoordeeld. Bij de acceptatiebrief van de melding worden voorwaarden gesteld aan de sloop en het verwijderen van asbest om de veiligheid te waarborgen.

Meldingen brandveilig gebruik

Voor het ingebruiknemen van gebouwen waarin meer dan 50 personen aanwezig zullen zijn, dient een gebruiksmelding gedaan te worden. Doel van een dergelijke melding is het beoordelen of het gebouw brandveilig gebruikt wordt. De meldingen worden inhoudelijk beoordeeld door de VRU en afgehandeld door de gemeente.

Doelstelling C. Financiering

Het is van belang te weten welke financiële gevolgen de vergunningverleningsactiviteiten van een gemeente hebben. Het verlenen van vergunningen leidt tot inkomsten door middel van leges. Het uitvoeren van deze werkzaamheden kost echter ook geld. De grootste kostenpost zijn de uren van de ambtelijke inzet. Niet al deze kosten kunnen gedekt worden door inkomsten uit leges.

Leges

Voor de meeste omgevingsvergunningen mogen leges in rekening worden gebracht. Wij hebben als doelstelling kostendekkend te werken en de leges zijn dan ook zo veel mogelijk kostendekkend opgesteld. Voor milieu is dit echter niet mogelijk. Wij mogen geen leges heffen voor omgevingsvergunningen voor de activiteit milieu. Gemeenten worden hiervoor sinds de jaren ‘90 gecompenseerd door een storting in het gemeentefonds. Ook voor meldingen (sloop-, milieu- en brandsveiligheidsmeldingen) mogen wij geen leges in rekening brengen. Dit betekent dat een deel van de vergunningverleningsactiviteiten uit de algemene middelen betaald moet worden.

Ambtelijke inzet

De ambtelijke inzet ten behoeve van het verlenen van omgevingsvergunningen is verspreid over meerdere teams en afhankelijk van de soort aangevraagde omgevingsvergunning. Voor alle medewerkers die betrokken zijn bij het werkproces omgevingsvergunningen geldt dat zij dit werk naast hun andere werkzaamheden uitvoeren. De bestede tijd aan het werkproces omgevingsvergunningen is afhankelijk van de hoeveelheid aangevraagde omgevingsvergunningen en de complexiteit daarvan. Binnen de gemeente Rhenen is er de afgelopen jaren voor gekozen het tijdschrijven op basis van soorten werkzaamheden af te schaffen. Dit betekent dat de gegevens om een inschatting te maken hoeveel uren worden besteed aan omgevingsvergunningen ontbreken. De komende jaren zullen deze gegevens weer opgebouwd moeten worden om hierover adequatie informatie te kunnen verschaffen.

Door aanstaande wijzigingen van wetgeving zullen de werkzaamheden in het werkproces omgevingsvergunningen gaan wijzigen. Met name de Wet Private Kwaliteitsborging en de Omgevingswet zullen hierop invloed hebben. Tegen de tijd dat dit beleid vernieuwd zal worden (2020) zal over de gevolgen hiervan meer duidelijkheid zijn ontstaan.

Procedures

Onder de Wabo worden voor vergunningverlening twee verschillende procedures toegepast: de reguliere procedure en de uitgebreide procedure. De reguliere procedure is, zoals de naam al doet vermoeden, de meest gangbare procedure. Binnen deze procedure dient een besluit op een aanvraag binnen maximaal acht weken genomen te worden. Er kan van gemeentewege besloten worden deze beslistermijn eenmalig te verlengen met zes weken. Als niet binnen de beslistermijn een besluit genomen is op de aanvraag dan is deze van rechtswege verleend. Dit betekent dat de gemeente geen besluit meer hoeft te nemen en ook geen voorschriften kan verbinden aan de omgevingsvergunning (tenzij dit zeer zware gevolgen zou hebben voor de omgeving). Wel dient een van rechtswege verleende omgevingsverguning gepubliceerd te worden en staat hiertegen bezwaar open gedurende zes weken na publicatie. Voor de omgevingsvergunning beperkte milieutoets geldt dat deze niet van rechtswege verleend kan worden. Dit vanwege de mogelijke milieubelastende gevolgen die dit zou kunnen hebben.

De tweede procedure is de uitgebreide procedure. Binnen deze procedure dient een besluit binnen 26 weken genomen te worden. Er kan van gemeentewege besloten worden deze termijn met maximaal acht weken te verlengen. Dit besluit dient binnen acht weken na aanvraag genomen te worden. Een vergunning waarbij de uitgebreide procedure moet worden toegepast kan nooit van rechtswege verleend worden. De uitgebreide procedure geldt voor:

  • -

    projectbesluiten (zware afwijkingen bestemmingsplan);

  • -

    omgevingsvergunningen brandveilig gebruik;

  • -

    omgevingsvergunningen voor het wijzigen van rijksmonumenten waarbij de RCE een adviesrol heeft;

  • -

    omgevingsvergunningen waarbij in het kader van de Natuurbeschermingswet of de Flora en Faunawetgeving een verklaring van geen bezwaar noodzakelijk is;

  • -

    omgevingsvergunningen voor de activiteit milieu (niet zijnde een omgevingsvergunning beperkte milieutoets).

    Verlengen beslistermijn

    Wij proberen omgevingsvergunningen te verlenen binnen de daarvoor gestelde beslistermijn. Het kan echter voorkomen dat dit niet mogelijk blijkt. In die gevallen zijn er twee mogelijkheden: 1) de beslistermijn kan met 6 weken verlengd worden en 2) de beslistermijn kan met instemming van de aanvrager opgeschort worden.

    Ad 1) Van een verlenging wordt gebruik gemaakt als óf de Welstandscommissie óf de VRU negatief geadviseerd heeft over een bouwplan. Als het advies van de Welstandscommisie of de VRU (nog) negatief is, dan moet de vergunning namelijk eigenlijk geweigerd worden. Wij kiezen er dan voor om de beslistermijn te verlengen om op die manier de aanvrager de mogelijkheid te geven binnen de lopende procedure de stukken aan te passen aan deze adviezen. Vervolgens kan dan mogelijk wel een positief besluit genomen worden op de aanvraag. Dit voorkomt dat de aanvraag eerst ingetrokken moet worden om vervolgens weer opnieuw ingediend te worden.

    Het verlengen van de beslistermijn kan ook plaatsvinden bij de inhoudelijk complexere vergunningaanvragen omdat binnen de beslistermijn nog geen besluit is genomen over de wenselijkheid van de ontwikkeling.

    Ad 2) Van het op vrijwillige basis opschorten van de beslistermijn wordt soms gebruik gemaakt omdat bijvoorbeeld een omgevingsvergunning voor de bouw van een woning al is aangevraagd maar het bestemmingsplan nog niet in werking is getreden (en het vooruitzicht ook niet is dat het bestemmingsplan in werking treedt binnen de beslistermijn). De beslistermijn wordt dan met instemming van de aanvrager opgeschort tot het moment dat het nieuwe bestemmingsplan in werking is getreden. Ondertussen wordt de aanvraag wel inhoudelijk behandeld en kan dan kort na inwerkingtreding van het bestemmingsplan vergund worden.

    Er kunnen zich ook andere omstandigheden voordoen waarbij een vrijwillige opschorting van de beslistermijn wenselijk is. Een voorbeeld is dat na het aanvragen van de omgevingsvergunning tussen buren onenigheid ontstaat over de kadastrale perceelsgrens. Voor het laten inmeten van de kadastrale gegevens door het Kadaster en het eventueel aankopen van grond is tijd nodig en door de strakke beslistermijn van 8 weken met een eventuele verlenging van zes weken kan dit niet binnen de beslistermijn plaatsvinden. Omdat op voorhand niet duidelijk is wanneer de gegevens van de inmeting ter beschikking komen en wanneer duidelijkheid komt over de aankoop van de grond, wordt dan gekozen voor een vrijwillige opschorting van de beslistermijn tot het moment dat hierover duidelijkheid is gekomen. Door de aanvrager wordt dit als klantvriendelijker ervaren dan het eerst intrekken van de aanvraag en deze daarna opnieuw moeten indienen.

    Bezwaar- en beroepsprocedures

    Er wordt niet vaak bezwaar en / of beroep aangetekend tegen besluiten op vergunningaanvragen in de gemeente Rhenen. Gemiddeld wordt er ongeveer twee maal per jaar bezwaar ingediend. Sporadisch leidt dit vervolgens tot een beroepszaak bij de rechtbank. Als bezwaar en/of beroep aan wordt getekend dan kan hiervoor wel relatief veel ambtelijke inzet nodig zijn, dit is afhankelijk van de complexiteit van de zaak.

Verlengen beslistermijn

Wij proberen omgevingsvergunningen te verlenen binnen de daarvoor gestelde beslistermijn. Het kan echter voorkomen dat dit niet mogelijk blijkt. In die gevallen zijn er twee mogelijkheden: 1) de beslistermijn kan met 6 weken verlengd worden en 2) de beslistermijn kan met instemming van de aanvrager opgeschort worden.

Ad 1) Van een verlenging wordt gebruik gemaakt als óf de Welstandscommissie óf de VRU negatief geadviseerd heeft over een bouwplan. Als het advies van de Welstandscommisie of de VRU (nog) negatief is, dan moet de vergunning namelijk eigenlijk geweigerd worden. Wij kiezen er dan voor om de beslistermijn te verlengen om op die manier de aanvrager de mogelijkheid te geven binnen de lopende procedure de stukken aan te passen aan deze adviezen. Vervolgens kan dan mogelijk wel een positief besluit genomen worden op de aanvraag. Dit voorkomt dat de aanvraag eerst ingetrokken moet worden om vervolgens weer opnieuw ingediend te worden.

Het verlengen van de beslistermijn kan ook plaatsvinden bij de inhoudelijk complexere vergunningaanvragen omdat binnen de beslistermijn nog geen besluit is genomen over de wenselijkheid van de ontwikkeling.

Ad 2) Van het op vrijwillige basis opschorten van de beslistermijn wordt soms gebruik gemaakt omdat bijvoorbeeld een omgevingsvergunning voor de bouw van een woning al is aangevraagd maar het bestemmingsplan nog niet in werking is getreden (en het vooruitzicht ook niet is dat het bestemmingsplan in werking treedt binnen de beslistermijn). De beslistermijn wordt dan met instemming van de aanvrager opgeschort tot het moment dat het nieuwe bestemmingsplan in werking is getreden. Ondertussen wordt de aanvraag wel inhoudelijk behandeld en kan dan kort na inwerkingtreding van het bestemmingsplan vergund worden.

Er kunnen zich ook andere omstandigheden voordoen waarbij een vrijwillige opschorting van de beslistermijn wenselijk is. Een voorbeeld is dat na het aanvragen van de omgevingsvergunning tussen buren onenigheid ontstaat over de kadastrale perceelsgrens. Voor het laten inmeten van de kadastrale gegevens door het Kadaster en het eventueel aankopen van grond is tijd nodig en door de strakke beslistermijn van 8 weken met een eventuele verlenging van zes weken kan dit niet binnen de beslistermijn plaatsvinden. Omdat op voorhand niet duidelijk is wanneer de gegevens van de inmeting ter beschikking komen en wanneer duidelijkheid komt over de aankoop van de grond, wordt dan gekozen voor een vrijwillige opschorting van de beslistermijn tot het moment dat hierover duidelijkheid is gekomen. Door de aanvrager wordt dit als klantvriendelijker ervaren dan het eerst intrekken van de aanvraag en deze daarna opnieuw moeten indienen.

Bezwaar- en beroepsprocedures

Bezwaar- en beroepsprocedures

Er wordt niet vaak bezwaar en / of beroep aangetekend tegen besluiten op vergunningaanvragen in de gemeente Rhenen. Gemiddeld wordt er ongeveer twee maal per jaar bezwaar ingediend. Sporadisch leidt dit vervolgens tot een beroepszaak bij de rechtbank. Als bezwaar en/of beroep aan wordt getekend dan kan hiervoor wel relatief veel ambtelijke inzet nodig zijn, dit is afhankelijk van de complexiteit van de zaak.

Vervolg en evaluatie

Aan de hand van de in dit document genoemde doelen stelt het college een uitvoeringsprogramma vergunningverlening op. Dit uitvoeringsprogramma vindt u in de bijlage. Jaarlijks zal een jaarverslag gemaakt worden van de vergunningverlening waarin geëvalueerd wordt in hoeverre het uitvoeringsprogramma daadwerkelijk is uitgevoerd.

Elke vier jaar worden de uitgangspunten van het Beleidsplan Omgevingsvergunningen geëvalueerd en ter kennisname aan de gemeenteraad voorgelegd. De gevolgde koers wordt tegen het licht gehouden en ook de uitgangspunten worden waar nodig geactualiseerd.

UITVOERINGSPROGRAMMA 2017 - 2018

Op 14 april 2016 is de Wabo gewijzigd. Het vervolgens naar aanleiding hiervan tevens gewijzigde Besluit Omgevingsrecht (Bor) schrijft voor dat het uitvoeringsbeleid uitgewerkt dient te worden in een uitvoeringsprogramma.

Artikel 7.3 BOR

De bestuursorganen, bedoeld in artikel 7.2, eerste en tweede lid, werken jaarlijks het uitvoerings- en handhavingsbeleid uit in een uitvoeringsprogramma voor de desbetreffende rechtspersoon waarin wordt aangegeven welke van de vastgestelde activiteiten zij het komende jaar zullen uitvoeren. Daarbij houden ze rekening met de krachtens die leden gestelde doelen en de krachtens artikel 7.2, zesde lid, onder a, gestelde prioriteiten.

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rhenen stelt het uitvoeringsprogramma tweejaarlijks vast. Hiervoor is gekozen omdat niet te verwachten valt dat binnen één jaar grote veranderingen zullen plaatsvinden. Indien er toch ontwikkelingen plaatsvinden die het noodzakelijk maken dat het uitvoeringsprogramma aangepast wordt binnen deze twee jaar dan zal het uitvoeringsprogramma hierop aangepast worden.

Gezien de onduidelijkheid die lang bestond over de inwerkingtreding van deze wijziging en de vervolgens vrij plotselinge inwerkingtreding in april 2016 is er voor gekozen het eerste uitvoeringsprogramma op te stellen voor de jaren 2017-2018.

In het eerste gedeelte van dit uitvoeringsprogramma beschrijven we welke ontwikkelingen te verwachten zijn in 2017 en 2018 en hoe we daarop in gaan spelen. In het tweede hoofdstuk is beschreven op welke wijze de toetsing van aanvragen om omgevingsvergunningen plaatsvindt. Als laatste wordt aangegeven welke doelen wij de komende twee jaren willen bereiken.

Ontwikkelingen

Hieronder staan enkele ontwikkelingen beschreven die gevolgen kunnen hebben voor de vergunningverlening in de komende jaren.

Wet kwaliteitsborging

De Wet Kwaliteitsborging wordt op het moment van schrijven (december 2016) behandeld in de Tweede Kamer. Deze wet zal gevolgen hebben voor het uitvoeringsprogramma vergunningverlening van de gemeente Rhenen. Door deze wet zal namelijk mogelijk de technische toetsing niet meer voor alle plannen bij de gemeente liggen. Hoe een en ander echter in de praktijk zal gaan werken, voor welke soort bouwplannen dat zal gelden en of/wanneer deze wet in werking treedt is nu nog niet duidelijk. Het uitvoeringsprogramma is hier dan ook nog niet op aangepast.

Verordening VTH en Kwaliteitscriteria 2.1.

In de verordening VTH die de gemeenteraad op 14 juni 2016 heeft vastgesteld is opgenomen dat de vergunningverlening dient te voldoen aan de kwaliteitscriteria 2.1. Door middel van het Beleidsplan Omgvingsvergunningen en dit uitvoeringsprogramma wordt al deels voldaan aan de procescriteria en de inhoudelijke criteria/prioriteiten. In de kwaliteitscriteria zijn echter ook criteria opgenomen voor de kritieke massa. Hierbij wordt gekeken naar opleiding, werkervaring en vlieguren (hoeveel uur per week besteedt iemand aan een activiteit) van het personeel dat zich bezighoudt met vergunningverlening. Dit betekent dat een personeelsinventarisatie dient plaats te vinden: in hoeverre wordt voldaan aan deze criteria. Op het moment van schrijven is deze inventarisatie nog niet opgestart. Verwacht wordt dat de inventarisatie in 2017 afgerond zal worden.

Samenwerking Veenendaal en Renswoude

De verordening VTH die door de gemeenteraad is vastgesteld is in samenwerking met de gemeenten Veenendaal en Renswoude opgesteld. De bedoeling is in 2017 een mogelijke verdere ambtelijke samenwerking te onderzoeken op het gebied van VTH. Aanleiding daarvoor zijn de hierboven genoemde Kwaliteitscriteria 2.1. Het is voor een kleine gemeente als Rhenen onmogelijk om met alleen eigen personeel te voldoen aan deze criteria. Het zou betekenen dat gemeente Rhenen veel extra personeel aan zou moeten nemen met bovendien specifieke opleidingen en voldoende ervaring. Op elk taakveld/functie met betrekking tot omgevingsvergunningen dient namelijk achtervang aanwezig te zijn. Dit betekent in de praktijk dat voor elke functie eigenlijk twee personen werkzaam moeten zijn. Aangezien de werkvoorrraad op het gebied van vergunningverlening in een kleinere gemeente hiervoor geen ruimte biedt, is het idee ontstaan om samenwerking aan te gaan met omliggende gemeenten. Wellicht kunnen meerdere gemeenten samen namelijk wel voldoen aan de Kwaliteitscriteria op het gebied van vergunningverlening. Op welke wijze deze samenwerking verder uitgewerkt wordt (of kan worden) is op het moment van schrijven nog niet duidelijk.

Omgevingswet

Vanuit de landelijke overheid wordt druk gewerkt aan de nieuwe Omgevingswet. Deze wet zal gevolgen hebben voor het beleidsplan omgevingsvergunningen en voor toekomstige uitvoeringsprogramma’s. De Omgevingswet zal namelijk de procedures wijzigen en ook de wetgeving waaraan getoetst moet worden. De verwachting op dit moment is dat de Omgevingswet in 2019 in werking zal treden.

Gebruik registratiesysteem Open Wave

Team vergunningen maakt gebruik van het open source systeem Open Wave voor het verlenen en registreren van omgevingsvergunningen. In dit systeem wordt de stand van zaken van alle lopende omgevingsvergunningen bijgehouden. Uit dit systeem kunnen bovendien rapportages gedraaid worden waaruit onder meer blijkt hoeveel vergunningen voor welke soort activiteit zijn aangevraagd en hoeveel omgevingsvergunningen zijn verleend.

Op dit moment wordt gesproken over het gaan gebruiken van Mozard. In de gehele organisatie wordt immers het programma Mozard uitgerold dat zoveel mogelijk bestaande programma’s moet vervangen. Het is mogelijk dat ook de registratie van omgevingsvergunningen in de toekomst in dit systeem opgenomen gaat worden. Het ligt voor de hand om een dergelijke omzetting in samenhang te zien met nieuwe wetgeving zoals de Omgevingswet die ingrijpende gevolgen zal hebben voor vergunningverlening. Tegelijkertijd kan dan een slag gemaakt worden in de digitalisering van de vergunningverlening.

Wet Natuurbescherming

De Wet Natuurbescherming treedt op 1 januari 2017 in werking. De Wet natuurbescherming is de opvolger van de Flora- en faunawet, de Natuurbeschermingswet en de Boswet. De uitvoering van deze wetgeving, die ook linkt aan omgevingsvergunningen, wordt belegd bij de provincies.

Toetsing aanvragen omgevingsvergunning

Hieronder wordt beschreven op welke manier wij aanvragen om omgevingsvergunningen toetsen.

Ontvankelijkheidstoets algemeen

Een aanvraag is ontvankelijk als er voldoende informatie is ingediend om een goede beoordeling te kunnen maken. Dit gebeurt bij de activiteit bouwen aan de hand van een checklist gebaseerd op de ministeriële regeling omgevingsrecht (Mor) waarin de indieningsvereisten zijn opgenomen. Bij de overige aanvragen om omgevingsvergunning wordt dit gecontroleerd op basis van de Mor waarin de indieningsvereisten zijn opgenomen. Daarbij wordt wel gekeken welke stukken echt nodig zijn om de aanvraag te beoordelen. Stukken die niet noodzakelijk zijn, worden niet opgevraagd. Tenzij hieronder anders vermeld, wordt de ontvankelijkheidstoets uitgevoerd door team Vergunningen en Handhaving.

Inhoudelijke toets bouwen

Bestemmingsplan

Alle aanvragen voor de activiteit bouwen worden aan het bestemmingsplan getoetst. Hierbij vindt altijd collegiale toetsing plaats. Er worden formats gebruikt voor de toetsing aan het bestemmingsplan waarin alle mogelijke beoordelingspunten zijn opgenomen. Mocht een bouwplan in strijd zijn met het bestemmingsplan dan wordt de aanvraag van rechtswege aangemerkt als een verzoek van het bestemmingsplan af te wijken. De aanvrager wordt hiervan, en van de kosten voor het voeren van de afwijkingsprocedure, op de hoogte gebracht door de coördinator omgevingsvergunningen.

Welstand

Een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen wordt altijd getoetst aan de Welstandsnota. Indien het plan getoetst kan worden aan de in de Welstandsnota opgenomen sneltoetscriteria dan wordt deze toets door een medewerker van team Vergunningen en Handhaving gedaan. Overige aanvragen worden één keer per twee weken voorgelegd aan de rayonarchitect in het mandaatoverleg van de welstandscommisie (de zogenaamde kleine commissie). De rayonarchitect beoordeelt of een aanvraag aan de grote commissie wordt voorgelegd. Als dat het geval is dan volgt binnen twee weken na behandeling in de grote commissie een schriftelijk advies.

Bouwbesluit/bouwverordening

De toetsen aan het Bouwbesluit en de Bouwverordening gebeuren aan de hand van de checklisten die zijn opgenomen als bijlagen bij dit uitvoeringsprogramma. Naast de toets aan het Bouwbesluit en de Bouwverordening worden complexere bouwaanvragen ten aanzien van brandveiligheid voorgelegd aan de VRU. Voor een beoordeling van de riolering, parkeren en bodem worden de complexere bouwaanvragen aan de teams Openbare Werken en Economie en Ruimte voorgelegd.

Inhoudelijke toets uitvoeren werkzaamheden

De inhoudelijke toets van een voormalige aanlegvergunning voert team Economie en Ruimte uit in combinatie met de OdrU. De OdrU wordt ingeschakeld omdat dit soort vergunningen vaak aangevraagd moet worden vanwege het aspect archeologie. Beoordeling van een archeologisch rapport is maatwerk dat door de specialisten van de OdrU wordt uitgevoerd. De inhoudelijke toets voor een aanvraag in het geval van een onderliggende gasleiding wordt uitgevoerd door de Gasunie.

Inhoudelijke toets afwijking bestemmingsplan

In complexere gevallen wordt de ontvankelijkheid van de aanvraag door team Economie en Ruimte beoordeeld. De inhoudelijke toets van het afwijken van het bestemmingsplan wordt ook uitgevoerd door dit team als een bouwplan niet voldoet aan het beleid. In een dergelijk geval dient het college van burgemeester en wethouders namelijk een besluit te nemen over medewerking. Afwijkingen binnen het beleid worden afgehandeld door team Vergunningen en Handhaving. Het beleid met betrekking tot afwijkingen van het bestemmingsplan is opgenomen in de bijlagen bij dit beleidsplan.

Afwijkingen die niet voldoen aan het beleid betreffen maatwerk. Hiervoor zijn dan ook geen protocollen opgesteld. Wel worden bouwaanvragen indien nodig door team Economie en Ruimte ter beoordeling voorgelegd aan meerdere teams binnen gemeente Rhenen en eventuele externe partijen. Met de input van de diverse teams wordt een advies opgesteld richting het college van burgemeester en wethouders.

Inhoudelijke toets brandveilig gebruik

Omgevingsvergunningen brandveilig gebruik worden getoetst door de VRU. De VRU toetst deze soort aanvragen ook op ontvankelijkheid door middel van een checklist. De aanvraag wordt inhoudelijk door de VRU getoetst aan het Bouwbesluit.

Inhoudelijke toets milieu

De aangevraagde omgevingsvergunningen voor de activiteit milieu worden op ontvankelijkheid getoetst en inhoudelijk beoordeeld door de OdrU. De OdrU gebruikt formats voor de advisering met betrekking tot vergunningen zodat ieder onderwerp uit de milieuwetgeving in ieder geval aan bod komt in de advisering.

Inhoudelijke toets wijzigen rijksmonument

De aangevraagde omgevingsvergunningen voor de activiteit wijzigen rijksmonument worden op ontvankelijkheid getoetst door team vergunningen of de RCE (deze laatste als het een ingrijpende wijziging betreft, bij twijfel hierover wordt de RCE geraadpleegd). Inhoudelijk wordt de aanvraag getoetst door de Monumentencommissie (en daarnaast wordt advies uitgebracht door de RCE als het een ingrijpende wijziging betreft). De monumentencommissie bestaat uit deskundigen. Zij beoordelen of de wijziging aanvaardbaar is. De beoordeling van deze aanvragen is maatwerk en daarom niet vervat in toetsingsprotocollen.

Inhoudelijke toets vergunning slopen

De aangevraagde omgevingsvergunningen voor de activiteit slopen worden voorgelegd aan de Monumentencommissie als het bouwwerk in het beschermd stadsgezicht staat. Als het een sloopverbod in een bestemmingsplan betreft wordt de aanvraag bovendien inhoudelijk beoordeeld door team Economie en Ruimte.

Inhoudelijke toets wijzigen gemeentelijk monument

Aanvragen voor het wijzigen van gemeentelijke monumenten worden aan de Monumentencommissie ter advisering voorgelegd. De monumentencommissie bestaat uit deskundigen. Zij beoordelen of de wijziging aanvaardbaar is. De beoordeling van deze aanvragen is maatwerk en daarom niet vervat in toetsingsprotocollen.

Inhoudelijke toets het aanleggen van een weg

Sinds de invoering van de Wabo in 2010 is nog geen enkele omgevingsvergunning (terecht) aangevraagd voor deze activiteit. Als een aanvraag voor het aanleggen van een weg wordt ingediend dan zal deze inhoudelijk beoordeeld worden door team Openbare Werken.

Inhoudelijke toets een uitweg maken of wijzigen

Een aanvraag omgevingsvergunning voor het maken of wijzigen van een uitweg wordt op ontvankelijkheid en inhoudelijk beoordeeld door team Openbare Werken. Een omgevingsvergunning voor het maken en veranderen van een uitweg kan conform de APV worden geweigerd in het belang van:

  • a.

    De bruikbaarheid van de weg;

  • b.

    Het veilig en doelmatig gebruiken van de weg;

  • c.

    De bescherming van het uiterlijk aanzien van de omgeving;

  • d.

    De bescherming van groenvoorzieningen in de gemeente;

  • e.

    De openbare orde;

  • f.

    De openbare veiligheid;

  • g.

    De volksgezondheid;

  • h.

    De bescherming van het milieu.

Als uitwerking van deze weigeringscriteria geldt binnen de gemeente Rhenen de gedragslijn dat per woning/bedrijf maximaal één uitrit van maximaal 3,00 meter breed aanwezig mag zijn. Hierop zijn uitzonderingen mogelijk. Zo kan een uitweg breder aangelegd worden omdat de weg waaraan deze ligt te smal is om goed in te kunnen draaien. Ook komt het bij (met name agrarische) bedrijven voor dat twee inritten worden toegestaan: een zogenaamde schone en vuile inrit. Tevens kunnen bedrijfsinritten breder worden aangelegd als deze gebruikt worden door grote voertuigen.

Inhoudelijke toets het hebben van een alarminstallatie met opvallend geluid of lichtsignaal

Een omgevingsvergunning voor het hebben van een alarminstallatie met opvallend geluid of lichtsignaal is in de gemeente Rhenen sinds de inwerkingtreding van de Wabo in 2010 nog nooit aangevraagd. In onze APV is wel een verbod opgenomen om een dergelijke installatie zonder vergunning te hebben. Dit verbod zal in de APV 2017 waarschijnlijk geschrapt worden.

Inhoudelijke toets het vellen van een houtopstand

Een omgevingsvergunning voor het kappen van bomen is nodig als bomen gekapt worden die een diameter hebben van 30 centimeter of meer op 1,30 meter hoogte. De volgende weigeringscriteria zijn opgenomen in de APV:

De vergunning kan in ieder geval worden geweigerd op grond van:

  • a.

    De natuurwaarde van de houtopstand;

  • b.

    De landschappelijke waarde van de houtopstand;

  • c.

    De waarden van de houtopstand voor stads- en dorspsschoon;

  • d.

    De beeldbepalende waarde van de houtopstand;

  • e.

    De cultuurhistorische waarde van de houtopstand;

  • f.

    De waarde voor de leefbaarheid van de houtopstand

Bij het verlenen van de vergunning kan een herplantplicht opgelegd worden.

Op het moment van schrijven wordt gewerkt aan een zogenaamde waardevolle bomenlijst. Hiervoor worden alle bomen in de bebouwde kom volgens de Wet Natuurbescherming in de gemeente Rhenen geïnventariseerd en wordt dus op voorhand gekeken welke bomen we willen beschermen in plaats van dit pas te doen naar aanleiding van een aanvraag omgevingsvergunning. Dit betekent dat bomen binnen de bebouwde kom volgens de Wet Natuurbescherming die niet op die lijst staan vergunningvrij gekapt kunnen worden. Als iemand toch een boom wil kappen die op deze lijst staat dan zal er alsnog een maatwerkafweging plaats vinden. De monumentale lijst zal eenmaal per nog nader te bepalen aantal jaar geüpdatetworden omdat bomen natuurlijk groeien, de omgeving kan wijzigen en ook bijvoorbeeld de gezondheid van bomen kan verslechteren. Op het moment van schrijven is niet duidelijk wanneer deze waardevolle bomenlijst in werking zal treden.

Inhoudelijke toets het plaatsen van handelsreclame op of aan een onroerende zaak/als eigenaar toe te staan dat handelsreclame wordt gemaakt

Een omgevingsvergunning is in sommige gevallen nodig voor het plaatsen van reclame op of aan een onroerende zaak of om toe te staan dat een ander handelsreclame maakt op een onroerende zaak waarvan de reclamemaker geen eigenaar is. In de gemeente Rhenen is Gevelreclame- en uitstallingenbeleid vastgesteld voor het centrum van Rhenen stad. Buiten het centrum is het plaatsen van reclame dan ook niet vergunningplichtig. Het Gevelreclame- en uitstallingenbeleid is opgenomen in de welstandsnota. De beoordeling van omgevingsvergunningen voor deze activiteit worden dan ook beoordeeld door de Stichting Mooisticht.

Inhoudelijke toets het opslaan van roerende zaken/als eigenaar toe te staan dat onroerende zaken worden opgeslagen

Het opslaan van goederen is in aangewezen gedeelten van de gemeente vergunningplichtig. In gemeente Rhenen zijn alleen de gronden buiten de bebouwde kom hiervoor aangewezen. Een dergelijke omgevingsvergunning is echter sinds het inwerkingtreden van de Wabo in 2010 niet aangevraagd.

Meldingen

Voor sommige activiteiten zijn niet langer vergunningen nodig maar kan volstaan worden met het melden van een activiteit. Dit is een gevolg van deregulerende wetgeving vanuit het Rijk. Voor het afhandelen van meldingen mogen geen leges in rekening gebracht worden. Hieronder vindt u de drie soorten meldingen die wij afhandelen.

Inhoudelijke toets milieumeldingen

Bedrijven die niet vergunningplichtig zijn in het kader van de Wet Milieubeheer maar wel meldingsplichtig zijn conform het Activiteitenbesluit, dienen bij oprichting of wijziging van hun bedrijf een melding in te dienen via www.aimonline.nl. Vanaf 2016 worden de ingediende milieumeldingen door www.aimonline.nl direct doorgestuurd naar de OdrU en door de OdrU afgehandeld. De OdrU is gemandateerd deze meldingen af te handelen. De OdrU heeft op alle milieugebieden specialisten in huis die gekwalificeerd zijn om dit werk te doen waardoor de kwaliteit gewaarborgd wordt.

Inhoudelijke toets sloopmeldingen

Sinds de inwerkingtreding van het Bouwbesluit 2012 volstaat meestal een sloopmelding als asbest verwijderd wordt of een bouwwerk gesloopt wordt. Het doel van een sloopmelding is het verzekeren van de veiligheid bij het slopen en met name het verwijderen van asbest. Als een sloopmelding wordt ingediend dan moet, als het de sloop van een gebouw gebouwd vóór 1994 betreft, altijd een asbestinventarisatierapport ingediend worden. Dit rapport wordt door team Economie en Ruimte beoordeeld en bij de acceptatiebrief van de melding worden voorwaarden gesteld aan de sloop en het verwijderen van asbest om de veiligheid te waarborgen.

Inhoudelijke toets meldingen brandveilig gebruik

Voor het ingebruiknemen van gebouwen waarin meer dan 50 personen aanwezig zullen zijn, dient een gebruiksmelding gedaan te worden. Doel van een dergelijke melding is het beoordelen of het gebouw brandveilig gebruikt wordt. De meldingen worden ter beoordeling voorgelegd aan de VRU en afgehandeld door team Vergunningen en Handhaving. De VRU beoordeelt de ontvankelijkheid en toetst inhoudelijk. De VRU is ook de organisatie die naar aanleiding van de ingediende melding ter plaatse een controle uitvoert om te beoordelen of het gebouw ook in de praktijk daadwerkelijk voldoet aan de gestelde voorschriften in het Bouwbesluit.

Doelstellingen 2017

Dienstverlening

  • 1.

    Wij streven ernaar in 2017 geen vergunningen van rechtswege te verlenen. Gedurende het jaar zal de stand van zaken hiervan bijgehouden worden.

  • 2.

    Wij streven ernaar omgevingsvergunningen die de reguliere procedure volgen en compleet zijn ingediend binnen vier weken te verlenen. Voorwaarde daarbij is wel dat (indien van toepassing) de welstandscommissie en de VRU al bij de eerste beoordeling positief adviseren. Gedurende het jaar zal de stand van zaken hiervan bijgehouden worden.

  • 3.

    Wij zullen het houden van vooroverleg stimuleren. Wij willen door middel van communicatie via de website, de krant, en social media de aandacht vestigen op de mogelijkheid die bestaat om op voorhand bouwplannen met onze deskundigen te bespreken. Ook willen wij de principeverzoeken aantrekkelijker maken door de kosten hiervan (deels) te verrekenen met de leges voor de uiteindelijke vergunning. Dit wordt meegenomen in de Legesverordening 2017. Door (bouw)plannen al in een voortraject besproken te hebben willen wij ervoor zorgen dat bouwplannen volledig worden ingediend én zodanig worden ingediend dat snel op de aanvraag besloten kan worden. Het doel is een snellere doorlooptijd van het omgevingsvergunningtraject.

Uitvoeringskwaliteit

Naar verwachting wordt in 2017 de inventarisatie met betrekking tot het voldoen aan de kwaliteitscriteria aangaande de kritieke massa afgerond. Hieruit zal blijken in hoeverre gemeente Rhenen voldoet aan deze criteria. Afhankelijk van de uitkomst zal een vervolgtraject gestart worden. Daarbij kan gedacht worden aan het aangaan van een samenwerkingsverband met omliggende gemeenten om tezamen wel aan de criteria te kunnen voldoen, opleidingstrajecten voor medewerkers en het uitbesteden van bepaalde werkzaamheden. Bij de kwaliteitscriteria geldt het credo ‘comply or explain’. Dit betekent dat er ook door een gemeente gekozen kan worden voor het niet voldoen aan de kwaliteitscriteria op bepaalde punten. Dit dient dan echter wel goed gemotiveerd te gebeuren.

Financiering

Wij streven ernaar voor de activiteiten waarbij leges geheven mogen worden, kostendekkend te werken. Gezien aanstaande wetswijzigingen (met name de Wet Kwaliteitsborging, de wijziging van de Wabo (specifiek de wetgeving rondom de kwaliteitscriteria) en de Omgevingswet) ligt het in de verwachting dat de berekening van de leges en de onderbouwing daarvan zullen gaan wijzigen. De werkzaamheden die gemeentelijke ambtenaren zullen uitvoeren met betrekking tot omgevingsvergunningen zullen door deze wetswijziging gaan veranderen en mogelijk verminderen.

Binnen de gemeente Rhenen is er de afgelopen jaren voor gekozen het tijdschrijven op basis van soorten werkzaamheden af te schaffen. Dit betekent dat de gegevens om een inschatting te maken hoeveel uren worden besteed aan omgevingsvergunningen ontbreken. De komende jaren zullen deze gegevens weer opgebouwd moeten worden om hierover adequate informatie te kunnen verschaffen. De doelstelling voor de jaren 2017 en 2018 is dan ook:

  • 1.

    De medewerkers die werkzaamheden uitvoeren in het omgevingsvergunningstraject houden de uren die zij besteden aan dit proces per soort aangevraagde activiteit en soort toets (ontvankelijkheid of inhoudelijk) bij in het tijdschrijfsysteem.

Prioritering

De grootste prioriteit ligt bij het tijdig en snel verlenen van omgevingsvergunningen van goede kwaliteit. Aangezien de werkzaamheden van de medewerkers waarschijnlijk zullen gaan wijzigen vanwege aankomende wetswijzigingen en de mate waarin de gemeente Rhenen voldoet aan de kwaliteitscriteria nog moet worden onderzocht, is het niet opportuun op dit moment meetbare doelstellingen aan de doelen uitvoeringskwaliteit en financiering te hangen. Op dit moment wordt daarom alleen als doelstelling opgenomen dat gegevens met betrekking tot de besteding van ambtelijke uren voor omgevingsvergunningen verzameld worden.

Vastgesteld in de collegevergadering van 24 januari 2017

De secretaris,

De burgemeester,

P. Bonthuis

drs. J.A. van der Pas