Regeling vervallen per 01-01-2008

Verordening speelautomaten Ridderkerk 2007

Geldend van 01-01-2008 t/m 31-12-2007

Intitulé

De raad van de gemeente Ridderkerk;

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 5 december 2007, nr.65;

Gelet op de Wet op de Kansspelen;

BESLUIT :

Vast te stellen de volgende

Verordening speelautomaten Ridderkerk 2007

Artikel 1 - Begripsbepalingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • 1.

    speelautomaat: een toestel, ingericht voor de beoefening van een spel, dat bestaat uit een door de speler in werking gesteld mechanisch, elektrisch of elektronisch proces, waarbij het resultaat kan leiden tot de middelijke of onmiddellijke uitkering van prijzen of premies, daaronder begrepen het recht om gratis verder te spelen;

  • 2.

    behendigheidsautomaat: een speelautomaat waarvan:

    • a.

      het spelresultaat uitsluitend kan leiden tot een verlengde speelduur of het recht op gratis spellen, en

    • b.

      het proces, ook nadat het in werking is gesteld, door de speler kan worden beinvloed en het geheel of vrijwel geheel van zijn inzicht en behendigheid bij het gebruik van de daartoe geboden middelen afhangt of en in welke mate de speelduur verlengd of het recht op gratis spellen verkregen wordt;

  • 3.

    kansspelautomaat: een speelautomaat die geen behendigheidsautomaat is;

  • 4.

    vergunning: de in artikel 30b van de Wet op de kansspelen bedoelde vergunning voor het aanwezig hebben van één of meer speelautomaten (aanwezigheidsvergunning);

  • 5.

    ondernemer: de natuurlijke of rechtspersoon die een inrichting exploiteert als bedoeld in artikel 30c lid 1 a of b van de Wet op de kansspelen;

  • 6.

    hoogdrempelige inrichting: een inrichting als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Drank- en Horecawet, waarvoor volgens die wet een vergunning is verleend die nog van kracht is en waarin rechtmatig het horecabedrijf als bedoeld in dat artikellid wordt uitgeoefend:

    • a.

      waar het café en het restaurantbezoek op zichzelf staat en waar geen andere activiteiten plaatsvinden, waaraan een zelfstandige betekenis kan worden toegekend en

    • b.

      waarvan de activiteiten in belangrijke mate gericht zijn op personen van 18 jaar en ouder.

  • 7.

    laagdrempelige inrichting: een inrichting als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Drank- en Horecawet, waarin rechtmatig het horecabedrijf als bedoeld in dat artikellid wordt uitgeoefend, die geen hoogdrempelige inrichting is, waarin horeca-activiteiten worden verricht en waarvan de ondernemer inschrijfplichtig is en ingeschreven is bij het Bedrijfschap Horeca;

Artikel 2 - Indieningsvereisten

Artikel 2 - Indieningsvereisten De ondernemer dient de vergunning aan te vragen volgens een door de burgemeester vastgesteld aanvraagformulier onder overlegging van:

  • 1.

    een nauwkeurige beschrijving van de inrichting waarbij is opgenomen de oppervlakte daarvan, alsmede een plattegrond waarin is aangegeven op welke plaats de speelautomaten en in welk aantal kansspel- en/of behendigheidsautomaten worden opgesteld;

  • 2.

    een bewijs van inschrijving bij de Kamer van koophandel en fabrieken of een geldig bewijs van inschrijving van het Bedrijfschap Horeca;

  • 3.

    een kopie van de geldige exploitatievergunning van de speelautomatenexploitant;

  • 4.

    een kopie van een geldig identiteitsbewijs;

Artikel 3 - Persoonlijk karakter van de vergunning

Artikel 3 - Persoonlijk karakter van de vergunning De vergunning kan uitsluitend worden gesteld ten name van de ondernemer en is niet overdraagbaar.

Artikel 4 – Vergunning

  • a. De burgemeester kan per inrichting slechts vergunning verlenen voor het aanwezig hebben van maximaal 2 speelautomaten, waarbij dit in een laagdrempelige inrichting slechts behendigheidsautomaten kunnen zijn.

  • b. Bij meer dan één Drank- en horecavergunning kunnen meer aanwezigheidsvergunningen worden verleend.

Artikel 5 Geldigheidsduur vergunning

Een vergunning wordt verleend voor 4 jaren.

Artikel 6 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na de dag waarop de verordening is bekendgemaakt onder gelijktijdige intrekking van de Verordening speelautomaten Ridderkerk 1993, vastgesteld op 27 september 1993.

Artikel 7 Overgangsbepaling

De vergunningen, die zijn verleend vóór inwerkingtreding van deze verordening, blijven van kracht tot het einde van hun looptijd.

Ridderkerk, 1 februari 2007

De raad voornoemd,

de griffier, de voorzitter,

RAS/492/afd. VVH