Overlegverordening lokaal onderwijsbeleid gemeente Rijssen-Holten 2014

Geldend van 26-07-2014 t/m heden

Intitulé

Overlegverordening lokaal onderwijsbeleid gemeente Rijssen-Holten 2014

De raad van de gemeente Rijssen-Holten 

overwegingen:

  • -

    dat de raad van de gemeente Rijssen in zijn vergadering van 27 augustus 2001 heeft vastgesteld de “Verordening overleg lokaal onderwijsbeleid gemeente Rijssen 2001”;

  • -

    dat het gewenst is een nieuwe regeling vast te stellen voor het overleg tussen gemeente en besturen van scholen en kinderopvang over het lokaal onderwijsbeleid, het zogenaamde bestuurlijk overleg lokale educatieve agenda (BOLEA);

  • -

    gelezen het voorstel van het college van 13 mei 2014;

  • -

    gelet op het in het BOLEA gevoerde overleg;

  • -

    gelet op de bepalingen in de Wet op het primair onderwijs en de Wet op het voortgezet onderwijs;

  • -

    gezien het positieve advies van de commissie Maatschappelijke Dienstverlening op 16 juni 2014;

besluit: 

1. vast te stellen de volgende overlegverordening lokaal onderwijsbeleid:

Artikel 1

Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    bestuur: een schoolbestuur of een bestuur kinderopvang;

  • b.

    schoolbestuur: het bevoegd gezag van een volgens de Wet op het primair onderwijs of de Wet op het voortgezet onderwijs bekostigde openbare of bijzondere school voor (speciaal) basisonderwijs of school voor voortgezet onderwijs, die gelegen is op het grondgebied van de gemeente;

  • c.

    bestuur kinderopvang: het bevoegd gezag van een instelling voor kinderopvang of peuterspeelzaalwerk, gelegen op het grondgebied van de gemeente en betrokken bij het gemeentelijke onderwijsachterstandenbeleid;

  • d.

    college: het college van burgemeester en wethouders.

Artikel 2

Overlegorgaan

  • 1.

    Er is een overlegorgaan (bestuurlijk overleg lokale educatieve agenda), waarin het college met de vertegenwoordigers van de besturen overleg voert over de voorbereiding en uitvoering van het lokaal onderwijsbeleid.

  • 2.

    In het overlegorgaan komen niet alleen aan de orde de onderwerpen waarop het op overeenstemming gerichte overleg als bedoeld in de Wet op het primair onderwijs en de Wet op het voortgezet onderwijs van toepassing is, maar ook overige onderwerpen aangaande het lokaal onderwijsbeleid.

Artikel 3

Samenstelling overlegorgaan

  • 1.

    De besturen kunnen zich laten vertegenwoordigen in het overlegorgaan. Een bestuur wijst daartoe een vertegenwoordiger aan, die namens dit bestuur het overleg voert.

  • 2.

    Besturen kunnen zich gezamenlijk laten vertegenwoordigen in het overlegorgaan.

  • 3.

    De portefeuillehouder onderwijs vertegenwoordigt het college in het overlegorgaan en fungeert ook als voorzitter.

Artikel 4

Derden

Derden kunnen, indien de voorzitter van het overlegorgaan of meerdere besturen dit wensen, deelnemen aan een overleg.

Artikel 5

Secretariaat

Het college voert het secretariaat van het overlegorgaan.

Artikel 6

Uitnodiging overleg

  • 1.

    Het college zorgt voor de tijdige toezending van de agenda en de stukken voor het overleg aan de besturen. Deze toezending geschiedt onder bekendmaking van de plaats, de datum en het tijdstip waarop het overleg hierover zal plaatsvinden.

  • 2.

    De besturen die niet deelnemen aan het overleg kunnen voor de datum van het overleg hun zienswijze schriftelijk kenbaar maken aan het college. Het college stelt de deelnemers aan het overleg hiervan in kennis.

Artikel 7

Werkgroepen

Het college kan een of meer werkgroepen instellen ter voorbereiding van het overleg of ter uitvoering van hetgeen in het overleg is afgesproken. Het college bepaalt de samenstelling en werkwijze van een werkgroep.

Artikel 8

Agendaoverleg

  • 1.

    Het college kan een agendaoverleg instellen. Hierin wordt nagegaan welke onderwerpen op welk tijdstip in het overlegorgaan aan de orde kunnen komen. Op grond hiervan stelt het college de agenda op.

  • 2.

    Naast een vertegenwoordiger van de gemeente nemen aan het agendaoverleg maximaal 4 vertegenwoordigers van de besturen deel.

Artikel 9

Advies Onderwijsraad

  • 1.

    Indien een of meer schoolbesturen of het college een advies van de Onderwijsraad als bedoeld in de Wet op het primair onderwijs of de Wet op het voortgezet onderwijs wensen, maken ze dit uiterlijk kenbaar in het overleg waarin het onderwerp in finale zin aan de orde is. Dit gebeurt aan de hand van een schriftelijke gemotiveerde omschrijving van het onderwerp waarover het advies wordt verwacht. Hierbij wordt tevens het verband aangegeven tussen het onderwerp en de vrijheid van richting en de vrijheid van inrichting van het onderwijs.

  • 2.

    Alle vertegenwoordigers van de besturen krijgen in het overleg de gelegenheid hun zienswijzen naar voren te brengen over het verzoek om advies.

  • 3.

    Het college is belast met de indiening van een verzoek om advies. Daarbij informeert het college de Onderwijsraad ook over de in lid 2 bedoelde zienswijzen.

  • 4.

    Gedurende de termijn voor het uitbrengen van het advies wordt geen besluit genomen over het onderwerp waarover advies is aangevraagd.

  • 5.

    Het college zendt een afschrift van het uitgebrachte advies toe aan alle besturen. Indien het geheel of gedeeltelijk opvolgen van het advies zou leiden tot een of meer inhoudelijke bijstellingen van het betrokken voorstel, worden de besturen daarbij uitgenodigd voor nader overleg. In alle andere gevallen beoordeelt het college of nader overleg over het advies wenselijk is. Het college geeft dit aan bij de toezending van het afschrift van het advies. Nader overleg vindt ook plaats wanneer een of meer besturen hierom verzoeken.

Artikel 10

Verslaglegging

  • 1.

    Het college maakt een verslag van het overleg.

  • 2.

    Het verslag wordt zo spoedig mogelijk toegezonden aan de besturen en de gemeenteraad.

Artikel 11

Heropening overleg

Als een voorstel waarover overleg heeft plaatsgehad inhoudelijke bijstelling behoeft, kan heropening van het overleg plaatsvinden. Het college beslist hierover. Het overleg wordt ook heropend wanneer een of meer besturen hierom verzoeken.

Artikel 12

Beslissing college in gevallen waarin de verordening niet voorziet

In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college, gehoord de vertegenwoordigers van de besturen in het overleg.

Artikel 13

Citeertitel en inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening kan worden aangehaald als: “Overlegverordening lokaal onderwijsbeleid gemeente Rijssen-Holten 2014”.

  • 2.

    Deze verordening treedt, onder gelijktijdige intrekking van de “Verordening overleg lokaal onderwijsbeleid gemeente Rijssen 2001”, in werking op de dag na die waarop zij is bekendgemaakt.

Ondertekening

Besluit genomen in de openbare vergadering van de raad van Rijssen-Holten op 3 juli 2014
drs. H.A.J. van de Vliert, A.C. Hofland,
griffier, voorzitter