Regeling vervallen per 01-01-2017

Verordening op de heffing en de invordering van de afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2016

Geldend van 01-01-2016 t/m 31-12-2016

Intitulé

Verordening reinigingsheffingen Rijssen-Holten 2016

de raad van de gemeente Rijssen-Holten

overwegingen:

  • -

    gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders ‘belastingvoorstellen 2016’ en paragraaf 4.1 van de programmabegroting 2016 (paragraaf lokale heffingen);

  • -

    gelet op artikel 229, lid 1, aanhef en onderdeel a en b, en 229d, aanhef, lid 1, onderdeel c, en lid 2, en 255a van de Gemeentewet, en artikel 15.33 van de Wet Milieubeheer;

  • -

    gezien het positieve advies van de commissie Algemeen Bestuurlijke Zaken en Middelen van 30 november 2015; 

besluit: 

de verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2016 (Verordening reinigingsheffingen Rijssen-Holten 2016) vast te stellen

Hoofdstuk I. Algemene bepalingen

Artikel 1. Inleidende bepaling

Krachtens deze verordening worden geheven:

  • a.

    een afvalstoffenheffing;

  • b.

    reinigingsrechten.

Artikel 2. Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    ‘gebruik maken’ in hoofdstuk II Afvalstoffenheffing: gebruik maken in de zin van artikel 15.33 Wet milieubeheer;

  • b.

    grof bedrijfsafval: afvalstoffen, met uitzondering van autowrakken, afkomstig van bedrijven en instellingen, welke door aard, omvang of hoeveelheid niet periodiek worden ingezameld.

Hoofdstuk II. Afvalstoffenheffing

Artikel 3. Aard van de belasting en belastbaar feit

  • 1. Onder de naam “afvalstoffenheffing” wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.

  • 2. De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven terzake van het gebruik van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Artikel 4. Belastingplicht

De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer  een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Artikel 5. Maatstaf van heffing en belastingtarief

De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in hoofdstuk 1 van de bij deze verordening behorende tarieventabel.

Artikel 6. Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 7. Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 8. Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1. De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd voor zoveel 12e gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel 12e gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4. De leden 2 en 3 zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar een ander perceel in feitelijk gebruik neemt.

Artikel 9. Termijnen van betaling

De aanslagen moeten worden betaald in 2 gelijke termijnen waarvan de 1e vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de 2e 1 maand later.

Artikel 10. Kwijtschelding van belasting

Kwijtschelding als bedoeld in artikel 26 van de Invorderingswet 1990 wordt niet verleend voor een extra grijze container of extra groene container zoals bedoeld in artikel 1.1.4.1 en artikel 1.1.4.2 van de tarieventabel.

Hoofdstuk III. Reinigingsrechten

Artikel 11. Belastbaar feit

Onder de naam “reinigingsrechten” worden rechten geheven zowel voor het genot van door het gemeentebestuur verstrekte diensten als voor het gebruik van voor de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen, werken of inrichtingen die bij de gemeente in beheer of in onderhoud zijn.

Artikel 12. Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruikmaakt.

Artikel 13. Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1. De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de hoofdstukken 2 en 3 van de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 14. Belastingjaar

Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar

.

Artikel 15. Wijze van heffing

  • 1. De rechten bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel worden geheven bij wege van aanslag met dien verstande dat per belastbaar feit een afzonderlijke aanslag kan worden opgelegd.

  • 2. De rechten bedoeld in hoofdstuk 3 van de tarieventabel worden geheven door middel van een gedagtekende kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt

Artikel 16. Ontstaan van de belastingschuld en de heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde rechten

  • 1. De rechten bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt zijn de rechten verschuldigd voor zoveel 12e gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel 12e gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4. De leden 2 en 3 zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist.

Artikel 17. Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten

De rechten bedoeld in hoofdstuk 3 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 18. Termijnen van betaling

  • 1. De aanslagen moeten worden betaald binnen 14 dagen na de dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 2. De reinigingsrechten moeten worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 14, lid 2:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van het uitreiken van de kennisgeving, dan wel ingeval van toezending daarvan, binnen 14 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

Hoofdstuk IV. Aanvullende bepalingen

Artikel 19. Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de reinigingsheffingen.

Artikel 20. Overgangsrecht

1.De “Verordening reinigingsheffingen 2015” van 18 december 2014 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 21, lid 2, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 21. Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2016.

Artikel 22. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening reinigingsheffingen Rijssen-Holten 2016”.

Tarieventabel behorende bij de “Verordening reinigingsheffingen 2016

Algemeen

De bedragen genoemd in de hoofdstukken 2 en 3 van deze tabel zijn inclusief omzetbelasting indien deze verschuldigd is.

Hoofdstuk 1. Maatstaven en tarieven afvalstoffenheffing

1.1.1

De belasting bedraagt per perceel per belastingjaar

€ 205,00

1.1.2

Indien het perceel wordt gebruikt door 1 persoon wordt de belasting als bedoeld in onderdeel 1.1.1 verminderd met

€ 53,00

1.1.3

Indien er sprake is van een belastingplicht op 1 januari 2016 voor de

afvalstoffenheffing wordt op de aanslag een bedrag van

verminderd indien het perceel wordt gebruikt door 1 persoon

€ 9,00

en een bedrag van

indien het perceel wordt gebruikt door een meerpersoonshuishuishouden.

€ 12,00

1.1.4

De belasting als bedoeld in de onderdelen 1.1.1 en 1.1.2 wordt vermeerderd voor het op 1 januari van het belastingjaar of, indien de belastingplicht later aanvangt, bij aanvang van de belastingplicht, in bruikleen hebben van een extra (= boven hetgeen volgens de gemeentelijke afvalstoffenverordening aan het perceel is verstrekt)

1.1.4.1

grijze container, bestemd voor de overige huishoudelijke afvalstoffen,

per extra container met

€…...115,80

1.1.4.2

groene container, bestemd voor groente-, fruit- en tuinafval,

per extra container met

€ 51,00

Hoofdstuk 2. Maatstaven en jaarlijkse tarieven reinigingsrechten

2.1

Het recht bedraagt per belastingjaar voor het:

2.1.1

gebruik van een van gemeentewege verstrekte container met een inhoud van 1.100 liter, bestemd voor het verwijderen van bedrijfsafval, per maand

€ 7,70

2.1.2

verwijderen van bedrijfsafval, voor elke per ophaalbeurt te verwijderen hoeveelheid in een container met een inhoud van 1.100 liter, per keer

per container:

-voor de 1e container

€ 31,92

-voor de 2e en volgende container

€ 26,28

2.2

In afwijking van het bepaalde in 2.1 bedraagt het recht per belastingjaar per container voor het beschikbaar stellen, het gebruik dan wel het ledigen van containers met een inhoud van 240 liter en het verwijderen van de daarin verzamelde afvalstoffen indien:

2.2.1

het betreft lediging eenmaal per 2 weken

€ 186,84

2.2.2

het betreft lediging eenmaal per week

€ 373,68

2.3

In afwijking van het bepaalde in 2.1 bedraagt het recht per belastingjaar voor het gebruik van een van gemeentewege verstrekte cocon, bestemd voor een container waarin bedrijfsafval wordt aangeboden

€ 154,34

Hoofdstuk 3 Maatstaven en tarieven overige reinigingsrechten

3.1

Het recht bedraagt voor:

3.1.1

het verwijderen van grof bedrijfsafval, per kubieke meter

€ 41,29

Ondertekening

besluit genomen in de openbare vergadering van de raad van Rijssen-Holten op 17 december 2015
drs. H.A.J. van de Vliert, A.C. Hofland,
griffier, voorzitter