Regeling vervallen per 04-09-2018

BRANDBEVEILIGINGSVERORDENING 2018

Geldend van 04-09-2018 t/m 03-09-2018 met terugwerkende kracht vanaf 01-08-2018

Intitulé

BRANDBEVEILIGINGSVERORDENING 2018

De raad van de gemeente Rijssen-Holten

Overwegingen:

  • Gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

  • Gelezen de ledenbrieven 20150709, 20160202, 20170726 van de VNG;

  • Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 22 mei 2018;

  • Gezien de behandeling in de commissie Algemeen Bestuurlijke Zaken en Middelen op 11 juni 2018;

Besluit:

De Brandbeveiligingsverordening 2010 in te trekken;

De Brandbeveiligingsverordening 2018 vast te stellen.

Artikel 1 Begripsbepalingen

Vervallen

Artikel 2 Verbodsbepaling

Vervallen

Artikel 3 Weigeringsgronden

Vervallen

Artikel 4 Gebruikseisen

Vervallen

Artikel 5 Brandveiligheidsvoorzieningen

Vervallen

Artikel 6 Melden van brand en broei

Ieder die brand of broei ontdekt of deze vermoedt, is verplicht dit onmiddellijk aan de brandweer te melden.

Artikel 7 Bossen, heidevelden, venen

De eigenaar van een aaneengesloten of vrijwel aaneengesloten opstand die voor meer dan de helft bestaat uit naaldhout, een heideveld, een veen of een ander erf of terrein, voor zover niet bedoeld in artikel 8, tweede lid, onder b van de Woningwet, en dat met brandbare gewassen is begroeid, is verplicht de voorschriften op te volgen, die het college geeft tot het voorkomen van brand en het beperken van de gevolgen van brand.

Artikel 8 Bestuurlijke boete

Overtreding van de regels van deze verordening kan worden beboet met een bestuurlijke boete. De boete is niet hoger dan de geldboete, bedoeld in artikel 64, eerste lid, van de Wet veiligheidsregio’s.

Artikel 9 Overgangsrecht

Vervallen

Artikel 10

Deze verordening treedt in werking op de dag na die zij wordt bekend gemaakt.

Artikel 11

De brandbeveiligingsverordening van 2010 wordt ingetrokken.

Artikel 12 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als Brandbeveiligingsverordening 2018.

Ondertekening

Besluit genomen in de vergadering van de raad van Rijssen-Holten op 5 juli 2018

G.H. Veerman, A.C. Hofland

griffier, voorzitter

Toelichting op de Brandbeveiligingsverordening

Algemeen

Op 1 januari 2018 treedt het Besluit brandveilig gebruik en basishulpverlening overige plaatsen in werking (Stb. 2017, 373 en 391). Vanaf dat moment gelden de landelijke regels voor het brandveilig gebruik van overige plaatsen ('niet-bouwwerken' zoals tenten bij evenementen en tribunes).

Daarmee is de grondslag voor lokale regels rondom brandbeveiliging/brandveiligheid komen te vervallen. De Vereniging voor Nederlandse Gemeenten stelt daarom gelijktijdig voor de lokale brandbeveiligingsverordeningen te laten vervallen. De Wet op de Veiligheidsregio verplicht bij inwerkingtreding van de nieuwe AMvB tot vaststelling van een brandbeveiligingsverordening.

De nieuwe AMvB en de wet zijn op dat punt dus niet in overeenstemming met elkaar.

Daarom wordt er een sterk uitgeklede brandbeveiligingsverordening vastgesteld. Deze verordening bevat een tweetal vangnetbepalingen en een strafsanctie bij overtreding.

Brandbeveiligingsverordening is vangnet

De Brandbeveiligingsverordening mag niet regelen voor zover daarin bij of krachtens enig ander (hoger) wettelijk voorschrift is voorzien. Hierop moet bij het stellen van regels nauwlettend worden toegezien. Feitelijk moet de gemeente zich telkens weer afvragen in hoeverre een wettelijk voorschrift al voorziet of mede (indirect) voorziet in de brandveiligheid die in de Wet veiligheidsregio’s of de AMvB brandveilig gebruik als opdracht aan het college is gegeven.

In zo’n geval gaat dat wettelijk voorschrift voor op de Brandbeveiligingsverordening. Met andere woorden: de Brandbeveiligingsverordening is een vangnet voor brandveiligheidvoorzieningen die noodzakelijk zijn maar waarvoor geen wettelijke basis voorhanden is. Met de nieuwe AMvB brandveilig gebruik resteert er een zeer algemene zorgplicht bij signalering van (beginnende) brand en een zorgplicht bij brandgevoelige natuurterreinen. Regels rondom brandveiligheid van bouwwerken en bouwsel zijn (verdergaand) overgegaan naar het Bouwbesluit of de AMvB brandveilig gebruik.

Toezicht op de naleving

Het toezicht op de naleving van de Brandbeveiligingsverordening berust krachtens artikel 61 van de Wet veiligheidsregio’s bij door burgemeester en wethouders opgedragen ambtenaren.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties wijst op grond van artikel 65 van de Wet veiligheidsregio’s de ambtenaren aan belast met de opsporing van strafbare feiten.

Bestuurlijke boete

De Wet veiligheidsregio’s geeft in artikel 64 de raad van een gemeente de bevoegdheid om, indien de raad dat wenst, bij verordening te bepalen dat een bestuurlijke boete wordt opgelegd voor overtreding van regels gesteld krachtens artikel 3, tweede lid (brandbeveiligingsverordening) en derde lid (algemene maatregel van bestuur, deze is in procedure) van de wet. Het maximum bedrag van de boete mag niet hoger zijn dan de geldboete van de derde categorie, conform artikel 23, vierde lid, van het Wetboek van strafrecht. Het bedrag dat daar is genoemd bedraagt per 1 januari 2016 € 8.200.

De Wet veiligheidsregio’s geeft geen verdere beschrijving van de uitvoering van deze sanctie, zodat de gemeente alleen met de Awb rekening hoeft te houden.

Een alternatief artikel is aan het model van de verordening toegevoegd.

Strafbepaling

Overtreding van de regels van deze verordening wordt op grond van artikel 64 eerste lid van de Wet veiligheidsregio’s gestraft met hechtenis van ten hoogste een jaar of geldboete van de derde categorie. De wetgever heeft hier een sluitende regeling beoogd, zodat er geen ruimte is voor een regeling op dit gebied de verordening zelf.