Regeling vervallen per 01-01-2015

Fraudeverordening WWB Gemeente Rijswijk 2013

Geldend van 01-01-2015 t/m 31-12-2014

Intitulé

Fraudeverordening WWB Gemeente Rijswijk 2013

De gemeenteraad van Rijswijk,

bijeen in openbare vergadering op 12 februari 2013

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van Rijswijk d.d.         , nr. 13-001

Gelet op:

artikel 8a van de Wet werk en bijstand;

artikel 147, lid 1, van de Gemeentewet.

overwegende:

dat het noodzakelijk is om een nadere invulling te geven aan de in de Wet werk en bijstand opgenomen verplichting tot het bij verordening vaststellen van regels met betrekking tot de handhaving.

B E S L U I T:Vast te stellen de

Fraudeverordening WWB Gemeente Rijswijk 2013

Artikel 1- Controleplan hoogwaardig handhaven

Het college van Burgemeester en wethouders draagt zorg voor een controleplan hoogwaardighandhaven.

Artikel 2 – Inhoud van het controleplan

In het controleplan hoogwaardig handhaven wordt ingegaan op de visie van het college ophoogwaardig handhaven en de doelstellingen gericht op het tegengaan van misbruik en oneigenlijkgebruik van de Wet werk en bijstand.

Verder werkt het college in het controleplan uit welke instrumenten ter voorkoming van fraude of deaanpak van fraude worden ingezet. In het controleplan wordt in ieder geval ingegaan op de volgende instrumenten:

  • 1.

    risicosturing;

  • 2.

    signaalsturing;

  • 3.

    themacontroles.

Artikel 3 – Uitvoering

De uitvoering van deze verordening berust bij het college van burgemeester en wethouders van degemeente Rijswijk.

Artikel 4 - De inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na de datum van bekendmaking.

Artikel 5 – Intrekking

Per datum als in artikel 4 genoemd wordt de Fraudeverordening WWB 2012 ingetrokken.

Artikel 6 - Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als “Fraudeverordening WWB 2013”.

Ondertekening

Aldus besloten door de Raad van de Gemeente Rijswijk, in zijn openbare vergadering van 12 februari 2013.
 
 
de waarnemend griffier,                                               de voorzitter,
 
 
 
 
J.A. Massaar, bpa                                                         H.W.M. Klitsie

Toelichting

Het gemeentelijk beleid over misbruik en oneigenlijk gebruik in het kader van de WWB is in deFraudeverordening en Afstemmingsverordening vastgelegd.

In deze fraudeverordening wordt bepaald dat het college een controleplan opstelt waarin dedoelstellingen staan met betrekking tot het tegengaan van misbruik en oneigenlijk gebruik van de Wet werk en bijstand. Dit controleplan is opgesteld in het kader van Hoogwaardig Handhaven.

Het doel van Hoogwaardig Handhaven is het verhogen van de nalevingsbereidheid van klanten en de kans op misbruik van sociale regelingen te minimaliseren. Dit kan worden bereikt door eeneffectieve en efficiënte controlesystematiek. Hoogwaardig Handhaven kent vier samenhangendebeleidslijnen die de kern vormen van het handhavingsbeleid.

Instrumenten ter voorkoming van fraude (preventie):

  • 1.

    het beter en vroegtijdig informeren van klanten over rechten, plichten en handhaving;

  • 2.

    Instrumenten gericht op aanpak van fraude (repressie):

  • 3.

    vroegtijdige detectie en afhandeling van fraudesignalen;

  • 4.

    bij constatering van fraude daadwerkelijk sanctioneren (afstemmen van de uitkering).

Vroegtijdig informeren

Uitkeringsgerechtigden moeten duidelijk worden geïnformeerd over hun rechten en plichten zodat

iedereen weet wat wel en niet mag. Alleen indien uitkeringsgerechtigden tijdig en volledig zijn

geïnformeerd kunnen ze worden aangesproken op hun gedrag.

Optimaliseren van de dienstverlening

Onnodige procedures roepen irritatie op en verminderen daardoor de bereidheid van de klant om de

wet en regels na te leven. Door op een klantvriendelijke manier organisatorische belemmeringen weg te nemen, wordt de klant gestimuleerd in zijn dienstvriendelijkheid: hij zal meer gemotiveerd zijn om zich aan de regels te houden.

Vroegtijdige detectie en afhandeling van fraudesignalen

Een belangrijk instrument in de fraudebestrijding is ‘controle op maat’. Controle op maat houdt in: hoe meer risico, hoe intensiever de controle. Iedereen zal worden gecontroleerd, alleen de een wat meer dan de ander. Rijswijk werkt met signaalsturing. Op basis van signalen uit een externe melding, regulier contact met de klant of na een signaal van het Inlichtingenbureau wordt onderzoek verricht. Ook is er sprake van risicosturing. Op basis van profielen wordt een klant meer of minder vaak gecontroleerd. Tot slot zijn er themacontroles. Daarbij worden personen die voldoen aan

een bepaald criterium (bijvoorbeeld het uitoefenen van een risicoberoep) gecontroleerd op grond van een protocol.

Afstemmen van de uitkering

Op het moment dat er fraude wordt gepleegd, dan zal dit niet zonder gevolgen blijven. Het

teveel ontvangen bedrag wordt teruggevorderd en geïnd en er zal een maatregel, schriftelijke waarschuwing of boete worden opgelegd. Bij een fraudebedrag hoger dan € 50.000,- wordt er aangifte gedaan.

Wet aanscherping handhaving en sanctiebeleid SZW-wetgeving

Het tegengaan van fraude is een speerpunt van het Rijk. Om hier handen en voeten aan te geven, is vanaf 1 januari 2013 de Wet aanscherping handhaving en sanctiebeleid SZW-wetgeving van kracht.

Met de aanscherping worden de beschikbare instrumenten voor fraudeaanpak van gemeenten voor een groot deel gelijk gesteld aan die van de UWV en SVB. Met een heldere, eenduidige en transparante aanpak van fraudeurs in den lande blijft de solidariteit, het draagvlak en de betaalbaarheid van de sociale voorzieningen behouden.

De belangrijkste wijzigingen in de aanscherping zijn:

  • -

    de invoering van de schriftelijke waarschuwing en boete bij het schenden van de inlichtingenplicht;

  • -

    de verplichting bij verordening regels te stellen over de bevoegdheid de beslagvrije voet tijdelijk buiten werking te stellen bij verrekening van de recidiveboete.

Deze aanscherpingen zijn vertaald in de Verordening afstemming en boete WWB 2013 en de Verordening maatregelen en boetes IOAW/IOAZ 2013. Daarnaast is het opleggen van boetes bij wet geregeld. Daarom wordt dit niet in een nadere verordening of beleidsregel uitgewerkt.