Regeling vervallen per 01-07-2012

Fraudeverordening WWB, IOAW/IOAZ en WIJ Gemeente Rijswijk 2010

Geldend van 01-10-2010 t/m 30-06-2012

Intitulé

De gemeenteraad van Rijswijk, bijeen in openbare vergadering op 28 september 2010; Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 27 juli 2010, nr. 10-035;

BESLUIT vast te stellen de volgende verordening:

Fraudeverordening WWB, IOAW/IOAZ en WIJ Gemeente Rijswijk 2010

HOOFDSTUK 1

Artikel 1- Beleidsplan hoogwaardig handhaven

Het college van Burgemeester en wethouders draagt zorg voor een beleidsplan hoogwaardig handhaven.

Artikel 2 - Inhoud van het beleidsplan

1.

In het beleidsplan hoogwaardig handhaven wordt ingegaan op de visie van het college op hoogwaardig handhaven en de doelstellingen gericht op het tegengaan van misbruik en oneigenlijk gebruik van de Wet werk en bijstand, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen en de Wet investeren in jongeren.

Artikel 3 – Het controleplan

Het college stelt een controleplan op waarin de instrumenten ter voorkoming van fraude en de instrumenten gericht op de aanpak van fraude nader worden uitgewerkt. In het controleplan wordt in ieder geval ingegaan op de volgende instrumenten:

1.

risicosturing;

2.

signaalsturing;

3.

themacontroles.

Artikel 4- De inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking per 1 oktober 2010

Artikel 5 – Intrekking

Per datum als in artikel 4 genoemd wordt de Fraudeverordening WWB en WIJ Gemeente Rijswijk 2010 ingetrokken.

Artikel 6 - Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als “Fraudeverordening 2010”

Aldus besloten door de Raad van de Gemeente Rijswijk, in zijn openbare vergadering van 28 september 2010

Algemene Toelichting

Algemene toelichting

Door de invoering van de Wet bundeling van uitkeringen inkomensvoorziening aan gemeenten is de verplichte terugvordering van ten onrechte verstrekte uitkeringen op basis van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ) per 1 januari 2010 omgezet in een bevoegdheid van de gemeente.

Met deze verordening wordt invulling gegeven aan de in artikel 35 van de IOAW/IOAZ gegeven opdracht om regels te stellen met betrekking tot het bestrijden van misbruik en oneigenlijk gebruik van de deze regelingen. Het behoort tot de gemeentelijke beleidsvrijheid om daarin eigen beleidskeuzes te maken. Het gemeentelijk beleid over misbruik en oneigenlijk gebruik in het kader van de WWB en de WIJ was reeds in de Fraudeverordening en Afstemmingsverordening respectievelijk de Maatregelenverordening WIJ vastgelegd. Vastgesteld is dat dit beleidskader ook toepasbaar is op de uitvoering van de IOAW/IOAZ. Mede gelet op de grote verwantschap tussen de WWB en de IOAW/IOAZ wordt voorgesteld om het handhavingsbeleid voor de IOAW/IOAZ op te nemen in de Fraudeverordening WWB/WIJ. Deze krijgt daardoor ook een andere naam en zal voortaan “Fraudeverordening” met als toevoeging het jaartal van vaststelling heten. In deze fraudeverordening wordt bepaald dat het college een beleidsplan opstelt waarin de doelstellingen staan met betrekking tot het tegengaan van misbruik en oneigenlijk gebruik van de Wet werk en bijstand, de IOAW, de IOAZ en de Wet investeren in jongeren. Dit beleidsplan zal worden opgesteld in het kader van Hoogwaardig Handhaven. Het doel van Hoogwaardig Handhaven is het verhogen van de nalevingsbereidheid van cliënten en de kans op misbruik van sociale regelingen te minimaliseren. Dit kan worden bereikt door een effectievere en efficiëntere controlesystematiek.

Hoogwaardig Handhaven kent vier samenhangende beleidslijnen die de kern vormen van het handhavingsbeleid.

Instrumenten ter voorkoming van fraude (preventie):

1.het beter en vroegtijdig informeren van klanten over rechten, plichten en handhaving;

2.het optimaliseren van de dienstverlening zonder belemmeringen, zodat de kans op spontane naleving wordt vergroot.

Instrumenten gericht op aanpak van fraude (repressie):

3.vroegtijdige detectie en afhandeling van fraudesignalen;

4.bij constatering van fraude daadwerkelijk sanctioneren (afstemmen van de uitkering).

Vroegtijdig informeren

Uitkeringsgerechtigden moeten duidelijk worden geïnformeerd over hun rechten en plichten zodat iedereen weet wat wel en niet mag. Alleen indien uitkeringsgerechtigden tijdig en volledig zijn geïnformeerd kunnen ze worden aangesproken op hun gedrag.

Optimaliseren van de dienstverlening

Onnodige procedures roepen irritatie op en verminderen daardoor de bereidheid van de cliënt om de wet en regels na te leven. Door op een klantvriendelijke manier organisatorische belemmeringen weg te nemen, wordt de cliënt gestimuleerd in zijn dienstvriendelijkheid: hij zal meer gemotiveerd zijn om zich aan de regels te houden.

Vroegtijdige detectie en afhandeling van fraudesignalen

Een belangrijk instrument in de fraudebestrijding is ‘controle op maat’. Controle op maat houdt in: hoe meer risico, hoe intensiever de controle. Iedereen zal worden gecontroleerd, alleen de een wat meer dan de ander. Daarnaast kunnen er themacontroles worden uitgevoerd. Personen die voldoen aan een bepaald criterium worden intensief gecontroleerd op grond van een protocol. Tot slot wordt er een systeem van signaalsturing ingevoerd. Gedurende het gehele proces van intake tot beëindiging worden onduidelijkheden (signalen) die tijdens een gesprek, uit het dossier of via een tip naar voren komen nader onderzocht en afgehandeld.

Gevolgen voor de uitkering

Op het moment dat er fraude wordt gepleegd, dan zal dit niet zonder gevolgen mogen blijven. Het teveel ontvangen bedrag zal moeten worden teruggevorderd en moeten worden geïnd en er zal een maatregel moeten worden opgelegd. Bij een groot fraudebedrag zal er aangifte worden gedaan.