Verordening voorzieningen wethouders, raads- en commissieleden

Geldend van 20-01-2007 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 03-01-2007

Intitulé

Verordening voorzieningen wethouders, raads- en commissieleden

DE RAAD VAN DE GEMEENTE ROERMOND,

gezien het voorstel van voorzitter en griffier van de raad van 8 december 2006, raadsvoorstel no. 2007/8/1, gelet op de artikelen 44 en 95 tot en met 99 van de Gemeentewet, het Rechtspositiebesluit wethouders en het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden;

besluit:

vast te stellen de navolgende Verordening voorzieningen wethouders, raads- en commissieleden.

Hoofdstuk I Begripsomschrijvingen

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

a commissie: een commissie als bedoeld in hoofdstuk V van de Gemeentewet;

b Rechtspositiebesluit wethouders: het Koninklijk Besluit van 22 maart 1994, Stb. 243;

c Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden: het Koninklijk Besluit van 22 maart 1994, Stb. 244.

d Reisregeling binnenland: het besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken van 16 maart 1993, nr. AB93/U280, Stcrt. 56;

e raadslid: lid van gemeenteraad, niet zijnde wethouder;

f Verplaatsingskostenbesluit 1989: het Koninklijk Besluit van 6 oktober 1989, Stb. 424.

Hoofdstuk II Voorzieningen voor raadsleden

Artikel 2 Vergoeding voor de werkzaamheden

Aan het raadslid wordt een vergoeding voor de werkzaamheden toegekend die gelijk is aan het bedrag, vermeld in tabel I van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.

Artikel 3 Onkostenvergoeding

1 Aan het raadslid wordt een onkostenvergoeding voor aan de uitoefening van het raadslidmaatschap verbonden kosten toegekend die gelijk is aan het bedrag, vermeld in tabel II van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.

2 Aan een raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt, wordt in afwijking van het eerste lid een onkostenvergoeding toegekend die gelijk is aan het bedrag, vermeld in tabel III van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.

Artikel 4 Berekening en betaling vaste vergoedingen

1 Onverminderd het bepaalde in de artikelen 1, onder e, en 8 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden vangen de vergoedingen bedoeld in de artikelen 2 en 3 aan op de dag van het afleggen van de eed of belofte bedoeld in artikel 14 van de Gemeentewet.

2 Onverminderd het bepaalde in de artikelen 1, onder e, en 8 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden eindigen de vergoedingen bedoeld in de artikelen 2 en 3 op de dag bedoeld in artikel C4, tweede lid, van de Kieswet, dan wel het tijdstip bedoelt in de artikelen X1, eerste en derde lid, X6 en X8, tweede, derde en vijfde van de Kieswet.

3 De vergoedingen, bedoeld in de artikelen 2 en 3, worden maandelijks uitbetaald.

Artikel 5 Reiskosten

1 De ten behoeve van de gemeente gemaakte kosten in verband met reizen buiten het grondgebied van de gemeente ter uitvoering van een beslissing van het gemeentebestuur worden aan het raadslid vergoed.

2 De in het eerste lid bedoelde vergoeding betreft:

a bij gebruik van openbare middelen van vervoer en van een taxi: een volledige vergoeding van de in redelijkheid noodzakelijk gemaakte reiskosten;

b bij gebruik van een eigen motorvoertuig: een vergoeding van de in redelijkheid noodzakelijk gemaakte reiskosten overeenkomstig de regels van het Reisbesluit 1999 van de Regeling Arbeidsvoorwaarden Gemeente Roermond.

Artikel 6 Verblijfkosten

De in redelijkheid noodzakelijk gemaakte verblijfskosten ter zake van reizen buiten het grondgebied van de gemeente worden aan het raadslid vergoed, tot ten hoogste de bedragen, vastgesteld in het Reisbesluit 1999 van de Regeling Arbeidsvoorwaarden Gemeente Roermond.

Artikel 7 Cursus, congres, seminar of symposium

1 De kosten van deelname van een raadslid aan cursussen, congressen, seminars en symposia die in het gemeentebelang door of namens de gemeente worden aangeboden of verzorgd komen voor rekening van de gemeente.

2 Het raadslid dat wil deelnemen aan een cursus, congres, seminar of symposium dat niet door of namens de gemeente wordt aangeboden of verzorgd, dient daartoe bij de griffier een gemotiveerde aanvraag in. De aanvraag gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie. Op de aanvraag wordt beslist door de burgemeester in overleg met het presidium. De kosten komen voor rekening van de gemeente als deelname van belang is in verband met de vervulling van het raadslidmaatschap.

Artikel 8 Verstrekking computerapparatuur

1 Aan het raadslid wordt voor de uitoefening van het raadslidmaatschap op aanvraag een computer of laptop met bijbehorende randapparatuur en software in bruikleen ter beschikking gesteld.

2 In dit verband wordt verstaan onder:

a bijbehorende randapparatuur: een printer of all-in-one printer

b software: Microsoft Windows, Microsoft Office en beveiligingssoftware (virusscanner).

3 Beschikbaarstelling als bedoeld in lid 1 geschiedt voor de duur van het raadslidmaatschap. Na 4 jaar kan het raadslid verzoeken opnieuw een computer of laptop met bijbehorende randapparatuur en software in bruikleen ter beschikking te stellen.

4 Het raadslid ondertekent voor de bruikleen een bruikleenovereenkomst met de gemeente.

5 Het college van burgemeester en wethouders stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.

Artikel 9 Vergoeding fiscale consequenties verstrekking computerapparatuur

1 Aan het raadslid aan wie op grond van artikel 8 computerapparatuur in bruikleen beschikbaar is gesteld, wordt door burgemeester en wethouders op aanvraag een tegemoetkoming verstrekt voor de belastingheffing als gevolg van voornoemde verstrekking.

2 De in lid 1 bedoelde tegemoetkoming wordt gedurende drie jaren toegekend.

Artikel 10 Vergoeding computerapparatuur

1 Aan het raadslid dat voor de uitoefening van het raadslidmaatschap gebruik maakt van eigen computerapparatuur wordt door burgemeester en wethouders op aanvraag een tegemoetkoming verleend voor hetzij de aanschaf van een computer, bijbehorende apparatuur en software, hetzij het gebruik van dergelijke apparatuur.

2 De in lid 1 bedoelde vergoeding bedraagt 17½% van de gebruikelijke kosten van een computer, bijbehorende apparatuur en software, een en ander – op advies van de afdeling Informatievoorziening van de sector Bedrijfsmiddelen en Organisatie – te bepalen door de burgemeester in overleg met het presidium, gebaseerd op de kosten van door gemeentewege verstrekte apparatuur en software als bedoel in artikel 8.

3 De in lid 2 bedoelde vergoeding wordt jaarlijks achteraf toegekend en uitbetaald.

Artikel 11 Internetaansluiting via ADSL of kabel

1 De abonnementskosten van ADSL ten behoeve van het gebruik van een computer die benodigd is voor de uitoefening van het raadslidmaatschap komen wat betreft het providergedeelte voor de helft voor rekening van de gemeente. De eventuele aanlegkosten van ADSL komen in dat geval geheel voor rekening van de gemeente.

2 De kosten van het internetabonnement via de kabel ten behoeve van het gebruik van een computer die benodigd is voor de uitoefening van het raadslidmaatschap komen voor de helft voor rekening van de gemeente. De eventuele aanlegkosten van de internetaansluiting via de kabel komen in dat geval geheel voor rekening van de gemeente.

3 De vergoeding als bedoeld in voornoemde leden wordt bepaald door het presidium op advies van de afdeling Informatievoorziening van de sector Bedrijfsmiddelen en Organisatie, waarbij wordt uitgegaan van een gebruikelijk abonnementstarief voor ADSL- of kabelverbinding, gebaseerd op een gemiddelde verbindingssnelheid.

4 Het vergoedingsbedrag als bedoeld in de leden 1 en 2 wordt maandelijks uitbetaald.

Artikel 12 Uitkering bij aftreden

(P.M.)

Artikel 13 Voorziening ouderdom en arbeidsongeschiktheid

(P.M.)

Artikel 14 Voorziening overlijden

1 Zo spoedig mogelijk na het overlijden van een raadslid wordt aan de nabestaande met wie het raadslid één huishouden vormde, een bedrag ineens uitgekeerd, gelijk aan de vergoeding voor werkzaamheden voor raadsleden als bedoeld in artikel 2, berekent over een tijdvak van drie maanden.

2 Indien de overledene geen nabestaande nalaat, geschiedt de uitkering ten behoeve van de minderjarige wettige of natuurlijke kinderen dan wel pleegkinderen. Ontbreken ook deze, dan geschiedt de uitkering, indien de overledene kostwinner was voor ouders, meerderjarige kinderen, broers of zussen, ten behoeve van deze betrekkingen.

3 Onder de nabestaande van een raadslid wordt verstaan degene met wie het raadslid was gehuwd, c.q. een geregistreerd partnerschap was aangegaan, dan wel zijn/haar levenspartner, indien de niet-huwelijkse samenlevingsvorm blijkt uit een bij een notaris opgemaakt samenlevingscontract.

Artikel 15 Compensatie korting werkloosheidsuitkering

  • 1 In het geval dat een lid van de raad een uitkering op grond van de Werkloosheidswet ontvangt en de na toepassing van artikel 20 van die wet ontstane korting op deze uitkering ten gevolge van het uitoefenen van het raadslidmaatschap meer bedraagt dan de vergoeding voor de werkzaamheden die dit lid van de raad ontvangt, wordt deze vergoeding ten laste van de gemeente verhoogd tot het bedrag van bedoelde korting tegen overlegging van bescheiden waaruit deze korting blijkt.

  • 2 In het geval dat een lid van de raad een uitkering op grond van het Besluit Werkloosheid onderwijs- en onderzoekspersoneel ontvangt en de na toepassing van artikel 6, vierde lid, van dat besluit ontstane korting op deze uitkering ten gevolge van het uitoefenen van het raadslidmaatschap meer bedraagt dan de vergoeding voor de werkzaamheden die dit lid van de raad ontvangt, wordt deze vergoeding ten laste van de gemeente verhoogd tot het bedrag van bedoelde korting tegen overlegging van bescheiden waaruit deze korting blijkt.

Artikel 16 Voorziening bij arbeidsongeschiktheidsuitkering

In het geval een raadslid c.q. kandidaat-raadslid een uitkering in verband met gehele of gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid ontvangt en het raadslid c.q. kandidaat-raadslid als gevolg van het uitoefenen van het raadslidmaatschap wordt geconfronteerd met een verlaging dan wel intrekking van de arbeidsongeschiktheidsuitkering, kan het raadslid verzoeken de vergoeding voor de werkzaamheden te verlagen.

Artikel 17 Kinderopvang

1 Aan een (on)gehuwd c.q. niet samenwonend raadslid, welk raadslid de zorg heeft voor inwonende kinderen in de leeftijd van 0 tot 12 jaar, kan op verzoek een tegemoetkoming worden toegekend ter zake van kosten voor kinderopvang die noodzakelijk is voor het bijwonen van vergaderingen en andere activiteiten ter vervulling van het raadslidmaatschap.

2 Het verzoek als bedoeld in lid 1 wordt beoordeeld overeenkomstig de terzake voor het gemeentelijk personeel geldende regeling kinderopvang, waarbij de tegemoetkoming in afwijking van de ambtelijke regeling maximaal 1/3 deel van de kosten van kinderopvang bedraagt.

3 De tegemoetkoming wordt verstrekt op basis van een maandelijkse declaratie van het raadslid, onder opgave van de bijgewoonde vergaderingen en vergezelt van de facturen van de kosten van kinderopvang.

Artikel 18 Spaarloonregeling

Het raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt, kan op aanvraag deelnemen aan de voor het gemeentepersoneel geldende spaarloonregeling, onder voorwaarde dat het raadslid niet reeds deelneemt aan de spaarloonregeling bij een andere werkgever.

Artikel 19 Levensloopregeling

Het raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt, kan op aanvraag deelnemen aan de voor het gemeentepersoneel geldende levensloopregeling.

Hoofdstuk III Voorzieningen voor wethouders

Artikel 20 Onkostenvergoeding

1 Aan de wethouder wordt een onkostenvergoeding toegekend voor overige aan de uitoefening van het ambt verbonden kosten die gelijk is aan het bedrag, vermeld in artikel 25 van het Rechtspositiebesluit wethouders.

2 Indien de wethouder op grond van artikel 30 van deze verordening een mobiele telefoon in bruikleen ter beschikking is gesteld bedraagt de onkostenvergoeding voor overige aan de uitoefening van het ambt verbonden kosten, in afwijking van het eerste lid, 94% van het voor hem ingevolge het eerste lid geldende bedrag.

Artikel 21 Reiskosten woon-werkverkeer en vergoeding verhuiskosten

1 Aan de wethouder die bij benoeming nog niet over woonruimte in de gemeente beschikt wordt voor het reizen tussen zijn woning en zijn plaats van tewerkstelling een tegemoetkoming in de kosten van het reizen verleend overeenkomstig de bedragen die bij of krachtens artikel 12 van het Verplaatsingskostenbesluit 1989 zijn vastgesteld.

2 Bij verhuizing naar de gemeente heeft de wethouders als bedoeld in lid 1 recht op een vergoeding van verhuiskosten conform de door de minister bij ministeriële regeling vastgestelde regels.

Artikel 22 Zakelijke reiskosten

Aan de wethouder wordt naast de tegemoetkoming, bedoeld in artikel 21, een vergoeding verleent voor gemaakte reiskosten ter zake van andere dan de in artikel 21 bedoelde reizen ten behoeve van de gemeente. De vergoeding betreft:

a bij gebruik van openbare middelen van vervoer en van een taxi: een volledige vergoeding van de in redelijkheid noodzakelijk gemaakte reiskosten;

b bij gebruik van een eigen motorvoertuig of bromfiets: een vergoeding van de in redelijkheid noodzakelijk gemaakte reiskosten overeenkomstig de bedragen in artikel 2 van de Reisregeling binnenland.

Artikel 23 Verblijfkosten

De in redelijkheid noodzakelijk gemaakte verblijfkosten ter zake van reizen, bedoeld in artikel 22, worden volledig aan de wethouder vergoed.

Artikel 24 Buitenlandse dienstreis

1 Indien de wethouder in het gemeentelijk belang een reis buiten Nederland maakt, worden de in redelijkheid noodzakelijk gemaakte reis- en verblijfkosten vergoed.

2 Voor een reis in het gemeentelijk belang buiten Nederland, niet zijnde een reis naar een Europese instelling, is vooraf toestemming van het college van burgemeester en wethouders vereist.

Artikel 25 Cursus, congres, seminar of symposium

1 De kosten van deelname van een wethouder aan cursussen, congressen, seminars en symposia die in het gemeentelijk belang door of namens de gemeente worden aangeboden of verzorgd komen voor rekening van de gemeente.

2 De wethouder die wil deelnemen aan een cursus, congres, seminar of symposium dat niet door of namens de gemeente wordt aangeboden of verzorgd, dient daartoe bij de gemeentesecretaris een gemotiveerde aanvraag in. De aanvraag gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie. Op de aanvraag wordt beslist door het college van burgemeester en wethouders. De kosten komen voor rekening van de gemeente als deelname van belang is in verband met de uitoefening van het ambt van wethouder.

Artikel 26 Computer en laptop

1 Aan de wethouder wordt voor de uitoefening van zijn ambt op aanvraag een computer of laptop met bijbehorende randapparatuur en software in bruikleen ter beschikking gesteld.

2 In dit verband wordt verstaan onder:

a bijbehorende randapparatuur: een printer of all-in-one printer

b software: Microsoft Windows, Microsoft Office en beveiligingssoftware (virusscanner).

3 Beschikbaarstelling als bedoeld in lid 1 geschiedt voor de duur van het wethouderschap. Na 4 jaar kan de wethouder verzoeken opnieuw een computer of laptop met bijbehorende randapparatuur en software in bruikleen ter beschikking te stellen.

4 De wethouder ondertekent voor de bruikleen een bruikleenovereenkomst met de gemeente.

5 Het college van burgemeester en wethouders stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.

Artikel 27 Vergoeding fiscale consequenties verstrekking computerapparatuur

1 Aan de wethouder aan wie op grond van artikel 26 computerapparatuur in bruikleen beschikbaar is gesteld, wordt op aanvraag een tegemoetkoming verstrekt voor de belastingheffing als gevolg van voornoemde verstrekking.

2 De in lid 1 bedoelde tegemoetkoming wordt gedurende drie jaren toegekend.

Artikel 28 Vergoeding computerapparatuur

1 Aan de wethouder die voor de uitoefening van het wethouderschap gebruik maakt van eigen computerapparatuur wordt op aanvraag een tegemoetkoming verleend voor hetzij de aanschaf van een computer, bijbehorende apparatuur en software, hetzij het gebruik van dergelijke apparatuur.

2 De in lid 1 bedoelde vergoeding bedraagt 17½% van de gebruikelijke kosten van een computer, bijbehorende apparatuur en software, een en ander te bepalen door het presidium op advies van de afdeling Informatievoorziening van de sector Bedrijfsmiddelen en Organisatie, gebaseerd op de kosten van door gemeentewege verstrekte apparatuur en software als bedoel in artikel 26.

3 De in lid 2 bedoelde vergoeding wordt jaarlijks achteraf toegekend en uitbetaald.

Artikel 29 Internetaansluiting via ADSL of kabel

1 De abonnementskosten van ADSL ten behoeve van het gebruik van een computer die benodigd is voor de uitoefening van het wethouderschap komen wat betreft het providergedeelte voor de helft voor rekening van de gemeente. De eventuele aanlegkosten van ADSL komen in dat geval geheel voor rekening van de gemeente.

2 De kosten van het internetabonnement via de kabel ten behoeve van het gebruik van een computer die benodigd is voor de uitoefening van het wethouderschap komen voor de helft voor rekening van de gemeente. De eventuele aanlegkosten van de internetaansluiting via de kabel komen in dat geval geheel voor rekening van de gemeente.

3 De vergoeding als bedoeld in voornoemde leden wordt bepaald door het presidium op advies van de afdeling Informatievoorziening van de sector Bedrijfsmiddelen en Organisatie, waarbij wordt uitgegaan van een gebruikelijk abonnementstarief voor ADSL- of kabelverbinding, gebaseerd op een gemiddelde verbindingssnelheid.

4 Het vergoedingsbedrag als bedoeld in de leden 1 en 2 wordt maandelijks uitbetaald.

Artikel 30 Mobiele telefoon

1 Aan de wethouder wordt voor de uitoefening van zijn ambt op aanvraag een mobiele telefoon in bruikleen ter beschikking gesteld.

2De wethouder ondertekent daartoe een bruikleenovereenkomst met de gemeente.

3 Het college van burgemeester en wethouders stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.

4 Op de bezoldiging van de wethouder wordt voor een beperkt privé-gebruik van de mobiele telefoon, dat wil zeggen voor minder dan € 454,-- op jaarbasis, een bedrag ingehouden dat gelijk is aan de helft van het fiscale heffingsbedrag voor verstrekking van de mobiele telefoon.

5 Op aanvraag komen de kosten van installatie en inbouw van een gangbare car-kit maximaal eens per drie kalenderjaren voor rekening van de gemeente.

Artikel 31 Vergoeding fiscale consequenties verstrekking communicatieapparatuur

1 Aan de wethouder aan wie op grond van artikel 30 communicatieapparatuur in bruikleen beschikbaar is gesteld, wordt op aanvraag een tegemoetkoming verstrekt voor de belastingheffing als gevolg van voornoemde verstrekking.

2 De in lid 1 bedoelde tegemoetkoming wordt maandelijks uitbetaald.

Artikel 32 Spaarloonregeling

De wethouder kan op aanvraag deelnemen aan de voor het gemeentelijk personeel geldende spaarloonregeling.

Artikel 33 Levensloopregeling

De wethouder kan op aanvraag deelnemen aan de voor het gemeentelijk personeel geldende levensloopregeling.

Artikel 34 Schadevergoeding zakelijk autogebruik

Naar analogie van de terzake geldende regeling voor gemeentepersoneel wordt aan de wethouder de schade vergoed aan een aan hem toebehorend motorrijtuig in de zin van de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen welke hij lijdt ten gevolge van de uitoefening van zijn ambt.

Hoofdstuk IV De procedure van declaratie

Artikel 35 Betaling van kosten

Betaling van kosten op grond van deze verordening vindt plaats door

a betaling uit eigen middelen; of

b rechtstreekse toezending van de factuur aan de gemeente.

Artikel 36 Declaratie van vooruit betaalde kosten

1 Voor de vergoeding van de kosten, bedoeld in de artikelen 5, 6, 22, 23 en 24 wordt gebruik gemaakt van een declaratieformulier, waarvan het model door het college van burgemeester en wethouders is vastgesteld, indien deze kosten uit eigen middelen vooruit zijn betaald.

2 Het declaratieformulier wordt volledig ingevuld en ondertekend en binnen 2 maanden

  • -

    indien het een wethouder betreft bij de gemeentesecretaris en

  • -

    indien het een raads- of commissielid betreft bij de griffier,

  • -

    of een door hen aangewezen ambtenaar

    ingediend, onder bijvoeging van de originele bewijsstukken.

Artikel 37 Rechtstreekse facturering bij de gemeente

1 De vergoeding van kosten, bedoeld in de artikelen 7 en 25 kan plaatsvinden door rechtstreekse toezending van de door het raadslid, onderscheidenlijk de wethouder voor akkoord ondertekende factuur aan de gemeente.

2 Verantwoording van deze wijze van vergoeding vindt plaats door het begeleidingsformulier, waarvan het model door het college van burgemeester en wethouders is vastgesteld, volledig in te vullen en te ondertekenen.

3 Het begeleidingsformulier en de factuur worden binnen 2 maanden ingediend bij

  • -

    indien het een wethouder betreft bij de gemeentesecretaris en

  • -

    indien het een raadslid betreft bij de griffier,

  • -

    of een door hem aangewezen ambtenaar.

Hoofdstuk V Citeertitel en inwerkingtreding

Artikel 38 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als Verordening voorzieningen wethouders, raads- en commissieleden.

Artikel 39 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na vaststelling.

Ondertekening

Aldus besloten door de raad van de gemeente Roermond in zijn openbare vergadering van 2 januari 2007.
De griffier, De voorzitter,